Chemische onkruidbestrijding in
bieten na opkomst
Wereldhandel
granen omlaag
T
V,
Z ijn er bieten overgezaaid dan zal
T enslotte nog enkele opmerkingen
in het algemeen over het spuiten van
Betanal:
Geen uniform advies
Variatiemogelijkheden bij
Betanal
Overzaaien
Voorzichtig
KONSULENTSCHAP VOOR DE
AKKERBOUW EN DE RUND
VEEHOUDERIJ TE GOES
V aak is bij bieten de werking van Pyramin niet zodanig dat zij afdoende is tot het moment dat het gewas
zich sluit en het onkruid door gebrek aan licht zich niet meer ontwikkelt. Er dient dan ook in zo'n geval na de
opkomst nog bestrijding plaats te vinden. Hiervoor zijn twee middelen beschikbaar:
Betanal dat bijna alle onkruidsoorten in jong stadium bestrijdt, behalve de grassen.
Fervin dat juist alléén grasachtigen bestrijdt.
N.B. Beide middelen hebben
géén nawerking.
oor beide middelen geldt dat er
nogal wat variatie bestaat bij de toe
passing. Een kant-en-klaar advies is
er dan ook niet te geven. Kennis van
de eigenschappen van de middelen
maakt het mogelijk de meest optima
le hoeveelheid en kombinaties toe te
passen. Bepalend zijn hierbij o.a.:
de onkruidsoort;
de grootte van het onkruid;
de stand van de bieten;
de weersomstandigheden.
BEI ANAL - VAAK TE LAAT GE
SPOTEN
Een middel als Betanal wordt zelden
te vroeg maar wel vaak te laat ge
spoten. Onder "te vroeg" zou men
dan kunnen verstaan dat de bieten
nog te klein zijn. Welnu, dit is zelden
het geval. Waar men te maken heeft
met een regelmatige opkomst en een
gezond gewas is het stadium waarin
de bieten Betanal verdragen in de
meeste gevallen al ongeveer een
week na opkomst bereikt. Trouwens,
als men langer wacht wordt ook het
onkruid groter en ongevoeliger. Men
zal dan al gauw genegen zijn een li
tertje Betanal méér te gebruiken en
dan is de kans op schade niet veel
kleiner.
Het beste resultaat bereikt men met
Betanal als de onkruiden nog in het
kiemplantstadium verkeren. Dit
geldt voor alle onkruiden, maar ze
ker voor varkensgras, kleefkruid en
kamille. Voor een goed resultaat
moeten deze zo klein zijn dat men,
als men over het land loopt, ze nog
amper ziet. Men moet er bij wijze
van spreken voor "op de knieën".
Om 100% zekerheid te hebben zal
men in feite pseventief moeten spui
ten, dat wil zeggen op een moment
dat men nog niet weet of de Pyramin
de zaak schoon zal houden, of niet.
Tal van plantjes verdwijnen nog
door Pyramin, na de opkomst dus.
Maar. het daarop aan laten komen
kan inhouden dat het onkruid voor
Betanal te groot is. Dat levert ons
dan vaak in de loop van de zomer het
probleem van de late onkruiden op.
De praktijk leert namelijk dat die
"late onkruiden" meestal niet ge
kiemd zijn na een Betanalbehande-
ling maar ontsnapt zijn omdat ze op
het moment dat de Betanal werd
toegepast, te groot waren.
Houd U nauwkeurig aan de voor
schriften wat de hoeveelheid wa
ter betreft, vooral ook bij rijenbe-
spuiting.
FERVIN - EEN ZEER SELEKTIEF
MIDDEL
Wat vooral opvalt bij Fervin is de
grote veiligheid voor het gewas. Dat
geeft ook de nodige speling bij de
keuze van het tijdstip bij de bestrij
ding van bepaalde onkruiden. In de
tweede plaats valt op, dat het na op
komst toegepast kan worden en dan
eventueel pleksgewijs, dus waar het
gras voorkomt. In de derde plaats
blijkt dat in tegenstelling met Beta
nal bij Fervin het onkruid niet te klein
moet zijn. Meestal kan tot in het uit-
stoelingsstadium nog een goed resul
taat worden bereikt.
P. Verhage
-
Schoffelen van bieten is een nauwgezet karwei.
erschillende omstandigheden
zijn er die een mooi opgezet spuit-
schema danig in de war kunnen stu
ren.
Bij een onregelmatige opkomst kan
men beter niet wachten tot alle
plantjes er zijn maar als bijvoorbeeld
de helft van de plantjes er is, spuiten
met 4 ljier (in plaats van 6 liter nor
maal) en dan na een weekje weer 4
liter of zoveel als dan nodig blijkt.
Hetzelfde schema vindt men terug
bij de semi-kuratieve methode zij het
dan dat daarbij als uitgangspunt
doelbewust gekozen is voor een klei
nere hoeveelheid bodemherbicide
bij het zaaien plus 2 x spuiten van
Betanal. In de praktijk zal met dit
systeem nog ervaring moeten wor
den opgedaan. Of hier in het alge
meen sprake zal zijn van een reëele
besparing op kosten aan middel
spuitloon wagen wij te betwijfelen.
