Rond het zaaien van de bieten
w anneer men het voorafgaande
doorneemt kan men zich afvragen
wat dan de plaats is van de granula
ten in het geheel. Waarbij dan van
zelfsprekend nog rekening dient te
worden gehouden met het verschil in
werking tussen de verschillende
middelen. Zo lijkt ons voor de mid
delen Curater 5 G en Garvox 3 G in
het zuidwesten weinig plaats te zijn.
Of het zou bijvoorbeeld moeten zijn
op percelen waar bieten op bieten
geteeld worden in een omgeving
waar elk jaar veel schade door het
bietekevertje voorkomt. Als extra
zekerheid bovenop een zaadbehan
deling of zaaivoorbespuiting. De
sterke kant van deze middelen is na
melijk de insektenbestrijding rond
de opkomst.
w at wel een reële mogelijkheid
biedt, althans op percelen met duist,
om
E
M et een minimum aan zaad, aan werk en aan kosten een optimale
situatie scheppen voor het bietegewas, zo luidt ongeveer de opdracht
waar elke bieteteler zich voor geplaatst ziet. Ook dit voorjaar weer.
"Gebruik zo weinig zaad als U durft" is een slagzin die het goed doet.
Maar dat houdt dan ook in dat kieming en verdere ontwikkeling onge
stoord moeten kunnen plaatsvinden.
B
D at chemische onkruidbestrijding
bij bieten niet meer weg te denken
valt is duidelijk. Dat neemt niet weg
dat er ons alles aan gelegen moet zijn
om de "druk" die daarmee, in kom-
binatie met andere maatregelen, ge
legd wordt op de opkomst en de eer
ste ontwikkeling van de bieten, zo
veel mogelijk te verlichten.
Zaadbehandeling met
Mesurol of bendiocarb
D it is een goede en goedkope ver
zekering tegen het bietekevertje.
Mesurol en bendiocarb (Multamat
ZB en Seedox 80 W) geven een be
strijding van het bietekevertje die
minstens zo goed is als van lindaan.
Deze middelen zijn beslist veiliger
voor de bietekiemplant. Niet dat de
schade door het bietekevertje voor
100% voorkomen wordt, maar dat is
een opgave waaraan tot vandaag aan
de dag nog geen enkel middel voldaan
heeft.
Zaaivoorbespuiting: veilig
met Mesurol
Nieuw onkruidbestrijdingssysteem in
suikerbieten
Wanneer granulaten?
Een druk op de opkomst
Fervin: de meest veilige
duistbestrijding
P. Verhage.
K
rE WENKEN
AKKERBOUW
VEEHOUDERIJ
Konsulentschap voor de Akkerbouw
en de Rundveehouderij te Goes
Naast de zorg voor een ideale toestand van de grond is de afweer van
schimmels en insekten en het uitschakelen van de onkruidkonkurrentie
noodzakelijk.
epaalde schimmels veroorzaken
kort na de opkomst een aantasting
waarbij de wortel over enkele milli
meters tot een paar centimeters,
zwart kleurt en indroogt. In het erg
ste geval sterft het plantje af, in an
dere gevallen blijft er een wortel over
van zeg 5 cm lengte die juist kans ziet
zich in leven te houden, maar dan
ook niet veel meer. Later in het sei
zoen vallen deze bij de minste aan
raking omver (de zgn. omvallers).
Dit ziektebeeld komt men elk jaar
wel hier of daar tegen, maar dan
meestal onder omstandigheden dat
de plant wat verzwakt is. Zódoende
krijgt de schimmel zijn kans. Slem-
pige grond, lage pH, aantasting door
aaltjes, korstvorming en lage bo-
demtemperaturen tijdens de kieming
werken het optreden in de hand of,
en dat is natuurlijk wel belangrijk als
men één en ander wil voorkomen,
veroorzaken een zelfde schadebeeld.
Nu zijn er twee schimmels die wor-
telbrand kunnen veroorzaken waar
van er één: Phoma op het zaad
voorkomt. Deze wordt bestreden
door de normale zaaizaadontsmet
ting die reeds heeft plaatsgehad als
men het zaad thuiskrijgt.
