Nieuwe bedrijfsgebouwen voor akkerbouwbedrijven (VI) I n de vorige artikelen is de bouw behandeld van een leeg gebouw. In de meeste nieuwe gebouwen wordt echter direct of na verloop van tijd een gedeelte bestemd als bewaarplaats voor aardappelen en of uien. H et ventilatiesysteem in een aard appelbewaarplaats bestaat uit de volgende onderdelen: G ezien de belangrijke functie van de ventilator in de bewaarplaats, moet men ten aanzien van de keuze zeer kritisch zijn. Om zeker te zijn van een goede ventilator is het sterk aan te bevelen om alleen ventilato ren te kopen die voorzien zijn van een I.M.A.G.-beproevingsrapport. De capaciteit van de ventilator moet zijn aangepast aan de hoeveelheid aardappelen of uien. D, D, Het ventilatiesysteem De ventilator De opstelling van de ventilator Het luchtverdeelsysteem u u u u u u De luchtaan- en -afvoer AARDAPPELBEWARING Ondergrondse kanalen verdienen de voorkeur. De deur geeft toegang naar de centrale luchtsluis met de ventilatoren. De specialist boerderijbouw, van het consulentschap voor de Akkerbouw en de Rundvee houderij te Goes, J.H. van Nieuwenhuizen. Voor een bewaarplaats zijn nodig een ventilatiesysteem, geïsoleerde drukvaste wanden en een geïsoleerd plafond of dak. de ventilator; de opstelling van de ventilator; het luchtverdeelsysteem; de luchtaan- en afvoer. Voor aardappelen: 100 m3 lucht per uur per m3 aardappelen bij 15 mm waterkolom tegendruk. Voor uien: 150 m3 lucht per uur per m3 uien bij 25-30 mm waterkolom tegendruk. Voor knolselderij en witlofwortelen geldt dezelfde norm als voor aard appelen. Voor granen en graszaden bij voor keur 400-500 m3 lucht per m2 droogvloer bij 40-60 mm waterko lom tegendruk (afhankelijk van de storthoogte). Aangezien steeds meer uien na geen of een zeer korte veldperiode in de bewaarplaats worden gebracht, zijn hiervoor ventilatoren gewenst die bij grotere luchtweerstanden (25-30 mm) nog voldoende lucht kunnen geven. Indien mogelijk alleen ventilatoren kopen met een motorvermogen be neden de 3 pk, aangezien dan geen sterdriekhoekschakelaar nodig is en er ook minder lawaai wordt gepro duceerd. Van een groot aantal venti latoren ligt het optimale rendement tussen de 2lA en 3 pk. Algemeen worden axiaal- of schroefventilatoren gebruikt met een toerental van ca. 1400 omwentelin gen per minuut. Om ongelukken te voorkomen moeten de ventilatoren goed met gaas worden afgeschermd! e ventilatoren moeten zodanig worden opgesteld dat ze rechtstreeks buitenlucht kunnen aanzuigen zon der dat er vermenging plaatsvindt met de meestal warmere binnen- lucht. Ook moet de mogelijkheid aanwezig zijn om intern te kunnen ventileren, eventueel gecombineerd met buitenlucht. In de meeste bewaarplaatsen werden vroeger de ventilatoren liggend ge- plaats in de zogenaamde interne ventilatiekoker op een hoogte van circa 125 cm boven de betonvloer. Per ventilator werden dan 2 of soms 3 ventilatiekanalen van lucht voor zien. Tegenwoordig worden de ventilato ren algemeen in een centrale lucht sluis geplaatst. Hiervoor wordt de drukvaste wand van één eind- of zijgevel 110 cm vanaf de buitenwand geplaatst (zie tek. AB 22). De buitenwand wordt geisoleerd met bijvoorbeeld 10 cm dik polystyreen (tempex) zodat de centrale luchtsluis dan netto 100 cm breed wordt (üever niet minder). De ventilator staat in een ondergronds kanaal of rechtstreeks voor een bovengronds kanaal. Luchttechnisch is het beter om de ventilatoren op minstens 150 cm hoogte boven de betonvloer liggend in een centrale luchtsluis te plaatsen. Hierdoor wordt een soort drukkamer gevormd en kan één