K.N.L.C. dook in grond- en pachtbeleid
Voorgestelde prijzen
landbouwprodukten veel te laag
w at wel in het wetsvoorstel zou
EG-vleessektor in mineur
M et het oog vooral op de komende behandeling van het ontwerp-Wet
Vervreemding Landbouwgronden en van de wijziging-Pachtwet in het
Landbouwschap is in eigen K.N.L.C.-verband op 10 maart een konfe-
rentie over' aktuele grond- en pachtzaken gehouden. Het waren ook
"eigen" inleiders die jle stof aandroegen voor een goede diskussie. De
heer J. te Voortwis, voorzitter van de K.N.L.C.-kommissie Grondge
bruik zei van mening te zijn, dat de huidige gang van zaken met even
tuele maatregelen op de grondmarkt meer met politiek dan met beleid
in boerenbelang te maken heeft. Hij zag dat b.v. ook aangetoond in het
ontwerp-Landinrichtingswet dat ingediend is. De belangrijkste stemTn
de beslissingen over ruilverkavelingen en herinrichtingen komt straks
van de provinciale staten, van het meer politieke vlak.
Grondpolitiek kritisch bekeken
Twee prijsniveaus
Geen nieuwe
voorkeursrechten
P. V. V.-bestuur bezorgd
Wijziging Pachtwet
D e heer W. Koster, K.N.L.C.-ver-
tegenwoordiger in de Commissie van
Advies voor het grond- en pachtprijs-
peil, besprak de voorgestelde wijzi
gingen in de Pachtwet. Het gaat
vooral om de volgende incidentele
wijzigingen: het sneller in de pachten
doen doorwerken van nieuwe pacht
normen, beëindiging van de pacht op
Landbouwschap en minister eens:
D e voorstellen van de Europese Kommissie voor de landbouwprijzen
zijn te laag en moeten worden afgewezen. De inkomens in de agrarische
sektor worden hierdoor veel te veel aangetast en het totale pakket
voorstellen stelt geen oplossingen in het vooruitzicht van de strukturele
problemen in de EG-land- en tuinbouw. Deze reaktie van het Land
bouwschap op de Brusselse prijsvoorstellen wordt in grote lijnen ge
deeld door minister Braks van Landbouw en Visserij. Dit bleek tijdens
het eerste maandelijkse gesprek, dat het Landbouwschap op woensdag
12 maart 1980 heeft gehad met de nieuwe bewindsman. Naast de EG-
landbouwprijzen is er gesproken over de Wet op de Investeringsreke
ning (WIR) en de moeilijkheden in de fruitsektor.
Mi
Adviesaanvrage landbouwvestigingswet
op komst
WIR
C.Z.A.V. betaalt
fruittelers terug op
bestrijdings
middelen
De heer Te Voortwis belichtte de verschillende oorzaken die tot
grondprijsstijging hebben geleid. Maar is er wel behoefte aan een wet
vervreemding Landbouwgronden, om juist die grondprijzen te beheer
sen?
O,
m de grondprijsbeheersing hoeft
de wet er niet te komen, vond de
grote meerderheid en zeker niet om
de overheid een grotere greep op het
grondverkeer te geven. Maar het feit
is dat er een wetsvoorstel ligt, dat een
vrij grote politieke belangstelling
lijkt te hebben. Dus moet men zich
wel nader over het voorstel uitspre
ken.
De heer Te Voortwis had geen pro
blemen met de te stellen eisen aan de
verwerver, maar wilde niets weten van
eisen aan het verwervende bedrijf en
aan de toe te voegen grond (minimale
en maximale oppervlakten, verkave
ling, afstanden e.d.). Zulke eisen
werken altijd in op de bedrijfsontwik
keling en ze passen gewoon niet als
het om grondprijsbeheersing gaat.
