Koolrabi, een gewas in opkomst Plantdichtheid, produktie en vruchtgrootte van Golden Delicious in Oostelijk Flevoland D e aanvoer van koolrabi is in ons land gedurende de jaren zeventig bijna verachtvoudigd. In 1970 wer den 1.852.000 stuks aangevoerd, het geen in 1979 was toegenomen tot 14.203.000 stuks. Wanneer we het gemiddelde knolgewicht op 220 gr. stellen, betekent dat voor het afgelo pen seizoen een kwantum van 3.125 ton. Dat was 15% meer dan in 1978 en 35% meer dan in 1977. De toena me van de veilingaanvoer heeft zich dus ook gedurende de meest recente seizoenen voortgezet. D, D e vruchtmaat is vooraf afhanke lijk van de kg-opbrengst per ha. Hoe hoger de produktie, hoe kleiner de gemiddelde vruchtmaat. G, O Toch niet meer zó nieuw Koolrabi op het menu Arealen Veiling aanvoeren Balans opgemaakt Teeltbeschrijving van enige kleine groentegewassen Veilingprijzen en -besomming D e veilingprijzen voor koolrabi zijn gedurende het afgelopen seizoen, bij een rekordaanvoer, opnieuw erg be vredigend geweest. De gemiddelde prijs bedroeg 61 ct/stuk. In het sei zoen '78 was dat 53 cent. Alleen ge durende de maanden juli en augustus (vollegronds-produkt) werd niet hele maal het hoge niveau van '78 geëve naard. In het begin van het seizoen (maart) was de prijs 10% hoger dan in maart '78. De toegenomen export zal zeker op het gunstige prijsverloop van invloed zijn geweest. Produktie in West-Duitsland D eze publikatie van het LEll) vermeldt de resultaten van een onder zoek naar de samenhang tussen plantdichtheid, produktie en vrucht- grootte van het appelras Golden Delicious in Oostelijk Flevoland. Het onderzoek is uitgevoerd op percelen met een plantdichtheid van 1100 tot 1900 bomen per ha. Verhoging van het aantal bomen per ha binnen dit trajekt bleek, ondanks de afnemende produktie per boom, toch tot een toeneming van de kg-opbrengst per ha te leiden. Het verschil was in de eerste groeijaren het grootst. Vanaf het zesde groeijaar was de produktie van de beplantingen met 1900 bomen per ha nog jaarlijks ca. 6800 kg per ha hoger dan met 1100 bomen. nder invloed van de stijgende druk op de rentabiliteit van het tuin bouwbedrijf, is de belangstelling voor "nieuwe" gewassen gedurende de afgelopen jaren sterk toegenomen. Zo werden produkten als aubergine, Chinese kool, broccoli, venkel en ook koolrabi veelvuldiger in het teeltplan opgenomen. Nog steeds wordt een groot deel van de produktie van koolrabi geëx porteerd naar met name West-Duitsland. Daarnaast neemt echter ook de interesse van de binnenlandse konsument de laatste jaren toe. Het laat zich aanzien dat de mogelijkheden van deze teelt nog lang niet zijn uitgeput. n ons land wordt, met name in Noord-Limburg, sinds het begin van de jaren zestig koolrabi geteeld, zij het in beperkte hoeveelheden. In het aangrenzende Straelense glastuin bouwgebied was men al veel langer met de teelt van deze koolsoort be kend. Aanvankelijk waren de "Ven- lose" tuinders dan ook, wat betreft hun know-how, in belangrijke mate aangewezen op de kennis en ervaring van hun Westduitse kollega's. De Limburgse teler nam koolrabi in zijn teeltplan op, omdat hij afzetmo gelijkheden zag bij onze oosterbu ren. In ons land was de koolrabi toentertijd nog nagenoeg onbekend. De produktie was dus vrijwel geheel op de export gericht. Dit is lange tijd zo gebleven. De Nederlandse kon sument raakte niet of nauwelijks be ter met deze groente bekend. Een en ander is wellicht tevens het gevolg geweest van de wat afgelegen ligging van het teeltgebied. Momenteel is het binnenlands verbruik in het zui den en het oosten van het land dan ook nog steeds hoger dan m het westen en het noorden. Inmiddels wordt ook in andere delen van ons land koolrabi geteeld. Met name is dat het geval in het Westland en de Kring. Aanvoerveilingen al daar zijn Barendrecht en Westland- Noord. zoek gebleken, dat 80% van de Ne derlandse huisvrouwen nog nooit koolrabi had gekocht. En wanneer er al werd gekocht, dan ging het over het algemeen om betrekkelijk kleine hoeveelheden. Het lijkt ons daarom