Herkomst aanduiding op Zeeuwse aardappelen
7
D e heer Zachariasse had zijn be
toog voorzien van veel cijfers, ge
deeltelijk verwerkt in grafieken. Het
areaal konsumptieaardappelen,
60.000 ha, beslaat landelijk 9% van
de akkerbouw. Daarvan vindt men
80% op kleigrond. De helft van de
konsumptieteelt vindt men in het
zuid-westelijk kleigebied. De helft
van de oogst wordt in het binnenland
gekonsumeerd, waarvan een derde
in de vorm van voorbewerkte pro-
dukten. De andere helft wordt geëx
porteerd tegen een waarde, die va
rieert van 350 - 750 miljoen gulden.
Het nationaal ekonomisch belang
van de aardappel is hiermede duide
lijk gedemonstreerd.
H et gewas aardappelen appelleert
het meest aan het ondernemerschap
van de boer. Dit komt door de hoge
netto toegevoegde waarde 3.000 -
3.500/ha) en de grote invloed op het
bedrijfsresultaat. In het zuidwesten
maakt het gewas 17% uit van de ak
kerbouw, doch het aandeel in de
bruto geldopbrengst is gemiddeld
26% (19-34%). Door de variatie in
opbrengst is het duidelijk dat het
bedrijfsresultaat sterk afhankelijk is
van dit gewas. De bijdragen uit graan
en suikerbieten zijn vrij stabiel.
Grafiek I geeft in diverse lijnen het
verloop van de produktiviteit, de
prijzen van de produktiemiddelen en
de opbrengsten en kosten per kg van
alle akkerbouwgewassen. Een voort
durende prijsstijging van de produk
tiemiddelen wordt de laatste jaren
niet meer gekompenseerd door een
verhoging van de produktiviteit.
H,
H,
E r komen grote opbrengstverschil-
len voor, die verband houden met de
kwaliteit van de boer. Van groterin
vloed zijn de beslissingen aan het
begin van de teeltperiode, tot en met
het poten. Het deelnemen aan gewas
studiegroepen verdient aanbeveling.
Onze vaders wisten het wel, zij gin
gen regelmatig "boeren" bij de
buurman. Door eens anders tegen
een gewas aan te kijken kunnen de
kg-opbrengsten verbeteren, zo is ge
bleken. Uit figuur 3 blijkt, dat deze
opbrengsten voor aardappelen en
bieten in het zuid-westen zorgwek
kend achter blijven.
Dr. Ir. L. C. Zachariasse bepleit:
Cijfers
Ondernemerschap
Onderwaardering Zeeuwse
Bintje
Oktober prijsbaken
"Boeren" bij de buurman
Verbruik neemt af
'-J'
J*- mmummtrnm
\/fXr\
\,-y
-/
O,
p de onlangs gehouden vergadering van de telersvereniging van Van
Beveren Aardappelen b.v. te Brouwershaven heeft de heer L.C. Zacha
riasse van het L.E.I. een aantal interessante aspekten van de aardap
pelteelt belicht. Zo gaf hij in overweging in navolging van de franse
appellation controlée ook de herkomst van de zeeuwse aardappel te
vermelden als middel een hogere waardering te bewerkstelligen. De
prijs van de aardappel reageert nauwelijks op het areaal in Nederland,
omdat dit maar 6% van het EEG areaal uitmaakt. Eén procent wijziging
in het totale EEG areaal brengt 30 cent per 100 kg prijsreaktie bij ons te
weeg. Een zelfde percentage wijziging in de kg-opbrengst brengt 1,—
reaktie op de Nederlandse prijs. Dat dit 3 keer zoveel effekt heeft, wordt
veroorzaakt door de sterke exportgerichtheid van onze teelt. Nederland
neemt 50% van de gehele EEG-export voor zijn rekening.
L.C. Zachariasse is Oud-Big-
gekerker en hoofd van de af
deling akkerbouw van het LEI
en als zodanig verantwoorde
lijk voor prognoses-, produk-
tie- en rentabiliteitstudie van
de landbouw. Hij is onlangs
met lof gepromoveerd op het
proefschrift: "Boer en Be
drijfsresultaat" en optimis
tisch over de kansen van de
aardappelteelt in het Zuid
westen. "De teler moet zijn
gunstige uitgangspositie be
houden door volledige inzet
t.a.v. kwaliteit en kwantiteit".
