Landbouwschap bepleit geëigende
innovatie-aanpak voor
de landbouw
Bepaal de loonwerkkosten
hand van "Leidraad
Kostprijsberekeningen"
aan
Nieuwe bijdrageregeling samenwerkings
verbanden landbouwbedrijven
C.O.P.A. betreurt uitstel
prijsvaststelling
L
Beleidsinstrumenten niet voor landbouw toepasbaar
D e vice-voorzitter van het Landbouwschap de heer Ir. D. Luteijn
heeft op woensdag 16 april een krachtig pleidooi gehouden voor een
geëigende innovatie-aanpak ten behoeve van de land- en tuinbouw. Hij
deed dit tijdens een hoorzitting van de Vaste Kamerkommissie voor
Wetenschapsbeleid over de Innovatienota van de regering. De heer
Luteijn zei, dat het Landbouwschap teleurgesteld is over de Innovatie
nota, omdat de landbouw ter zijde geschoven lijkt te worden.
PW blijft bezorgd over
Italiaanse vleesimport
BO VAL komt met 2e editie
I
Voorwaarden
Omvangrijk expositieprogramma 7e
Vakbeurs Intensieve Veehouderij
uteijn heeft aangedrongen op
meer middelen voor landbouwkun
dig onderzoek en daarbij de sugges
tie gedaan extra middelen van over-
Het Produktschap voor Vee en Vlees
(PW) blijft de ontwikkelingen ten
aanzien van de Italiaanse vleesimport
met zorg volgen. Nadat op 9 april een
veterinair akkoord tussen Nederland
en Italië tot stand kwam is weliswaar
aan het eind van de vorige week ver
betering opgetreden in de onover
zichtelijke toestand aan de Italiaanse
grensovergangen maar de situatie
blijft onzeker verneemt het pw on
dermeer vanuit het bedrijfsleven.
Tevens wordt melding gemaakt van
strubbelingen van de zijde van de Ita
liaanse douane wegens een arbeids
geschil terwijl de grensveterinairen
hebben aangekondigd dinsdag en
woensdag a.s. het werk volledig stil te
leggen. Dit betekent, aldus het pw,
dat de Italiaanse grensbelemmerin-
gen, met name gericht op varkens
vlees, thans hun vierde week in gaan.
Het Nederlandse bedrijfsleven, dat
dagelijks ter waarde van 3 miljoen
aan produkten uit de varkenssektor
naar Italië exporteert, slaat deze
ontwikkeling met zorg gade. De to
tale export van vee en vlees vanuit
ons land naar Italië beloopt ruim een
miljard gulden per jaar. Het PW
deelt mee, vooralsnog geen aanlei
ding te zien om het op 27 maart door
het dagelijks bestuur van het pro
duktschap ingestelde krisisteam Ita
lië te ontbinden.
heid en bedrijfsleven kunnen de
besteding van de gelden gezamenlijk
vaststellen. Op deze wijze zouden
extra innovatie-stimulansen voor de
landbouw via bestaande kanalen ge
richt kunnen worden.
Volgens de heer Luteijn komt vol
strekt onvoldoende naar voren dat
de in de Innovatienota voorgestelde
beleidsinstrumenten, met name van
de landbouw helemaal niet toepas
baar zijn. Het gaat daarbij bijvoor
beeld om de WIR-toeslag loonsup-
plementie-regelingen voor research
binnen het bedrijf en ontwikkelings
krediet voor kleine en middelgrote
bedrijven. Door het specifieke ka
rakter van de landbouw (de relatief
kleinschalige produktiestruktuur) is
een geëigende innovatie-aanpak
noodzakelijk. Dit kan gebeuren in de
instituten, proefstations en proef-
boerderijen - overheid en bedrijfs
leven werken hierin samen - waarbij
via voorlichting de research-resulta-
ten doorstromen naar de praktijk.
Experimentele toepassing op de be
drijven dient nadrukkelijk financieel
ondersteund worden.
De innovatie-aktiviteiten voor de
landbouw moeten volgens het Land
bouwschap gericht worden op:
- kwaliteit van produktie en voor
gebrachte produkten
- vergroting van de toegevoegde
waarde (nieuwe toepassing van
agrarische grondstoffen buiten de
voedingssfeer)
- energiebesparing
- automatisering (mikro-elektroni-
ca)
- knelpunten ten aanzien van het
milieu
De heer Luteijn pleitte voor een bio
technologie, waarbij landbouwpro-
dukten en agrarische afvalproducten
tot grotere waarde wordt gebracht.
Het landbouwkundig onderzoek
moet bij deze ontwikkeling worden
betrokken, aldus de heer Luteijn.
Hij liet echter een waarschuwend ge
luid horen over nieuwe pogingen tot
voedselwinning uit olieprodukten,
omdat de afhankelijkheid van olie
dan nog groter zou worden.
Iet C.O.P.A.-presidium heeft op zijn
vergadering van 11 april j.l. z'n sterke
afkeuring uitgesproken over het feit
dat, als gevolg van het onvermogen
van de E.G.-Raad voor Landbouw om
op tijd besluiten te nemen, het markt
en prijsjaar 1979/1980 voor melk en
rundvlees met een maand is verlengd.
