De maand maart on het
Zuidwestelijk landbouwbedrijf
M aart is de maand waarin de plantengroei in de natuur weer op gang komt, omdat de
temperatuursom, de optelling van de gemiddelde dagtemperaturen vanaf 1 januari, snel
hoger wordt.
I
D oorgaans worden er in maart
weinig aardappelen gepoot. De grond
is nog te koud en vaak te nat om de
vereiste bewerking te kunnen door
staan zonder "versmering" van zowel
boven- als ondergrond. Maar het
pootgoed is wel al op de bedrijven
gearriveerd meestal in zakjes vanuit
een mechanisch gekoelde cel. Dit
produkt vraagt op dat tijdstip de no
dige aandacht om laterë kalamiteiten
te voorkomen.
Het boerenleven gaat als het ware weer beginnen, d.w.z. dat deel van dat leven waarin de
produktie plaatsvindt via plantengroei in de buitenlucht. De veehouder, de glastuinder en
de witloftrekker produceren een heel jaar rond of een zeer groot deel daarvan. Of dit
boerenleven inderdaad weer gaat beginnen, öf de agrariër inderdaad "de bloesem zal zien
bloeien", zal van ieders persoonlijke geaardheid afhangen.
Het hoeft niet onder stoelen of banken gestoken te worden, dat het niet bij iedereen
rooskleurig te noemen is. Dat is niet bij de agrariër alleen maar hij is wel degene die nog
steeds een groot positief exportoverschot op tafel legt van 8 miljard gulden per jaar. Dat
doet "de landbouw" in Nederland en niemand anders.
Laten we dan toch maar weer proberen om het gezaaide zaad tot groei te krijgen, zodat
iedereen kan zien dat het de boer is die doorgaat. Hij verstaat zijn vak, weet wat finan
cieren is en is iemand die persoonlijke risiko's op zich durft te nemen. Als we er met elkaar
zo "tegen aan gaan", dan moet het toch mogelijk zijn om de donkere tunnel weer uit te
komen om in het licht de bloesem inderdaad te zien bloeien.
Bemesting
Klaarleggen van zaaibed
Het ontsmetten van
zaaizaad en pootgoed
Groenbemesters zaaien!
W aarom? Om de struktuur van de
Onkruidbestrijding
Pootgoedbehandelinê
CONSULËNTSCHAPPEN VOOR DE
RUNDVEEHOUDERIJ TE GOES
AKKERBOUW EN DE
De bedrijfsvoorlichter,
ing. J. C. van Bergeijk
n het artikel over februari is reeds over de vroege stikstofgift ge
schreven. Die vroege N-gift is bij de GRANEN nodig voor een betere
uitstoeling en een vlotte opbouw van de plant, "de fabriek". De latere
bemesting is vooral nodig voor de korrelvulling en het duizendkorrel-
gewicht van het eindprodukt. Bepalend voor de graanopbrengst zijn:
aantal aren per m2 (450-500);
aantal korrels per aar x duizendkorrelgewicht.
Voor SUIKERBIETEN is die vroege gift van belang om de stikstof
gelegenheid te geven zich regelmatig over het te bewortelen gedeelte
van de grond te verspreiden en daardoor mede zoutschade aan de
oppervlakte te voorkomen. Het woord "uitspoelen" wordt dan nogal
eens gebezigd. Daar moet men niet te gauw bang voor zijn. Indien
echter gewerkt wordt op plaatgronden met een dun kleipakket kan
uitspoelen WEL een rol spelen. De bietenwortel moet bij zijn groei
regelmatig van stikstof voorzien kunnen worden. Is deze vroege N-gift
door omstandigheden nog niet gegeven, dan moet dit nu wel zo vlug
moéelijk gebeuren. De KALI is veelal in de herfst gestrooid eventueel
via een 4-jarige gift ineens. De fosfaatbemesting wordt bij voorkeur in
het vroege voorjaar gegeven. Inwerken is nodig voor een goede be
schikbaarheid.
Kiemplanten hebben graag wat vers
fosfaat voor een goede groei. Omdat
de prijzen van de meststoffen hoger
geworden zijn, is een beslissing om
daarop te bezuinigen niet denkbeel
dig: maar is wel: "het paard achter de
wagen spannen"!
