Vrijwillige produktiebeperking te verkiezen boven dwangmatige kontingentering 'Het doel van Gundelach: Produktiebeheersing is juist' D I n de eerste plaats moeten de huidi ge produktiebeperkende maatregelen worden herzien en aangepast. Wij I n de tweede plaats zou de EEG de omschakeling moeten stimuleren niet alleen op de produktie van vlees maar bijvoorbeeld ook op die van veldbonen, voedergewassen, soja en op recredtie en bosbouw. Wellicht zou een scheurpremie gegeven kun nen worden, in geval van omschake ling op één der bovengenoemdepro- dukten. Een andere mogelijkheid - die echter nader bestudeerd zal moeten worden - is omschakeling, met behulp van subsidies, op gewas sen, die geschikt zijn voor omzetting in energie, bijvoorbeeld snel groei ende bomen, "energy cropping" (ge I n de derde plaats zou de bedrijfs beëindigingsregeling veel meer dan tot nu toe een stimulans moeten hebben voor de oudere boeren om met de produktie te stoppen. De huidige uitkering bedraagt 338, per maand, hetgeen aan de beschei den kant genoemd moet worden. Er zijn in de Europese landbouw rela tief veel oude boeren. In 1975, het laatste jaar waarover cijfers bekend zijn, waren er van de 5,8 miljard boeren zelfs 1,2 miljoen 65 jaar of ouder, en 1,35 miljoen tussen 55 en 65 jaar. Voor de bestrijding van de werkloosheid is men niet alleen in Nederland, maar in bijna alle Euro pese landen momenteel doende om buiten de landbouw de mogelijkheid te openen voor werktijdverkorting^ vervroegde pensionering e.d. Voor de Europese landbouw, die worstelt met overschotten - het spiegelbeeld van de werkloosheid - zullen wij het ook meer in deze richting moeten zoeken. I n de vierde plaats zou overgegaan moeten worden tot invoering van het systeem van vrijwillige produktiebe perking zoals dat mede door ons is ontwikkeld. De bezwaren van de Europese Commissie tegen een der gelijke regeling - nl. dat ze onuit voerbaar en onbetaalbaar is - wijzen op zijn vriendelijkst gezegd niet op een serieuze overweging van dit sys teem door de Europese Commissie. Het door de Eurcpese Commissie voorgestelde systeem van de contin- gentering van de melkproduktie is nl. veel ingrijpender: het administratie ve instrumentarium, nodig voor dit systeem, kan zonder meer gebruikt worden voor het zoveel eenvoudiger systeem van een vrijwillige produk tiebeperking. En indien de vrijwillige produktiebeperking inderdaad aan- D e recente voorstellen van de Europese Commissie hebben terecht veel kritiek gekregen. Evenwel moet gezegd worden, dat het doel van deze voorstellen: beheersing van de melkproduktie, op zichzelf juist is. De ontwikkeling op de zuivelmarkt van de laatste maanden toont dit aan", aldus drs. H. Schelhaas, voorzitter van het Produktschap voor Zuivel op een onlangs gehouden openbare bestuursvergadering van het Produktschap. Drs. H. Schelhaas van produh schap voor zuivel: Scheurpremie. Verzorgde pensionering Vrijwillige produktie beperking Vijf jaar melkproduktie en -verwerking in de EEG Drs. Schelhaas: e voorzitter van het produktschap voor Zuivel drs. H. Schelhaas heeft een naar hij zegt redelijk alternatief voor de prijsvoorstellen van Gundelach. Het voorstel ter beperking van de melkproduktie, dat hij als een alternatief zou willen zien voor de recente voorstellen van de Europese Commissie, is opgebouwd uit de volgende elementen. kennen momenteel een omschake lingsregeling, een zg. premie voor het niet -afleveren van melk en een be drijfsbeëindigingsregeling. De pre mies die hiervoor werden verleend waren vanaf het begin aan de zuinige kant. Een belangrijk bezwaar is vooral, dat in de meeste EEG- Lan den een belangrijk deel van de pre mies via de fiscus weer wordt wegge geven. Vanuit Duitsland is door Dr. Antony, hoofdredakteur van Agra- Europe, enige tijd geleden een sug gestie gedaan, die aan laatsgenoemd bezwaar tegemoet komt. Antony stelt voor de premie naar keuze van diegene, die wil meedoen, gedurende een periode van 5 tot 10 jaar te beta len in de vorm van een maandelijkse rente. Op die manier vermijdt men dat in één fiscaal jaar een grote hoe veelheid geld ter beschikking komt (50% van de premie in het kader van de thans lopende regeling), die dan grotendeels door de fiscus wordt af geroomd. Meteen wordt vermeden dat er een belangrijk kapitaal (na belasting) overblijft om in andere sektoren bijvoorbeeld in de