ventilator 2 of 3 kanalen van lucht voorzien. Dit is niet moge lijk wanneer de ventilatoren in of voor een kanaal staan. In de meeste gevallen wordt tegen woordig per ventilatiekanaal een ventilator gekocht. Hierdoor is het mogelijk om het motorvermogen beneden de 3 pk te houden. Eén ventilator per 2 kanalen en berekend voor uien vraagt nogal wat vermogen en geeft ook meer lawaai, vandaar liever één ventilator per kanaal. Met een centrale luchtsluis is men minder weergevoelig, het lawaai van de ventilatoren is beter te bestrijden, men kan volstaan met minder luch- taanvoeropeningen en een luchtver- hitter kan eventueel binnen worden geplaatst (let wel op brandgevaar). Een voordeel is ook dat het drukvast maken van de eindgevel bouwkun dig beter is uit te voeren. Een be zwaar is het verlies aan extra opslag capaciteit, hoewel interne ventilatie- kokers ook ruimte vragen. O p de landbouwbedrijven worden in bewaarplaatsen voor aardappelen en uien de volgende beluchtingssys temen toegepast: a. alleen ondergrondse ventilatieka nalen De kanalen liggen 250-270 cm hart op hart van elkaar. Voor een betere luchtverdeling kunnen voor uien en zaden eventueel nog lattenroosters over de kanalen worden gelegd. b. alleen bovengrondse houten drie hoekige ventilatiekanalen Deze kanalen liggen voor aard appelen 3 a 4 meter hart op hart van elkaar. Voor uien blijft dit een riskant systeem, vooral wan neer de uien na een korte veld periode worden binnengebracht, c. volledige roostervloer van gewa pende betonelementen Dit systeem is niet zo goedkoop, maar de beluchting is optimaal. Een probleem is om de door de spleten gevallen grond weer on der de roostervloer te verwijde ren. De ondergrondse ventilatiekanalen worden meestal gemetseld met kalk- zandsteenklinkers (steens) of met 15 cm brede betonstenen en afgedekt met hard houten balken, (o.a. Azobé, Yang, Keruwing) ter dikte van mini maal 8 cm - spleetbreedte 2 cm. Bij de constructie zal men bij vorkhef trucks en kipwagens rekening moe ten houden met een wiellast van 4000 kg en voor vrachtauto's op 5500 kg per dubbellucht banden. Bovengrondse houten kanalen wor den met name toegepast bij tijdelijke bewaring en daar waar ondergrondse luchtkanalen moeilijk of alleen met hoge kosten zijn te maken. In permanente bewaarplaatsen ver dient een ondergronds verdeelsys teem de voorkeur in verband met het beter en gemakkelijker toepassen van vul- en lossystemen. Bovendien neemt het geen opslagruimte in be slag. Ondergrondse kanalen van prefab betonelementen zijn alleen interessant wanneer de grond ter plaatse blijft zakken (inklink). De elementen zijn niet zo goedkoop en moeilijk te plaatsen. De afmetingen van de ventilatieka nalen worden toegepast aan de ca paciteit van de ventilator. Hierbij wordt in het luchtverdeelsysteem een luchtsnelheid van niet meer dan 6 meter per seconde aangehouden. Bij een luchtsnelheid in de kanalen tot 6 njeter per seconde kunnen de kanalen overal even diep zijn. Bij hogere luchtsnelheden is het beter om de luchttoevoerkanalen aan het eind minder hoog of diep te maken. Voor een juiste berekening van de doorsnede van de ventilatorkanalen geldt de volgende formule: doorsnede kanaal in m2 capaciteit ventilator in m3 per uur 3600 sec. x 6 meter snelheid per sec. Voorbeeld: volgens tekening AD 22 - per kanaal één ventilator). Voor een ruimte van 2Vi meter breed en 14 meter lang is om uien 3 meter hoog te kunnen storten een ventila tor nodig van 35 m2 vloer x 450 m3 lucht per m2 vloer is 15750 m3 lucht per uur bij 25-30 mm waterkolom tegendruk. Dit vraagt een