Bemest met overleg aan de hand van
grondonderzoek zowel het algemene
gedeelte als het N-onderzoek. Juist
nu zijn die gegevens zo belangrijk
voor het nemen van goede beslissin
gen. De richtlijnen over de hoogte
van de stikstofbemesting voor dit
seizoen zijn in een vorig nummer
reeds gepubliceerd. Neemt U hier
goede nota van!
Z aaien is niet zomaar het zaad in
de grond brengen om het te laten
kiemen en opgroeien en afwachten
wat er van komt. De wijze van
klaarleggen van het zaaibed is vak
werk, precisiewerk. Er wordt nogal
eens makkelijk gezegd "niet te diep
en niet te ondiep". De juiste diepte is
zodanig, dat het zaadje op de nog
onbewerkte ondergrond komt te lig
gen, zodat de vochtvoorziening kan
plaatsvinden door capillaire wer
king. Het gebeurt wel dat eerst los-
gereden wordt en later weer aange
drukt. Dit is fout. Dan ligt de grond
op onnatuurlijke wijze vast en is er
van een natuurlijke capillaire wer
king geen sprake. Om de kieming en
de eerste groei te laten afhangen van
de eventuele regenval is een zeer ris
kante zaak.
Bij droogte komen een aantal zaden*
niet op of verdrogen de kiemplanten
met als gevolg een dunne of te dunne
stand van het gewas met alle finan
ciële gevolgen van dien. Nogmaals:
zaad moet om onbewerkte grond lig
gen. Een kluitje is niet erg. Te fijn
liggen kan dichtslaan tot gevolg
hebben, vooral op slempige gronden.
De hedendaagse werktuigen voor dit
voorjaarswerk kunnen vrijwel alles.
Ze zijn nauwkeurig in te stellen op
diepte, maar er moet vakkundig mee
omgegaan worden. Een verkeerde
12
stand kan een te diepe bewerking tot
gevolg hebben, weer met alle gevol
gen van dien. De heer dr. ir. Zacha-
riasse heeft niet voor niets gevonden,
dat het inkomen van de boer voor
een zeer groot deel afhangt van de
beslissingen, die in het voorjaar ge
nomen worden dus bij de aanvang
van de produktie.
Elke misser kost geld!
O,
m alle belagers, schimmels, in-
sekten en aaltjes vanuit de grond een
halt toe te roepen, is ONTSMET^
TING van zaaizaad en móotgoed
NOODZAKELIJK.
De kiemplant MOET sterk zijn om
dat bij en na het bovenkomen nog
vele middelen gespoten worden tegen
bovengrondse insekten, schimmels en
onkruiden. Alle zaad- en pootgoed
wat van buiten het bedrijf aangekocht
wordt, komt ontsmet tegen bodem- en
kiemschimmels op het bedrijf aan.
Maar daar kan de betreffende on
dernemer nog wel wat aan toe
voegen, omdat op bepaalde percelen
verwachtingen zijn van aantastingen
door bijvoorbeeld bietekevertje,
springstaarten, koprot, stengelaaltjes
en ga zo maar door. Daar zijn veel
middelen voor, vermeld in de'
"Handleiding 1980", de chemische
bestrijding van ziekten, plagen en
onkruiden in landbouwgewassen.
Dit boekwerkje is langzamerhand al
zo bekend, dat de middelen hier niet
nader besproken behoeven te wor
den. Echter één uitzondering, er is
namelijk een nieuwe toepassing bij
suikerbieten: een extra ontsmetting
tegen pythium (wortelbrand). Dat
kan met Ortho-Difolatan-80 (8
gram/kg zaad). Hierbij echter nog
twee opmerkingen. Deze extra be
handeling heeft alleen zin als bieten
gezaaid worden op percelen waar
men - op grond van eerder opgedane
ervaringen - grote kans loopt weer
aantasting door wortelbrand te krij
gen. Met name is dit het geval bij
vroeg zaaien op grond met neiging
tot verslempen die vaak lang koud
blijft. Ook een lage pH werkt optre
den in de hand.
Verder dient men er rekening mee te
houden dat als Ortho-Difolatan op
het zaad is aangebracht, een zaadbe
handeling met een insekticide zoals
lindaan of Multamat bijvoorbeeld,
toch wel moeilijk wordt.
