C.O.P.A./COGECA wijzen
voorstellen Europese Commissie
krachtig af
ATEM zomergerst
het ras met de beste resistentie
tegen roest en meeldauw
SBL wil praten met
gegadigden Zuid-Flevoland
over aankoop oude bedrijf
Di
Studiedag over de "chip"
en agrarische ondernemer.
C
C
D,
D,
D,
Drie Friese landbouworganisaties
willen nieuwe prijsvoorstellen.
D e direktie van de Stichting Beheer Landbouwgronden staat open
voor individueel overleg met de gegadigden voor vestiging in Zuid
Flevoland die zulks verzoeken over het bod dat door de Stichting
Beheer Landbouwgronden op hun huidige bedrijf is uitgebracht. Op
hun verzoek kunnen deskundigen van het Landbouwschap of daarbui
ten bij dit overleg worden betrokken. De direktie is overigens van
mening dat het uitgebrachte bod in overeenstemming is met de daar
voor geldende uitgangspunten.
C .O.P.A. en COGECA en hun le
den-organisaties zullen aan de hand
van de voortgang van de beraadsla
gingen door de diverse E.G.-instan-
ties zich beraden op maatregelen
teneinde te bereiken dat aan de ge
rechtvaardigde eisen van de boeren in
de E.G. wordt voldaan.
Commissie zet toekomst landbouw op spel
Struktuurbeleid
Schade
Evenwichtig pakket
Daling meewerkende echtgenoten op
agrarische bedrijven
.O.P.A. en COGECA wijzen de voorstellen van de Europese Com
missie inzake prijzen en daarmee samenhangende maatregelen
krachtig van de hand. Deze voorstellen zijn totaal onaanvaardbaar en
vormen een provokatie voor alle boeren in de E.G.
Er is een totale tegenstelling tussen de analyse die de Commissie heeft
gemaakt van de situatie waarmee de boeren worden gekonfronteerd en
haar konkrete voorstellen die ertoe zouden leiden dat de boeren als
enigen de kosten dragen van de inflatiebestrijding, terwijl lonen en
prijzen in andere sektoren blijven stijgen.
eze prijsverhoging dient gepaard
te gaan met de afschaffing van ne
gatieve m.c.b.'s en een aanzienlijke
afbraak van positieve m.c.b.'s. Een
en ander dient tevens gepaard te
gaan met een verbetering van het
marktbeheer, met name door het
respekteren van de Gemeenschap
spreferentie, zodat de boeren inder
daad de vastgestelde prijzen ontvan
gen.
1 n het licht van een voortdurende
verslechtering van het boereninko-
men gedurende de laatste 5 jaar, dat
alleen al in 1979 een reële daling van
llA% te zien gaf, en in een tijd dat de
kosten van levensonderhoud met
meer dan 12% per jaar toenemen, zal
de gemiddelde verhoging van de
richtprijzen met 2,4% zoals voorges
teld door de Commissie, en de zelfs
lagere verhoging van de interventie
prijzen leiden tot een verdere ver
groting van de ongelijkheid tussen
landbouw- en niet-landbouwinko-
mens.
Ter verkrijging van besparingen in
de E.G.-begroting welke in totaal
slechts 0,8% van het E.G.-bruto na
tionaal produkt bedraagt, zet de
Commissie niet alleen op het spel de
toekomst van de landbouwsektor, en
van het E.G.-landbouwbeleid, welke
voor de E.G. zelf van groot belang
zijn, maar ook de voedselvoorziening
van de 260 miljoen konsumenten in
de E.G. Afhankelijkheid van de
wereldmarkt voor voedsel zou voor
de E.G. zeer kostbaar zijn en een ge
vaar betekenen voor de onafhanke
lijkheid en zekerheid in een tijd
waarin landbouwprodukten en
voedsel in toenemende mate worden
gehanteerd als politieke instrumen
ten.
