Zwartkoken knolselderij behoort tot verleden! E r zijn geen aanwijzingen verkregen dat het zwartkoken van knolsel derij bij de huidige verwerkingstechniek een ernstige kwaal hoeft te zijn. Bovendien mag op grond van tot dusver verkregen gegevens wor den gesteld dat de doelmatigheid van de loogtest op gevoeligheid voor zwartkoken, niet bewezen is. Voor knolselderij naturel geldt dit niet maar voor dit probleem is een goedwerkende technologische oplossing voorhanden. Dit zijn de belangrijkste konklusies uit een onderzoek dat door het Sprenger Instituut te Wageningen is gedaan naar het pro bleem van het zwartkoken van knolselderij. A. H et merendeel van de in Neder land geteelde knolselderij is bestemd voor de konservenindustrie in bin nen- en buitenland. Hiervan is West-Duitsland een zeer belangrijke afnemer. De knolselderij wordt gro tendeels gekonserveerd tot zgn. "Selleriesalat". Hiernaast wordt het produkt als "Sellerie naturel" op de markt gebracht. Het belangrijkste verschil tussen beide produkten is de samenstelling van de toegevoegde opgietvloeistof. Bij de salade bevat deze azijnzuur, suiker en keuken zout, waardoor een zoet-zuur pro dukt wordt verkregen. In tegenstel ling hiermede wordt aan het produkt "naturel" een opgiet toegevoegd die slechts zout en een geringe hoeveel heid citroenzuur bevat. T H et onderzoek is echter voortgezet waarbij de ervaring met verkleu ringsproblemen bij andere produk ten te baat is genomen. Eén van de mogelijkheden, waar tegen de voe dingsmiddelenwetgeving van geen enkel land bezwaar maakt, is het ge bruik van ascorbinezuur (vitamine C). Het heeft in bepaalde gevallen een gunstige invloed op de kleur van Door toevoeging vitamine C Ui Industrie D, Konserven Bewaren Selderijsmaak Naturel Recente ontwikkelingen Zwartkoken knolselderij geen probleem! Virusziekten in pootaardappelen it het verslag van het onderzoek (verricht door W. Rol en ing. O. Wiersma) blijkt dat zwartkoken geen nieuw probleem is hoewel vooral het afgelopen seizoen hieromtrent een regen van klachten te zien heeft ge geven. Door handel en industrie wordt op zwartkoken getoetst met de zgn. loogtest, maar snijdt deze test wel hout en vragen de onderzoekers zich af: "is het zgn. euvel van het zwartkoken wel zo'n ernstige kwaal?" Uit het onderzoek blijkt dat deze vraag ontkennend kan worden beantwoord! Vanaf november 1979 kreeg het In stituut van verschillende zijden vra gen over het zwartkoken. Zo werd men eind november 1979 benaderd door een expert die voor een com missionair/exporteur een aantal percelen knolselderij in het Zuid westen van Nederland had getoetst op zwartkoken. Het bleek dat van alle percelen het ras Roem van Zwijndrecht positief op de loogtest reageerde, dat wil zeggen, ze waren alle zwartkokend. De zgn. blanke rassen vertoonden de afwijking niet. Uit andere gebieden in Nederland waren er over het ras Roem van Zwijndrecht nauwelijks of geen klachten. In die periode werd de vraag gesteld of er tijdens de bewa ring nog verandering of verbetering in de eigenschap van het zwartkoken zou optreden. Dit was voor de on derzoekers aanleiding knollen op te slaan en ze van tijd tot tijd op zwart te kontroleren. Door bemiddeling van eerdeT genoemde commissio nair/exporteur werden drie partijen selderijknollen ter beschikking ge steld te weten: Roem van Zwijndrecht uit Zuidwest Nederland volgens opgave, zwartko kend; Alba uit Zuidwest Nederland en Roem van Zwijndrecht uit de Noordoost Polder. De knollen werden opgeslagen in een koelcel bij 0-1 gr.C. en 90-95% r.v. Na ontvangst werden van elke partij 200 knollen door middel van de loogtest getoetst. De eerste maal na ontvangst in november 1979 en voor een tweede maal op 16 januari 1980. De uitkomsten zijn vermeld in de tabel. Tabel. Verkleuring getoetst met loogtest van ca. 200 knollen in pro centen. (afgerond op hele procenten). Ras - Herkomst geen nov. jan. •79 '80 