Dit heeft tot gevolg dat het inkomen
van een meerderheid van de boeren in
de E.G. aanzienlijk zal dalen. Daar
om verzoekt het C.O.P.A.-presidium
de E.G.-Raad voor Landbouw zo
spoedig mogelijk te besluiten de prij
zen voor het markt- en prijsjaar
1980/1981 met 7,9% te verhogen.
Ook heeft het Presidium besloten de
akties voort te zetten, opdat aan de
rechtvaardige eisen van alle boeren
in de E.G. recht zal worden gedaan.
Met dit doel voor ogen heeft het
Presidium de wens uitgesproken een
ontmoeting te hebben met de E.G.-
Raad voor Landbouw. Bovendien is
de voorzitter een mandaat verleend
de lid-sta ten van de E,G. te bezoeken
voor ontmoetingen met de ministers
van landbouw, samen met de voor
zitters van de leden-organisaties van
elk land.
Het Presidium betreurt het dat het
Europese Parlement niet de politieke
moed heeft gehad om de logische
konsequenties te trekken uit de door
het Parlement zelf gemaakte analyse
inzake de toestand van de landbouw
en d^ landbouwers in de E.G. (de
groter wordende achterstand van het
inkomen in de landbouw, sterke
kostenstijgingen, een gegarandeerde
voorziening van de konsument) en
dat het parlement het standpunt van
haar landbouwkommissie, namelijk
een gemiddelde prijsverhoging van
7,9%, niet heeft overgenomen.
Het C.O,P.A.-Presidium heeft er
evenwel met instemming van ken
nisgenomen dat het Europese Parle
ment de standpunten van
C.O.P.A./COGECA heeft overge
nomen inzake de superheffing, de
verlaging van de suikerquota en de
schorsing van de interventie voor
rundvlees tijdens bepaalde maan
den; deze standpunten werden tij
dens deze vergadering nog eens be
vestigd.
Eveneens is door het Presidium ge-
konstateerd dat het Europese Parle
ment zich heeft uitgesproken voor
een globaal E.G,-beleid voor oliën en
vetten, ten behoeve van de zuivel-
markt, zowel binnen als buiten de
E.G., voor een verbetering van de
premieregelingen in de rundvleessek-
tor, en voor een verbetering van het
referentieprijzenstelsel in de groen
ten- en fruitsektor.
Zi owel van de kant van de opdrachtgever als van de kant van de
loonwerker speelt de vraag wat het loonwerk mag kosten. Het tot stand
komen van loonwerktarieven is dan ook veelal een kwestie van overleg
tussen partijen. Alleen wanneer bedrijfsekonomische berekeningen aan
dit overleg ten grondslag liggen heeft men zekerheid dat de overeen
gekomen prijs voor te verrichten werk reëel is.
n de praktijk bestond er daarom
behoefte aan rekenmodellen die van
toepassing konden zijn op de grote
verscheidenheid van werkzaamheden
Het bestuur van het Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Land
bouw heeft een nieuwe Bijdrageregeling samenwerkingsverbanden
landbouwbedrijven vastgesteld, die vanaf 10 april 1980 de bestaande
regeling heeft vervangen.
Voor een bijdrage op grond van deze regeling kunnen uitsluitend nieuw
opgerichte samenwerkingsverbanden in aanmerking komen, die wor
den uitgeoefend in een van de volgende rechtsvormen:
- maatschap; - vennootschap onder firma; - kommanditaire vennoot
schap; - besloten vennootschap; - naamloze vennootschap of - koöpe-
ratieve vereniging.
moeten deze elk uit ten minste 3.000
punten bestaan.
De hoogte van de bijdrage is afhan
kelijk van de mate waarin wordt sa
mengewerkt en de omvang van het
samenwerkingsverband. De bijdrage
bedraagt ten minste 2691 rekeneen-
heden en ten hoogste 8072 reke-
neenheden (thans 9.000,— res-
pektievelijk 27.000,—
De regeling kent een bepaling die
cumulatie van de bijdrage tegengaat.
Bedrijven die voor deze bijdragere
geling in aanmerking willen komen,
moeten elk gedurende een aaneen
gesloten periode van 5 jaren als zo
danig bestaan.
Aanvragen kunnen worden inge
diend bij de Hoofdingenieur-direk-
teur voor de Bedrijfsontwikkeling in
de provincie waar de betrokken be
drijven zijn gevestigd.
Een samenwerkingsverband dient
betrekking te hebben op de exploi
tatie voor één rekening van:
- de gehele bedrijven van de op
richters;
- hetzij van één of meer produk
tietakken van die bedrijven;
- hetzij alle daartoe noodzakelijke
werktuigen, de gemeenschappe
lijke inzet van alle arbeid en het
op elkaar afstemmen van de pro-
duktieplannen van de gehele of
nagenoeg gehele bedrijven van
de oprichters of van één of meer
produktietakken van die bedrij
ven.