De andere, de Pythiumschimmel,
tast vanuit de grond het kiemplantje.
aan. Deze vraagt daarom een extra
zaadbehandeling. Waar de omstan
digheden gunstig zijn voor hef op
treden van deze schimmel zal een
zaaizaadbehandeling met Ortho Di-
folatan ongetwijfeld een betere stand
van de bieten in de hand werken.
Maar op grond met een normale pH
en een redelijke struktuur is er wei
nig voordeel van te verwachten. Een
bezwaar is bovendien dat de zaai
zaadbehandeling met een insekticide
in het gedrang komt en die is onder
de Zeeuwse omstandigheden van
meer belang dan de chemische be
strijding van Pythium.
Een zaadbehandeling met deze mid
delen vormt momenteel de basis voor
een gezond gewas en kan dan ook
voor vrijwel heel het bietenareaal
worden aanbevolen.
In die gevallen dat men een zware
insektendruk verwacht, kan een
grondbehandeling met lindaan een
goede en - in vergelijking met de
granulaten - een niet-dure aanvul
ling zijn. Tegen ritnaalden (op ge
scheurd grasland) wordt 3,5 liter lin
daan 21% (of Lidazon) geadviseerd,
tegen het bietekevertje (op de strook
grenzend aan bietenland van vorig
jaar) 5 liter lindaan 21% per ha. Vóór
het zaaien spuiten op een redelijk
vlakliggende grond en inwerken.
en tweede mogelijkheid tot aan
vulling van de zaaizaadbehandeling
V. -
zonder onkruid
Onlangs heeft Schering-Nederland
B.V. (o.a. bekend van vele middelen
voor de suikerbietenteelt) een offi
ciële toelating gekregen voor een ge
heel nieuw systeem van onkruidbes-
trijding in de teelt van suikerbieten.
Schering heeft dit nieuwe systeem
genoemd: "het semi-kuratieve sys
teem". Op zich is het uniek dat een
toelating wordt verleend voor een
systeem en niet voor een middel.
In de praktijk wordt zeer veel ge
bruik gemaakt van het oude systeem
bodemherbicide voor opkomst en na
opkomst een- of meermalen een
bespuiting met 6 liter Betanal.
Doordat er voor, tijdens of vlak na
het zaaien steeds meer middelen
rond het bietenzaad worden ge
bracht (b.v. kunstmest, zaadbehan-
delingsmiddel, granulaat, bodem
herbicide tegen grassen en bodem
herbicide tegen breedbladigen)
wordt de kans op groeiremming of
onregelmatige stand van de biete
plantjes steeds groter.
Daarom heeft Schering een nieuw
systeem ontwikkeld, waarbij minder
bodemherbicide hoefte te worden
gebruikt: halve dosering (0,5 kg)
Venzar voor zaai en 2 x 4 liter Beta
nal na zaai, waarbij de eerste Beta-
nal-bespuiting plaats dient te vinden
op zeer klein onkruid en de tweede
bespuiting 5 tot 7 dagen later.
Naast het feit dat er met dit systeem
minder kans is op schade en onre
gelmatige stand, zijn er nog enkele
zeer grote voordelen:
- de lagere produktkosten per ha
- betere doding van probleemon
kruiden
Voorlopig wordt Venzar in dit nieu
we systeem alleen geadviseerd op
kleigronden met 20-40% slib en
zandgronden met 3-5% humus.
met Mesurol of bendiocarb is de
zaaivoorbespuiting. Voorheen lever
de deze wijze van toepassing met
lindéén nogal eens moeilijkheden op
in verband met de kans op kiembe-
schadiging. Met Mesurol is deze kans
niet groot meer.
Op de meest bedreigde stroken -
bieten naast bietenland van vorig
jaar - is zaadbehandeling plus zaai
voorbespuiting op zijn plaats. Voor
de rest van het perceel kan dan vol
staan worden met een zaadbehande
ling of zaaivoorbespuiting.
