De parabel van het enig kind "NA OLIE KOMT ZONNESCHIJN"' Verloop van de temperatuursom in 1980 Stichting paardencentra Nederland in oprichting Stijgende produktie kalkoenen FNZ-bestuur verwerpt EEG-zuivelvoorstellen FNZ-bestuur acht gerechtelijke stappen tegen overheid niet opportuun Vrijstelling medeverantwoordelijkheidsheffing Schema van een biogas-installatie. Energiebronnen met toekomst In "Na olie komt zonneschijn", een boek uit de reeks "Diskussie-Doku- menten" van Meulenhoff Informa tief bv, zet Anne Boermans op hel dere wijze uiteen wat er in de wereld plaatsvindt aan onderzoek en ont wikkeling op het gebied van zonne- energie en andere "zich zelf-ver- nieuwende" bronnen. Niet alleen de situatie in de Westerse wereld, maar ook de ontwikkelingen in de Derde Wereld worden behandeld. De auteur bekijkt de verschillende taktieken die landen momenteel hanteren om te komen tot een zo optimaal mogelijk gebruik van niet- afhankelijk makende, schone en op kleine schaal te hanteren energiesys temen. Een van die energiesystemen is het verkrijgen van methaangas via Weerstation Datum 5/2* 13/2 20/2 Leeuwarden 47 88 120 Eelde 34 70 96 Den Helder 65 110 146 Twente 46 95 127 Schiphol 70 123 161 Soesterberg 59 110 142 Valkenburg 84 136 172 De Bilt 65 118 154 Deelen 52 103 134 Rotterdam 75 130 167 Zierikzee 80 133 168 Volkel 72 130 162 Gilze Rijen 67 124 157 Vlissingen 92 144 183 Eindhoven 72 130 166 Zuid-Limburg 66 126 160 Temperatuursom van l januari tot 5 februari Globale schatting van de datum waarop een bepaalde waarde van de temperatuur wordt bereikt Weerstation Schatting uitgaande van de tempe ratuursom op 13/2 20/2 20/2 Waarde tempe ratuursom 200 200 250 Leeuwarden 16/3 13/3 22-3 Eelde 19/3 18/3 25/3 Den Helder 12-3 7/3 20/3 Twente 15/3 12-3 21-3 Schiphol 9/3 4/3 16/3 Soesterberg 12-3 8/3 19/3 Valkenburg 6/3 29/2 13/3 De Bilt 10/3 6/3 18/3 Deelen 13/3 10/3 20/3 Rotterdam 7/3 2-3 14/3 Zierikzee 6/3 2-3 14/3 Volkel 7/3 4/3 16/3 Gilze Rijen 9/3 5/3 17/3 Vlissingen 3/3 26/2 11-3 Eindhoven 7/3 4/3 16/3 Zuid-Limburg 8/3 -4/3 16/3 vergistingsinstallaties waarvoor dier lijk (mest) en plantaardig afval wordt gebruikt. Hoewel nog niet alles over deze wijze van energiewinning be kend is, lijken hier interessante mo gelijkheden te liggen voor met name veehouders die een overschot aan mest om kunnen zetten in kostbare energie. Aan de hand van deze voorbeelden wordt bekeken welke mogelijkheden er in de Nederlandse situatie toepas baar zijn en welke obstakels zich hierbij voordoen. Anne Boermans geeft een aantal aanbevelingen voor een "energiege bruik met toekomst" die voor ieder die zich een mening wil vormen over het te volgen beleid van nut kunnen zijn. Het boek is voorzien van een uitgebreide literatuurlijst en een in dex. Eveneens verscheen van Anne Boer mans in de reeks "Diskussie-Doku- menten" het boek "VERRE VAN VRIJ. Energiegebruik van groeiende afhankelijkheid." (Een uitgave van Meulenhoff Infor matief bv, 19,50. Bfrs. 310,'136' pagina's, ISBN 90 290 9551 2). Naar van de zijde van het ministerie van landbouw en visserij wordt me degedeeld, wordt thans uitvoering gegeven aan de oprichting van de Stichting Paardencentra Nederland (S.P.N.). Deze stichting heeft tot doel de op richting van nationale paardencentra te koördineren en te begeleiden. Het bestuur van de stichting zal ge leid worden door een onafhankelijke voorzitter. Het ligt voorts in de be- doelimg het stichtingsbestuur als volgt samen te stellen: 4 leden, aan te wijzen door paarden- houderij-organisaties; 3 leden, aan te wijzen uit de regio waarin een paardencentrum is ge vestigd; 3 leden, te benoemen door de minis ter van landbouw en visserij. In dit verband heeft Minister Van der Stee met instemming kennis ge nomen van het yoornemen