licht nov. j an '79 '80 matig nov. jan. '79 '80 zwaar nov. jan. •79 '80 Roem v Zw. Zuidwest Roem v Zw. NOP Alba Zuidwest 1 9 45 59 78 89 12 25 48 40 14 7 23 38 6 2 4 4 64 29 0 0 3 1 keurde Roem van Zwijndrecht uit Z.W. Nederland werden konserven verkregen met een goede kleur. Hieruit wordt de indruk verkregen dat er eigenlijk met het zwart koken nauwelijks iets aan de hand is. Deze cijfers spreken voor zichzelf. Bij Roem van Zwijndrecht uit het Zuid westen trad sterke verkleuring op. In december werden van enkele knollen plakjes ter dikte van 10 mm in kokend water met 0,1% citroenzuur gelegd. De uitkomsten van de zwartverkleu- ring die hierbij optrad kwamen vrijwel overeen met die van de loogtest in de tabel. angezien het Sprenger Instituut naast bewaaronderzoek eveneens ingesteld is op konserveringsonder- zoek lag het voor de hand dat de be- 1 nadering van het "zwartkook pro bleem" niet eindigde bij het vaststel len van een positieve of negatieve uitslag van de loogtest. Zowel in 1978 als in 1979 werden in samenwerking met het RIVRO- PAGV knolselderijrassen afkomstig van het gebruikswaarde-onderzoek, waaronder rassen die duidelijk posi tief op de loogtest reageren, gekon serveerd tot selderijsalade. Bij geen van de rassen werd op grond van ge noemde test gevoelig voor zwartko ken of niet, enige verkleuring vastge steld. De in het begin van dit artikel ge noemde drie partijen knollen waar mede een bewaarproef gaande is wer den inmiddels tweemaal tot selderij- salade gekonserveerd. Zowel van het blanke ras Alba, als Roem van Zwijndrecht uit de NOP en de afge it wordt onderschreven door een publikatie van het Duitse "Institut für Obst- und Gemüseverarbeitung" van de Hogeschool Weihenstephan te Freising in een vooraanstaand Duits tijdschrift voor de konserve nindustrie. In de januari uitgave 1979 van "Die industrielle Obst- und Gemüseverwertung" wordt uitvoerig verslag uitgebracht over meerjarige ervaringen met de fabrikage van sel derijsalade van knollen afkomstig van het rassenonderzoek. Met na druk wordt vermeld dat bij het kon- serveringsonderzoek alleen de ge schiktheid voor salade is beproefd. In de eerste plaats omdat in Duits land de produktie van "selderij na turel" nauwelijks meer van betekenis is. Volgens toonaangevende konser- venfabrikanten bedraagt dit slechts ca. 5% van de hoeveelheid verwerkt produkt. Andere bronnen noemen 20%. In dit artikel wordt gesteld dat bij de huidige verwerkingsmethoden tot selderijsalade het zwartkoken niet meer voorkomt. Door de rauw ge schilde en versneden knollen te blancheren (korte tijd in water te verhitten), gebruik te maken van ci troenzuur in opslag- en blancheer- vloeistof en aan de opgietvloeistof azijnzuur toe te voegen, behoren verkleuringen tot het verleden. Deze berichten uit Duitse bron zijn volle dig in overeenstemming met de er varingen van het Sprenger Instituut van de laatste jaren. Rooien van knolselderij met een zesrijige bietenrooier. Foto Tj. Buishand. och kan het instituut niet aan de indruk ontkomen dat aan de gevoe ligheid voor zwartkoken nog steeds zwaar wordt getild. In de "Rassen- lijst voor Groentegewassen" worden hiervoor cijfers gegeven variërend van 4 tot 8. Deze komen tot stand door de reeds eerder genoemde loogtest toe te passen. De enige rela tie van een laag cijfer, hetgeen een grotere gevoeligheid betekent, gaat naar ervaring van de onderzoekers en ook die van anderen samen met een krachtiger selderijsmaak. Als voorbeeld kan het gevoelige ras Roem van Zwijndrecht worden ge noemd met een duidelijke selderijs maak, terwijl bij het ongevoelige ras Alba deze smaak aanzienlijk minder is. Een ras met een laag cijfer voor zwartkoken kan tot een blank eind- produkt worden verwerkt. R.ekening houdend met de zeer geringe betekenis van het produkt "selderij naturel" werd het onder zoek tot voor kort alleen uitgevoerd met de bereiding van salade. Naar aanleiding