Welke faktoren bepalen de rentabiliteit melkveehouderij? ATEM zomergerst oogstzeker en produktief w at de produktiviteit van de rundveestapel betreft zijn volgens de gegevens uit bovengenoemde admi I Zuivelsektor Saoedi-Arabië sterk in opkomst D D e veebezetting per hektare is zeer belangrijk. Daar de grond schaars is en duur en de oppervlakte per be drijf meestal beperkt, is het belang rijk om te streven naar hoge op brengsten per ha. Dikwijls heeft grond ook nog andere gebruiksmo gelijkheden b.v. suikerbieten in Marktontwikkelingen in de vee- en vleessektor W, Invloed aantal melkkoeien per bedrijf Aantal melkkoeien per ha Melkproduktie per melkkoe Produktie beperkingen i.v.m. zuiveloverschotten? Samenvattend kunnen we konkluderen: Aantal stuks jongvee oor ruim 350 melkveehouders wordt een bedrijfsekonomische ad ministratie bijgehouden. Uit de cijfers van deze administratie blijkt, dat het resultaat - afgezien van de opbrengstprijs van de melk - onder meer afhankelijk is van een aantal faktoren waarop de ondernemer zelf meer of minder invloed heeft. Enkele van die faktoren zijn: Het aantal melkkoeien per bedrijf; het aantal melkkoeien dat per hektare grasland en voedergewassen wordt gehouden; de melkproduk- tie per melkkoe en het aantal stuks jongvee dat per melkkoe aanwezig is. B elangrijk is een zodanig aantal melkkoeien per bedrijf, dat aan deze produktietak de nodige aandacht kan worden besteed, opdat dit een behoorlijk aandeel levert in het ar beidsinkomen van het totale bedrijf. Een behoorlijk aantal melkkoeien is natuurlijk ook nodig om gebruik te maken van de moderne technische voorzieningen zoals automatisering op de grupstal, de ligboxenstal, doorloopmelkstal, melkkoeltank en eventueel computer gebruik. We moeten de zaak echter zeker niet overdrijven door meer melkkoeien te gaan houden dan per man in een re delijke arbeidstijd kunnen worden nagezien. Zeker hier geldt "Niet meer maar beter". De prijzen voor slachtvarkens bewegen zich in ons land thans duidelijk in neergaande lijn, meldde pw-adjunkt-sekretaris drs. L. Flink in de op 13 fe bruari in Rijswijk gehouden openbare vergadering van het bestuur van het produktschap voor vee en vlees. De advieskommissie van het pvv, op 12 februari bijeen, spreekt vooral ten aanzien van de ribben en de hammen van een vrij forse, kontinue, daling van de prijs tot in deze week toe. De prijsontwikkeling van slachtvarkens heeft daarmee echter geen gelijke tred gehouden. Daarvoor is, naar de mening van de advieskommissie, de sterke onderlinge konkurrentie bij de inkoop verantwoordelijk. In november/december van het vo rig jaar was er sprake van een vrij krappe markt en een daardoor in verhouding te hoog opgelopen prijs voor slachtvarkens. De verwachting, dat dit zich spoedig vanzelf zou op lossen werd niet bewaarheid. De varkensprijzen, zo werd ter vergade ring meegedeeld, zijn inmiddels met 7 tot 15 cent per kg levend gewicht gedaald. De pw-advieskommissie meent overigens, dat een daling van de varkensvleesprijzen in deze tijd van het jaar een welhaast normaal ver schijnsel genoemd kan worden. De afzet in het binnenland wordt daar bij momenteel ronduit slecht ge noemd. De klanten kopen minder en neigen over te stappen naar goedko pere soorten. In het buitenland is ook de Britse baconmarkt duidelijk zwakker. De kopers nemen ook daar een afwachtende houding aan. De prijs van de verse ribben in Neder land wordt daardoor ook duidelijk minder ondersteund. Ook op de an dere EG-afzetmarkten wordt een duidelijk mindere vraag waargeno men. De varkensfokkers hebben van deze ontwikkelingen nog weinig gemerkt. De biggenprijs liep op; ze kosten nu ongeveer 115,— per stuk. Enige export van levende biggen naar Frankrijk verleent steun aan deze markt. De situatie op de rundvleesmarkt blijft stabiel. De malaise in de win kelverkoop van varkensvlees in ons land is bij het rundvlees niet hele maal aanwezig. Het vlees van run dervoorvoeten wordt goed verkocht; het fijne vlees van de achtervoet 10 moeizaam brengt daarentegen