- Dit zei de 38-jarige winnaar
van de landbouwhogeschool
prijs op de vergadering van de
telersvereniging van Van Be-
veren Aardappelen b.v. te
Brouwershaven.
Duidelijk komt ook tot uitdrukking,
dat de kosten per eenheid produkt
hoger zijn geworden dan de op
brengsten.
et belang van de aardappelen
voor de rentabiliteit van de akker
bouwbedrijven, blijkt o.m. uit de af
hankelijkheid van de arbeidsop-
brengst van de prijs. Bij een prijsve-
randering van 1,— per 100 kg ve
randert de arbeidsopbrengst bij
aardappelen met 3.000,— bij tar
we met 625,— bij suikerbieten
met 460,—
In tabel I zijn de opbrengsten en
prijzen opgenomen, gemiddeld over
5 jaar, waardoor de jaarschomme
lingen worden gevlakt. Naast het
grote belang van de teler bij de op
brengst van zijn aardappelen, komt
uit de genormaliseerde prijzen naar
voren, dat de veel geroemde Zeeuw
se Bintje geen hogere prijs opbrengt.
Vermoedelijk spelen hier de opslag
mogelijkheden een rol. Gemiddeld
zou men daardoor in Zeeland wat
vroeger afleveren dan in andere ge
bieden. In het zuidwesten kan slechts
twee/derde van de teelt in perma
nente koelruimten worden opgesla
gen, terwijl de helft van de ruimten
minder dan 250 ton kapaciteit heb
ben.
Er treden natuurlijk van jaar tot
jaar grote schommelingen op, welke
zowel in areaal als in opbrengst 10%
Tabel I
Konsumptie-aardappelen
Vergelijking kg-opbrengsten en opbrengstprijzen in de 3 klei-ak-
kerbouwgebieden (voortschrijdende 5-jaarlijkse gemiddelden)
Fysieke opbrengsten
Opbrengstprijzen
1967 t/m
1968 t/m
1969 t/m
1970 t/m
1971 t/m
1972 t/m
1973 t/m
1974 t/m
1975 t/m
1971
1972
1973
1974
1975
1976
1977
1978
19790
1) 1979 prognose
(ton/ha)
(gld./100 kg)
N
ZW D
Ym
N
ZW D Ym
31,4
36,4
39,3
12,40
11,45
12,95
30,8
36,5
41,3
14,70
15,15
16,10
33,2
37,2
43,3
15,80
15,25
16,70
34,5
37,1
44,8
15,00
13,65
15,05
33,9
37,6
43,8
18,55
19,90
20,00
34,8
37,0
44,1
25,80
25,65
26,80
34,6
35,7
42,7
24,75
23,20
24,70
34,7
34,9
42,5
24,95
24,05
25,10
35,3
35,9
42,2
26,40
25,70
26,25
bron:
L.E.I.
kunnen belopen. Niet in cijfers vast
te leggen is de stemming in de markt.
Het blijkt evenwel, dat de verkopen
in oktober een graadmeter is voor de
prijs over het gehele jaar. Hoe hoger
het tempo in deze maand, des te ho
ger de prijs over het jaar genomen.
Er is een drie-jarige prijscyclus te
konstateren van 1 jaar hoog en 2 jaar
laag.
Volgens deze cyclus voorspelde Za
chariasse, (behoudens storingen van
buitenaf als in '76) voor het komend
seizoen een lage prijs evenals in '81.
Aan toegerekende kosten vergt een
ha aardappelen 3.000,—
3.500,— waarvan ruim een derde
pootgoed. Uit de meeropbrengst
moet de beloning voor arbeid en ka
pitaal van de boer komen.
De meerkosten voor 40 ton/ha ver
geleken met 35 ton/ha zijn verhou
dingsgewijs klein, doch het op-
brengstverschil betekent wel 1
cent/kg verschil in kostprijs. Naast
de ha-opbrengst speelt ook de kwali
teit van de boer een belangrijke rol.
De klimaatgevoeligheid en de struk-
tuur van de grond bepalen de kwali
teit.
Andere mogelijkheden de rentabili
teit te verhogen zijn beperkt. Inten
sivering van het grondgebruik is niet
mogelijk. Een betere benutting van
de machines kan bereikt worden
door beperking van het aantal ge
wassen. Per bedrijf is schaalvergro
ting echter niet eenvoudig en duur.