Over de toepassing van verschillende
middelen rond het zaaien van de
bieten volgt nog een afzonderlijk ar
tikel.
Nog een andere opmerking: het pil-
lenzaad wat op de markt gebracht
wordt bevat voldoende insekticide.
Dus daar geen extra middel meer
aan toevoegen.
Als het weer meewerkt, moet er in
maart veel werk verzet worden.
bodem op peil te houden of te verbe
teren. Uw eigen organische stofba-
lans vertelt U hoeveel er moet worden
toegevoegd op Uw bedrijf. Is die voor
1980 al gemaakt? Daarbij is de
"sponswerking" van de grond nood
zakelijk
a. voor opname en regelmatige af
gifte van vocht;
b. om de grote druk van de werktui
gen op te kunnen vangen;
c. het voorkomen van verslemping
en struktuurverval.
In hoofdzaak worden daar klaver- en
grasrassen voor gebruikt. Waarom
nu wel gras en geen klaver of wel
klaver en geen gras?
Voordelen van gras ten opzichte van
klaver:
1De slagingskans van gras is groter
dan van klaver;
2. Gras biedt meer mogelijkheden
voor de chemische onkruidbes-
trijding in de dek vrucht en in de
stoppel;
3. Op lichte, slempgevoelige gron
den bedekt het gras de grond be
ter tegen regeninslag en felle
zonnestraling.
Nadelen van gras ten opzichte van
klaver:
1. gras is door de extra N-gift
duurder;
2. onderploegen van gras eist net
werk anders is hergroei van aan
de oppervlakte liggende pollen
niet denkbeeldig met alle nare
gevolgen van dien;
3. de opbrengstverhogende werking
van gras is lager dan van klaver.
Vooral de suikerbiet reageert
daar op;
4. de zuiverheid van graszaad moet
aan hoge eisen voldoen. Kweek
van een ander zaaien is geen leu
ke bezigheid en de bestrijding
daarvan is duur.
O ok voor wat de onkruid
bestrijding betreft kan weer
naar het boekje "Handleiding
1980" verwezen worden. Daar
staan voor alle gewassen vele
te gebruiken middelen ge
noemd met achterin de prij
zen. Het is echter een kunst
om een gezond gewas op te
kweken met zo laag mogelijke
spuitkosten. Men dient zich
bij iedere bespuiting af te
vragen: "wat doe ik nu?" Het
is toch wel even om over na te
denken dat de laatste jaren de
toename van bijvoorbeeld
kleefkruid gekonstateerd
wordt.
Enkele zaken vragen extra
aandacht, namelijk:
1. bijvoorbeeld Avadex en
Ro Neet moeten 3-5 cm
ingewerkt worden. Werk
zeer precies omdat anders
bijvoorbeeld het bieten
zaadje niet op de vaste
grond komt te liggen.
2. Er zijn rasgevoeligheden
voor bepaalde middelen
bijvoorbeeld chloortolu-
ron en Dosanex alleen in
de tarwerassen Caribo,
Clement, Cyrano, Durin
en Okapi.
Dit staat allemaal in het
boven aangehaalde boekje
vermeld. Zij die lid zijn van
een Studieclub of Vereniging
voor Bedrijfsvoorlichting
hebben dit boekje thuis ges
tuurd gekregen. Op deze ma
nier kan je door je lidmaat
schap soms veel geld verdie
nen.
Suikerbieten zaaien met een 12-rijige machine.
Kontroleer meteen bij aankomst op
het bedrijf de partij op aanwezigheid
van bijvoorbeeld rhizoctonia en fu-
sarium. Zwakke partijen vooral niet
te vroeg poten. Bij aanwezigheid van
rhizoctonia in een mate dat er kans is
om moeilijkheden bij de opkomst,
kan, als niet met kwik ontsmet werd,
alsnog besloten worden tot een be
handeling met poeder of vloeibare
middelen tijdens het poten.
Waar fusarium wordt waargenomen,
dient men uiterst voorzichtig te werk
te gaan, de partij koel op te slaan en
zoveel mogelijk met rust te laten. El
ke beschadiging ook afbreken van
scheuten werkt het optreden van fu
sarium in de hand. Met poederen
wordt fusarium weinig of niet tegen
gegaan, werken met vloeibare mid-