Duitse en Nederlandse boeren willen eerlijke konkurrentie! Reaktie van Duitse kollega's G, V olgens recente persberichten heeft de Bond van Duitse pluimvee slachterijen protest aangetekend tegen de door de Nederlandse Mi nister van Landbouw verleende bij drage in de keuringskosten. Deze bijdragen zijn door de Minister van Landbouw en het bedrijfsleven overeengekomen in het kader van maatregelen ter herstrukturering van de betrokken keuringsdiensten, met het doel om op het gebied van de kwaliteitsverbetering snel tot een grotere efficiency te komen. Daarbij dient te worden bedacht, schrijft de heer Floris, dat het bepalingen be treft waaraan in het kader van de volksgezondheid dient te worden voldaan, en waarvoor in een aantal E.G.-lidstaten dan ook niet het be drijfsleven verantwoordelijk is, doch de Ministeries van Landbouw, dan wel van Volksgezondheid. Er zij hier nogmaals op gewezen dat niet de to tale keuringskosten door het Minis terie worden gedragen, doch dat slechts een gedeeltelijke bijdrage wordt verleend. T Duitse en Nederlandse boeren bekritiseren elkaar D e laatste tijd hebben zich tussen een aantal E.G.-lidstaten in toe nemende mate meningsverschillen op het gebied van de landbouw voorgedaan, in hoofdzaak betreffende de toepassing van nationale re gelingen in het kader van het E.G.-landbouwbeleid. Vaak zijn deze meningverschillen te herleiden tot de opvattingen die worden gehuldigd t.a.v. de konkurrentieverhoudingen en werkt een en ander uit in een belemmering van het vrije handelsverkeer in de betrokken produk- ten. Onlangs heeft zich op landbouwgebied ook een aantal problemen voorgedaan tussen Duitsland en Nederland", zo begint de sekretaris van de 3 C.L.O.'s de heer C. Floris een artikel in het maandblad voor de Duitse boeren "Deutsche Bauernkorrespondenz". D, D, D, Ontstemming over Amerikaanse graanpolitiek Uit onderling kontakt over problemen blijkt: Aardappelen Pluimveehouderij W.I.R. V erder kunnen worden genoemd de bezwaren die met name door de Duitse pluimveehouderij worden aangewend tegen de toepassing van de W.I.R. op het gebied van de leg- pluimveehouderij. Trichinen Voordelen Glastuinbouw e heer Floris geeft vervolgens een overzicht van de opvattingen van de Nederlandse landbouworganisaties inzake deze problemen. "Mogelijk kan op deze wijze, zo schrijft hij, worden bijgedragen tot een beter we derzijds begrip tussen de Duitse en Nederlandse land- en tuinbouw". enoemd kan worden een publi- katie van de Deutscher Bauernver- band waarin, in het kader van maa tregelen die worden gevraagd ter stabilisering van het aardappela reaal, erop wordt gewezen dat in Duitsland het aardappelareaal sedert 1971 met ongeveer 35% is gedaald, terwijl in dezelfde periode het areaal in Nederland met ongeveer 5% is toegenomen. Volgens sekretaris Flo ris is een dergelijke direkte vergelij king van de ontwikkeling van de to tale aardappelverbouw nauwelijks mogelijk. Volgens hem is de daling van het aardappelareaal in Duits land de laatste jaren te wijten aan de moderne veevoedingsmethoden, waarbij een verschuiving van voede raardappelen door andere voeder middelen, zoals maïs en gras, heeft plaatsgevonden. Een dergelijke ont wikkeling heeft zich in Nederland, waar met uitzondering van een korte periode direkt na de tweede wereld oorlog praktisch geen voederaar dappelen zijn verbouwd, niet voor gedaan. Daarom is in dit verband de toename van het Nederlandse aard appelareaal, sedert 1971 met onge veer 5% niet noemenswaardig, zeker niet wanneer wordt bedacht dat in dezelfde periode het graanareaal met 30% is afgenomen. Bedoelde wet betekent een wijziging van de sedert de vijftiger jaren in Ne derland toegepaste belastingmaatre gelen, zoals investeringsaftrek en vervroegde afschrijving. In die zin is het ook niets nieuws. De wet is van kracht voor de gehele Nederlandse ekonomie en is derhalve niet strijdig met het E.G.