De maand april op het Zuidwestelijk landbouwbedrijf S puiten is steeds meer vakwerk. Het aantal beschikbare middelen is zeer groot, waardoor men weliswaar vaak gericht kan werken maar ook een goede keuze niet altijd even ge makkelijk is. Voortdurend bijblijven door het lezen van artikelen en uit wisselen van ervaringen vooral ge durende het groeiseizoen is noodza kelijk. Naast de middelenkeuze wordt het resultaat bovendien be paald door de toepassing waarbij weersomstandigheden, onkruidont wikkeling, hoeveelheid water etc. een grote rol spelen. Lees ook de ge- bruikswaanwijzing op het etiket en volg de voorschriften goed op. Toe passingen die niet op het etiket voorkomen zijn verboden en straf baar. Aan deze voorschriften moet men zich houden, aangezien hier voor zeker geldige redenen zijn. Met het mengen van bestrijdingsmidde len dient men voorzichtig te zijn aangezien de voordelen lang niet al tijd opwegen tegen de nadelen. Wanneer mengen toch zinvol en praktisch is, gebruik dan waar mo gelijk een spuitpoeder en een vloei baar produkt. Ook moet het schoon maken van de spuitmachine na een bepaalde bespuiting Steeds grondig uitgevoerd worden. Dit vraagt wel wat tijd, doch schade aan een ander gewas kan soms veel geld kosten. D, D, B D, I w D it gewas is zeer gevoelig voor tripsaantasting. Kontroleer het ge was vanaf de opkomst regelmatig en voer zo nodig een bespuiting uit met parathion. Onkruidbestrijding na opkomst kan plaatsvinden met 6-7,5 liter Asulox per ha. Wanneer voor opkomst reeds een onkruidbestrij ding uitgevoerd is dan 6 liter Asulox per ha gebruiken. B egin maart leek het erop, dat we een vroeg voorjaar zouden krijgen. Velen hadden toen de kans om een deel van de meststoffen te strooien en een enkel perceel zomertarwe en zomergerst te zaaien. Regen was echter vlug spelbreker zodat op dit moment alle veldwerkzaamheden stilliggen. Laten we echter hopen, dat het weer spoedig ten goede keert, zodat bij het lezen van dit artikel de vroege gewassen onder goede omstandigheden gezaaid zijn. Vroeg zaaien is namelijk voor granen, erwten, vlas, blauwmaanzaad en ook uien belangrijk, doch zaaien als de grond bekwaam is, heeft veelal een veel grotere invloed op de kg-op- brengsten. Vroeg zaaien is goed, maar 't moet kunnen Toepassen van bestrijdingsmiddelen Onkruidbestrijding over de ploegsneden Wintertarwe Wintergerst Suikerbieten Zomergraan Uien Vlas Erwten Aardappelen Blauwmaanzaad Knolselderij De wintertarwe vertoont over het algemeen een goede stand. Waarschijnlijk door de geringe stikstofvoor- raad in het profiel geven de reeds met stikstof bemeste percelen een mooie groene kleur te zien. Ook het graszaad staat er dank zij het vroeg stikstof strooien en de gunstige temperaturen van eind februari mooi bij. Verschillende percelen wintergerst daarentegen geven plaatselijk wat geelkleuring te zien. De vitaliteit van het wortelstelsel laat op deze plekken vaak wat te wensen over, waaruit blijkt dat dit gewas toch nogal struktuurgevoelig is. KONSULENTSCHAPPEN VOOR DE AKKERBOUW EN DE RUNDVEEHOUDERIJ TE GOES De bedrijfsvoorlichters, T.P. Hiel ing. F. van Houts, ing. M. Westhuis. V ooral wanneer er vroeg geploegd is en laat gezaaid kan worden, kan er soms al flink wat onkruid aanwezig zijn. Mechanisch bestrijden vraagt dan een intensieve grondbewerking, wat voor de struktuur en het zaaibed, vooral van fijne zaden, funest is. Bovendien valt het resultaat vaak tegen. Spuiten met Reglone tegen niet-grasachtige- en met Gramoxone tegen grasachtige onkruiden lost het probleem dan veel beter op. Het ge bruik van veel water (met niet te grove druppel) bevordert de on kruiddoding. e stikstofbemesting wordt veelal in twee keer gegeven, namelijk in maart en in