Bij Temik en Dacamox - die minder
goed zijn op het bietekevertje - kan
echter weer gewezen worden op de
werking tegen luis. In gebieden waar
de meeste kans is op vergelingsziekte
kan dit punt in de overwegingen wor
den betrokken. Te denken valt aan
een groot gedeelte van West
Zeeuwsch-Vlaanderen, de zak van
Zuid-Beveland en Noord Walche
ren. In Zeeuwsch-Vlaanderen zou
bovendien de aanwezigheid van
koolzaad mede een reden kunnen
zijn een preventieve maatregel als
een granulaatbehandeling toe te
passen. Niet dat er dit jaar duidelijk
sprake is van overwinterende luis in
dit gewas (de waarnemingen wijzen
juist in een andere richting!) maar
toch wel iets om rekening mee te
houden.
Tenslotte is er wat met name Temik
betreft, de mogelijkheid om met een
kleine aanvulling (van 10 naar 15 kg)
zich zeker te stellen met betrekking
tot vrij-levende aaltjes. Terwijl een
verhoging van 10 naar 20 kg - wat de
kosten betreft is dan toch "de kop" er
al af - de gelegenheid biedt om met
een redelijke kans op een goede op
brengst bieten te telen op een tot
matig met het bietecystenaaltje bes
met perceel. Waar het uitsluitend om
het bietecysteaaltje gaat zou men
eventueel ook het wat goedkopere
Vydate kunnen gebruiken. Dit mid
del heeft bovendien het voordeel dat
het ook bij de grotere giften in de rij
kan worden toegepast.
Bij de overwegingen al of niet gra
nulaten kan dan nog gewezen wor
den op het feit dat dit jaar weer Te
mik beschikbaar is in de oude sa
menstelling. De moeilijkheden met
Temik Gypsum in 1979 hoeven dus
geen reden te zijn van Temik af te
stappen. Daar staat tegenover dat,
zodra met grotere hoeveelheden dan
10 kg Temik gewerkt wordt, het
middel niet in de rij maar ernaast in
de grond gebracht moet worden. In
die gevallen dat IPC wordt gebruikt
tegen duist dient men Temik hele
maal achterwege te laten.
Dat de kunstmest dit jaar al in fe
bruari en dus tijdig, d.w.z. met een
flinke tussenruimte naar het zaaien
toe, kon worden toegediend, mag
een belangrijk voordeel worden ge
noemd.
Het neemt echter niet weg dat ook
nog een verstandig beleid wat betreft
de keuze van de gewasbescher
mingsmiddelen, gewenst is.
In de eerste plaats dient dan ge
noemd te worden het aanpassen van
de hoeveelheid Pyramin aan de
zwaarte van de grond. Nog teveel
wordt automatisch de hoeveelheid
van 4 kg aangehouden. Beter is uit te
gaan van 3 tot 5 kg, met dien ver
stande dat op grond met minder dan
20% afslibbaar, 4 kg gewoon teveel
is.
Het terugbrengen van de hoeveel
heid Pyramin bij de zaai, zoals aan
bevolen wordt bij de semi-kuratieve
methode, is uit dat oogpunt bepaald
wel aantrekkelijk. Anderzijds laat
men een stukje zekerheid schieten en
dat lijkt ons nu juist ten opzichte van
-Pyramin niet wenselijk. Bij een wat
minder goede werking onder droge
omstandigheden en uitstel bij de
eerste vroege behandeling met Beta
nal als gevolg van de weersomstan
digheden, gaat men de mist in, zeker
wat een onkruid als kamille betreft.
is het laten vervallen van IPC en zelfs
van Ro-Neet bij het zaaien, en over
gaan op Fervin. De risiko's verbon
den aan IPC (profam) mogen als al
gemeen bekend worden veronder
steld. Maar zonder Ro-Neet een ge
vaarlijk middel te noemen, laat staan
het op één lijn te stellen met IPC, kan
toch gesteld worden, dat het ver
plaatsen van de duistbestrijding naar
een later tijdstip en met een nóg se-
lektiever middel, zoals Fervin, een
vermindering van druk betekent
rond opkomst en eerste ontwikke
ling.
