Aardappelen Kursus "Landbouw en geschiedenis" KNLC kommentaar A, D, D e staatssekretaris geeft vervol gens toe dat in het verleden reeds een zware wissel op het tarief van de in H, EG-verordening I Volkshogeschool Bergen organiseert: D e Volkshogeschool Bergen organiseert een kursus over geschiede nis van landbouw en platteland. Deze is bedoeld voor diegenen die hun kennis en inzicht hieromtrent willen verbreden en verdiepen. Dit gebeurt vanuit het idee dat voor een goed begrip van aktuele landbouwvraagstukken historische kennis daarvan noodzakelijk is. We richten ons hierbij m.n. op de sociaal-ekonomische en ideologische ontwikkelingen op het Nederlandse platteland in de laatste twee eeu wen. We trachten ons een beeld te vormen van het hoe en waarom van veranderingen. Bijeenkomst Kommissie Ekonomische Samenwerking Nederland - Bangladesh D T erughoudendheid oor de Nederlandse akkerbouwer zijn de aardappelen verreweg het be langrijkste gewas. Niet alleen naar oppervlakte gemeten, maar vooral ook in relatie tot de geldelijke omzet. Globaal kan gesteld worden dat in de konsumptieteeltgebieden de inko mens der akkerbouwers voor gemid deld zo'n 40% van de aardappel af hankelijk zijn; voor de Veenkoloniale akkerbouwer zelfs circa 65%. In de specifieke teeltgebieden voor poot- aardappelen ligt het niet veel anders. Zeker wanneer de prijsverhogingen voor gegarandeerde produkten als granen en suikerbieten doorlopend onvoldoende zijn, vormt ook de aard appel in het bouwplan de kurk waarop het bedrijf drijft. Zozeer zelfs dat sommigen daaraan weieens de me ning ontlenen dat al die prijsverho gingen voor graan en suikerbieten maar rommelen in de marge is. Voor het inkomen is immers het resultaat van de aardappel toch doorslagge vend, redeneert men dan. smalle basis dreigt terecht te komen. Met een beperkt aantal vragers op een kleiner wordende vrije markt, moeten we hier duidelijk de vinger aan de pols houden. k heb al meer betoogd dat dit mijns inziens een onjuiste en ook gevaar lijke redenering is. Het is juist ook voor de rentabiliteit van de aardap pelteelt van groot belang dat er voor de akkerbouwer voldoende rendabele alternatieven als graan en suikerbie ten blijven. Voorkomen moet worden dat, zeker op Europees niveau gezien, er een omschakeling naar meer aard appelteelt plaats vindt. Met een be trekkelijk stabiele konsumptie kun nen we zeker geen areaalsuitbreiding hebben, temeer daar de hektare-op- brengsten nog beperkt blijven stijgen. De tegenvallende prijsontwikkeling van de konsumptie- en pootgoedaar- dappelen is wat dat betreft een teken aan de wand. Overigens vraag ik me steeds vaker af of de prijszetting niet op een veel te J enige jaren wordt in Brussel voorzichtig gewerkt aan een aardap pelregeling. Met name vanuit ons land hebben we daar altijd huiverig tegenover gestaan. Enerzijds moeten er natuurlijk wel afspraken komen om vrije handel in de EG te garande ren en om marktverstorende konkur- rentie uit derde landen het hoofd te kunnen bieden. Aan de andere kant willen we absoluut geen interventie systeem met bijbehorende Brusselse prijsvaststelling, omdat dan produk- tiestimulering, marktverstoring en doorlopend te lage prijzen ongetwij feld ons deel worden. Op dit moment is de stand van zaken zo dat er eigenlijk nog geen zicht is op een marktordening voor aardappelen op zeer korte termijn. De indruk bes taat dat de Kommissie werkt aan een zogenaamde lichte