stadium 7 van het gewas. Mocht het gewas te schraal blijven dan kan omstreeks 20 april een lichte tussengift worden gegeven. Ter ver steviging van het gewas kan in sta dium 5 a 6 van de Feekes-schaal 1 k 2 liter CCC per ha gespoten worden. Bij de rassen met kort stro is dit minder vlug noodzakelijk. Dit gewas leent zich zeer goed voor de bestrij ding van vele onkruiden. Wanneer er kleefkruid voorkomt, verdient me- coprop (MCPP) eventueel gemengd met MCPA de voorkeur. Hierbij is een minimum temperatuur van 10 gr.C. noodzakelijk. Komt er duist voor dan kan hier- 12 tegen Dosanex, chloortoluron, isop- roturon of Tolkan S toegepast wor den. Dosanex en chloortoluron al leen toepassen in de rassen Caribo, Clement, Durin, Okapi en Cyrano. Klein hoefblad wordt in wintertarwe het best bestreden met 2,5 liter 2,4-D per ha bij een gewaslengte van 15-20 cm, gevolgd door 4 liter MCPA on geveer 10 dagen later. Naast boven staande middelen zijn er nog diverse groeistofkombinaties beschikbaar o.a. Basagran P, Bladotyl en bena- zolin/MCPA; Basagran (bentazon) werkt goed tegen kamille. Het nieu we middel Graminon Plus b^vat naast isoproturon tegen duist ook bentazon tegen kamille, terwijl het derde bestanddeel ook kleefkruid en ereprijs bestrijdt. Tegen veenwortel, perzikkruid en varkensgras geven de dicambakombinaties het beste resul taat. Bij gebruik van duistbestrij- dingsmiddelen is inzaai van klaver en gras niet mogelijk. Wanneer groeistofkombinaties gebruikt wor den, is inzaai van klaver niet doch gras wel mogelijk. Rode klaver verdraagt echter 3 liter MCPA 25% per ha, gespoten bij een lengte van de tarwe van 30 cm vrij goed. Voor de bestrijding van tweezaad- lobbige onkruiden in alle zomer granen zijn DNOC en Herbogil vloeibaar de aangewezen middelen indien men klaver wil zaaien. Tegen klein hoefblad verdient het mengsel MCPA/MCPP of Certrol Combin aanbeveüng. Spuiten als de bladeren een doorsnede van min stens 8 cm hebben. Verder zijn tal van groeistofkombinaties te gebrui ken. April is de meest geschikte maand voor het maaien van de groenbemesters. ehalve de mengsels Weedax, Je- bodicro en Aseptaludin kunnen in wintergerst voor de bestrijding van tweezaadlobbigen dezelfde midde len gebruikt worden als in wintertar we. Verder reageert wintergerst gun stig op een gedeelde stikstofgift. De tweede gift dient echter reeds in sta dium 5 van het gewas toegediend te worden. Meeldauw en dwergroest doen vaak meer schade dan men denkt. Met Bayleton is een goede bestrijding te verkrijgen. uist in zomertarwe kan na op komst bestreden worden met chloortoluron en Dosanex. Deze middelen alleen toepassen in de ras sen Toro, Orca, Kaspar, Bastion, Adonis en Melchior. Het middel Arelon kan in alle rassen behalve in Selpek en Sicco toegepast worden. e werking van Pyramin is sterk afhankelijk van het zaaibed en de hoeveelheid neerslag na de toepas sing. Is de onkruidbestrijding onvol doende dan zal na opkomst een Bet- nalbespuiting noodzakelijk zijn. Dit middel bestrijdt echter alleen kleine onkruiden, zodat men direkt na op komst met spuiten dient te beginnen. Wanneer men pas in het 2- bladstadium kan beginnen en de temperatuur enige tijd duidelijk be neden de 18 gr.C. ligt kan aan de 6 a 7,5 liter Betanal 5 liter Schering-11 E olie toegevoegd worden. Voor de bestrijding van grasachtige onkrui den zoals duist, windhalm, hane- poot, wilde haver en opslag van gra nen is na opkomst het middel Fervin beschikbaar, maar daar zal het in april nog wel te vroeg voor zijn. Zie voor verdere informaties omtrent onkruidbestrijding na opkomst het artikel van de heer P. Verhage. oor de onkruidbestrijding wordt nog steeds het middel propachloor algemeen toegepast. Spuiten tussen zaaien en opkomst