DE TEELT van witlofwortelen
neemt de laatste jaren toe. Witlof
stelt in principe geen hoge eisen
aan de voedingstoestand van de
grond. Wel zal de grond goed be-
wortelbaar en zonder storende la
gen moeten zijn. De beworteling
moet ongestoord tot een diepte van
60 cm kunnen verlopen. Storende
lagen in de bouwvoor geven te
korte en vertakte wortels en de
opbrengst valt vaak tegen.
BIJ DE AANKOOP van zaai
zaad is het niet zo belangrijk op de
eerste plaats te kijken naar de
prijsras en zaadkwaliteit zijn
voorwaarden die hoger aangesla
gen dienen te worden. Vooral bij
aankoop van uienzaad moet gelet
worden op het vrij zijn van stenge
laaltjes en een hoge kiemkracht.
De voorkeur moet uitgaan naar
zaad dat door de N.A.K.G. is ge
plombeerd en waarvan de verpak
king de kiemkracht en de aandui-
ding geen stengelaaltjes aange
troffen vermeld.
VEEL BELANGSTELLING is
er op het ogenblik voor aanwen
ding van organische mest. Zonder
meer een goede investering en het
nut ervan moet U bekijken op
langere termijn. De tijd van aan
wending op de klei is maar kort.
Dit betekent dat U moet proberen
de mest in voorraad te hebben of
tijdig afspraken moet maken voor
ontvangst. Het is niet uitgesloten
dat tijdens die korte aanwen-
dingstijd de vraag weieens groter
kan zijn dan het aanbod.
DE MEESTE POOTAARDAP-
PELEN, bestemd voor konsump-
tieteelt, worden koud bewaard.
Voor het poten moeten de kiemen
wel goed los zijn. Bij gewone bui-
tenluchtkoeling levert dit normaal
geen problemen op. Dit kan echter
wel het geval zijn bij pootgoed dat
mechanisch wordt gekoeld. Tijdig
uit de bewaarplaats halen en
eventueel een warmtestoot geven,
is voor dit pootgoed noodzakelijk.
VROEGE AKKERTRIPS is als
regel niet zo gemakkelijk te vin
den. Toch kunnen deze kleine
zwarte rakkers veel zuigschade
veroorzaken aan bieten, blauw-
maanzaad en erwten tijdens oj
kort na opkomst. Kunt U ze hierop
niet vinden dan kunnen distels,
hoefblad en muurpollen een betere
aanwijzing geven. Als er aanwezig
zijn, kunt U ze hierop gemakke
lijk vinden.
DE TEELT VAN duivebonen als
voedergewas geniet de laatste twee
jaren weer wat belangstelling. En
kele resultaten van proeven, aan
gevuld met praktijkgegevens, zijn
weinig hoopgevend. Uit saldobe
rekeningen blijkt dat duivebonen
op het ogenblik niet kunnen kon-
kurreren met snijmais. Wil deze
teelt aantrekkelijk worden dan
zullen er rassen moeten komen
met beduidend hogere opbrengst
en zal de prijs van het eiwit be
langrijk moeten stijgen.
BIJ HET STROOIEN van
kunstmest, het slepen van molsho
pen of bij de reparatie van de af
rasteringen kunt U gelijktijdig het
grasland kontroleren op het voor
komen van muur. Een bestrijding
nu uitgevoerd, geeft meer en beter
gras. Wacht dus niet langer maar
geef uw loonspuiter zo snel moge
lijk opdracht om een bestrijding
uit te voeren. U weet ook wel dat
muur, zelfs bij een matige bezet
ting, het gras snel verdringt.
Bovendien bevat muur een hoog
kaligehalte en kan hierdoor een
gevaarlijk voer zijn.
ER WORDT NOGAL eens ge
zegd, dat het droogspuiten van
melkvee een kunstje van niks is.
Een melkgevend dier droogspuiten
gaat nog wel, maar het wordt wel
gevaarlijk wanneer het uierontste
king geeft. Om narigheid te voor
komen, is het altijd raadzaam om
eerst overleg te plegen met de die
renarts. Let ook na het spuiten
goed op of er geen komplikaties
optreden. Een goede nakontrole
kan echt niet worden gemist.
7