Energiebesparing in de
varkenshouderij mogelijk
MENUET
een mirakels goede
brouwgerst
N aarniate de varkens ouder wor
den zijn de eisen aan de temperatuur
lager.
M et een goede vloerverwarming
voor de biggen kan de ruimtetempe-
ratuur in kraamhokken vaak veel la
ger worden ingesteld dan in de
praktijk wordt toegepast. Voor de
zeug is een te hoge temperatuur zelfs
onaangenaam. Uit onderzoek is ook
gebleken dat bij een goede nestver
warming het voor de biggen geen
gevolgen heeft of men 21 gr.C. dan
wel 17 gr.C. als ruimtetemperatuur
heeft. Bij de lagere temperatuur
kwam zelfs minder diarree bij de
biggen voor. Wanneer de biggen een
aantal dagen oud zijn moet per af
deling worden bekeken of we tot een
aanvaardbare ruimtetemperatuur
terugkunnen b.v. bij halfrooster 18
gr.C. en voll.rooster 20 gr.C. In de
praktijk ziet men vaak 20 gr.C. tot 24
gr.C. bij voll.rooster. Een tempera
tuur die veel energie vraagt en vaak
ook niet nodig is.
Schapenfokkers hadden
moeilijk jaar
Let op isoleren en ventileren
Isolatie
Temperatuur mestvarkens
Temperatuur fokvarkens
Centrale-gang temperatuur
Ventilatieniveau
an de klimaatsbeheersing is de laatste jaren in de varkenshouderij
veel aandacht besteed.
Dit heeft ook mede gebracht dat we daarvoor veel hebben moeten
investeren en dat er jaarlijks een hoeveelheid energie (olie of gas) nodig
is om dit te realiseren. Mede daardoor hebben de varkenshouders goede
technische resultaten behaald. Nu echter de energieprijzen het laatste
jaar 3x hoger liggen dan in 1973, moet men zich wel realiseren dat de
energiekosten hoog op zullen lopen. Met name voor die bedrijven die
mechanische ventilatie en verwarming toepassen.
Een goed geisoleerde varkensstal.
Ruimtetemp. 18 gr.C., halfroostervloer
min.vent. 15%
Praktijk
1 V 40
Teveel
afd. 80 bi. 25 kg 300 m3 lu.
afd. 80 bi. 35 kg 400 m3 lu.
afd. 80 bi. a 45 kg 540 m3 lu.
800 m3 lu.
800 m3 lu.
800 m3 lu.
500 m3 lu.
400 m3 lu.
Teveel
900 m3 lu.
"V oor dak-plafond-isolatie is het
belangrijk dat het produkt van een
dampremmende laag is voorzien.
Materialen die dit niet hebben kun
nen vocht opnemen. Eenmaal voch
tig, heeft het veel van zijn isolatie-
waarde verloren. Het materiaal moet
vrij van de gordingen d.m.v. o.a. rib
werk worden aangebracht. Het niet
juist aanbrengen veroorzaakt krom
trekken van de platen, waardoor na
den en kieren ontstaan. Hierdoor
wordt de temperatuur en de ventila
tie nadelig beinvloed.
De minimale dikte bij toepassing van
P.U.-schuim in mestvarkensstallen is
4 cm en fokvarkensstallen 5 cm.
Voor muurisolatie in bestaande stal
len, waarvan het binnenblad is
voorzien van kalkzandsteen, zou ge
dacht kunnen worden aan schuim- of
glas/steenwolprodukten. De extra
investering wordt door de extra
energiebesparing snel terugbetaald.
Over de praktische bruikbaarheid op
langere termijn is bij de varkens
houderij echter nog weinig bekend.
Dit in tegenstelling tot de woning
bouw.
Bij nieuwbouw is het altijd aan te
bevelen om de spouw te isoleren.
Glaswolplaten van 3 cm dikte of Al-
kraflex zijn hiervoor het meest ge
schikt. Nieuwbouw heeft hierin het
voordeel dat een gedeelte van de
spouw als ventilatie blijft gehand
haafd. Door de spouw te isoleren
wordt de isolatiewaarde met de helft
verbeterd.
Ook is de temperatuur afhankelijk
van de manier waarop de varkens zijn
gehuisvest. Naarmate de varkens een
minder isolerende vloer hebben dient
de staltemperatuur ook hoger te zijn,
eveneens speelt het voerniveau hierin
een belangrijke rol.
De klimaatsnorm van de varkens-
mesterij is:
Gewicht Halfrooster Voll.rooster
20 kg 20 gr.C. 22 gr.C.
40 kg 18 gr.C. 20 gr.C.