Om tot schaalvergroting te komen
zal veelal met andere bedrijven
moeten worden samengewerkt. De
beperkende faktor is het aantal ha
per arbeidskracht. Voor optimale
benutting van de faktor arbeid is in
het zuidwesten 40 ha per man nodig.
Het aantal indirekte of algemene
uren wordt vrij hoog, 30-40% van de
totale werktijd. Voorheen werd een
gedeelte van deze tijd benut voor het
sorteren van de eigen teelt. Door
tempo en kwaliteit is dit niet meer
mogelijk, doch het betekent wel een
verschraling van de werkgelegen
heid.
et verbruik neemt af, voorna
melijk door afname van bevolking
en/of bevolkingsgroei. Volgens de
somberste prognose zal het aantal
eters in ons belangrijkste exportland
- 1
i' z*
Het transporteren van aardappelen in 5 tons kisten op speciale onderstellen
met tandemassen bij de Feijter.
West-Duitsland in de komende 30
jaar halveren van 60 op 30 miljoen.
De traditionele markt neemt dus in
omvang af. We moeten ons richten
op nieuwe mogelijkheden, b.v. teelt
van speciale rassen voor het Ruhr-
gebied. Ook de aansluiting van En
geland met de gemeenschappelijke
markt is interessant. Dit betekent
wel, dat in konkurrentie getreden
moet worden met de huidige leve
ranciers. De uitgangspositie van de
Nederlandse boer is daarvoor goed,
o.a. doon le hoge kg-opbrengsten en
2e bodemgeschiktheid voor intensie
ve mechanisatie.
De ontwikkeling van het loonniveau
is mede bepalend. Naar verwachting
zal Engeland in de toekomst veel
minder dan thans kunnen beschik
ken over goedkope arbeidskrachten.
Veelal is de grond minder geschikt
voor mechanisatie zodat men aldaar
over zal gaan op een Oldambtster
bouwplan met veel graan. Dan val
len de aardappelen uit de boot, o.a.
ook vanwege de ongewisse prijs t.o.v.
de granen. Vooral in het naseizoen
zal Engeland behoefte krijgen aan
aardappelen in verband met de af
name van de kwaliteit en de be-
waarfaciliteiten. Dr. Ir. Zachariasse
zag de toekomst van de aardappel
teelt optimistisch tegemoet. Er zijn
voldoende mogelijkheden de kwan
titeit te verhogen en te kwaliteit te
verbeteren. Als deze punten de no
dige aandacht krijgen, kan de gun
stige uitgangspositie uitstekend wor
den benut.
De vice-voorzitter, de heer Joh. Goe
man, introduceerde een nieuw 2-jarig
kontrakt, terwijl de heer J.H.J.
Zingstra in het jaaroverzicht de toe
hoorders een schets gaf van het ge
realiseerde en verwachte afzet ver
loop. Hij adviseerde de telers hun nog
aanwezige voorraad gespreid af te
zetten. Deze is volgens de inventari
satie cijfers groter dan in voorgaande
jaren, terwijl de voorzienbare afzet
mogelijkheden niet navenant beter
zijn. Door de wanverhouding tussen
grof en fijn verdient vooral de afzet
van de 35/50 mm met zorg te worden
bekeken. Een gematigde prijs zal de
exportmogelijkheden aanzienlijk
vergroten, daar deze voornamelijk in
de traditionele markten liggen.
drs. J. de Vries, ing.
Grafiek 3 - Bron: LEI
Ontwikkeling fysieke opbrengsten in
de periode 1962 t/m 1978 (voort
schrijdend vijfjaarlijkse gemiddelde)
suikerbieten
Noordelijk kleigrond
Zuidwestelijke kleigebied
- - Droogmakerijen IJsselmeerpolders
Grafiek 1 - Bron: LEI
Ontwikkeling resultaten grotere akkerbouwbedrijven, zuidwestelijk kleige
bied.
300
250 -
200 -
150 -
100
per eenheid produkc
prijzen produktiemiddelen
opbrengsten per eenheid produkt(alle akkerb .prod.
kosten per eenheid produktC idem)
hoeveelheid prod.middelen (idem)
50
L
_L_
65/66 67/68
69/70 71/72
11
73/74 75/76
77/78
79/80
9