Het Paasbrood hing aan de deur! w; Wi Ht Ht D, T ot begin maart had ik nog één maal per week van Brugge uit naar Westelijk Zeeuws-Vlaanderen kun nen gaan, per tram of per fiets, om- dét ik een grenspasje had, wént ik "werkte" daar (zogenaamd) op het archief, in Sluis, in een kamertje van het oude "schepenhuus" (stadhuis). D; H, N, N u verder had ik niéts, maart 1944. Behalve dan de gevólgen van een ernstige griep. Ik kon bijna het bed niet uit, ik transpireerde bij de W "Soldij" Vérre Paas-historie Souvenir... 1944 Door Emile Buysse Maartse griep en maartse honger Jenever Koffie Niet bij brood alleen ij hebben, mijn vrouw en ik, nog zes gulden. In de keukenkast ligt een half brood, klèf en smakend naar muffe erwten. Er staat een medicijnfles naast met iets tegen de griep. (Ik heb aan den lijve onder vonden, dat er 60% alkohol inzat, mijn dokter heeft dat nadien beves tigd). et is nog volop oorlog, maart-april 1944. Op de Zeeuwse eilanden worden hele vlakten onder het (zee-)water ge zet. Tal van boerenfamilies moeten evacuëren. De (zwarte) boter kost, niét bij de boeren! f 28,— gld. per pond. Aan het Oostfront is de Russische op mars volop aan de gang, bij tempera turen, o.a. ten zuiden van Leningrad, van 30 gr. onder 0. Bij Tsjerlcassi hebben de soldaten van het "Neder landse" Legioen "Viking" en van het Belgische Rex-Legioen (van "gene raal" Léon Degrelle, die nu nog altijd rustig en rijk op een kasteeltje in Spanje woont!), de omsingeling door de Russen kunnen doorbreken. Daar om worden zij in Brussel en in Utrecht o.a. met bloemen en parades ontvan gen!... De kinderen van de gesneuvel de Nederlandse SS-pantsergrenadiers krijgen in de Utrechtse schouwburg een Spaarbankboekje met een (voor dié tijd) forse eerste storting. at ik hierboven schreef waren maar enkele feiten uit het dagelijks 'leven in maart-begin april 1944. Wij waren, in ons gelukkig ongeschon den huis nabij Brugge, op weg naar Pasen. In die ijskoude lente. Kolen hadden wij vrijwel niet meer; turf wel, maar die was nog sliknat en dus niet te gebruiken. "Gelukkig" was een houten huisje, buitende stad, van een vriend, door een bommetje vernield, en ik kreeg het hout, op voorwaarde dat ik het zelf weghaal de. Dat had ik ook gedaan, eind fe bruari. Mij in "schuim en zweet" ge zaagd en gehakt, en weljicht déérom: kou-vatten en dan griep. Ik was maar een van de vele honderdduizenden in België die griep hadden. In Ne derland heerste die al even erg; ook veel difterie en roodvonk was er, in de grote steden van Holland vooral. Russen uit Armenië en Afganistan, Russen uit Oekraiene en uit Turkes- tan. Langzaam marcherend op rijen van 3 man, die langzame marsen zongen, Russische, eentonig, donker te eisen, en omdat dét niet sterk ge noeg was pakten zij zelf wel de flès- sen "Rhümpunex" van de schenk- bank van de herbergier, sloegen de hals van de "bottels" en dronken het uit aardappelen gestookte pure ver gif meteen onverdund op; klokten het naar binnen, vonden het héérlijk, en zeiden als ze dronken weer naar buiten gingen: "dank u wel" en "tot ziens" in het Russisch natuurlijk. Héb ik het goed onthouden dan was het eerste: "Spassiba" en het tweede "do zwi-danja", maar de spèlling zal wel totéal verkeerd zijn. et ij laat beginnen sneeuwen nog: vooral in de nacht van 2 op 3 maart 1944; tot 20 cm. dik toe. In Gorkum zijn 250 