Ook het gemiddeld aantal schapen
per bedrijf nam toe en wel van ruim
32 in 1978 tot bijna 35 in 1979. Het
aantal bedrijven met schapen is in
het verslagjaar eveneens toegeno
men nl. met 46 stuks. In 1979 heeft de
reorganisatie van het schapenstam-
boekwezen in Nederland zijn beslag
gekregen. Er zijn nu in ons land twee
14
60 kg 17 gr.C. 19 gr.C.
80 kg 16 gr.C. 18 gr.C.
100 kg 14 gr.C. 16 gr.C.
Algemeen konstateert men in de
praktijk dat de temperatuur niet of
weinig aangepast wordt aan het ge
wicht van de varkens. Bij gezond
diermateriaal kan men dit gerust
toepassen, want een varken kan be
ter tegen een wat lagere temperatuur,
dan sterk wisselende temperaturen.
Om wisselende temperaturen te on
dervangen wordt de aangevoerde
lucht uit een verwarmde voorruimte
gehaald. Wanneer men deze tempe-
ratuursbijstelling juist en op het goe
de moment doet is er in de varkens-
mesterij nogal wat energie te bespa
ren.
Als klimaatnorm in de varkensfok
kerij is:
halfrooster voll.rooster
Kraamstal 20 gr. C. 22 gr.C.
Gespeende biggen 22 gr.C. 24 gr.C.
Bij een goede nestverwarming kan na
een aantal dagen de ruimtetempera
tuur worden aangepast.
Bij gespeende biggen speelt hetzelfde
als bij de mestvarkens, n.l. dat ook
hier de temperatuur aangepast kan
schapenstamboeken nl. het Noord-
Hollands Texels Schapenstamboek
en het Nederlands Texels Schapen
stamboek (NTS). De schapenhou
ders in Zeeland zijn aangesloten bij
het NTS. De reorganisatie betekent
dat het NTS een aantal inspekteurs
in dienst gaat nemen waarvan elke
inspekteur in ieder gevaL een groter
worden aan het gewicht van de big
gen. Per graad is dan 1 1 olie per af
geleverde big te besparen. Belangrijk
hierbij is of men met gezond dierma
teriaal te doen heeft.
D e temperatuur op de centrale
gang moet vastgesteld worden voor
die afdeling waar de zwaarste dieren
verblijven. Vaak ziet men tempera
turen van 10 gr.C. bij mestvarkens en
15 gr.C. of meer bij fokvarkens. Bij
deze temperaturen komt de naver-
warming in de afdeling niet in wer
king. Ventilatieproblemen komen
dan ook meestal niet voor. Door deze
hoog ingestelde temperaturen gaat
voor die afdeling met de zwaarste
dieren veel energie verloren. Als men
naverwarming heeft moet deze in
funktie komen, wil men geen over
tollige warmte wegventileren.
Temperatuursnorm in centrale gang:
Mestvarkens 5 - 8 gr.C. zowel bij
H.R. als V.R. en bij toepassing van
all in - all out.
Kraamhokken 10 gr.C.
Afspeenhokken 12 gr.C.
Wanneer bij deze laatste twee uit
dezelfde ruimte wordt geventileerd
dan instellen op 10 gr.C.
Bij mestvarkens is 5 gr.C. de meest
juiste temperatuur, maar om wat
meer overkapaciteit te hebben als dit
noodzakelijk is, is het aan te bevelen
om de installatie op 8 gr.C. te bere
kenen.
Voor de noodzakelijke verlaging van
de temperatuur is het belangrijk dat
men in de afdeling goede regelbare
luchtaanvoerkleppen heeft en dat
men deze goed gebruikt.
Wat zijn de extra energiekosten als
de centrale gang te hoog is ingesteld:
Mestvarkens: - 80 dieren 100 kg; -
centrale gang 10 gr.C. i.p.v. 5 gr-C.
extra 8 I olie 0,65 per dag.
Kraamhokken: - 8 zeugen per afde
ling; - centrale gang 15 gr. i.p.v. 10
gr.C. extra 2,5 I olie 0,65 per dag.
B ij koud weer kan worden volstaan
met een luchtverversingshoeveelheid
van 15% van de maximaal beno
digde hoeveelheid. Die 15% is in
kraamhokken en mestafdeling met
jónge biggen nooit te realiseren.
Geen ventilator-merk blijkt dit in de
praktijk te kunnen halen. Ook niet
wanneer er één ventilator wordt af
gezet. In tabel I is dit weergegeven.
Energiekosten bij verschillende ven-
tilatieniveaus:
rayon gaat krijgen dan een provincie.
In het bestuur van het NTS zit voor
de afdeling Zeeland de heer F.
Goethals uit Westdorpe.