Mogelijk biedt het perspektief voor
opdrachtige, niet te onkruidrijke
percelen.
men er enerzijds op bedacht moeten
zijn dat de onkruidbezetting sterker
is omdat de Pyramin bij de eerste
zaai toegepast, al voor een gedeelte
uitgewerkt is. Bovendien heeft de
grondbewerking bij de tweede zaai
de opkomst van een nieuwe "laag"
onkruid in de hand gewerkt. Ander
zijds mag men er van uitgaan dat
door die grondbewerking bij de
tweede zaai ook onkruid vernietigd
is. Bovendien verloopt de opkomst
na overzaaien meestal sneller. Alles
bijeengenomen is het toch wel zaak
na overzaaien de opkomst van bieten
en onkruid op de voet te volgen en
waar nodig maatregelen te nemen.
Dat zou kunnen inhouden dat men,
mede met het oog op het late tijdstip
dat het gewas de grond bedekt, aan
de Betanal nog 2 kg Pyramin toe
voegt. Men bereikt hiermee tevens
dat bij onkruiden als zwaluwtong,
varkensgras en perzikkruid (wilde
wissen) ook de kontaktwerking, de
direkte dodende werking dus, verbe
terd wordt. Als er duist voorkomt
kan men in plaats van Pyramin beter
0,75 tot 1 kg Venzar toevoegen.
Wanneer de behandeling met Beta
nal moet worden uitgesteld, bijvoor
beeld door regen of wind, of de tem
peratuur is te laag (enkele dagen be
neden 15 graden) en bij doorlopend
donker weer, kan de werking ver
sterkt worden met Schering-11 E
olie. Grijp hier echter niet te vlug
naar. Eén koele, donkere dag is nog
geen reden om de olie er bij te halen:
als de dag nadien de temperatuur
weer oploopt tot een eindje boven de
20 gr. kan het wel eens goed fout
zitten. Ook dient men bij het gebruik
van Betanal olie meer te letten op
de grootte van de bieten: deze moe
ten minstens twee echte blaadjes
hebben.
W ees bovendien extra voorzichtig
met Betanal (om van Betanal plus
olie maar helemaal te zwijgen) op een
om één of andere reden verzwakt ge
was. Toepassing van Ro-Neet vóór
het zaaien, bietekevertjes, thrips,
springstaarten, een bespuiting enkele
dagen geleden met parathion, man-
gaangebrek, nachtvorst ervóór of né
de bespuiting, het zijn allemaal rede
nen om de hoeveelheid middel te ver
lagen en eventueel van toevoeging
van olie af te zien. Een flinke be
schadiging door Betanal kost U meer
aan opbrengst dan een keer extra
spuiten. En dat laatste zit er dan wel
in.
Een tussenweg zou kunnen zijn om
in plaats van het toevoegen van olie
de hoeveelheid Betanal met 1 a VA
liter op te voeren of eventueel min
der dan de volle dosis van 5 liter olie
te gebruiken.
Toevoeging van Pyramin of Venzar
heeft vooral zin als de grootte en de
soorten van het aanwezige onkruid
daartoe aanleiding geven. De wer
king op nog later kiemende onkrui
den valt vaak tegen. Met andere
woorden: het is meer ter verbetering
van de kontaktwerking dan van de
nawerking.
Op warme dagen kan men het be
ste 's avonds spuiten.
Regen kort na de toepassing doet
het efTekt te niet.
Verstopte doppen worden in eer
ste instantie veroorzaakt door het
losraken van verontreinigingen in
de spuitapparatuur. Maak dus
vooral Uw machine grondig
schoon, bijvoorbeeld met R.M.
78.
en aanzien van de hoeveelheid
middel en het juiste tijdstip van be
strijding kan ongeveer het volgende
schema aangehouden worden:
duist, windhalm, wilde haver en
graanopslag bestrijdt men in het 2
a 3 bladstadium met 1,25 liter
Fervin 5 liter Schering-11 E
olie, zo vanaf 10 15 mei tot eind
mei;
tegen opslag van raaigrassen kan
onder dezelfde omstandigheden
als bij duist enz. worden volstaan
met 1 liter pervin olie);
kweek moet minstens 15 20 cm
lang zijn en vraagt meer middel
en meer olie, namelijk VA liter
Fervin plus 10 liter Schering-11 E
olie. Om voldoende lengte te
hebben kan het noodzakelijk zijn
tot begin juni te wachten;
hanepoot is erg gevoelig - 1 liter
Fervin olie) is voldoende -
maar men moet hierbij wel het
nodige geduld weten op te bren
gen. Wachten tot de meeste ha
nepoot gekiemd is en in het 2 3
bladstadium verkeert brengt met
zich mee dat zelden vóór 1 juni
hiertegen kan worden opgetre
den.
