Landbouwschap: innovatiebeleid moet meer inspelen op de landbouw Kasisolatie in glastuinbouw steeds urgenter Studie verrolbare tabletten bij de teelt van potplanten 11 Nu de aardgasprijs als gevolg van de recente prijsstijgingen van olie belangrijk zal worden verhoogd, zijn energiebesparende maatregelin- gen in de glastuinbouw zeer urgent. Een betere isolatie van kassen zou tot een aanzienlijk geringer warmteverlies kunnen leiden dan thans het geval is. Het nadeel hiervan is echter dat - afgezien van de extra kosten - de hoeveelheid daglicht in de kas vermindert, waardoor de opbreng sten zullen dalen. Kasisolatie d.m.v. energieschermen, gecoat glas, dubbelglas en dubbele kunststofbedekking levert een brandstofbesparing op van 20% resp. 25%, 30% en 40%. Bij het huidige gasprijsniveau van ca. 18 ct. per m3 zijn deze maatregelen bedrijfseko- nomisch niet verantwoord, omdat de opbrengstverliezen door beperking van de uitstraling groter zijn dan de besparingen op de brandstofkosten of het verschil ten gunste van de brandstofkosten is te gering om de kosten van de extra investering te dekken. Het installeren van een energie- scherm is bij de vroegste groentes- tookteelten en de zwaargestookte snijbloementeelten bedrijfsekono- misch pas aantrekkelijk, indien de gasprijs minstens 30 ct. per m3 be draagt. Om bedrijfsekonomisch quitte te spelen moet bij gebruik van gecoat glas, dubbelglas of dubbele kunststofplaten, de gasprijs minstens 40 ct. per m3 bedragen. Althans bij het huidige prijspeil en technische eigenschappen van deze materialen. Bij de groenteteelt geven de vroege en latere stookteelten (o.a. hetelucht) een nog ongunstiger beeld. In het al gemeen geldt dat deze investeringen bedrijfsekonomisch minder aantrek kelijk worden naarmate het gasver bruik per m2 lager is. Vooral de op brengstverliezen door de verminder de instraling beperken de toepas singsmogelijkheden van deze ener giebesparende technieken. Hoewel potplanten wat de groei be treft, in het algemeen minder sterk op de hoeveelheid daglicht reageren dan groentengewassen en snijbloe men, zijn ook bij de potplantteelt de vermelde brandstofbesparende tech nieken bij de huidige prijsverhou dingen niet rendabel. Een bedrijfsekonomisch verantwoor de toepassing van kasisolatie is slechts te verwachten indien de hui dige prijsverhoudingen veranderen. Technische verbeteringen zowel t.a.v. de brandstofbesparing, als van het verlies aan daglicht, kunnen deze ontwikkeling gunstig beïnvloeden. Deze publikatie kan uitsluitend wor den besteld door overschrijving van 11,40 op girorekening no. 41 22 35 t.n.v. het Landbouw-Ekonomisch In stituut te Den Haag. Vermeld dient te worden: "Zend publikatie no. 4.89". In verband met de betaling aan losse werknemers van de vrije dag 5 mei via de vakantiebonnen zijn de bonwaar den als volgt gewijzigd: Bij de teelt van potplanten werd tot voor kort uitsluitend gebruik ge maakt van niet-verplaatsbare tablet ten waarop de planten worden neer gezet. Als gevolg daarvan is de be- teelbare oppervlakte van de kas in het algemeen niet hoger dan 60 65% van de totale kasoppervlakte. Gedurende de laatste jaren evenwel zijn verrolbare tabletten - die over een beperkte afstand verplaatsbaar zijn - in gebruik genomen. Hierdoor kan de nuttig beteelde kasopper vlakte met 20-25% toenemen. De opbouw van een verrolbaar tablet komt in grote trekken overeen met die van een vast tablet. Wat de arbeidskosten per plant be treft, deze behoeven bij de teelt op verrolbare tabletten niet hoger te zijn dan bij de teelt op de traditionele, vaste tabletten. De investeringen in verrolbare ta bletten zijn - afhankelijk van het kastype en de afmetingen van de kassen 13,— tot 16,50 per m2 kas hoger dan die in vaste tabletten. De hogere kosten van deze investe- In de Innovatienota van de regering