"e Commissievoorstellen zouden
leiden tot een verdere druk op de
landbouwinkomens en op deze wijze
de al ernstige werkloosheid in de E.G.
verergeren. Het effekt van een daling
van de landbouwinkomens gekoppeld
aan hoge rentepercentages zal zijn
dat boeren, in het bijzonder jonge
boeren, niet kunnen beschikken over
middelen ten behoeve van investerin
gen. Een en ander zal niet alleen de
toekomst van de landbouw schade
toebrengen, maar ook de vele daarvan
afhankelijke sektoren die tezamen
met de landbouw ongeveer een vijfde
van de werkgelegenheid in de E.G.
voor hun rekening nemen.
De huidige problemen van bepaalde
markten en de daaruit voortvloeien
de financiële gevolgen worden voor
een groot deel veroorzaakt door on
voldoende marktbeheer en door het
niet respekteren van de Gemeen
schapspreferentie als gevolg van
handelsovereenkomsten die de E.G.
om politieke redenen met derde lan
den heeft afgesloten (boter, rund
vlees, suiker, groenten en fruit, oliën
en vetten e.d.).
.O.P.A. en COGECA wijzen de
samenhangende maatregelen zoals
voorgesteld door de Commissie van
de hand, in het bijzonder de tijdelijke
schorsing van de interventie voor
rundvlees, de verzwakking van de
garanties voor suiker en groenten en
fruit en de aanzienlijke verhoging
van de melkheffing. C.O.P.A. en
COGECA hebben een evenwichtig
pakket van maatregelen voorgesteld
ter verbetering van de situatie van de
zuivelsektor. Terwijl de Commissie
een aantal van deze maatregelen
heeft voorgesteld (premies voor
niet-levering, omschakeling en
zoogkoeien) heeft zij een aantal be
langrijke elementen dat de marktsi
tuatie in deze sektor bepaalt, totaal
genegeerd, net name een globaal
oliën- en vetttenbeleid dat te meer
onmisbaar is in het kader van de
uitbreiding van de E.G. In dit kader
wijzen C.O.P.A. en COGECA iedere
verandering van het "acquis com
munautaire" van de hand, welke zal
leiden tot een verzwakking van de
thans voor de verschillende land
bouwprodukten geldende garanties.
e Commissievoorstellen inzake
de prijzen maken een vermindering
van positieve m.c.b.'s onmogelijk en
zouden een verder uitstel betekenen
van het herstel van het gemeen
schappelijk prijsbeleid en de een-
heidsmarkt waarvan C.O.P.A. en
COGECA steeds grote voorstanders
zijn geweest.
C.O.P.A. en COGECA zijn van oor
deel dat een gemiddelde verhoging
van de E.G.-landbouwprijzen voor
1980/1981 met 7,9% Europese valu
ta-eenheden, gebaseerd op de uit
komsten van de objektieve methode,
welke door de Commissie zijn erkend,
niet alleen van belang is ter ombui
ging van de verslechterende trend van
de landbouwinkomens, maar ook ter
vermindering van de onzekerheid en
ontevredenheid van de boeren in de
gehele E.G. Een verhoging met 7.9%
zal slechts een beperkte invloed heb
ben op het algemene niveau van de
konsumentenprijzen (0,4%) en van de
voedselprijzen (2,5%).
De Friese Mij. van Landbouw, de
Friese CBTB en de ABTB (kring
Friesland) hebben minister Van der
Stee gezamenlijk een brief geschre
ven waarin zij de gedane prijsvoor
stellen van de Europese Commissie
van de hand wijst en nieuwe accepta
bele voorstellen bepleit.
In de brief wordt o.m. het volgende
gesteld: "In de kringen van onze or
ganisaties is dan ook met ontsteltenis
kennis genomen van de voorstellen
van de Commissie. Voor geen enkel
produkt worden prijsvoorstellen ge
daan, die ook maar de uitkomst van
de objectieve methode benaderen,
terwijl bij de melkprijs - rekening
houdend met de afbraak van de
m.c.b.'s met 0,5 procent, verhoging
van de medeverantwoordelijkheids-
heffing met 1,0 procent en afgezien
van de extra heffing - in feite wede
rom wordt uitgegaan van een bevrie
zing van de bruto-prijs. De Commis
sie heeft niet de moeite genomen
duidelijk te maken, hoe de melkvee
houders bij een zodanige voortgaande
prijsbevriezing en bij stijgende kosten
een vergelijkbaar inkomen kunnen
verwerven, als ze hun melkaflevering
ook nog moeten beperken tot 99 pro
cent van de in 1979 afgeleverde melk.
