lijkt een
Biesheuvel: "EG
verloren droom"
"A Hes, werkelijk alles wat wij voorstellen zal nog in de loop van dit
jaar kunnen worden uitgevoerd" zo zegt Biesheuvel een beetje trots
terwijl hij zijn 120 pagina dikke rapport doorbladert. "De ministers
zouden dan bij hun besluitvorming in Brussel nauwer gaan samenwer
ken. Die besluitvorming waarop alles nu zo vaak vastloopt wordt dan
versoepeld. Ze zouden ook meer werk delegeren aan de Europese
Commissie. Dat dagelijkse bestuur van de EG zou dan ook niet langer
funktioneren als dertien onafhankelijke vogels die soms maar in- en
uitvliegen, liefst naar streken buiten Europa. Er komt dan een EG-
prioriteitenplan waarover de regeringsleiders het laatste woord heb
ben".
Machinerie van EG blijft
haperen
W ij zitten in het gebouw van de
Nationale Investeringsbank in Den
Haag. We zijn gestart met de vraag
wat een man als Biesheuvel ("poli
tiek dier" zeiden ze vroeger) die ruim
50 jaar oud de politiek verlaat, nu zo
allemaal doet. Biesheuvel wijst naar
het jóngste nummer van het be
faamde Britse weekblad The Econo
mist. Daarin worden drie Nederlan
ders opgesomd als mogelijke opvol
ger van de Brit Roy Jenkins presi
dent van de Europese Commissie te
Brussel waarvan de termijn per 1 ja
nuari a.s. verloopt. "Witteveen, Zijl
stra en Biesheuvel. Twee van de drie
zijn anti-revolutionair", zegt Bies
heuvel vol trots. "En laat onze chris
ten-radicaal Goudswaard het maar
niet horen. Want het beroemde
Londener blad omschrijft de ARP
als centrum-rechts", zo grinnikt
Biesheuvel.
"Z oals u weet ben ik in 1973 na een
konflikt met mijn partij de ARP uit
de aktieve politiek gegaan. Dat was
geen vrijwillig vertrek. Het eerste
jaar is dan altijd wat moeilijk. Je
moetje weg weer zien te vinden. Af
stand nemen van politieke funkties
waarin je bijna achttien jaar hebt
gewerkt. Zoals u weet ben ik in die
jaren Kamerlid geweest, later minis
ter van landbouw en visserij en ten
slotte minister-president". (Voor de
jongste lezers voegen wij daar nog
aan toe dat Biesheuvel (1920) een
boerenzoon is uit de Haarlemmer
meerpolder die in 1952 algemeen-
sekretaris werd van de Nederlandse
Christelijke Boeren- en Tuinders-
bond CBTB en van daar in de poli
tiek ging).
P oliticus met veel internationale
ervaring. Manager ook. Bekend in
Europa en daarbuiten. Toch heeft
Biesheuvel onlangs laten weten geen
kandidaat te zijn voor een eventuele
opvolging van Jenkins als president
van de Europese Commissie. Een
post waarop de Nederlandse rege
ring momenteel aast. Waarom wil
Biesheuvel de toch zeer hoge funktie
van president van het Verenigde
Europa eigenlijk niet? Het antwoord
is kort en nietszeggend: hij heeft zijn
motieven.
U it het verloop van het gesprek
blijkt dat hij na een jaar studie be
paald geen hoge pet op heeft over het
funktioneren van de diverse Europese
instellingen. Het rapport van de drie
wijzen laat wat dat betreft dan ook
niets te raden over, zeker niet wan
neer het de Europese Commissie
vaak omschreven als het dagelijks
bestuur van de EG te Brussel betreft.
Het blijft echter wel raden naar zijn
motieven om te weigeren kandidaat
te zijn voor het presidentschap daar.
"Vredeling die daar nu in Brussel zit
is een heel bekwame man", zo zegt
Biesheuvel nog. "Maar hij kreeg een
vrijwel lege portefeuille. Minister
Van der Stee is een uitstekende kan
didaat voor Landbouw en Visserij.
Hij heeft veel ervaring met het werk
in Brussel en beschikt daar dan ook al
over een uitstekende naam".