regeling, waarin dan een viertal hoofdpunten geregeld zou moeten worden, t.w. vrij verkeer in de EG; vaststellen van uniforme kwaliteitsnormen; bescherming tegen importen uit derde landen en de mogelijkheid om op regionale basis in bepaalde marktsituaties in te grijpen. Dit laatste zal natuurlijk het hete hangijzer zijn. Daar praten we ook in COPA over. Voor ons moet dit zoda nig worden geformuleerd dat er wer kelijk geen sprake kan zijn van een interventie-systeem met het op grote schaal uit de markt nemen van aard appelen. A. an de andere kant heeft enige re gionale bewegingsruimte, zolang daarmee de vrije handel in de EG maar niet geschaad wordt, ook posi tieve kanten. Wij zouden bijvoor beeld onze Stopa daarmee kunnen handhaven. Juist dit jaar blijkt weer eens hoe nuttig dit instrument voor de pootaardappelteler kan zijn, nu we met een enorm overschot aan poot- aardappelen zitten. Kortom, de dis- kussie ligt in Brussel nog volledig open en wij zullen blijven streven naar vooral een vrije EG-markt, die beschermd wordt tegen oneerlijke konkurrentie van buiten de EG, maar zonder een keurslijf van interventie en stringente marktregulering. eel intenser is de diskussie in EG-verband over de fabrieksaardap pelverordening. Daar moeten we ons met alle kracht blijven inzetten voor versterking van de produktierestitu- tie en de evenwichtspremies, zodat de uitbetalingskapaciteit van de verwer kende industrie wordt versterkt. Dit geldt zeker ook voor een verwerkende industrie als Avebe die toch al met genoeg problemen te kampen heeft en moet proberen om met toenemen de milieukosten, hogere rentestanden en een slechte markt voor de eind- produkten het hoofd boven water te houden. Wij hebben ons vorige week als dagelijks bestuur van het Land bouwschap uitvoerig over de situatie laten informeren; zeker nu er van de telers zo'n zwaar offer in de vorm van de 5%-inhouding wordt gevraagd. IC ern van de problematiek is in feite dat sedert de opstelling van het ba sisplan enige jaren geleden, zoveel belangrijke bepalende faktoren zijn veranderd; allemaal in ongunstige zin. Ik ben van mening dat daarom aan de vraag of het basisplan enige bijstelling behoeft, niet te ontkomen valt. Vooral ook als men in de ko mende jaren voor de teler toch een redelijke, netto, uitbetalingsprijs wil kunnen waarmaken. Wij zullen niet schromen om bij het nadenken over de toekomst van de fabrieksaardap pelteelt, dit te doen vanuit het be wustzijn dat de fabrieksaardappel de kurk is waarop de landbouw in noord-oost-Nederland drijft. Luteijn. O, pgemerkt kan worden, dat het met de kennis van het verleden maar matig is gesteld. De problemen van het heden zijn zo indringend en komplex, dat studie van de geschie denis erbij inschiet. Ook in de we tenschap wordt de geschiedenis van de landbouw en het platteland maar beperkt, fragmentarisch onderzocht en onderwezen. In wat we de amateuristische beoe fening van de landbouwgeschiedenis zouden willen noemen zien we het verschijnsel, dat veel plaatselijke en kennis van deelaspekten verzameld wordt, maar dat weinig overzicht, weinig verklaring gegeven wordt. Deze leemte-inzicht in het verleden om de aktualiteit te kunnen verstaan wil deze kursus landbouwgeschiede nis opvullen. Deze kursus richt zich op die men sen, die daar beroepshalve of uit in teresse belangstelling voor hebben. Dus diegenen, die hun kennis en in zicht in de geschiedenis van de land bouw en het