Bovendien leiden lagere melkafleve-
ringen tot hogere verwerkingskosten
per kg. melk en daarmede tot een la
gere netto-uitbetalingsprijs aan de
veehouders.
De dagelijkse besturen van onze or
ganisaties kunnen niet overzien, wel
ke gevolgen een onverhoopte aan
vaarding van de voorstellen van de
Commissie zouden hebben voor de
werkgelegenheid in de landbouw, de
zuivelindustrie, de kunstmelkindus-
trie, de kalvermesterij en de toeleve
ringsbedrijven voor de melkveehou
derij, maar zij vrezen dat deze gevol
gen ernstig zouden zijn.
Zij aarzelen niet om de voorstellen
van de Commissie onaanvaardbaar te
noemen en zij beraden zich op wat
hun te doen staat als deze onverhoopt
geheel of in hoofdlijnen zouden wor
den aanvaard. Zij doen een dringend
beroep op U om de voortsellen zonder
meer van de hand te wijzen en het
daarheen te leiden, dat de Commissie
geheel nieuwe voorstellen, gebasserd
op de doelstellingen van het Ge
meenschappelijk landbouwbeleid,
ontwerpt.
O.P.A. en COGECA erkennen
dat het prijsbeleid alleen niet in staat
is bepaalde groepen die met speciale
moeilijkheden worden gekonfron
teerd, een bevredigend inkomen te
verschaffen. C.O.P.A. en COGECA
vragen om toepassing van hun voor
stellen inzake het struktuurbeleid dat
een geïntegreerd onderdeel is van het
E.G.-landbouwbeleid, alsmede om
versterking van het sociaal en regio
naal beleid.
C.O.P.A. en COGECA benadrukken
dat de sociale, ekonomische en poli
tieke stabiliteit in grote delen van de
E.G. zal afhangen van de besluiten
inzake herziening van de landbouw
prijzen 1980/1981. C.O.P.A. en CO
GECA doen een dringend beroep op
de E.G.-Raad, het Europees Parle
ment, het Ekonomisch en Sociaal
Comité en de publieke opinie er aan
mee te werken dat de besluiten inza
ke de landbouwprijzen en daarmee
samenhangende maatregelen zo
spoedig mogelijk worden genomen
in overeenstemming met de voor
stellen van C.O.P.A. en COGECA.
it is een van de konklusies welke
getrokken is in het gesprek van een
delegatie van het Landbouwschap
met de direktie van SBL dat op 12
februari plaatsvond.
Reeds eerder opende de SBL en de
Rijksdienst IJsselmeerpolders op
verzoek van het Landbouwschap de
mogelijkheid aan de gegadigden
voor deze bedrijven om hun beslis
sing over het aanvaarden van het bod
op hun huidige bedrijf uit te stellen
van 1 februari tot 1 maart.
Daarbij toonde de SBL zich ook be
reid om over de gang van zaken en
de totstandkoming van het bod van
gedachten met het Landbouwschap
te wisselen.
In deze gedachtenwisseling werd van
beide zijden de konklusie getrokken
dat de gegadigden dit jaar wel bij
zonder weinig tijd hebben gekregen
om het door SBL uitgebrachte bod te
overwegen.
Aangezien degenen die zich in de
nieuwe polder gaan vestigen bij
voorkeur voor het begin van de
voorjaarswerkzaamheden op hun
nieuwe bedrijf moeten bevinden,
kan de sluitingsdatum niet te ver op
geschoven worden.
Daarom is het nodig dat de proce
dure wordt bekort welke van over
heidswege gevolgd wordt, voordat
door SBL een bod kan worden uit
gebracht.