prijs op. Bij de bespreking van de marktsi tuatie in de openbare vergadering van het pw-bestuur werd van die zijde opgemerkt dat op de vleeskal- verenmarkt, door een omvangrijke aanvoer op de Franse markt, de prijzen sterk daalden. Het rende ment in de vleeskalverensektor is nog negatief; men probeert daarin, door het langer aanhouden van de dieren, verbetering te brengen. Dat heeft echter weer gevolgen op kwaliteit sterrein en derhalve op de prijsvor ming. Van de zijde van het pw-se- kretariaat is toegezegd dat bij het beschouwen van de marktontwikke lingen in de toekomst eveneens uit drukkelijk aandacht zal worden bes teed aan de ontwikkeling op de markt voor vleeskalveren en scha pen. Voorts bediskussieerde het bes tuur de mogelijke gevolgen van de Amerikaanse graanboycot naar de Sovjet-Unie in relatie tot de ontwik keling van de voerkosten in ons land. Maar die zijn nog geenszins te over zien. C.R.A. Tilburg Ing. A.A. Jans plaats van grasland. Uit de rundvee houderij-administratie blijkt dat 75% van de deelnemers een veebezetting heeft van meer dan 3 grootvee-een heden per hektare en ruim 20% reeds boven de 4 grootvee-eenheden per hektare. Het resultaat per hektare wordt nog beter als deze veebezet ting voor een groot deel bestaat uit melkkoeien. 30% van de deelnemers heeft reeds meer dan 3 melkkoeien per hektare grasland en voedergewassen. Overigens moeten we ook dit weer "niet gaan overdrijven. Ruwvoer is altijd nog goedkoper dan krachtvoer. Als de veebezetting in sommige stre ken bij een groot aantal bedrijven belangrijk hoger komt dan 3 groot vee-eenheden per hektare, wordt de konkurrentie om grond en/of ruw voer (mais) wel erg groot en dien tengevolge duur. Daarnaast kunnen ook milieutech nische bezwaren (mest overschotten) een rol gaan spelen. nistratie de koeien met een flinke melkproduktie bedrijfseconomisch veel beter. Ook uit andere gegevens komt steeds meer tot uiting dat be drijven met gemiddeld de hoogste produktie per melkkoe financieel het beste uit komen. Wat hebt u liever? 40 melkkoeien die samen 220.000 kg melk per jaar pro duceren of moet u hiervoor 50 melk koeien houden? Dit is geen extreem voorbeeld. Uit de rundveehouderij administratie blijkt dat 80% van de deelnemers een melkproduktie per melkkoe heeft van meer dan 5.000 kg waarvan ruim 60 bedrijven 17%) reeds boven de 5.900 kg per melkkoe. We mogen verwachten dat de produktiestijging per melkkoe de komende jaren in meer of mindere mate zal doorgaan. Via een betere bedrijfsvoering, doel gerichte fokkerij en gezondheidsbe geleiding liggen hier nog vele moge lijkheden. de Dat de resultaten per ha toenemen naar mate er een hogere veebezetting is in de vorm van melkkoeien. Dat een hoge melkproduktie per melkkoe bedrijfsekono- misch aantrekkelijk is. Dat het afgezien van arbeidsbezetting, verkaveling, ge bouwensituatie e.d. beter is om melkkoeien te houden dan veel jongvee. Dat deze vorm van bedrijfsadministratie een belangrijk hulpmiddel is bij de bedrijfsvoering. Aan bovengenoemde faktoren zal de melkveehouder van de toekomst bijzonder veel aandacht moeten besteden. ndien de zuiveloverschotten aan leiding zouden geven tot maatrege len ter beperking van de melkpro duktie, komt de vraag aan de orde: of men minder melkkoeien zal gaan houden of de melkproduktie per melkkoe zal verlagen. Een inkrim ping van het aantal melkkoeien zal een kleinere daling van de bedrijf- suitkomsten opleveren dan de verla ging van de melkgift per koe, zodat de keuze duidelijk in het voordeel van betere koeien uitvalt. In het ge val van inkrimping van de melk veestapel zijn de besparingen op va riabele kosten groter. Zelfs in zo'n si tuatie dient de melkveehouder te blijven streven naar verhoging van de melkproduktie per koe door middel van foktechnische, voedertechnische en veterinaire maatregelen. Dus ook hier geldt "Niet meer maar betere koeien". In de voedselvoorziening in Saoedi-Arabië neemt de zuivelsektor een belangrijke plaats in. Voor een groot deel worden de zuivelprodukten ingevoerd. Nederland