platteland willen ver breden en verdiepen, omdat ze dat kunnen gebruiken, en b.v. daar an ders niet aan toekomen. Het programma vermeldt o.m.: oude filmopnamen, een lezing over so ciaal-ekonomische en ideologische ontwikkelingen op het platteland, vanaf ongeveer 1800 tot nu; Praten in kleine groepjes over Hoe zag een dorp er precies uit rond de eeuwwisseling? In welke opzichten verschilt dat beeld t.o.v. dat van een gemid deld dorp zoals wij dat nu ken nen? Door welke ontwikkelingen ên op welk niveau werden deze veran deringen tot stand gebracht? Voorts een lezing over veranderin gen in machtsstrukturen op lokaal niveau; Het opzetten van enkele historisch bedrijfsekonomische modellen en een lezing over politieke en ekono mische interpretatie van de opkomst van het gezinsbedrijf zal de een na laatste dag plaatsvinden terwijl de week besloten wordt met een forum- diskussie: "Wat doen we met land- bouwgeschiedenis?" Een ieder die belangstelling heeft voor deze kursus, kan zich hieryoor laten inschrijven. Men dient dan kontakt op te nemen met: Volksho geschool Bergen, postbus 94, Bergen In de periode van 6 tot en met 12 mei a.s., zal te 's-Gravenhage de eerste bijeenkomst plaatsvinden van de Ge mengde Kommissie inzake Ekonomi sche en Technische Samenwerking. Deze Gemengde Kommissie is in 1979 bij briefwisseling tussen Neder land en Bangladesh ingesteld. Teneinde bij de onderhandelingen tussen de ambtelijke delegaties zo veel mogelijk de belangen van het Nederlandse agrarische bedrijfs leven te behartigen zijn wij er zeer in geïnteresseerd van U te vernemen welke ekonomische betrekkingen U met Bangladesh onderhoudt of U daarbij bepaalde problemen onder vindt, en of U voor de toekomst nieuwe aktiviteiten denkt te gaan ondernemen. Verwacht wordt, dat de delegatie uit Bangladesh bij de besprekingen de nadruk zal leggen op het Aantrekken van investeringen. Bij voldoende gebleken belangstel ling zal een bijeenkomst worden georganiseerd, waarin de Bangla- e vaste Kommissie van Financiën van de Tweede Kamer der Sta- ten-Generaal heeft in haar overleg met de staatssekretaris van Finan ciën inzake fraude, fraudepreventie en reparatiewetgeving, vragen ges teld over "de hoogte van de belasting" in samenhang met het fraude- verschijnsel. Voorts verzocht de Kommissie een overzicht te publiceren van de ontwikkeling van gemiddelde en marginale druk van de inkom-: stenbelasting èn van inkomstenbelasting premieheffing voor diverse inkomensgroepen in de laatste 10 jaar. "e staatssekretaris is van mening dat het verschijnsel van de fiskale fraude wordt beïnvloed door een veelheid van faktoren. Zonder nader en diepgaand onderzoek is niet met zekerheid een faktor aan te wijzen, die meer dan de andere van invloed is. Thans worden reeds 4 onderzoe ken verricht naar de faktoren die het frauderen beïnvloeden. De bewinds man geeft voorts aan dat voorlich ting en informatie zou kunnen leiden tot een verbetering van de situatie en verwijst hiervoor naar de door zijn voorganger geïnstalleerde Perma nente Voorlichtings-kommissie Be lastingen. Ook is hij van oordeel dat de hoogte van de tarieven van in vloed zijn op de fraude. Dat betekent evenwel niet dat hij verwacht dat het verlagen van de tarieven zal leiden tot een belangrijke vermindering van de fraude, omdat hier een moeilijk te beïnvloeden en nog moeilijker te ke ren proces gaande is dat veroorzaakt wordt door verschillende faktoren. komstenbelasting