-Verdrag. De afwikkeling van de premies vindt plaats door de fiscus, aangezien de toepassing van de wet, evenals die van de voorheen geldende maatregelen, behoort tot het Nederlandse belas tingstelsel. De heer Floris: "Wanneer een dergelijke regeling wordt aange vochten dienen de overige E.G.-lid staten er ernstig rekening mee te houden dat er binnen de E.G. een ge lijkschakeling van alle algemene re gelingen tot stand dient te komen zoals de - in Nederland totaal onbe kende - afzonderlijke behandeling van de landbouw op fiscaal terrein. Eerst dan kan binnen de E.G. sprake zijn van werkelijk gelijke konkurren tieverhoudingen". In het kader van de W.I.R. worden in hoofdzaak de volgende zogenaamde basispremies verleend: bedrijfsleven: nieuwbouw 23% bestaande gebouwen 15% vaste installaties in de open lucht 13% overige bedrijfsmiddelen 7% Verder is er een toeslag van ten hoogste 6% voor bepaalde kleine in vesteringen die naast genoemde pre mies wordt verleend. De bezwaren van de Duitse pluim veehouderij richten zich met name op de toepassing van de basispremies in de pluimveehouderij en in hoofdzaak op de premies voor overige bedrijfs middelen ad 7%, zoals voor leghen nen. r. K.M. Lotz van het Deutscher Bauernverband reageerde enige maanden later met een artikel waarin met name wordt ingegaan op de pluimvee- en eierenkwestie en op de aardgasprijzen in de Nederlandse tuinbouw. Dr. Lotz spreekt o.m. zijn grote bezorgdheid uit over de ont wikkeling van de pluimvee- en eier markt. De onrust onder de Duitse pluimvee- en eierproducenten heeft een aanzienlijke omvang aangeno men. Wie in de typische veredelings- gebieden van ons land reist, zal heel vlug tot deze konklusie komen. Waarvoor die onrust? Bij een zelf- verzorgingsgraad van 100% voor pluimvee en eieren in de Europese Gemeenschap wordt de strijd om de markten natuurlijk harder. Is het in een dergelijke situatie dan niet be grijpelijk dat de Duitse producenten het gedrag van hun voornaamste konkurrent op de Duitse markt, na melijk de Nederlandse producent, bijzonder kritisch onder de loep ne men, vraagt hij zich af. Dr. Lotz schrijft verder, "Wanneer binnen een periode van 4 jaren een land (Nederland) dat reeds 50% van alle geïmporteerde eieren levert, zijn export op onze markten bijna ver dubbelt, wordt dit door de Duitse producenten niet zonder meer aan vaard. De Nederlandse kollega's zijn ook geen tovenaars. Daarom hebben wij de nationale Nederlandse maa tregelen bekeken en zijn wij daarbij op de W.I.R.-wetgeving gestoten". Volgens de Duitse boeren behoort de W.I.R.-wetgeving en behoren ook de preferenties voor de Nederlandse landbouw in de energiesektor tot nieuw ingevoerde verschuivingen van de konkurrentieverhoudingen: "De W.I.R.-wetgeving van 1978 maakt bij de bouw van stallen ook voor de pluimveehouderij een nationale sub sidiëring mogelijk, ofschoon deze in het kader van de E.G.-richtlijnen is uitgesloten. De Duitse pluimveehou ders waren echter bijzonder geërgerd over het feit dat juist in het krisisjaar 1978 de Nederlandse wetgever voor leghennen en moederdieren investe ringsmaatregelen invoerde die vijf maal hoger waren dan voor de overige bedrijfsmiddelen het geval was. Naar onze mening, aldus het Deutscher Bauernverband, zijn hiermee de re gels van eerlijke konkurrentie over schreden". e heer Lotz gaat uiteraard ook in op de aardgasprijzen die voor onze tuinbouw gelden. De Nederlandse tuinders, zo schrijft hij, genieten bij de aardgastoelevering vergeleken met het overige Nederlandse be drijfsleven, sinds jaren niet mis te verstane voordelen. Zo betalen de Hollandse tuinbouwbedrijven thans bij een jaarafname van meer dan 30.000 m3 een speciaal tarief van slechts 17,4 ct/m3, terwijl industriële bedrijven reeds meer dan 170.000 m3 per jaar moeten afnemen, tegen be taling van 26 ct/m3. Een verdere be rekening leert dat men