Hij vond ze onaanvaardbaar omdat ze
b.v. kunnen betekenen dat een goede
ondernemer zijn te kleine bedrijf niet
kan vergroten. Tijdens de diskussie
bleek de overgrote meerderheid deze
opvatting te delen. Enkelen, vooral
jongeren, die een zekere grondprijs
daling voor ogen hadden, wilden ze
toch nog wel overwegen. Wat kan er
op dit stuk straks al niet via a.m.v.b.'s
overhoop gehaald worden? En dan die
regionale toepassing die de wetgever
kennelijk voor ogen staat! De ver
scheidenheid van bedrijfstypen en
werkmethoden is te groot voor zin
volle bedrijfsgebonden toetsingskri-
teria. Wat moeten b.v. de tuinbouw-
sektoren en de veredelingslandbouw
er mee aan?
moeten staan, staat er juist niet in, zei
de heer Te Voortwis. Meestal gaat
het om overdrachten van vader op
zoon en juist over de daarbij gebrui
kelijke prijzen ontstaan steeds meer
moeilijkheden; belastinginspekties
leggen een claim op het zgn. pach
tersvoordeel van de nieuwe eigenaar.
Het zou van groot belang zijn als
deze overdrachten tegen "verpachte
waarde", wettelijk geregeld, zouden
kunnen plaatshebben. De fiscus zou
dan die gebruikswaarde kunnen
aanhouden. De andere waarde is dan
de waarde bij vrije verkoop, de
"schaarstewaarde". Zo'n tweeprij
zenstelsel sprak de vergadering wel
aan, er moest nader op gestudeerd
worden.
De tweede inleider, de heer F.
Goosen, aftredend lid voor het
K.N.L.C. van de C.C.C. en het
S.B.L.-bestuur, kwam terecht bij een
rendementswaarde van de grond als
basis voor de vaststelling van maxi
mumprijzen. Men zou gekapitali
seerde netto-pachtwaarden moeten
aanhouden, b.v. k 2Een rede
lijke verhouding van eigenaars- en
pachtersbelang zou een pachtdruk
van b.v. Vi of Va kunnen doen aan
houden en aldus zou tot maximum
prijzen worden gekomen. Te hoge
grondprijzen zijn immers niet
onverdeeld gunstig, de jonge boeren
zouden ook een betere start hebben.
B ij een rendementsbasis van 2xh%
is er geen behoefte meer aan een
De EG-vleessektor zit, als gevolg van een aantal faktoren, in een
aanpassingsperiode. Nederland is daar nauw bij betrokken. Maar wat
nu precies de oorzaken zijn van de "zieke" varkensmarkt waarover
vandaag uitvoerig in de openbare vergadering van het bestuur van het
produktschap voor vee en vlees (pw) werd gesproken, is niet duidelijk.
"De diagnose bestaat uit veronderstellingen", aldus adjunkt-sekretaris
drs. L. Flink bij het bespreken van de aktuele marktsituatie. Gedurende
de afgelopen vier weken zijn de varkensprijzen verder gedaald, deelde
hij mee.
Bij een stabiel aanbod laat de vraag
het echter afweten. Hoewel die nk de
feestdagen rond de jaarwisseling al
tijd beduidend terugvalt is er door
gaans weer een opleving. In het late
voorjaar valt dan de echte seizoen-
matige terugval. Thans worden - al
naar afzetkanaal - omzetdalingen
van 10 k 20% gemeld, aldus drs.
Flink.
Om deze reden is er dan ook in de
advieskommissie van het pw-be-
stuur grote bezorgdheid over deze
zwakke markt, die overal in de EG is
terug te vinden. Men heeft zelfs het
gevoel, dat strukturele faktoren,
zoals een blijvend hoger prijsniveau
van andere goederen en minder be
steedbaar inkomen, een rol spelen.
Daarbij komt, dat een voortdurend
dalende markt zijn eigen tempo
vasthoudt. Uit vrees voor verdere
prijsdalingen zijn de kopers boven
dien terughoudend en bestellen
mondjesmaat.
De biggenmarkt brokkelt eveneens
af. Deze week zijn de prijzen 10,—
per stuk lager dan 4 weken geleden
en dit ondanks een opleving van de
biggenexport naar Frankrijk en W.