vluchtelingen uit Zierikzee en omgeving aangekomen (6-7 maart); het hadden er 3.900 moeten zijn, maar er werden er ruim 3.000 "teruggeroe pen", anders kon er geen tarwe ge zaaid worden; dat hadden de Duitsers, hoe bestaat het, eindelijk toch óók in de gaten gekregen. e bombardementen op Duitse ste den en fabrieken nemen toe in aantal en in omvang. Zaterdag 25 maart bij voorbeeld: "eindeloze vluchten Ame rikaanse en Engelse bommenwerpers" die via Nederland en België naar hun doelen in Duitsland vlogen, wel tot 40 "doelen" toe. Om de 5 sekonden neersuizende bommen van 500 en 1.000 kilo. De thee kost in Holland 60 gld. per pond, koffie minstens even veel, en zo is het ook in België, waar het broodrantsoen 225 gr. per dag is, suiker één kilo per maand; boter 250 tot 500 gr. per maand, maar die vind je nérgens. Mijn oude vriend: bakker Jan Ley- sennaar, die in een nu verdwenen stukje van de Sluisse Hoogstraat woonde, en van wie ik heel wat "oor logsbroodjes" gekregen heb. (Foto: Buysse). en totaal onverstaanbaar, voor mij toch. Ik heb maar een péér woorden Russisch geleerd in Sluis, vén die "vrijwilligers", als ze een enkele maal eens (met hun zakken vol geld, pakken Nederlandse bankbiljetten van hun "soldij"!) de stréét op mochten, om dan meteen in de café's binnen te stormen om "piwa" (bier) u, in Sluis kreeg ik altijd wel een broodje van mijn oude vriend, de bakker Jan Leysennaar op de Hoog straat. Ik had geen broodzegeltjes, maar de Duitse verlofgangers (het Land van Cadzand hoorde bij het Belgische door de Duitsers bezette militaire gebied: Brugge-kust-tot Scheldemond), kregen zoveel extra bonnen en ze lustten het "schreckli- che hollandische Brot" niet, waarom ze met al hun bonnen (bijv. voor 10 broden) één klandestien wit broodje van 400 gr. kochten. Van die reste rende "zegeltjes" profiteerden bak ker Jan,... èn ik! Ik heb heel wat "Hollands brood" meegesmokkeld, als er althans geen kontrole aan de grens was, door de grimmige "Feld- gendarmerie". Van mijn tante, die Duitse tankofficieren in kwartier had, heb ik enkele malen Duits sol datenbrood gekregen, grote broden van 1 of 1,5 kilo, dat mijn tante niet lustte omdat het wat zuur was (met zuurdeeg in plaats van met gist ge bakken), maar mijn vrouw en ik vonden het héérlijk, ook zonder een iètsje van vèt erop, want dat hadden wij bijna nooit meer in 1943-1944. "Daar ziet men 't Zeeuwse koren, van het allerschoonste staan"! Uit het Zeeuws-Vlaamse volkslied (1919), doch de foto is gemaakt in 1939 op een boerderij onder Biervliet. (Foto: Buysse). ja, je kon het allemaal wel "krijgen" (kopen) in Brugge, maar het geld voor de zwarte markt ont brak ons. Er waren méénden dat ik niet meer dan 500 frank had om iets te kopen en dat was maar 30 gld., terwijl een kilo zwérte boter of rundvet toen al 800 fr. kostte en soms meer. acht even. Allemaal kan ik het tóch niet vertellen. Wij hadden hon ger, wij zaten in de kou en in de "krotte" (armoe), en begin maart 1944, de tiende geloof ik, kreeg ik een verschrikkelijke griep-aanval. Geld voor geneesmiddelen hadden wij ook niet, méér de dokter, die goeie oude militaire (Belgische) dokter: majoor dr. Van de Capelle, hielp mij gratis, kwam op huisbezoek, en gaf nog medicijn óók, eveneens gratis. Ik weet wel: hij had in het Brugs (Bel gisch) militair hospitaal dienst ge daan tot het door de Duitsers bezet