Nog enkele opmerkingen bij Fervin:
Straat- of tuintjesgras is weinig of
niet gevoelig voor Fervin.
Warm en vochtig weer na de be
handeling bevordert de werking.
Spuittechnisch gezien kan Fervin
gemengd worden met Betanal.
Gezien de uiteenlopende eisen
aan de grootte van de onkruiden
is deze kombinatie echter zelden
uitvoerbaar. Voeg in elk geval bij
menging geen olie toe.
De kombinatie Fervin Betanal
werkt duidelijk minder goed op
de grassen dan Fervin olie.
Meer over rijen- en stroken
spuiten kunt U vinden in
Vlugschrift nr. 249. Dit is op
aanvraag gratis verkrijg
baarbij Uw Konsulentschap
of Uw bedrijfsvoorlichter.
Onzekere ekonomische situatie in de
wereld en beperkte kredietmogelijk
heden zullen, naar verwachting van
het Amerikaanse ministerie van
Landbouw leiden tot een verminde
ring van de wereldhandel in granen.
De hoge rente zal het aanhouden van
voorraden zeker niet stimuleren, in
tegendeel.
Aanvankelijk werd de omvang van
de wereldhandel geraamd op 182
miljoen ton of 9 miljoen ton meer
dan vorig jaar.
Mede doordat het onwaarschijnlijk
is dat de Sovjet-Unie zich buiten de
Verenigde Staten voldoende kan be
voorraden, zal de omvang van de
wereldhandel afnemen.
De Wereldgraanproduktie is voor
het op 30 juni eindigende seizoen
geraamd op 1.151.900.000 ton.
De tarweëxport van de belangrijkste
exportlanden ix. de Verenigde Sta
ten, Australië en Canada zullen naar
raming met 23% stijgen tot 68,7 mil
joen ton.
De wereldhandel in voergranen
wordt geraamd op 100,7 miljoen ton,
dat is 100.000 ton minder dan de
voorgaande raming aangaf.
Verwacht wordt een daling van de
importen in China, Europa en
Egypte, wat voor een deel gekom-
penseerd wordt door grotere impor
ten van andere landen, waaronder
Mexico.
De eindvoorraden aan voergranen
worden geraamd op 90 miljoen ton,
vergeleken met 89,2 miljoen ton eer
der, doch wel minder dan de 94,7
miljoen ton van vorig jaar eind juni.
De Sovjet-import van tarwe en voer
granen in het seizoen dat per 30 juni
eindigt wordt geraamd op 30 miljoen
ton, ongeveer het dubbele van vorig
jaar.
De import van voergranen wordt
geraamd op 18,1 miljoen ton, tegen
9,9 miljoen ton in 1978/79. Voor
tarwe wordt de Sovjet-import ge
raamd op 11,9 miljoen ton, vergele
ken met 5,1 miljoen ton vorig sei
zoen.
De Chinese import van tarwe en
voergranen wordt geraamd op 10,1
miljoen ton, vergeleken met 11,1
miljoen ton in 1978/79.
Meer mais in Frankrijk
Tot 1 april werd in Frankrijk 30,7
miljoen ton granen afgeleverd, ver
geleken met 30,1 miljoen ton in de
overeenkomstige periode van het
voorgaand seizoen. Deze toeneming
is in de eerste plaats te danken aan de
gestegen aflevering van mais, die
toenam van 6,37 tot 7,25 miljoen ton.
De afleveringen van zachte tarwe
daalden van 15,79 tot 15,57 miljoen
ton, die van gerst stegen van 6,5 tot
6,6 miljoen ton.
Argentijns graan voor de Sovjets
De Sovjet-Unie wil met Argentinië
een middellang termijnkontrakt
aangaan voor de levering van be
langrijke hoeveelheden granen. Het
kontrakt heeft betrekking op mais,
dat reeds geruime tijd voor Argenti
nië aan de Sovjet-Unie werd gele
verd, maar ook over produkten als
sorghum en sojabonen, die tot nu toe
niet naar de Sovjet-Unie werden uit
gevoerd.
Voorts zullen de gebruikelijke hoe
veelheden tarwe aan de Sovjet-Unie
geleverd worden, zo is uit Buenos
Aires meegedeeld.
Tot nu toe zou Argentinië, volgens
handelskringen reeds 2 miljoen ton
mais, 2 miljoen ton tarwe, 500.000
ton sorghum en 500.000 ton sojabo
nen aan de Sovjet-Unie hebben ge
leverd.
AUSTRALISCHE TARWE-EX-
PORT NAAR REKORD
In de eerste negen maanden van het
lopende seizoen, dat is tot 1 april
werd uit Australië ongeveer 11,6
miljoen ton tarwe uitgevoerd of on
geveer 7 miljoen ton meer dan in de
overeenkomstige periode van het
voorgaand seizoen v
Handelskringen verwachten dat de
Australische tarweëxport dit jaar tot
15 a 15,5 miljoen ton zal stijgen.
China is de grootste afnemer, ge
volgd door de Sovjet-Unie en Egyp
te.
11