tot op richting van de beheersmaatschappij Nationaal Hippisch Centrum B.V. te Schinveld. Tussen 1973 en '78 is de produktie en de konsumptie van kalkoenen in de Gemeenschap met gemiddeld vijf percent per jaar gestegen. De Europese Kommissie neemt dat aan op basis van verschillende na tionale produktieramingen. Zij heeft Noel Davern, een Ierse Demokraat voor de Vooruitgang, laten weten dat de invoer in de Gemeenschap in de genoemde jaren tussen dertien- en twintigduizend ton lag, terwijl de export daalde van negen- tot vijf duizend ton. De zelfvoorzieningsg raad van de Gemeenschap als geheel daalde met één percent. Uit recente ramingen kan worden gekonkludeerd, dat het hoofdelijk verbruik van pluimvee-vlees in de komende vijf jaren met gemiddeld twee percent zal toenemen, wanneer de inkomens in de huidige proporties blijven stijgen en de gunstige prijs verhouding tussen dat vlees #en an dere vleessoorten blijft aanhouden. Het verbruik van vlees van kalkoe nen zal in de nabije toekomst waar schijnlijk iets sneller blijven stijgen, met name onder invloed van het toenemende verbruik van delen van kalkoenen, (vraag nr 1176/79)* Het bestuur van de FNZ heeft in zijn dinsdag jl. gehouden vergadering uiteraard uitvoerig aandacht ge schonken aan de voorstellen van de Europese Commissie inzake de zui- velpolitiek. Vastgesteld werd dat deze voorstellen zo ver verwijderd zijn van het stand punt van de FNZ dat zij geen basis van overleg kunnen vormen en der halve verworpen dienen te worden. Het zal verder met kracht de opstel ling van de centrale landbouworga nisaties ondersteunen en hulp bieden bij hun pogingen om de eigen voor stellen aanvaard te krijgen. Deze eigen voorstellen houden in hoofdlijnen in: handhaving van het bestaande interventie- en restitutieprijssys- teem; sterkere verhoging van richt- en basisprijzen in verband met kostenstijgingen op de boerderij en bij de verwerking; bereidheid tot betaling van een hogere medeve rantwoordelijkheidsheffing; invoering van een premieregeling voor een vrijwillige produktiebeper- king door melkveehouders. Het bestuur van de FNZ heeft het verzoek van de Voedingsbond FNV besproken om mogelijk gerechtelijke stappen tegen de overheid te onder nemen. Het bestuur stelde vast dat de minis ter nog geen definitieve beslissing heeft genomen. Tevens dat van de andere partners bij de CAO betrok ken nog geen opvatting bekend is. Derhalve acht het bestuur het niet opportuun om op dit moment tot een oordeelsvorming te komen. Zodra meer definitieve standpunten hekend zijn geworden, zal het bestuur zich opnieuw beraden. In de E.E.G. wordt een aantal land- rantwoordelijkheidsheffing van bouwers in probleemgebieden ge- 1,5%. De volgende tabel geeft hier- deeltelijk vrijgesteld van de medeve- van een overzicht: van aantal van melkaanvoer melkproducenten West-Duitsland 21,20 23,8 Frankrijk 21,80 26,9 Italië 30,50 1,0 België 13,30 17,2 Luxemburg 65,60 100,0 Verenigd Koninkrijk 4,45 18,0 Ierland 39,80 62,0 Denemarken 0 0 Nederland 0 0 Gemiddelde 9 E.E.G.-Lid-Staten 13,90 19,4 (Bron: Voorlichtingsdienst E.E.G.) (ofwel: waarom 70% van 2% meer kan zijn dan 98%) Twee niet onbemiddelde mensen op wat oudere leeftijd gingen een leefgemeenschap aan, laten wij ouderwets zeggen: ze gin gen trouwen. Zij deden dat echter niet in gemeenschap van goederen, verre van dat. Zij hadden slechts één gemeenschap pelijke aktiviteit; slechts één kind, geheten: de gemeenschap pelijke landbouwpolitiek. De leefgemeenschap werd uit een zeker idealisme gesticht, maar niettemin bleef de eigenliefde der partners zeer sterk: 98% van hun inkomsten hielden zij voor zichzelf, slechts 2% besteedden zij aan hun leefgemeenschap. Hiervan was ca. 70% nodig voor hun enig kind, de rest werd uitgegeven aan het