werd, méér mijn Belgische vrienden waren slim genoeg geweesfom él wat hen van nut kon zijn, mee te smok kelen naar huis, als: enorme flessen zuivere alkohol, allerlei ontsmet tingsmiddelen, aether, aspirinepoe der, enfin: duizend en nog meer "soorten". J_/n daar lag ik dan, met hoge koorts, rillend en dan weer bérstend van de hitte. Ik héd geen eten, maar ik had geen brok van het béste door mijn keel kunnen krijgen ook. Het enige wat ik slikte, zonder te weten wét het was, dat was: elk uur een eetlepel van "mijn drankje", plus één "cachet" èrbij: een "pil" van ouwel, met salicylzuur-poeder erin. Met het gevolg dat, op de avond van de twaalfde maart geloof ik, mijn vrouw 's avonds op de slaapkamer kwam, en zei: - Oók gék, het ruikt hier he lemaal naar jenever! at klopte, maar ik heb toch pas later geweten dat er in "m'n drankje" 60% alkohol zat, en dat ik dus na enkele uren (en evenveel soeplepels) zéér dronken in bed lag. Toen de bovenstebeste dokter 's avonds nog eens langs kwam, zei hij: - Wil je al een sigaretje? Ik kon geen sigaret zién, ik had alleen de kracht om te vragen: - Dokter, wat zit er in die fles? Het was in elk geval een probaat middel tegen ériep. k snékte naar een sigaret, de vol gende avond. Ik kreeg een heel pakje van "mijn militaire dokter". Ik hun kerde wél naar een kop koffie daar bij, méér wij hadden al van eind 1940 geen koffie meer. Dat décht ik ten minste! Mijn vrouw was zo zorgzaam geweest, él die tijd nog een twee- of driehonderd gram ongebrande kof fiebonen te bewaren. Déér nam zij toen een handsvolletje van, "roos terde" de boontjes in een "wadjong", een Indonesisch ijzeren pénnetje waar ingrediënten voor de rijsttafel (van voor de oorlog natuurlijk) in gereed plachten te worden gemaakt, en nog diezelfde alkohol-avond dronk ik "een stréf békje" bij een geurige virginia-sigaret, merk "Cap stan", uit een vooroorlogs blikje, uit dat Belgisch militair hospitaal van Brugge. - et is wéér: "de mens leeft niet bij brood alleea", maar (ik spot nérgens mee!) wij hadden géén brood, be halve dat ene kleffe stuk "muffe erwten", en ook niets anders, buiten enkele kilo's aardappelen van ons "winterrantsoen" en dan nog een ki lo of vier, vijf héring, in het zout, die ik in februari '44 van de Belgische kust (Nieuwpoort) had kunnen "wegslepen". Die vèrse haring heeft ons toen «gered, twee, drie jaar achtereen. Elke week, soms twee- of driemaal per week, kon je een kilo per persoon kopen, als je zelf maar wat papier meebracht om de héér lijke vissen in te pakken. Nu héd ik (op zolder) bèrgen oude kranten en tijdschriften, "met belangrijke bij dragen", die ik wilde bewéren, doch éten wés veel gewichtiger dan het belangrijkste krantenartikel. Zét ik daar, dan zég en hoorde ik er... Russen voorbijtrekken. Russen in Duits uniform. Ongewapende "vrij willigers"'van het "Russische" Vrij willigersleger van generaal Vlassow! 8 In élle oorlogsjaren werd... in het openbaar (als de controleurs het maar niet zagen!) in de Radijsstraat, in het hértje van Brussel, letterlijk van élles op de "zwarte markt" verkocht. Op déze foto: brood in overvloed en witte "pistolets", maar naar de prijs moest je niet vragen... In 1944 kostte een pakje slechte shag er 6 gld., een kilo koffie 150 gld., een vooroorlogse fietsband 300 gld. Enzovoort!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 32