varkens- mesterij te investeren. Zo zijn er meer verbeteringen mogelijk in de huidige regelingen maar de Europe se Commissie heeft het gelaten bij de constatering, dat de huidige rege lingen niet erg effektief zijn. wassen die vergast kunnen worden) e.d. zoals dit in de VS op gang komt. Negen EEG-landen samen 1975 1976 1977 1978 1979 i) Koemelkproduktie (1 000 t) 91.982 93.528 96.064 99.650 101.300 Melkveestapel decembertelling (1 000 st) 25.260 24.808 25.015 25.026 25.299 Melkaanvoer bij fabriek (1.000 t) 81 780 83 965 86 706 90 734 92 730 Consumptiemelkverwerking (1.000 t) 19 562 19 881 19612 19.989 20 000 Boterproduktie (1.000 t) 1.720 1 796 1.798 1.951 1.950 Boterhandel tussen EEG-landen onderling (1.000 t) 552 473 445 455 450 Boterhandel naar derde landen (1.000 t) 66 118 255 248 400 Botermvoer uit derde landen (1.000 t) 160 132 135 132 120 Boterverbruik in de EEG (1.000 t) 1.685 1.679 1.665 1.670 1.670 Botervoorraad einde jaar (1 000 t) 161 264 197 411 400 daarvan in interventie (1.000 t) 70 181 119 231 270 Kaasproduktie (1.000 t) 2.867 2937 3.088 3.179 3.310 daarvan kwark en verse kaas (1.000 t) 629 652 680 699 715 Kaashandel tussen EEG-landen onderling (1.000 t) 525 574 596 621 640 Kaasuitvoer naar derde landen (1.000 t) 163 202 211 220 240 Kaasinvoer uit derde landen (1.000t) 98 115 104 82 85 Kaasverbruik in EEG (1.000'f) 2.753 2.874 2.939 3.031 3.150 Produktie van mager melkpoeder (1.000 t) 1.877 1.938 1.909 2.072 2.000 Handel in mager melkpoeder tussen EEG-landen (1.0001) 390 604 571 780 800 Uitvoer mager melkpoeder naar derde landen (1 0001) 146 167 420 435 460 Verbruik mager melkpoeder in de EEG (1.0001) 1.221 1.891 1.772 2.072 2.110 Voorraden mager melkpoeder in de EEG in interventie (1.0001) Produktie van vol melkpoeder (1.0001) 1.113 1.136 965 674 230 332 $80 483 526 545 Produktie van gecondenseerde melk (1.0001) 1.218 1 266 1.313 1.277 1.270 Uitvoer van gecondenseerde melk naar derde landen (1 000 t) 370 469 538 518 510 Zelfverzorgingsgraad (in 110 106 108 108 110 Inclusief gedeeltelijk ontroomd melkpoeder en roompoeder. voorlopig (Bron: Eurostat en ZMP) slaat, verdient het systeem vele ma len het erin gestoken geld terug. Ik wijs verder op een studie van de heer Oskam van de vakgroep Algemene Agrarische Economie, van de Land bouwhogeschool, waaruit naar voren komt, dat bij een premie gelijk aan 30% van de richtprijs, de EEG- melkproduktie met 5,5% kan worden verminderd, en bij een premie gelijk aan 50% van de richtprijs met 9,4%. Voor bepaalde landen zou - om con trolemoeilijkheden te voorkomen - overwogen kunnen worden, de rege ling een vorm te geven, waarbij een premie wordt gegeven voor het ver minderen van het aantal melkkoei en. Mogelijkheid is ook, om zoals in de Verenigde Staten gedaan wordt, de boeren die meedoen met een vrij willige produktiebeperking, tegelijk een (oogst) risicoverzekering te ge ven. Een koppeling van de verschillende regelingen aan elkaar tot een aan eensluitend geheel. Zo zouden zowel de premieregeling voor het niet in de handel brengen van melk als de rege ling voor de vrijwillige produktiebe perking gekoppeld moeten kunnen worden aan de bedrijfsbeëindigings regeling. Toegegeven moet worden, dat het door de Europese Commissie ont worpen voorstel een verplichte con- tingentering wel een wat grotere ze- Drs. H. Schelhaas. kerheid biedt voor een produktiebe perking, indien althans dit voorstel door de Raad van Landbouwminis ters tijdens de onderhandelingen niet te veel wordt uitgehold. Maar mits met vindingrijkheid en overtuiging toegepast, kan een systeem van vrij willige produktiebeperking eveneens leiden tot een wezenlijke afremming van de melkproduktie. De historie heeft geleerd, dat vrijheid op den duur meestal beter loont dan dwang. Eigenlijk komen de vijf door Schelhaas genoemde elemen ten neer op een vrijwillige produktiebeperking d.m.v. premies. Mits met inventiviteit en overtuiging toegepast, is een dergelijk systeem verre te prefereren boven een contin- gentering, zoals die nu is voorgesteld. De verschillen tussen beide systemen zijn fundamenteel. De voorgestel de contingentering is een keurschijf dat elke verdere ontwikkeling afremt en bij voorbeeld de huidige bedrijfs- groottestruktuur bevriest. Een vrijwillige produktiebeperking daarentegen speelt in op de ontwikkeling in de maat schappij naar arbeidstijdver