motorver mogen van 2lA k 3 pk. De begindoorsnede van het ventila tiekanaal is in dit voorbeeld: 15750 0,73m2 of 85x85 cm bin- 3600 x 6 nenwerks Let wel altijd luchtaanvoer op de grootste doorsned^van de ventilator, het is beter om bij een ondergronds kanaal het gedeelte in de centrale luchtsluis voldoende breed te maken zodat de luchtaanvoer niet te klein wordt! De luchtaanvoeropening moet in dit geval ook minstens 0,73 m2 netto zijn. Het is goedkoper om bij voorbeeld 3 grotere in plaats van 6 centroal lucht- toevoerkonool verplaatsbare drukvaste wond luchtoanvoeropeningen geïsoleerde drukvaste wond ondergrondse ventilatiekanalen wonddruk storthoogte zijwoortse druk per m' wond 200 m 300 kg 2 50 m 469 kg 300 m 675 kg 3.50 m 9 20 kg 4 00 m 1200 kg eindspanten er» windstijlen toepassen ontlucht ingsopeningen in eindgevels rinlrienlnHw DOORSNEDE kleinere luchtaanvoeropeningen te maken. Om in dezelfde ruimte aardappelen 3,5 4 meter hoog te kunnen storten was er een ventilator nodig geweest van 35 m2 x 400 m3 is 14000 m3 lucht per uur bij 15 mm waterkolom tegen druk - motorvermogen 2 pk of 1,47 kW - afmetingen van het ventilatie kanaal 14000 0,65m2 of 81x81 cm netto. 21600 Luchttechnisch zal het altijd beter zijn om de ventilator niet direct vóór het kanaal te plaatsen en het kanaal wel op te laten lopen tot 15 20 cm diepte. De centrale luchtsluis moet op circa 4 meter hoogte worden afgesloten. In dit "plafond" komen dan de luiken om intern te kunnen ventileren. Opslogcapaciteit ca. 2000kg/m2 bij 3m storthoogte Spanten stalen of houten driescharnier spanten ►tot LuMtn Vniin, •tolt l<* «tot ••*«prAfcfi,rt .00' T—r tvelf acH»4«li|k« 9#ylftfto kwrnpn or>\ •fit Itot p«bry,k venPeze ge ge v e luchtaanvoer vindt plaats via afsluitbare openingen in de buiten wanden). De luchtsnelheid van de aangezogen lucht mag niet groter zijn dan 5 meter per seconde. De opening worden met goed sluitende geïsoleerde luiken afgesloten. Daar naast is het mogelijk om de luch taanvoeropeningen van zelfregelen- de lichtgewicht kleppen te voorzien die door de zuigkracht van de venti lator worden geopend en die, zodra de ventilatoren stoppen, de openin gen direct afsluiten. In plaats hiervan is het ook mogelijk de geïsoleerde luiken volledig mechanisch te laten bêdienen. De regeling wordt gekop peld aan de regeling van de ventila toren en functioneert daardoor au tomatisch. Om extra luchtweerstand te voorkoT men moet er voldoende luchtafvoer zijn. Hiervoor geldt de norm: opper vlakte luchtafvoer 1,5 x de bere kende oppervlakte van de luchtin laat. Bij een bewaarplaats dienen daar voor meestal openingen in de eind gevels of het dakvlak. Om vermen ging van aan- en afgevoerde lucht te voorkomen, is het aan te bevelen om de openingen voor de luchtin- en uitlaat zover mogelijk uit elkaar aan te brengen. De openingen voor de luchtafvoer worden van jalouzie- roosters en geïsoleerde afsluitluiken voorzien. Bij automatische regeling van deze luiken kunnen de jalouzie- roosters vervallen. In bewaarplaatsen waar geen dakisolatie maar een geïsoleerd plafond wordt gemaakt komen hierin de luchtafvoeropenin- gen. Deze worden regelmatig over het plafond verdeeld en met lichte, isole rende en zelfregelende kleppen uit gerust. De ruimte boven het plafond moet ruim geventileerd worden. Vaak brengt men daarvoor jalouzieroosters in de eindgevels aan. Voor meer gegevens en prijzen van ventilatoren, ventilatiekanalen, luch taan- en afvoeropeningen, jalouzie roosters, etc. vraag advies aan Uw bedrijfsvoorlichter.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 9