is getrokken. Toch mag daaraan niet de konklusie wor den verbonden dat geen enkele ruimte meer aanwezig zou zijn voor verhogingen, hoewel hij van mening is dat deze ruimte uiterst beperkt is en dat een grote terughoudendheid geboden zal zijn. Te verwachten is dat een verdere verscherping van de progressie van de tariefsopbouw van de inkomstenbelasting de neiging om belasting te ontgaan of te ont duiken zal versterken; bovendien zal de neiging tot emigratie toenemen, waardoor het gevaar bestaat dat ta riefsverhogingen zullen leiden tot steeds minder meeropbrengst. et gevraagde overzicht van ge middelde en marginale belasting druk in procenten van het inkomen ziet er als volgt uit, waarbij ter ver gelijking voorgaande jaren zijn her rekend via een prijsindex tot een waardevast inkomen 1978. Onder gemiddelde belastingdruk wordt verstaan de belasting die over het totale inkomen verschuldigd is, ter wijl met marginale belastingdruk wordt bedoeld de belasting die ver schuldigd is over de laatste 500,— inkomensstijging. Overzicht van de ontwikkeling van de gemiddelde en marginale belasting- en premiedruk voor gehuwde werknemers zonder kinderen bij verschillende in komensniveaus. N.H. Inlichtingen over de kursus kunnen worden verstrekt door dhr. F. Vader, tel. 02208-4541 of 02206-4102 (privé), of door dhr. B. Immerzeel, tel. 020-274183. Het programma en het inschrijfformulier worden dan toege zonden. De kursusprijs bedraagt 210,—verblijf en maaltijden inbe grepen. 1969 1972 1975 1978 Bruto inkomen in 1978 van 20.000.- Gemiddelde belastingdruk Gemiddelde premiedruk 8.1 16.6 8.7 18.7 7.5 20.8 7.3 20.0 Totale gemiddelde druk 24.7 27.4 28.3 27.3 Marginale belastingdruk Marginale premiedruk 17.8 16.6 19.0 18.7 21 .2 20.8 22.0 22.4 Totale marginale druk 34.5 37.7 42.0 44.4 Bruto inkomen in 1978 van 30.000.- Gemiddelde belastingdruk Gemiddelde premiedruk 11.6 15.5 12.9 18.0 12.6 20.7 12.7 20.8 Totale gemiddelde druk 27.1 30.9 33.3 33.5 Marginale belastingdruk Marginale premiedruk 22.6 13.0 23.4 14.1 26.0 16.2 27.6 22.4 Totale marginale druk 35.6 37.5 42.4 50.0 Bruto-inkomen in 1978 van 60.000.- Gemiddelde belastingdruk Gemiddelde premiedruk 23.3 9.0 24.1 10.8 24.0 14.1 23.5 16.0 Totale gemiddelde druk 32.3 34.9 38.1 39.5 Marginale belastingdruk Marginale premiedruk 45.2 O 48.0 0 49.0 0 50.0 0 Totale marginale druk 45.2 48.0 49.0 50.0 Bruto-inkomen in 1978 van 120.000.- Gemiddelde belastingdruk Gemiddelde premiedruk 38.7 4.5 40.7 5.4 42.3 7.1 42.5 8.0 Totale gemiddelde druk 43.2 46.1 49.4 50.5 Marginale belastingdruk Marginale premiedruk 60.6 0 63.8 0 66.0- 0 67.0 0 Totale marginale druk 60.6 63.8 66.0 67.0 In bovenstaand overzicht komt goed tot uitdrukking het verschil tussen ge middelde en marginale belastingdruk. Dat de marginale premiedruk bij de inkomens van 60.000,— tot/ 120.000,— op nihil staat, wordt veroorzaakt door het feit dat deze inkomens boven het maximum premie-inkomen zijn gelegen. Veerbeek desh-delegatie een toelichting zal geven op mogelijkheden en facilitei ten m.b.t. buitenlandse investerin gen. Uw reakties, waaronder ook Uw even tuele belangstelling voor een bijeenkomst over investeringsmogelijkheden, gelieve U vó^r 26 april te richten aan: Nfinisterie van Landbouw en Visserij, t.a.v. drs. L.J. Brandei, Bezuidenhoutseweg 73,2594 AC 's-Gravenhage. Voor telefonische inlichtingen: L.J. Brandei 070 - 792489.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 25