waarschijnlijk dat de hiervoor ge- konstateerde groei van de konsump- tie door zal zetten of zelfs nog toe zal nemen gedurende de eerstvolgende jaren. r edurende de voorgaande paar ja ren is er van verschillende zijden wat meer moeite gedaan om de groente soort koolrabi onder de aandacht van de Nederlandse konsument te bren gen. Het binnenlands verbruik (dat overigens nog steeds erg laag is)is dan ook in de afgelopen 3 jaren sterk gestegen. In 1970 konsumeerden we hier te lande 10 gram per hoofd per jaar, in 1975 was dat 20 gram, in 1977 40 gram en in 1979 70 gram. Uitgaande van de genoemde hoeveel heden zien we, dat gedurende de af gelopen negen jaar de konsumptie per hoofd van de bevolking met 600% steeg. Van 1977 tot 1979 was die stij ging nog 75%. Het is wel duidelijk dat er weinig andere produkten zullen zijn, waarvan de populariteit in zo korte tijd zo heeft kunnen toenemen. Toch is in 1978 uit een marktonder- n ons land besloeg het areaal kool rabi in 1979 ongeveer 150 ha. Daar van was een kleine 100 ha volle- grondsteelt. Officiële cijfers hierom trent ontbreken, zodat het genoemde areaal uit aanvoercijfers moest wor den berekend. Van de circa 100 ha wordt 40 k 45 ha beteeld met koolrabi die bestemd is voor de verse markt, terwijl de overige 55 60 ha op kon- trakt wordt geteeld voor de diepvrie sindustrie' Het leeuwendeel van de aanplant on der glas wordt in de maanden de cember, januari en februari gereali seerd (in 1979 80%), met januari als zwaartepunt (35%). Het laat zich aanzien dat de aanplant zich steeds meer rond de genoemde maanden zal koncentreren. Na februari wordt er ieder jaar minder aangeplant. e handelsproduktie van koolrabi was in 1979 ruim 5.500 ton groot. In 1978 was dat 5.000 ton en in '77 3.500 ton. In het afgelopen seizoen werd van de genoemde produktie 3.125 PROEFSTATION Met de toenemende belangstelling voor teelt en afzet van de zogenaamde kleine gewassen groeit ook de be hoefte aan verantwoorde teeltinfor matie. Het Proefstation voor de Ak kerbouw en de Groenteteelt in de Vollegrond (PAGV) is voor wat de teelt in de vollegrond betreft, de laat ste jaren in samenwerking met enkele regionale proeftuinen wat dieper in deze materie gedoken. Hoewel nog niet alle vragen van een concreet antwoord voorzien kunnen worden, maken de inmiddels verkregen on derzoeksresultaten en de in de prak tijk opgedane ervaringen het verant woord, de de verzamelde kennis over een zestal "kleine" gewassen aan be langhebbenden door te geven. Daarom heeft het PAGV een teelt beschrijving samengesteld waarin Chinese kool, ijsbergsla, koolrabi, knolvenkel en broccoli worden be I handeld. Hierbij is de nadruk gelegd op teeltinformatie zoals grondsoort en bemesting, zaaien en planten, rassenkeuze en oogstplanning. Daarnaast zijn bij elk van de gewas sen de meest recente gegevens over prijsvorming, afzet, arbeidsbehoefte, kosten en opbrengsten opgenomen. Kortom, een compleet overzicht van alles wat er op dit moment ten aan zien van deze teelten in de volle grond bekend is. Abonnees op de groenteteeltpubli- katies van het PAGV ontvangen de ze teeltbeschrijving na het verschij nen automatisch. Niet-abonnees kunnen het boekje verkrijgen door 4,— over te maken op giro 2249700 t.n.v. PAGV, postbus 430, 8200 AK Lelystad, onder vermelding "kleine gewassen". Direct na ont vangst van het bedrag wordt het boekje toegezonden.) ton via de veiling aangevoerd (2725 en 2300 t.). De overige 2.400 ton werd op kontrakt geteeld. Die kon- traktteelt van koolrabi is gedurende de afgelopen 3 jaren sterk toegeno men. In 1977 werd nog precies de helft van het huidige kwantum op kontrakt geteeld. Er wordt jaarlijks steeds meer kool rabi door de verwerkende industrie opgenomen. Het gaat daarbij voor namelijk om de diepvries industrie. In 1979 werd ruim 2.000 ton koolrabi verwerkt. In 1978 was dat 1.850 ton en in '77 450 ton. De beschikbare hoeveelheid voor de binnenlandse markt is, zoals we reeds zagen, ook stijgende. In 1979 was dat ruim 1.000 ton. Dat komt neer op 70 gram per hóófd van de bevolking. Zoals