van de aanhoudende klachten en weigering van vooral Duitse konservenfabrieken om gele verde partijen knollen te accepteren is knolselderij ook op basis van het produkt "naturel" onderzocht. Als grondstof hiervoor dienden op nieuw de drie partijen knollen van het bewaaronderzoek. Hierbij werd vastgesteld dat van de Roem van Zwijndrecht uit het Zuidwesten in derdaad een produkt werd verkregen dat een ernstige vorm van "zwartko ken" vertoonde, terwijl de Roem, afkomstig uit de NOP en de Alba hiervan in het geheel geen hinder ondervonden. Eén en ander is volle dig in overeenstemming met de in de tabel vermelde resultaten van de loogtest en de kooktest in water met 0,1% citroenzuur. Op dit moment kon worden gesteld dat indien de afnemer o.m. als eis stelt dat de knolselderij geschikt moet zijn voor de bereiding van het produkt "naturel" de uit Zuidwest afkomstige Roem hieraan niet vol deed en terecht werd geweigerd. Onderzoek heeft uitgewezen dat bewaren de knol geen goed doet. Uit het onderzoek van het Sprenger Instituut is gebleken dat op de loogtest positief reagerende knolselderij, alsmede grauwverkleuring na een kooktest in citroenzuurhoudend water, na verwerking tot "selderijsalade" op zoet-zure basis geen zwartverkleuring te zien geeft. Volgens bekende gege vens wordt in Duitsland ca. 80-95% van dé verwerkte knolsel derij tot dit produkt verwerkt. De resterende 5% - 20% wordt verwerkt tot "selderij naturel". Bij de fabrikage van dit produkt is een duidelijke relatie aan getoond tussen een positieve uitslag van loog- en kooktest en zwartverkleuring in met name Zuid-west Nederland met het ras Roem van Zwijndrecht. Deze verkleuring wordt echter voorkomen door aan de op gietvloeistof een hoeveelheid van ca. 300 mg ascorbinezuur (vitamine C) per liter toe te voegen. Dit is een door de le vensmiddelenwetgeving in Nederland en Duitsland toegesta ne stof, waarvoor geen deklaratieplicht is voorgeschreven. Bovendien is het geen ongebruikelijke toevoeging aan groen- tenkonserven. Hiermee behoort het probleem van het zwart koken in feite tot het verleden! het eindprodukt. Bij de fabrikage van verschillende groentekonserven is toevoeging van deze stof niet on gebruikelijk. Bij het voortgezette onderzoek met het produkt "naturel" werd vastge steld dat door toevoeging van 200 mg ascorbinezuur aan de opgietvloeistof van Roem van Zwijndrecht, herkomst zuidwest, geen zwartkoken optrad. Verhoging tot 400 mg leidde tot een nog blankere kleur, zodat een dose ring tussen 200 en 400 mg als opti maal kan worden beschouwd. De pootaardappel is een zeer belang rijk gewas in de Nederlandse akker bouw. De laatste jaren wordt rond de 30.000 ha pootaardappelen geteeld, met een totale opbrengst van zo'n 700.000 ton. Hiervan is in 1978 ruim 400.000 ton uitgevoerd naar meer dan 50 landen; deze export vertegen woordigde een waarde van 268 mil joen gulden. Eén van de grootste gevaren die de pootaardappelen bedreigen is de aantasting van het gewas door virus ziekten. Het is voor de pootgoedteler dan ook erg belangrijk dat hij weet welke virussen vooral gevaarlijk zijn, hoe virusziekten worden verspreid, welk ziektebeeld een aangetaste plant geeft en vooral hoe hij virus ziekten onder kontrole kan houden. Het antwoord op deze en andere vragen is te vinden in het boekje "Virusziekten in pootaardappelen", (25 blz.), dat zojuist bij het PAGV is verschenen. Abonnees van het PAGV ontvangen het boekje automatisch zonder bij komende kosten. Niet-abonnees kunnen het in hun bezit krijgen door 3,50 over te maken op giro 2249700 t.n.v. het PAGV, postbus 430, 8200 AK Lelystad, onder ver melding van: "zend publikatie nr. 7". Direkt na ontvangst van het be drag wordt het boekje toegezonden. De bladluizen-zuigval zuigt vliegende insekten op 13 meter hoogte aan. Hier de zuigval te Colijnspiaat (Zee land) (foto IPO).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 7