wordt onvoldoende rekening ge houden met de land- en tuinbouw. Gezien het belang van deze sektor voor de werkgelegenheid, de inkomensvorming, de export en de inter nationale samenwerking is een versterking van de innovatie-aktivitei- ten in de land- en tuinbouw van grote betekenis. De Innovatienota noemt de landbouw wel als voorbeeld van een goede innovatieaanpak maar houdt erbij de voorgestelde maatregelen geen rekening mee. Dit schrijft het Landbouwschap aan de Vaste Commissie voor Weten schapsbeleid van de Tweede Kamer. Een versterkt innovatiebeleid voor de land- en tuinbouw zal volgens het Landbouwschap moeten inhouden, stimulering van centraal onderzoek ten behoeve van agrarische bedrij ven, voorlichting naar de bedrijven toe over nieuwe ontwikkelingen en stimulering van experimenten op de bedrijven". Een en ander zal aan moeten sluiten bij het landbouwbe leid. Een versterking van het inno vatiebeleid dient tot uitdrukking te komen in de volgende Landbouw begroting en in het meerjarenpro gramma voor het landbouwkundig onderzoek 1982-1986. Het Landbouwschap wijst de Vaste Kamercommissie erop, dat de voor gestelde innovatietoeslag in het kader van-de WIR weinig effekt sor teert voor de landbouw. Ook een in novatietoeslag, gericht 'op de loon component voor het onderzoek- en ontwikkelingswerk binnen de be drijven, biedt nauwelijks stimulan sen voor de kleinere bedrijven die in de land- en tuinbouw overheersen. In dit verband wijst het Landbouw schap op het SER-advies over de in novatietoeslag-WIR, waarin wordt gepleit voor extra stimulansen voor innovatie in de agrarische sektor. Wat betreft de aard van de innova- tie-aktiviteiten in de land- en tuin bouw ziet het Landbouwschap goede mogelijkheden voor innovatie op de volgende terreinen: energiebesparing introduktie en begeleiding mikro- elektronika in de land- en tuin bouw die afgestemd is op de rela tief kleinschalige bedrijven in de ze sektor kostenverlaging en kwaliteitsver betering van de produktie ten einde nieuwe markten aan te bo ren vergroting van de toegevoegde waarde door nieuwe ver- en be werkingsmogelijkheden van agra rische produkten ook buiten de voeding oplossing van knelpunten, samen hangend met de kwetsbare positie van de sektor uit het oogpunt van milieubescherming. Voorts dient het innovatiewerk ge richt te zijn op die terreinen, waar de hoog ontwikkelde Nederlandse land en tuinbouw tegen technische gren zen aanloopt. Dat geldt bijvoorbeeld voor het plantaardige veredelings- werk. Verder wordt de belangrijke rol genoemd die het totale onder- zoekapparaat voor de landbouw kan spelen op het terrein van de ontwik kelingssamenwerking en de wereld voedselvoorziening Vakantiebonwaarden voor de Tuinbouw, ingaande 1 maart 1980. Aan losse werknemers per week te verstrekken vakantiebonwaarden. Leeftijd Ongeschoolden Geoefenden Vakarbeiders 17 jaar 60,— 1 63,10 66,40 18 jaar 70,90 74,60 78,50 18 jaar 64,60 68,— 71,50 19 jaar ii 74,50 78,40 ii 82,50 20 jaar 83,40 87,80 ii 92,40 21 jaar ii 92,40 97,30 102,30 22 t/m 59 jaar 99,30 104,60 110, 60 jaar 101,70 107,10 112,70 61 jaar 104,10 ii 109,60 115,40 62 jaar 106,50 112,20 118,— 63 jaar 109,— 114,80 ii 120,80 64 jaar 111,40 117,30 - 123,50 65 jaar en ouder 99,30 104,60 110,— voorman 2-6 voorman meer dan S| pecialist werknemers 6 werknemers minimaal 22 t/m 59 jaar 116,— 122,20 122,20 60 jaar 118,80 125,10 125,10 61 j aar 121,60 128,10 128,10 62 jaar 124,40 131 131, 63 jaar 127,30 ii 134,10 134,10 64 jaar 130,10 137,10 137,10 65 jaar en ouder 116,— 122,20 122,20 Voor hen die per 1-3-1980 de 18 jarige leeftijd nog niet hebben bereikt. NORMALE TIJDLONEN EN VAKANTIEBONWAARDEN: vanaf 1 maart 1980. cultuurtechn. specialisten cultuurtechn. werknemers ongeschoolde werknemers ringen worden evenwel ruimschoots gekompenseerd door hogere op brengsten. In