inrichten van een eenvoudig pied-a-terre in Brussel, een hulp in de huishouding e.d. Het bedrag dat zij besteedden aan hun enig kind was dan ook niet zo erg ruim. Het zakgeld van dat kind - het inkomen van de boeren - was krap en ook voor de opleiding van de spruit, struktuurpolitiek geheten, bleef niet zo veel geld over. Evenwel ontstond bij het echtpaar, luisterend naar wat een ambitieuze aktiegroep be toogde, zo na een jaar of 15 het idee, dat het best eens wat kon gaan doen aan andere kinderen in de buurt. Niet dat ze deze kinderen nu in hun leefgemeenschap zouden moeten opnemen en hun onderhoud en opvoeding geheel voor hun rekening zouden nemen; geenszins zelfs, deze kinderen zouden van de eigen ouders minstens evenveel geld en aandacht moeten blij ven krijgen als voorheen. En ook dacht het echtpaar er niet aan om wat ze voor die andere kinderen zouden gaan besteden ten laste ie brengen van de 98% van de inkomsten, die ieder van hen reeds sinds jaar en dag voor hun eigen doeleinden besteedden. Hoewel zij veel meer verdienden dan 15 jaar geleden, waren, naar hun ervaring, de tijden toch buitensporig moeilijk. "Het water staat ons tot de lippen", hetgeen een kenmerkende uitspraak voor die tijd genoemd kan worden. De 98% van hun inkomen die zij voor zichzelf besteedden, hadden zij nog veel harder nodig dan 15 jaar geleden. Toch hadden zij het gevoel, dat zij wel iets moesten doen aan die andere kinderen. De oplossing was tenslotte vrij snel gevonden: Wat dacht hun enig kind eigenlijk wel? 70% van alle uitgaven - zij bedoelden 70% van 2%, maar dat was veel te ingewikkeld - werd immers al aan hem besteed. Dat kon best wat minder. En hoe het kind ook protesteerde door te wijzen op het weinige zakgeld, veel minder dan dat van andere kinderen en op de sobere schoolopleiding, het antwoord was onveranderlijk: "70% van al het geld beste den wij aan jou, dat kan best wat minder". En al spoedig sprak de hele buurt er schande van en ieder riep in koor: "70% voor jou alleen, dat is veel te veel". De moraal van dit verhaal is als volgt: De versimpelde waarheid wint het vaak van de echte waar heid, die altijd veel ingewikkelder is, maar die wel recht doet aan de situaties en dus ook aan de mensen. Dat een versimpelde waarheid het wint van de echte waar heid komt in het leven veelvuldig voor. Om nog een voor beeld op het gebied van de landbouwpolitiek te geven: de uitgaven ter bestrijding van de landbouwoverschotten wor den als onnuttige uitgaven beschouwd, ze worden immers gedaan voor de produktie van iets, dat overbodig is; de eveneens gedurende de laatste jaren aanzienlijk gestegen uitgaven voor de bestrijding van de werkloosheid daarente gen, worden als zeer nuttig beoordeeld: de mensen krijgen er immers meer werk door. Toch zijn ekonomisch gezien het landbouwprobleem en het overschottenprobleem eikaars spiegelbeeld. Door bovengenoemde versimpeling van de waarheid dreigen in de EEG de landbouwbelangen te kort te worden gedaan. De landbouwpolitiek moet op zijn eigen merites beoordeeld worden. Als de Europese Gemeenschap nieuwe taken wil beginnen, en dat is op zichzelf nuttig en nodig, dan moeten deze bestreden worden uit de 98% van de middelen, die de lidstaten nu nog voor zichzelf houden. Net als destijds bij het tot stand brengen van de gemeen schappelijke landbouwpolitiek moeten voor nieuwe gemeenschap pelijke aktiviteiten voldoende extra middelen beschikbaar worden gesteld, en moeten deze niet gehaald worden uit de fondsen, die bestemd zijn voor een gemeenschappelijk beleid, dat al funktio- neert. Immers, met dit laatste zou men een reeds bestaand stuk communautair beleid in gevaar brengen. (drs. H. Schelhaas, Produktschap voor Zuivel) 10

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 10