"T enzij het Europese Parlement er
werk van maakt", zo onderbreekt
Biesheuvel mij. "In het algemeen
hebt u wel gelijk. De regeringsleiders
en de Raad van Ministers van Bui
tenlandse Zaken hadden wel wat
meer aandacht aan ons werk kunnen
schenken. Maar het schijnt dat met
name Frankrijk dat niet zo nodig
vjndt. Mijn hoop is nu op het Euro
pese Parlement gevestigd. Laten ze
daar voor aleer het rapport te bes
preken een openbare hoorzitting
houden, zo zeg ik dan. Zouden in alle
publiciteit de vakbeweging, de
werkgevers en andere belangstellen
den kunnen horen. Uiteraard kun
nen ook wij daar verschijnen als op
stellers van dit rapport. Vervolgens
zou het Parlement dat alles in een
openbaar debat kunnen gaan bes
preken en evalueren". De grootste
verdienste van uw rapport lijkt mij
dat er een aantal dingen niet in staat.
Bijvoorbeeld het verlangen om bin
nen de Gemeenschap een trojka te
vormen. Frankrijk-West-Duitsland-
Groot-Brittannië om beurten in de
voorzitterszetel en de rest daar ijverig
luisterend omheen. Dat is voof ver
schillende grote landen toch wel het
ideaal-beeld van de Europese Ge
meenschap.
W at hebben wij eigenlijk aan een
EG die de grootste problemen van
deze tijd, energie en werkloosheid nu
al bijna zeven jaar lang links Iaat lig
gen? De mensen komt al dat gepraat
en bijkomende zaken in Brussel toch
langzaamaan de neus uit. En bij de
jeugd hoef je vandaag al helemaal
niet meer met het onderwerp "Eu
ropa" aan te komen. Waarom laten
de Europese politici toch alles maar
op zijn beloop?
Biesheuvel: Zuivelprobleem
verdient meer aandacht
Veel kritiek op Brussel is gerechtvaardigd
President van Europa
Driemanschap
Labiele
energie-voorziening
Drie Wijze Mannen, zoals dat heet, kregen in december 1978
in Brussel de taak om de vastgelopen machinerie van het
Verenigd Europa te gaan bestuderen. Zij moesten aanpassin
gen zoeken die "een goede werking van de (Europese) Ge
meenschappen en vooruitgang in de richting van de Europese
Unie garanderen". Aldus hun opdracht. Ze was verstrekt door
de acht regeringsleiders plus de Franse president die in Brus
sel bij hun vier-maandelijkse topkonferentie bijeen waren.
De drie, onze Mr. Barend Biesheuvel, de Britse oud-minister
Edmund Dell en de Franse Europeaan Robert Marjolin
gingen voortvarend aan het werk. Zij kozen elk hun eigen
medewerker. Voor Biesheuvel werd dat Mr. Carlo Trojan
voormalig naaste medewerker van Lardinois en Vredeling in
Brussel en sedertdien plv. direkteur-generaal voor de Land
bouw en de Voedselvoorziening bij ons Ministerie in Den
Haag.
Gebruikelijk is dat zulke rapporten met uitstel en vertraging
tot stand komen. Vaak gaat hun geboorte ook gepaard met
allerlei spekulaties en geruchten in de pers. Dikwijls vormen
die de echo van de machtsstrijd die zich binnen een komité
als dat van de drie wijzen welhaast moet voltrekken. Niets
van dat alles deze keer. Het rapport van de drie kwam vorig
jaar oktober uiterlijk zonder veel problemen en dus keurig
op tijd gereed.