Door het Landbouwschap zijn een
aantal wensen welke bij de betrok
kenen leven omtrent de wijze van
taxatie aan de SBL voorgelegd. Ook
is gewezen op de kritiek die het
Landbouwschap in het verleden
heeft geuit op de richtlijnen volgens
welke de taxatie gebeurt. De SBL
deelde mede dat de richtlijnen voor
dit jaar niet veranderd kunnen wor
den. Een diskussie over de richtlijnen
met de verantwoordelijke bewinds
man, t.w. de Staatssekretaris van Fi
nanciën, zou pas voor volgende jaren
tot aanpassingen kunnen leiden.
Zoals hierboven reeds gesteld, staat
de SBL wel open voor het voeren van
overleg met de betrokkenen die zulks
wensen over de manier waarop het
bod tot stand is gekomen.
Op verzoek van de gegadigden kun
nen deskundigen van het Land
bouwschap of andere deskundigen
bij dit overleg betrokken worden.
Het Landbouwschap zal op korte
termijn met de Staatssekretaris van
Financiën kontakt opnemen over
voor uitgifte geldende richtlijnen.
Tevens zal met SBL, verder gespro
ken worden over de bij de taxatie
gevolgde methode, waarbij ook de
mogelijkheid van beroep en de in
schakeling van andere taxaties aan
de orde zullen komen.
De Coöperatieve Vereniging voor
Automatisering en Mechanisering
COVAM W.A. te Eindhoven organi
seert ter gelegenheid van haar 10 ja
rig bestaan een symposium.
Het symposium vindt plaats op don
derdag 28 februari a.s. in het ont
moetingscentrum "Koningshof' te
Veldhoven.
Ir. J. W. Wellen, algemeen direkteur
N.V. Interpolis verzorgt op dit sym
posium een inleiding met als titel
"Hoe houdt de direktie en het bes
tuur zicht op de automatiserings
ontwikkelingen binnen de Coöpera
tie".
Ir. G. W. van Logtestijn, direkteur
Accountantsen Belastingadviesbu
reau NBC behandelt het onderwerp
"De maatschappelijke gevolgen van
de "CHIP" voor de agrarische on
dernemer".
Aansluitend aan de lezingen vindt
een tentoonstelling plaats waar een
beeld gegeven wordt van de auto-
matiserings-ontwikkelingen bij een
aantal leden van de COVAM. Er
worden o.a. een aantal toepassingen
uitgevoerd op ter plaatse opgestelde
computers.
Er is een relatief sterke daling van het
aantal echtgenoten dat meewerkt op
het agrarische bedrijf, nl. van 89.400
in 1975 tot 75.800 in 1979. Een afna
me met 15%. Het door hen geleverde
arbeidsvolume is in die periode afge
nomen met 8,2%.
Dit o.m. blijkt uit het onderdeel ar
beidskrachten in de Landbouwtel
ling 1979 van het CBS. In 1979 waren
in totaal 284.100 personen regelma
tig werkzaam in de land- en tuin
bouw. Ten opzichte van 1975 bete
kent dit een daling van 8,7%.
Het totale arbeidsvolume, uitgedrukt
in arbeidsjaareenheden (AJE), is ge
daald met ruim 14.000 (-5,5%).
Hierbij dient te worden bedacht dat
een AJE in 1975 gelijkgesteld werd
aan 2250 uur en in 1979 aan 2000
uur. De op deze wijze berekende to
tale arbeidsinbreng in de twaalf
maanden voorafgaande aan de op
name in mei 1979 bedroeg 242.200
AJE.
Gezinsarbeidskrachten leveren nog
steeds het overgrote deel van het ar
beidsvolume. Wel is het percentage
sinds 1975 gedaald van 85 naar 82.
Hier tegenover staat het arbeidsvo
lume van de niet-gezinsarbeidskrach-
ten, dat niet alleen relatief stijgt,
maar ook absoluut van 38.400 AJE in
1975 tot 43.200 AJE in 1979
12,5%). Een verschuiving van gezin-
sarbeid naar niet-gezinsarbeid.
•o
4