korting, ze geeft stimulansen aan de (grote) boeren,, die het best wat kalmer aan willen doen, of wat eerder met de melkproduktie willen stoppen, om dat ook inderdaad te doen. Het geeft verder stimulansen aan de melkveehouders in ge bieden, die zich niet erg lenen voor de melkproduktie, om over te schakelen op een an dere aktiviteit. Ik doel hier vooral op die gebieden in Midden-Engeland, Noorden Midden Frankrijk, Midden en Zuid-Duitsland, waar de laat ste 10 jaar de melkproduktie toch al is gedaald. Ook kan hier aan part-time boeren ge dacht worden. Een systeem van vrijwillige produktiebe perking geeft bovendien aan de jonge boeren de vrijheid om hun bedrijf verder te ontwik kelen, dit terwille van de toe komst van hen en hun gezin nen. De laatste twee maanden beweegt de zuivelwaarde - dat is de theoretische berekende opbrengst van de zuivel- produkten - zich ca. 3,5 cent boven het basisprijsniveau van vorig jaar. Een dergelijke meeropbrengst is noodzakelijk om de richtprijs, zoals deze jaarlijks door de Raad wordt vastgesteld, en daarna weer snel wordt vergeten, te halen. Een derge lijke prijsstijging is - zeker in de winter - niet ongewoon in de zuivel- sektor. Uiteraard is een dergelijke prijsuitloop voor de boeren altijd welkom, maar hij betekent nog geenszins een oplossing van het in komensprobleem. De huidige prijs uitloop is alleen al noodzakelijk i.v.m. de sterk gestegen kosten. Het is van belang te weten wat de oorzaken zijn van de huidige prijsontwikke ling. De volgende drie kunnen wor den genoemd: Sinds begin november van dit jaar is de melkproduktie in Ne derland vrijwel gelijk aan die van een jaar geleden. In het afgelopen jaar was de wereldmelkproduktie nauwelijks hoger dan in 1978 0,5%). De momenteel goede vraag op de wereldmarkt, welke zijn grond vindt in de huidige politieke spanningen, de toenemende kcopkracht in de OPEC-landen en in de zgn. nieuwe industrie landen alsmede de toenemende wereld voedselschaarste. De goe de vraag op de wereldzuivel- markt kan van groot belang zijn voor de toekomstige werkgele genheid in de zuivelsektor. Van de genoemde oorzaken is de stagnerende Nederlandse melkpro duktie zeker niet de minst belang rijke. Deze produktiebeperking, afged wongen door weersomstandigheden, heeft dus mede geleid tot een wat hogere melkprijs. Hieruit blijkt dat een beheersing van de melkproduk tie ook en vooral een belang voor de melkveehouderij zelf is. De heer Schelhaas noemde als be langrijkste bezwaren tegen de recen te voorstellen van de Europese Commissie: De bestaande produktiestruktuur wordt bevroren; in de huidige bedrijfsgroottestruktuur kan nauwelijks meer verandering op treden. Aan de regionale specialisatie, een van de doelstellingen van de EEG, komt een einde. In de door de Commissie gekozen konstruktie wordt de uitvoering van de kontingentering opgedra gen aan de zuivelfabriek, die hier voor geen enkele ervaring heeft en die als commerciële onderne ming hiervoor ook niet is toege rust. Het is voor een direktie of bestuur van een zuivelfabriek een bijna onmogelijke zaak om in een vergadering van de eigen melk veehouders te verdedigen waarom de ene groep van de eigen boeren wel - bijvoorbeeld jonge boeren, veehouders met te kleine bedrij ven, en veehouders die juist aan het uitbreiden zijn - en de andere groep van boeren geen hoger kontingent is toegewezen. De mogelijkheid van het ontgaan van de maatregel: de produktie van hoeveboter, boerenkaas en de levering van konsumptiemelk rechtstreeks vanaf de boeren, wordt bovenmatig gestimuleerd, hetgeen tot marktverstoring kan leiden. Schelhaas: "In de komende maan den zal blijken of dit voorstel in Brussel politiek gezien haalbaar is. De kansen hiervoor moeten beslist niet hoog worden aangeslagen. In een vergadering vorige week van en kele leidinggevende zuivelmensen uit een aantal EEG-landen bleek mij, dat de bezwaren tegen een kon tingentering, zoals deze in feite door de Europese Commissie is voorges teld, in andere lidstaten nog veel fel ler leven dan in Nederland. Gezien de bovengenoemde bezwaren, lijkt het mij gewenst dat ik nog eens het alternatief uiteenzet, zoals dit her haaldelijk in dit bestuur naar voren is gebracht. Het is, lijkt mij, een alles zins redelijk alternatief voor de voorstellen van de heer Gundelach." 12

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 12