"Het bevat een groot aantal weinig spektakulaire maar
praktische suggesties. Niettemin is het met dank aan de op
stellers op het stapeltje gelegd van andere nooit uitgevoerde
ambitieuze studies: het rapport Tindemans (1975;, dat van
Spierenburg, dat van Werner (1970)". Zo is de algemene
opvatting in Brussel. Reden voor onze medewerker daar, Jan
Werts om één van de drie wijzen B. Biesheuvel op te zoeken.
interviewt mij in het gebouw
van de Nationale Investeringsbank
in Den Haag. Dit is geen gewone
bank zoals de RABO, de ABN of de
AMRO maar een instelling waarvan
Tijdens zijn tocht langs de Europese
hoofdsteden en de EG-instellingen
kreeg Mr. Biesheuvel soms de wind
van voren. "Wij zijn door alle rege
ringsleiders ontvangen. We waren
zelfs twee keer bij de Franse presi
dent op bezoek. Tijdens de vele
konsultaties met allerlei leidende fi
guren uit West-Europa heb ik ge
merkt hoezeer de landbouwpolitiek
momenteel ter diskussie staat. Voor
al dus bij buitenstaanders in hoge
funkties die dan hun hart speciaal bij
mij kwamen luchten omdat ze wisten
dat ik uit die sektor voortkwam", zo
vertelt Biesheuvel.
Hij vindt zelf dat maatregelen tot
beteugeling van de overschotten en
de kosten in de zuivelsektor dringend
nodig zijn. Zo niet dan zal het gehele
landbouwbeleid van de EG op de
tocht komen staan. De waarschu
wingen vanuit het Europees Parle
ment vorige herfst waren volgens
Biesheuvel dan ook op zijn plaats.
Hij is overigens van mening dat de
knelpunten bij de zuivel vooral in de
andere EG-landen liggen. "De Ne
derlandse agrariërs beseffen maar al
te goed dat wij als exportland heel
zuinig op die EG moeten zijn. Zodat
zij dus ook belang hebben bij maa-
de meeste aandelen bij de overheid
zitten. Wij vervullen een brugfunktie
tussen overheid en bedrijfsleven. Ik
ben hier al sedert 1973 voorzitter van
de Raad van Commissarissen en van
de Commissie van Toezicht. Dit
laatste is een wat kleiner gezelschap
dat de kredietverlening aan het be
drijfsleven bespreekt.
Ik zal hier nu verder niet al mijn'
funkties opsommen, maar de be
langrijkste zo gaat Biesheuvel verder.
Zo ben ik adviserend lid van de Raad
van Bestuur van Unilever. Commis
saris van o.a. het OGEM-concern, de
Centrale Suiker Maatschappij en de
Aardappelverwerkende Coöperatie
Avebe. Dat laatste op verzoek van de
minister van landbouw. Dan heb ik
funkties in het bestuurlijke vlak.
Voorzitter van de Interdepartemen
tale Werkgroep voor het Noordzee-
beleid. Voorzitter van de Konin-
krijks-Werkgroep voor de Neder
landse Antillen. Op verzoek van Ne
derland en die Antillen bereiden wij
een rapport voor over de toekomst
van de eilanden. Dan ben ik nog
voorzitter van de Commissie Ont
wikkelingssamenwerking van het
Landbouwschap.
tregelen. Want de bereidheid om
meer geld naar de landbouwpolitiek
af te schuiven zou anders ook wel
eens snel kunnen verminderen", al
dus nog steeds Biesheuvel.
U spreekt net als minister Van der
Stee over verlaging van de inkomens.
Moet een landbouwpolitiek die
daarop uitdraait niet 'ns op zichzelf
bestudeerd worden?
Biesheuvel: "Inkomenstoeslagen,
kontingentering en andere mogelijke
maatregelen zijn in de grote zuide
lijke landen van de Europese Ge
meenschap denk ik onuitvoerbaar.
Vanuit Nederland gezien is de
melkprijs in Europees verband des
tijds te hoog vastgesteld. Ik heb mij
daar als minister van Landbouw in
de zestiger jaren dan ook wel tegen
verzet. Tevergeefs, want de Fransen
en anderen moesten een hogere
melkprijs hebben. Men zei toen dat
ik aan konsumentenpolitiek deed.
Niks daarvan. Ik wilde alleen voor
komen dat ze ginds ook overal lo
nend melkvee zouden gaan houden.
Dat is inmiddels gebeurd. Nu zitten
wij met dit zuiveloverschot. En het
zal geen eenvoudige zaak worden om
er weer vanaf te komen. Dit vraag
stuk verdient daarom alle aandacht".