en op vochtige grond geeft de beste resultaten. Ver wacht men vooral zwaluwtong en bevat de grond minstens 20% slib, dan kan men beter de hoeveelheid propachloor enigszins verminderen en hieraan 1 tot maximaal 1 x/i kg Al- icep per ha toevoegen. Ter bestrijding van aanwezige on kruiden dient men voor opkomst nog te spuiten met Reglone (tegen breedbladigen tot vlak aan de op komst) of met Gramoxone (als er ook grasjes staan, tot hoogstens 1 k 2 dagen voor de opkomst). Plantuien kunnen vanaf kort voor alsook na opkomst bij aanwezigheid van klein onkruid worden gespoten met 5 liter Lironion of 1,5 kg Bladex per ha. Bij afgeharde onkruiden aan Lironion 5 liter Schering 11 E olie toevoegen. n vlas kunnen vanaf 5 cm lengte van het gewas kontaktherbiciden worden toegepast. Onderzaai van klaver is veelal wel mogelijk, alhoe wel enige groeiremming kan voor komen. Een veel gebruikt middel is Extar Sandoz met daaraan toege voegd 0,5 tot 3A liter MCPA 25% per ha. Ook Actril AC en Certral A of Basa gran zijn goede zaadonkruidbestrij dingsmiddelen. Basagran werkt zeer goed op kamille en kan gebruikt worden zowel vóór als na het inzaai en van de klaver. Zodra de klaver gekiemd is moet gewacht worden tot het moment dat de plantjes zich in het tweebladstadium bevinden. Bij onderzaai karwij geen Basagran toe passen. Spuiten direkt na een parat- hionbespuiting of tijdens een nacht- vorstperiode moet ontraden worden. Veel water gebruiken verdient aan beveling. anneer bladrandkevervreterij gekonstateerd wordt is een parat- hionbespuiting noodzakelijk. Voor onkruidbestrijding kan vanaf kort na opkomst Ivosit worden toegepast. Het gewas moet hierbij droog zijn doch de grond enigszins vochtig. In een later stadium en op wat afgehar de onkruiden verdient vooral dino- seb en ook Basagran de voorkeur. Z odra de grond "bekwaam" is kan men met het klaarmaken van het pootbed beginnen. Te nat bewerken van de grond veroorzaakt vooral op zware grond versmering, verdichting en kluitvorming. Hierdoor wordt de bewortelingsdiepte van het gewas vaak aanzienlijk verminderd. In droge perioden gedurende de groei periode betekent dit vlugger vocht- gebrek, groeistilstand, afwijkingen ten aanzien van de knolvorm en veelal een lagere opbrengst. Voor het verkrijgen van een zo hoog mogelijke kg-opbrengst, een goede knolvorm en kwaliteit moet er ge streefd worden naar 18-20 hoofd stengels per m2. Dit is te bereiken door bij een rijafstand van 75 cm de poters van de maat 28/35 mm op een afstand van 28 cm te leggen en van de maat 35/45 mm 35 cm uit el kaar. Hierbij heeft men 1200 kg resp. 2000 kg pootgoed per ha nodig. Op zwaardere gronden mag iets nauwer geplant worden dan op lichtere gronden. Ook de kwaliteit van het pootgoed is belangrijk. Is het poot goed besmet met rhizoctonia dan is het raadzaam het tijdens het poten te behandelen met een poedervormig middel of met een oplossing van Dithane M 45 vloeibaar of Solacol, verdund met 20 liter water per 2000 kg pootaardappelen. Voor de laatste middelen is een speciale spui tapparatuur op de machine nodig. Zodra de poter in de grond kiem- worteltjes vertoont kan door frezen de rug opgebouwd worden. De onkruidbestrijding met bodem herbiciden kan het beste geschieden kort na het poten als de grond wat bezakt is en nog vochtig. Spuiten bij windstil weer is ideaal; dwarswind op de rij is funest. Voor de beschikbare middelen wordt verwezen naar de Handleiding 1980. In deze maand heeft de spuitkar veel te doen. Karwij, gewoon en uitlopervormend roodzwenkgras als ondervrucht ver dragen een bespuiting met Asulox na opkomst niet. R^eeds in april kunnen de mest stoffen gestrooid worden en de grond

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 12