daarbij ge- In november 1979 heeft de heer C. Floris, sekretaris Buiten land van het Landbouwschap en van de 3 Centrale Landbouw Organisaties, op verzoek van de Deutscher Bauernverband een artikel geschreven over een aantal onderdelen van het Neder landse landbouwbeleid waarop van Duitse zijde kritiek wordt uitgeoefend. Een bewerkte vertaling van dit artikel dat onder de kop "Konkurrentie in de E. G. en hoe een Nederlander daarover oordeelt" is gepubliceerd in de Deutsche Bauernkorrespon denz, het maandblad van de Deutscher Bauernverband, van december 1979, is hierbij opgenomen. Indertijd was afgespro ken dat van Duitse zijde een artikel zou worden geschreven dat tegelijkertijd zou worden gepubliceerd. Dit artikel dat eerst midden maart 1980 is ontvangen, is eveneens in vertaling af gedrukt. Daarin wordt slechts ingegaan op enige onderdelen, t.w. de pluimveehouderij en de W.I.R., alsmede de glastuin bouw en het energieprijsbeleid. evens kunnen hier worden ge noemd de sedert begin oktober bes taande problemen op het gebied van de invoer van Nederlands varkens vlees in Duitsland. Aangezien de in Nederland toegepaste methode van onderzoek op trichinen niet voldoet aan de terzake door Duitsland ges telde eisen heeft mevrouw Huber, de Minister van Volksgezondheid, de makkelijk komt op enige honderden miljoenen guldens aan subsidie voor de Nederlandse glastuinbouwbedrij ven. Dr. Lotz: "Wij gunnen de Ne derlandse producenten gunstige voorwaarden. Alleen, wanneer deze belastingtechnisch gunstige kosten- situatie tot een verdringing van de Duitse produktie leidt, dan is het moment gekomen dat wij niet meer kunnen zwijgen". Wanneer, zo gaat het artikel verder, in een krisisperiode de nationale konkurrentieverhoudingen zich ten gunste van de producenten van een ander land gaan verschuiven, ont staat er argwaan. Wij juichen het daarom toe dat in de komende we ken het energievraagstuk met meer nadruk in C.O.P.A. zal worden be handeld. Dr. Lotz wijst er tenslotte op dat de verhouding tussen de Duitse en Ne derlandse boeren goed was en ook in de toekomst goed zal zijn. Het werk in C.O.P.A. is zonder de samenwer king van de Nederlandse en Duitse voorzitters en experts onvoorstel baar. De agrarische handel tussen beide landen heeft zich in de laatste tien jaren zeer positief ontwikkeld. De houding van de producenten en van de handel tegenover de uitbrei ding van de agrarische handel tussen beide landen is positief en wordt door geen aktie, zoals bijv. "buy British", vertroebeld. Als wij ons in de toe komst aan een minimum aan spelre gels houden, zou er aan deze houding ook niets behoeven te veranderen". Duitse grens gesloten voor Neder lands varkensvlees. Het gaat hier om een zaak met volksgezondheids- en veterinair- technische aspekten, waarvoor Floris zich niet kompetent acht. Wel wijst hij erop dat Nederland als belangrijk exportland van varkensvlees - onge veer 60% van de totale varkensvlees- produktie wordt geëxporteerd - het niet kan riskeren niet volkomen ge zond varkensvlees te exporteren. Die risiko's van een eventueel in gevaar brengen van de volksgezondheid in de exportlanden en de gevolgen daarvan voor de Nederlandse positie als exporteur zijn zo onvoorstelbaar groot dat het naar zijn mening abso luut onaannemeüjk is te veronder stellen dat de Nederlandse kontröle- methode op trichinen niet een 100% garantie zou bieden. "Hopelijk zal het overleg over deze materie binnen de E.G. spoedig tot een oplossing van de problemen leiden", laat hij er op volgen. T erder kan er op worden gewezen dat de heer ErtI, de Minister van Landbouw, in de septembervergade- ring van de E.G.