Uit het verslag blijkt verder dat de
handel het afgelopen jaar traag is ge
weest. De afzet van lammeren was
moeilijk waardoor de prijzen soms
30,— tot 40,— lager lagen dan
vorig jaar. Een daling van de inkom
sten voor de schapenhouders was
hiervan het gevolg. Invoer van goed
koop lamsvlees uit Engeland en Ier
land is hiervan voor een groot deel de
oorzaak. Aangezien de marktveror-
dening binnen de EEG nog niet ge
heel rond is, blijft de toekomst t.a.v.
de prijsvorming onzeker.
Per big wordt in de gehele winterpe
riode 900 160 5,5 m3 l.u. teveel
geventileerd.
Dit geeft extra energiekosten van 4 1.
olie per mestvarkensplaats. Hiervoor
is een verhouding aangenomen big-
genopvang-afmestgedeelte Is 1 2.
Hoe kunnen we dat ventilatieniveau
verlagen:
toepassen van een regelklep of
regelschuif;
goede regelbare ventilatoren ge
bruiken met een laag stroomver
bruik per m3 verplaatste lucht.
Door ziekte is het sterftepercentage
in een aantal gevallen sterk opgelo
pen. In het voorjaar werd men ge-
konfronteerd met coccidiosis, een
ziekte die o.m. groeistilstand tot ge
volg heeft en zelfs lammersterfte.
Een ander probleem vormde de
aantasting van de huid door de lar
ven van de zwarte bromvlieg.
Honden
Met de schade veroorzaakt door
honden is het nog steeds slecht ges
teld. Zo werden er in 1979 20 scha
pen doodgebeten en 68 gewond. In
het ergste geval werden op één be
drijf 9 ooien doodgebeten, terwijl er
bij meerdere ventilatoren per af
deling eventueel 1 of meer venti
latoren afzetten en de kokers
daarvan ook goed afsluiten.
minimumstand van de ventila
torregelaar op het juiste niveau
instellen.
Pas deze mogelijkheden toe, tot zo
ver het voor U het meest verant
woord is. Dit uit het oogpunt van een
aanvaardbaar stalklimaat. Het am-
moniakgehalte in de stal kan voor U
een graadmeter zijn.
Spec, huisvestimg, C.V.P. Tilburg
M.J.P. Jaspers
op een ander bedrijf in één keer 50
werden gewond. In 13 gevallen werd
de eigenaar van de betreffende
hond(en) niet achterhaald. In 9 ge
vallen was dat wel het geval dan
werd de schade niet tot ieders tevre
denheid vergoed. In die gevallen
waarin geen schadevergoeding kon
worden verkregen kon ook niet op
andere wijze genoegdoening worden
verkregen. Naar het zich laat aanzien
zal er voorlopig geen algemene
schaderegeling komen. Attent zijn is
de enige oplossing.
Het ledental van de vereniging be
droeg begin dit jaar 217.
5
c
4>
t;
1»
"O
KWEEKPRODUKT
De Vereniging ter verbetering van de schapenrassen in Zeeland heeft,
zo blijkt uit het pas verschenen jaarverslag, een moeilijk jaar achter de
rug. De schapenhouder werd gekonfronteerd met lagere prijzen, pro
blemen op het gebied van de gezondheidszorg, slechte weersomstan
digheden en vertraagde grasgroei in het voorjaar. De omvang van het
schapental is in de periode mei 1978 - mei 1979 in Zeeland toegenomen
met totaal 3646; een uitbreiding met 15%. Een aanzienlijke toename
vergeleken met de landelijke toename die 6,5% bedroeg.
Enkele praktische aanwijzingen voor energiebesparing
Plaats de verwarmingstermostaat van de centrale gang in
de luchtinlaat naar de afdeling.
Kontroleer regelmatig of de ingestelde temperatuur de
werkelijke waarde is.
Is de bandbreedte van de ventilatorregelaar op 4 a 5 gr.C.
ingesteld.
Bij naverwarming in de afdeling de verwarming en ventila
tie aan elkaar koppelen.
Bij niet koppelen van de verwarming en ventilatie de ver
warming 1 2 gr.C. lager instellen.
Voorkom leidingverliezen.
Isoleer de aanvoer-retourleidingen van de vloerverwarming
en afdelingsverwarming.
Bij centrale verwarming de watertemperatuur voorregelen.
Pas op grotere bedrijven meerdere c.v.-ketels toe en scha
kel deze in serie. Minder ketelverliezen en meer bedrijfs
zekerheid.
Kontroleer en reinig regelmatig de ventilator.
Laat het stookrendement van uw C.V.-ketels en regel-
apparatuur kontroleren.
De medewerkers van het Konsulentschap voor-de Varkens- en
Pluimveehouderij zijn bereid U te informeren over mogelijk
heden van energiebesparing in de varkenshouderij.
i