geval van nieuwbouw is de keuze van verrolbare tabletten dan ook vrijwel altijd ekonomisch verantwoord. Of dit ook het geval is bij vervanging van vaste tabletten door verrolbare tabletten hangt af van de ouderdom van de kas. In een kas, die nog geruime tijd kan mee gaan, is vervanging van vaste tablet ten door verrolbare eerder verant woord dan in een oude kas, die bin nen enkele jaren aan vervanging toe is. Het onderzoek waaruit bovenstaan de gegevens zijn ontleend, is een ge meenschappelijke studie geweest van het Instituut voor Mechanisaties, Arbeid en Gebouwen (IMAG) te Wageningen en het Landbouw-Eko nomisch Instituut (LEI) te Den Haag. (Deze publikatie kan uitsluitend worden besteld door overschrijving van 11,40 op postrekening no. 41.22.35 van het Landbouw-Ekono misch Instituut te Den Haag. Vermeld dient te worden: "Zend Publikatie no. 4.91".) vak.bon vak.bon vak.bon leeftijd: tijdl waarde tijdl waarde tijdl waarde 22 t/m 59 jaar 11,59 f 119,10 11,07 113,80 10,87 113,80 60 jaar en ouder - 11,59 - 127,50 - 11,07 - 121,80 - 10,87 - 121,80 21 jaar - - - 10,30 - 105,90 - 10,1 1 - 105,90 20 jaar - - - 9,74 - 100,10 - 9,57 - 100,10 19 jaar - - - 8,75 - 90,00 - 8,59 - 90,00 18 jaar - - - 7,86 - 80,80 - 7,72 - 80,80 17 jaar - - - 6,75 - 72,60 - 6,63 72,60 Normaal tijdloon (art. 19 lid 2) De toeslag voor het werken als draineerder danwel specialist bedraagt f 0,55 Reistijdvergoeding (art. 23 lid I) De vergoeding voor reistijd buiten werktijd bedraagt 5,80 per dag. Akkoorddervings toes lag (art. 31 lid I.) De akkoorddervingstoeslag is 1,83 per uur. Waarde vakantiebon (art. 38 lid 3.) De verhoging van de vakantiebonwaarde per dag met een toeslag indien over die dag een functietoeslag wordt betaald als bedoeld in artikel 19 lid 2, bedraagt 1,06 voor werknemers van 22 t/m 59 jaar. Voor werknemers van 60 jaar en ouder is deze toeslag IIA per dag. Vakantiebonwaarden voor de Pluimveehouderij, ingaande 1 maart 1980. (verhoging bonwaarden in verband met de betaling van 5 mei 1980) Aan losse werknemers per week te verstrekken vakantiebonwaarden. Leeftijd Voorman Vakarbeider Ongeschoolde 17 jaar f 59,60 57, 18 jaar 70,40 67, >30 18 jaar 65,70 62, ,80 19 jaar 75,80 72, ,40 20 jaar 84,90 81 ,10 21 jaar 98,80 93,90 89, ,80 22 t/m 59 jaar n 106,20 101,— 96, ,60 60 jaar 108,80 103,50 98, ,90 61 jaar 111,40 105,90 101, ,20 62 jaar 113,90 108,30 103, ,60 63 jaar 116,60 110,90 105, ,90 64 jaar 119,20 113,30 108, ,30 65 jaar en ouder 106,20 101,— 96, ,60 Voor hen die op 1 maart 1980nog geen 18 jaar waren. Vakantiebonwaarden voor de Akker- en Weidebouw en de Veehouderii. ingaande I maart 1980. Aan de losse werknemers per week te verstrekken vakantiebonwaarden. Leeftijd Vakarbeider A Vakarbeider Ongeschoolde 17 jaar 62,70 59,60 57,— 18 jaar 74,10 70,40 ii 67,30 18 jaar 69,10 65,70 62,80 19 jaar n 79,70 75,80 ii 72,40 20 jaar 89,30 84,90 81,10 21 jaar ii 98,80 93,90 89,80 22 t/m 59 jaar 106,20 101, 96,60 60 jaar ii 108,80 103,50 98,90 61 j aar ii 111,40 105,90 101,20 62 jaar ii 113,90 108,30 103,60 63 jaar 116,60 110,90 105,90 64 jaar 119,20 113,30 108,30 65 jaar en ouder 106,20 101 96,60 Voor hen die op 1 maart 1980 nog geen 18 jaar waren. Vakantiebonwaarden voor Landbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen per 1 maart 1980. Aan losse werknemers per wéék te verstrekken vakantiebonwaarden. Leeftijd Vaktechnisch Vakbekwaam Overige 22 t/m 59 jaar 108,80 103,50 98,90 21 jaar 101,20 96,20 91,90 20 jaar 91,40 87,— 83,- 19 jaar 81,60 77,60 74,10 18 jaar 70,70 67,30 64,30 17 jaar 64,20 61,— 58,30 16 jaar 51,90 65 jaar en ouder 108,80 103,50 98,90 64 jaar 121,80 115,90 110,70 63 jaar 119,20 ii 113,30 108,30 62 jaar 116,60 110,90 105,90 61 jaar 113,90 ii 108,30 103,60 60 jaar 111,40 ii 105,90 101,20

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 5