Duitsland. Dit wijst op een over
schotsituatie op de biggenmarkt. Een
lichtpunt mag het vrij stabiele ver
loop van de ribben- en buikenprijzen
heten.
Hoewel de prijzen op de rundvee-
markten stabiel blijven moet ook hier
worden gemeld, dat de binnenlandse
afzet achterblijft. Er is thans wat
grotere belangstelling voor het fijne
rundvlees van de achtervoet, maar de
belangstelling voor het grovere vlees
van de voorvoet is minder. Het is
vooral de export naar Oost-Europa,
die deze markt in evenwicht houdt,
aldus Flink.
De kalfsvleesafzet deelt in de alge
mene malaise, zei hij. Na de jaarwis
seling zijn de prijzen ingezakt; ze
schommelen thans om een beduidend
lager peil.
De lammerenprijzen daarentegen zijn
thans zeer hoog, maar dat houdt ver
band met het seizoenmatig krappe
aanbod.
grondbank. En vooral zouden dus
voorkeursrechten weinig zin en nut
hebben, aldus de heer Goosen. De
heer Te Voortwis was ook al tegen
het voorgestelde voorkeursrecht van
het Bureau Beheer Landbouwgron
den in bepaalde gebieden ten strijde
getogen. Het lijkt aantrekkelijk om
ruilverkavelingsgebieden als zodanig
aan te wijzen. Als het maar beperkt
blijft tot de vooraf bepaalde zgn.
taakstelling. Maar er is reden voor
argwaan, die taakstelling wil nog wel
eens verruimd worden door grotere
claims van bepaalde zijde. Voor re-
servaatsgebieden dan niet? Ook daar
bestaat de vrees dat de prijzen te veel
zullen worden gedrukt. Helemaal
onverteerbaar is het voorkeursrecht
in gebieden die door middel van
zoiets vaags als een planologische
kernbeslissing worden aangewezen.
De vergadering was gauw klaar met
de voorgestelde voorkeursrechten;
ze moeten beperkt resp. afgewezen
worden, zoals zoeven aangeduid.
W. Koster tijdens zijn inleiding over de wijzigingen in de Pachtwet.
's-verpachters vordering bij 65-jarige
leeftijd van de pachter, geen verlen-
gingsrecht na de 65-jarige leeftijd van
de pachter, tenslotte verruiming van
de pachtoverneming en van de moge
lijkheid van inbreng in een maat
schap.
Waarom toch incidenteel deze wijzi
gingen, hoe vanzelfsprekend overi
gens, los van vervreemdingskriteria,
beheersregelingen en andere wijzi
gingen die van meerdere kanten zijn
voorgesteld, zo vroeg de heer Koster
zich af. Het wordt tijd voor een veel
bredere aanpak, voor één grote
raamwet die alle rechtshandelingen
met landbouwgronden omvat. Het
meest ingrijpende voorstel vond de
heer Koster, dat betreffende de
beëindiging van de pacht bij 65 jaar.
Op zijn minst moet dit soepeler wor
den geregeld, zodat billijk kan wor
den gehandeld als b.v. de opvolger
nog te jong is. En de gevolgen voor de
vergoeding van inkomensschade bij
onteigening mogen wel bijzonder
goed in ogenschouw worden geno
men.
- inister Braks benadrukte, dat de
totale beoordeling van de prijzen
onder meer ook sterk afhangt van de
bereidheid in andere geledingen van
de samenleving aan inkomensmati
ging mee te doen. Over de noodzaak
om op het gemeenschappelijk land
bouwbeleid te bezuinigen bestaat
volgens hem op Europees niveau
weinig verschil van mening. Minister
Braks voorspelde, dat de onderhan
delingen in Brussel zeer moeilijk
zullen worden.
Volgens de minister kan men in Eu
ropees verband niet ernstig meer af
wijken van de huidige EG-marktor-
dening voor suiker als het gaat om
het komend oogstseizoen. In de
nieuwe suikermarktordening, die
voor vijf jaar geldt, zal voor Neder
land een aanzienlijk beter resultaat
bereikt dienen te worden dan nu is
voorgesteld. Zijn streven is er in elk
geval op gericht, dat het Nederlandse
A-quotum ongeschonden uit de
strijd komt.