bij vrijwel alle groentegewas sen is de prijs van koolrabi bij de start van het seizoen (vroege voor jaar) het hoogst. Daarna zakt die langzamerhand wat af om in augus tus zijn dieptepunt te bereiken. In de daarop volgende maanden trekken de prijzen meestal nog weer wat aan. Het glasprodukt, dat voor 99% voor half juni wordt aangevoerd, haalt zodoende de beste prijzen. In het af gelopen seizoen werd voor kas-kool- rabi gemiddeld ruim 71 ct/stuk be taald (in voorgaande jaren 62 en 63 ct/st). Hierbij doet zich het ver schijnsel voor dat juist voor de grootste knollen de hoogste prijs wordt behaald. Deze knollen (meer dan 10 cm doorsnee) zijn echter veelal door vezeligheid en verhou- ting van mindere kwaliteit. De on bekendheid van de konsument met dit produkt zal debet zijn aan deze situatie. O nze oosterburen produceren al jarenlang rond de 40.000 ton koolra bi per jaar. In het afgelopen seizoen was dat met 36.000 ton 10% minder. Alleen in het droogte-jaar '76 is het nog minder geweest, nl. 34.000 ton. Is in ons land de glasteelt verreweg - het belangrijkst, in West-Duitsland is dat precies andersom. Daar is het areaal in de vollegrond ruim 10 maal zo groot als dat onder glas. Boven dien neemt de kasteelt steeds verder in betekenis af. Het lijkt derhalve aannemelijk dat de export van het Hollands glasprodukt gedurende de komende jaren nog toe zal kunnen nemen. In maart zijn de kansen voor het Ne derlandse produkt optimaal, hetgeen ook in de prijzen tot uiting komt. De Duitse koolrabi van de vollegrond vindt zijn aanvoertop gedurende de maanden mei en vooral in juni. Daarna neemt de aanvoer geleidelijk aan af. In het vierde groeijaar bedraagt bij een produktie van 20.000 kg per ha respektievelijk 45.000 kg per ha de gemiddelde vruchtmaat 77 mm res pektievelijk 71 mm (verschil 6 mm). In de volwassen fase van de beplan ting (vanaf het zesde groeijaar) wordt een zelfde verschil in gemid delde vruchtgrootte eerst bereikt bij een verschil van ca. 60.000 kg per ha (produktie van 20.000 tot 80.000 kg per ha). Juist in deze volwassen fase loopt het verschil in kg-opbrengst per ha, veroorzaakt door verschillen in aantal bomen per ha, terug tot 6800 kg, als gevolg waarvan de in vloed op de vruchtgrootte sterk ver mindert. Onafhankelijk van de plantdichtheid blijkt er een zeer duidelijk verband te bestaan tussen de gemiddelde vruchtgrootte en het aandeel van de afzonderlijke maatsorteringsklassen in de kg-opbrengst. Naarmate de ge middelde vruchtmaat groter is, is ook het aandeel van de klassen 75-80 mm en 80-85 mm groter en dat van de sorteringsklassen 65-70 mm en 70-75 mm kleiner. Ook het aandeel van de klasse 60-65 mm wordt nog geringer. Het aandeel van de klassen kleiner dan 60 mm en groter dan 65 mm blijft vrijwel gelijk. Voor vier verschillende produktieni- veaus per ha in de volwassen fase (zesde t/m tiende groeijaar) zijn zo wel de procentuele verdeling als de kg-opbrengstverdeling over de maatsorteringsklassen onderzocht. De procentuele verdeling gaf tussen de vier opbrengstniveaus slechts ge ringe verschillen te zien. Wat de kg- opbrengstverdeling betreft, werden in de hogere opbrengstniveaus per ha gemiddeld in alle maatsorterings klassen, meer kilo's geoogst, behalve in de maten groter dan 80 mm. Uit normatieve berekeningen, waar bij geen rekening is gehouden met eventuele kwaliteitsverschillen, bleek dat de hogere opbrengstni veaus gemiddeld in alle gevallen be tere financiële resultaten opleverden. Dit hoeft echter niet voor alle gebie den te gelden. In Oostelijk Flevoland waren de re sultaten van de hogere opbrengstni veaus in de onderzoekjaren zoveel beter, omdat de verhouding tussen kg-opbrengst per ha en gemiddelde vruchtgrootte zo gunstig was. In een evaluatie wordt daar dieper op inge gaan. 1) Deze Publikatie kan uitsluitend worden besteld door overschrijving van 9,40 op girorekening no. 412235 t.n.v. het Landbouw-Econo- misch Instituut te Den Haag. Ver meld dient te worden "Zend publika tie no. 4.90". 15

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 15