Een samenwerkingsverband dient
steeds een bedrijfsplan op te stellen,
dat de gemeenschappelijke inzet van
arbeid, het op elkaar afstemmen van
de produktieplannen en een mecha-
nisatieplan omvat.
Het mechanisatieplan dient onder
meer in te houden dat de werktuigen
die in het samenwerkingsverband
worden gebracht binnen drie jaren
gemeenschappelijk eigendom zijn en
dat de samenstelling en kapaciteit
daarvan op rationele wijze is afges
temd op de omvang van het samen
werkingsverband. Voorts dient een
samenwerkingsverband een ge
meenschappelijke administratie te
voeren.
De omvang van elk van de bedrijven
van de oprichters moet ten minste
6.000 punten zijn, waarbij wordt uit
gegaan van de puntenwaardering in
het Beëindigingsvergoedingsbesluit.
Gezamenlijk moeten de bedrijven
een omvang van 20.000 punten heb
ben in geval het de samenwerking
van gehele bedrijven van de oprich
ters betreft en van 25.000 punten in
de overige gevallen. Indien de sa
menwerking slechts betrekking heeft
op een of meer produktietakken
(29 oktober tot en met 1 november 1980)
Van woensdag 29 oktober tot en met
zaterdag 1 november 1980 wordt in de
op elkaar aansluitende Bernardhal en
Marijkehal van de Jaarbeurs te
Utrecht de 7e Vakbeurs Intensieve
Veehouderij gehouden.
In 1978 brak de Vakbeurs Intensieve
Veehouderij alle rekords met een to
taal van 15.000 m2 netto expositie
ruimte, verdeeld over 168 exposan
ten, terwijl het evenement ruim
31.000 vakgerichte bezoekers trok.
Voor de komende Vakbeurs Inten
sieve Veehouderij hebben reeds zeer
veel exposanten standruimte gere
serveerd, de verwachting is dan ook
dat de 7e Vakbeurs Intensieve Vee
houderij een omvang van 16.000 m2
zal bereiken.
Reeds in 1978 bleek de beurs een
internationale faam verworven te
hebben. Ook voor de aanstaande
beurs blijkt van over de grenzen weer
belangstelling te bestaan.
Expositieprogramma
Het expositieprogramma, dat zich
richt op al die produkten en diensten
die duidelijk betrekking hebben op
de pluimvee- en varkenshouderij en
kalvermesterij, zal op de Vakbeurs
Intensieve Veehouderij '80 wederom
een omvangrijk overzicht geven en
grote belangstelling ondervinden uit
alle kringen van de intensieve vee
houderij.
De openingstijden van de beurs zijn:
dagelijks van 10.00 tot 18.00 uur; za
terdag 1 november sluit de Vakbeurs
Intensieve Veehouderij haar poorten
echter om 16.00 uur.
zoals die door de loonbedrijven uit
gevoerd worden.
De BOVAL heeft hierin voorzien met
de uitgave van een "Leidraad Kost
prijsberekeningen". De eerste editie
verscheen twee jaar geleden. Inmid
dels is de tweede uitgave gereed,
waarin een veelheid aan ervaringen
uit de praktijk inmiddels zijn ver
werkt.
De uitgangspunten en de opstelling
van deze berekeningen zijn samen
gesteld in een werkgroep bestaande
uit medewerkers van BOVAL, FLEC
en de Landbouwvoorlichtingsdienst.
Aan de hand van dit uniforme bere
keningssysteem werden ruim hon
derd berekeningen uitgewerkt,
waaruit de in rekening te brengen
loonwerktarieven voor de meest
voorkomende werkzaamheden en
met machines van verschillende ka-
paciteitsklassen af te lezen zijn. In de
inleiding van de leidraad wordt vol
ledig uiteengezet hoe de kostprijsbe-
rekingen zijn opgebouwd. De leid
raad geeft ook voor grondverzet-
werkzaamheden een aantal tariefbe
rekeningen.
Uiteraard zijn er op de aldus bere
kende tarieven in praktijksituaties
afwijkingen mogelijk op grond van
bijzondere omstandigheden,
Aan de hand van de regionale ad
viestarieven die jaarlijks worden sa
mengesteld door de Tarievencom
missies van de Gewestelijke Raden
van het Landbouwschap is dat in
enkele gevallen ook vast te stellen.
Het is overigens zo, dat de uitgang
spunten en het uniforme bereke
ningssysteem die in de Leidraad
worden gebruikt ook door de Afde
ling Landbouwambachten van het
Landbouwschap aan de Tarieven-
commissies van de Gewestelijke Ra
den worden geadviseerd.
Het blijkt dat ook buiten de kring
van loonwerkbedrijven belangstel
ling bestaat voor deze "Leidraad
Kostprijsberekeningen". Om hier
aan tegemoet te komen is de gele
genheid opengesteld het boekje te
bestellen bij de BOVAL. Daartoe
kunt u 7,50 per boekje overmaken
op girorekening nr. 61 92 08 t.n.v.
Stichting Bovalpers te U trecht, onder
vermelding van "Leidraad Kost
prijsberekeningen".
5