In verband met de zuivelproblema-
tiek wil de minister de stimulansen
voor grotere produktie-eenheden
wegnemen: een ontmoedigingsbe
leid, dat in zijn visie nodig is met het
oog op behoud van de werkgelegen
heid, op de gezinsbedrijven en in het
belang van de marktsituatie.
Minister ir. Braks (landbouw en vis
serij) verwacht nog de eerste helft van
dit jaar een ontwerp-landbouwvesti-
gingswet voor advies te kunnen uit
sturen. Hij deelt dit mede bij gele
genheid van zijn antwoord op schrif
telijke vragen van het Tweede Ka
merlid, de heer Van der Linden, over
de veronderstelde groei van het aan
tal zeer grote landbouwbedrijven.
Wat die zg. mammoetbedrijven be
treft, kan volgens de bewindsman uit
de cijfers van de meitelling niet wor
den afgeleid dat bepaalde ontwikke
lingen in 1979 versneld zouden heb
ben plaatsgevonden.
De groei naar grote eenheden vindt
enerzijds plaats op bestaande hoofd-
beroepsbedrijven en anderzijds op
bedrijven, die derden opzetten en/of
exploiteren. Volgens informatie uit
de praktijk is het vooral deze laatste
kategorie bedrijven, die voor een
belangrijk deel debet is aan de aan
gegeven ontwikkelingen. Dit ver
schijnsel, dat overigens al een paar
jaren speelt, vervult hem met een
toenemende ongerustheid.
Het begrip mammoetbedrijf is
moeilijk te bepalen, aangezien een
komplex van tijd- en plaatsgebonden
faktoren meespeelt of in een gegeven
situatie al dan niet van een groot be
drijf moet worden gesproken.
Bovendien kan voor de diverse pro-
duktierichtingen zeker niet van één
norm uitgegaan worden. Dit hangt
samen met de verschillen in schaal
voordelen, met de verschillen in fak
toren op het gebied van de arbeids
organisatie, de bedrijfsuitrusting en
de arbeidsefficiëncy.
H et Landbouwschap heeft zijn
standpunt ten aanzien van de toepas
sing van de WIR in de land- en tuin
bouw toegelicht. Tijdens het onder
houd heeft het Landbouwschap met
klem gewezen op de noodzaak, dat de
WIR voor de land- en tuinbouw moet
blijven bestaan. Specifieke WIR-toe-
slagen (milieu, energie en innovatie)
zouden volgens het Landbouwschap
ook voor de land- en tuinbouw effekt
moeten sorteren.
Het Landbouwschap dringt voor de
fruitteeltsektor aan op een algemeen
geldende herinplantregeling, een
overheidsbijdrage in de afzetkosten
en grotere tegemoetkoming in de ha-
gelschadeverzekering.
Het bestuur van de Coöperatieve
Zeeuwse aan- en verkoopvereniging
heeft besloten om fruittelers, die hun
bestrijdingsmiddelen bij de CZAV
kopen, over hun afname in 1979 een
terugbetaling te doen van: 10% voor
leden en 8% voor niet-leden. Daar
naast zullen voor 1980 de prijzen van
een aantal belangrijke middelen, die
specifiek in de fruitteelt worden ge
bruikt, worden verlaagd om hiermee
ook voor dit jaar de kosten voor de
fruittelers gunstig te beïnvloeden.
Uitgangspunt hierbij is, dat tijdelijk
en wel voor 1979 en 1980 alleen de
direkte kosten bij de inkoopprijzen
zullen worden opgeteld en dat de
toerekening van een aantal indirekte
kosten achterwege wordt gelaten.
De CZAV acht deze bijdrage in de
lastenverlichting voor de fruittelers,
vooral gezien de negatieve rentabili
teit van de laatste jaren een goede en
verantwoorde zaak, die past binnen
de koöperatie.