blijkt daarbij een belangrijke positie in te nemen. Als we uitgaan van de vergelijkbaarheid der statistieken komen we tot de volgende percentages: bij melkpoeder is ons aandeel 30%, bij kon- dens 100%, bij boter en thee bijna 7% en bij kaas 2,4%. e moeten konstateren dat bij de huidige verhoudingen tussen melk prijs en vleesprijzen het aanhouden van te veel jongvee een ongunstige invloed heeft op het saldo. Voor het in stand houden van een produktieve melkveestapel wordt het noodzake lijk geacht jongvee aan te houden. De gemiddelde levensduur van de melkkoeien in ons land is niet erg hoog gezien het feit dat 25% a 30% van de melkkoeien eerste kalfskoei- en zijn. Dit betekent dat jaarlijks voor elke vier melkkoeien minstens een vaars beschikbaar moet zijn voor vervanging. Opfok van jongvee is duurder dan men meestal zelf denkt. Voor een aantal bedrijven kan het in verband met de gebouwen, arbeid, oppervlakte en verkaveling aantrek kelijk zijn om het jongvee op het be drijf volledig te vervangen door melkkoeien. Het jongvee kan dan worden opgefokt op een centraal kalveropfokbedrijf. Er heeft zich de laatste jaren een aanzienlijke melkveehouderij in Saoedi-Arabië zelf ontwikkeld. Dit is niet in het minst een gevolg van zeer aantrekkelijke subsidies en kredie ten. Zo worden de (lucht)-vracht- kosten van het fok vee voor 100% ge subsidieerd, en de melkstallen voor 30%. Ook de werktuigen benodigd voor de teelt der groenvoedergewas- sen worden voor 45% gesubsidieerd, terwijl krachtvoeder voor 50% der kostprijs wordt geleverd door de Grain Silos and Flour Mills Comp. Daarenboven zijn ruime rentevrije kredieten beschikbaar. Het Nederlands bedrijfsleven heeft echter geen kans gezien te profiteren van deze investeringsgolf. Zo heeft het Ierse bedrijf Mastock een vijftal zeer moderne volledig geïntegreerde melkvee-projekten gerealiseerd in joint-venture: ge plande melkproduktie 2,375 miljoen liter per jaar. De Denen hebben een joint-venture zuivelfabriek in Jed- dah, met een kapaciteit (en produk- tieplan) van: 3090 ton recomb.milk; 2160 ton yoghurt; 1800 ton magere melk; 300 ton chocolade melk; 300 ton melk met vruchtensmaken; 1964 ton konsumptie ijs. In Al Khobar hebben ze een joint venture zuivelfabriek voor: 3.09 mil joen liter gepast, melk; 600 ton melk met vruchtensmaken; 1800 ton ma gere melk; 1170 ton yoghurt; 480 ton laban; 975 ton witte kaas; 900 ton konsumptie ijs. Ook een zeer groot projekt waarvan de opbouw in volle gang is, is de Saudi Arabian Agriculture Dairy Co., in A1 Kharj, 80 km ten z.o. van Riyadh. Dit projekt waarmede een investering gemoeid is van US 25 miljoen dollar wordt gerealiseerd door Alpha Laval. Er is plaats voor 7000 koeien waarvan 3600 melk koeien. Groenvoeder komt voor 600 ha gras en lucerne, tien oogsten per jaar, volautomatisch beregend. In 1980 zal het projekt in produktie ko men. Het produktieplan per dag: 50.000 liter gepast, melk; 10.000 liter yoghurt; 3.000 liter labneh (een soort kefir); 750 kg witte kaas; 4.400 liter ijs; 3.300 liter ijslollies. Wat de melkveehouderij betreft, ik noemde reeds de vijf Mastock farms. In opbouw is een Deense-Saoedi joint-venture dairy farm die de grootste moet worden van Saoedi- Arabië. Daarbij zijn de plannen klaar nog acht van deze grote farms neer te zetten. Tenslotte zijn er een reeks 100% Saoedi-ondernemingen, waaronder de Saanabel farm met 450 melkkoeien in Al Kharj, de Bachs farm in Gleis, bij Jeddah, met 1000 melkkoeien, de Musheiqa farm in Qasim met 1000 melkkoeien, de Al Kharba farm in Qasim met 210 melkkoeien, en vele andere. De Nederlandse inbreng in al deze projekten is afwezig of verwaarloos baar. Het is teleurstellend een dergelijke afwezigheid van het Nederlands zui- velondernemen en de melkveehoude rij te moeten konstateren. Te verwachten is ook dat onze afzet van zuivelprodukten, die nu nog aan zienlijk is, in de toekomst noodzake lijkerwijs zal dalen. (Bureau landbouwraad Kaïro, Land- bouwwereldnieuws) Advertentie IM

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 10