-Raad de Europese Commissie heeft verzocht het Neder landse aardgasbeleid voor de tuin bouw te onderzoeken. Ook 't Deut scher Bauernverband heeft persbe richten uitgegeven, niet alleen over het Nederlandse aardgasbeleid, doch ook over de prijzen van dieselolie in de E.G.; in samenhang met dit laatste is de nadruk gelegd op de noodzaak van goedkopere dieselolie voor de Duitse landbouw. (Bij de beoordeling van de aardgas- problematiek is het belangrijk te wijzen op de verschillen in het ver bruik van energie in de Duitse en de Nederlandse tuinbouw. In de Duitse tuinbouw wordt ongeveer drievierde van het verbruik gedekt door lichte olie, ongeveer 15% door zware olie en 10% door andere brandstoffen, zoals aardgas. De Nederlandse tuin bouw is voor 90% afhankelijk van aardgas). Verder is er in Nederland een prijs beleid waarbij iedere maand voor de diverse oliesoorten een maximum prijs wordt vastgesteld. Een dergelijk prijsbeleid bestaat in Duitsland niet, aangezien deze naar de mening van de Duitse Bondsregering in de prak tijk niet te realiseren is. De prijs van lichte olie in Duitsland staat dan ook in direkte verbinding met de wereld markt en als gevolg daarvan waren de prijzen in Duitsland in de herfst van 1978 lager dan die in Nederland. Als gevolg van de sterk gestegen olieprijzen is de situatie thans weer gewijzigd. De afgelopen winter bestond er in Nederland een volledige pariteit tussen de prijzen van zware olie en aardgas. Deze pariteit is door de jongste olieprijsverhogingen weer verstoord. Het Nederlandse be drijfsleven is van oordeel dat de prijsverhogingen geleidelijk dienen te worden doorgevoerd. In het kader van het bestaande kontrakt van vier jaar tussen het bedrijfsleven en het aardgasproduktiebedrijf Gasunie N.V. is onlangs een extra verhoging van de aardgasprijs met 1 cent per m3 overeengekomen. "Het betreft hier, zo besluit de se kretaris van de 3 C.L.O.'s zijn artikel, een zeer gekompliceerd vraagstuk en derhalve is het wenselijk dat binnen de E.G. een spoedige aanvang wordt gemaakt met een gemeenschappelijk energiebeleid, waarbij bepaalde glo bale richtlijnen worden vastgesteld". condities 64.000 ton tarwe aan Tu nesië te leveren. Voorts is er in Australië ontstemming over een mogelijke levering van de Amerikanen van 1 miljoen ton tarwe aan Japan, dat vooral een afzetge bied was van Australië. Deze ma noeuvre heeft bij de Australiërs no gal wat beroering gewekt en men wil daar zijn vrijheid om naar eigen goeddunken te handel hernemen. Start exportseizoen 1980/81 Aan mededelingen uit Brussel ontle nen wij dat de Europese Commissie het voornemen heeft om - in tegen stelling tot vorig jaar- nu reeds de gewenste maatregelen voor de export voor het einde van het lopende sei zoen te treffen. De Europese han delsorganisatie is van mening dat het een voordeel zal opleveren als de Europese handel permanent op de wereldmarkt kan opereren. Zo wil men o.a. regelen de toeslagen voor de uitvoer naar Afrika,- dat doorgaans aan het begin van het sei zoen 300.000 tot 400.000 ton zachte tarwe opneemt. Naar verluidt zullen de technische voorwaarden in ieder geval op 1 augustus a.s. bekend zijn. Er begint, ook in de Gemeenschap, meer en meer ontstemming te ont staan over de Amerikaanse graanpo litiek. Dit vooral door de voor een belang rijk gedeelte mislukte blokkade van de graanuitvoer naar de Sovjet-Unie. Het blijkt namelijk dat verschillende landen de rol van de Verenigde Staten als graanleveranciers aan de Sovjet- Unie zijn gaan overnemen. Daar is allereerst Argentinië, dat reeds be langrijke hoeveelheden gecontrac teerd heeft, terwijl ook Canada on derhandelt over levering van 2 mil joen tarwe en gerst aan de Sovjet- Unie. Aktiviteiten van de Amerikaanse graanexporteurs hebben bij een aantal exporterende laricfen nogal wat onrust verwekt. Bekend gewor den is dat de Amerikanen zich mo menteel nogal richten op de landen rond de Middellandse Zee, een ge bied dat voorheen vooral afzetgebied was van landen van de Gemeen schap. Zo zouden de Amerikanen bereid zijn tegen uitermate gunstige 17

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 17