0 ns schiet nu te binnen dat de heer
Biesheuvel altijd sterk is geweest in
het afwijzen van aantrekkelijke
funkties. In 1957 wilde hij geen
staatssekretaris van Transport en
Scheepvaart worden. Vier jaar later
wel minister van Landbouw en Vis
serij. Precies tien jaar later wilde hij
geen minister-president worden om
dat volgens hem niet voldoende zwa
re kandidaat-ministers beschikbaar
waren. Vier jaar later werd hij wel
premier. In 1977 had hij naar Brussel
gekund om daar de centrale porte
feuille Landbouw-Visserij van Lar
dinois over te nemen. Wat er niet is
kan nog komen, zo geldt hier mis
schien?
1 n de Belgische hoofdstad is men
algemeen van mening dat uw rap
port wordt opgeborgen bij dat van
Tindemans, Spierenburg, Vedel en
anderen die u voorgingen...
Biesheuvel: Men heeft in Nederland
heel opmerkelijk op ons werk gerea
geerd. Toen wij startten was er hier
veel wantrouwen. Het idee voor zo'n
studie kwam van de Franse presi
dent. Daar zal wel weer wat achter
steken, zo was de typisch Neder
landse reaktie. Al tijdens ons eerste
onderhoud werden wij drieën het
erover eens volkomen onafhankelijk
te zullen werken. Ook zouden wij een
unaniem rapport uitbrengen en
daarin vooral een reeks praktische
suggesties doen. "Dat is ook gelukt",
zegt Biesheuvel een béetje trots. "En,
alles, werkelijk alles wat wij voor
stellen zou in de loop van dit jaar
gerealiseerd kunnen worden".
Biesheuvel knikt instemmend. Wij
hebben inderdaad een buitenge
woon labiele energie-voorziening.
Het probleem van de werkloosheid is
vreselijk omvangrijk. Toch gebeurt
er weinig. Er zijn verschillende oor
zaken. Op de eerste plaats is het bij
de ekonomische tegenwind interna
tionaal veel moeilijker samenwer
ken. Verder speelt een rol dat veel
regeringen in West-Europa te zwak
staan om nog werkelijk kreatief met
enige durf te kunnen opereren. In de
luttele maanden dat wij vorig jaar
ons rapport schreven waren er rege-
ringskrises of wisselingen in Italië
twee maal, Luxemburg, Engeland,
België en Denemarkeh. Vaak wor
den er dan weer koalities gevormd
met zulke krappe meerderheid dat
zij zich nauwelijks durven verroeren.
De politici die echt wat te vertellen
hebben zijn nationalisten. Giscard,
Schmidt, mevrouw Thatcher, Den
Uyl in zijn tijd ook.
Biesheuvel: De politieke leiders van
verschillende Europese landen zijn
echt wel bekwaam. Maar het zijn
geen Europeanen. Er is ook geen
aandrang meer vanuit de bevolking
om toch tot meer samenwerking te
komen. De jeugd ziet de EG vaak als
een kapitalistisch verschijnsel.
T och heeft de heer Biesheuvel op
zijn reis langs de Europese hoofdste
den wel gemerkt dat men nergens van
de EG af wil. Integendeel bij de
Bondskanselier in Bonn bijvoorbeeld
proefde ik veel kritiek op het funk
tioneren van de Europese Commissie
in Brussel. Geen wonder dat zulke
politici dan het initiatief maar liever
in eigen hand houden. Daarom zeg ik
ook: laten ze onze suggesties toch
overnemen en in Brussel adequaat
beleid gaan voeren. Het curieuze
verschijnsel doet zich namelijk voor
dat waar wij in Europa zo vol kritiek
zitten, elders in de wereld hoog tegen
die EG wordt aangekeken. Dat
merkte ik zowel in Moskou als Was
hington. Het blijkt ook uit de recente
vernieuwing van het samenwerkings
akkoord Lomé II tussen de Europese
Gemeenschap en 58 ontwikkelings
landen. Onze invloed in de wereld
staat of valt nog steeds met de Euro
pese samenwerking", zo besluit Bies
heuvel.
13