Landbouwschap bepleit fiskale maatregelen bij bedrijfsovername egelen ja, maar niet te veel!" ODVW verdejing extra vleesimport uit derde-landen VOORSTEL WIJZIGING PACHTWET NAAR LANDBOUWSCHAP H et is dringend gewenst dat er op flskaal terrein maatregelen worden getroffen, waardoor een aantal knelpunten bij de overname van agra rische bedrijven wordt opgelost. Dat is de mening van het Landbouw schap, dat in een brief aan minister Van der Stee van Landbouw en Visserij en aan staatssekretaris Nooteboom van Financiën een reeks voorstellen doet om de overnameproblematiek te verlichten. Het Landbouwschap heeft op dit punt al eerder voorstellen gedaan en wijst nog eens op de moeilijke positie van jonge agrariërs, die een bedrijf willen overnemen. D eze fiskale wensen van het Landbouwschap zijn tot heden niet ingewilligd. De problemen bij be drijfsovername zijn de laatste jaren eerder zwaarder dan lichter gewor den. Dit wordt onder meer veroor zaakt door de sterk gestegen grond prijzen en de ongunstige ontwikke ling van de werkgelegenheid buiten de landbouw. Het Landbouwschap haakt overigens opnieuw in op de regeringsverklaring van het huidige kabinet. De noodzaak om bij de be lastingheffing rekening te houden met de drie funkties van het inkomen van de zelfstandige (konsumptie, in vesteringen en reservering) wordt hierin erkend. Tot dusverre zijn door het kabinet geen voorstellen gedaan voor een afdoende en blijvende op lossing, aldus het Landbouwschap. T en aanzien van de overnamepro blematiek gaat het Landbouwschap in op de doorschuifmogelijkheden. Op het ogenblik is het mogelijk akti- va tegen boekwaarde door te schui ven als de vader ouder dan 65 jaar of invalide is. Hierbij dient volgens het Landbouwschap flexibiliteit te bes taan als het gaat om de persoon, de waarde en de omvang. Het Land bouwschap pleit voor een door- schuiffaciiiteit bij een belangrijk la gere leeftijd van de vader (50 k 55 jaar). Bij het doorschuiven zou een keuze mogelijk moeten zijn - naar de waarde van de aktiva - variërend tus sen de boekwaarde en de waarde in het ekonomisch verkeer. De door- schuiffaciliteiten zouden ook van toepassing moeten zijn bij een ge deeltelijke overname, zoals bij de vorming van maatschappen. T oepassing van de WIR bij over name van bedrijfsmiddelen door de Flexibiliteit W.I.R. Alleen beheersvergoedingen bij tegenprestatie RAPPORT PARA-VETERINAIRE BEROEPEN VERSCHENEN Uitkering worstkoeien oorzitter Meijer bij 25 jaar AID: Naast gelukwensen namens het Nederlandse bedrijfsleven aan het adres van de Algemene Inspectiedienst (AID) van het ministerie van landbouw en visserij, schroomde Fons Meijer, voorzitter van het produktschap voor vee en vlees (pw) niet om op een onlangs gehouden bijeenkomst enkele kritische kantte keningen te plaatsen. Onderkennend hoe zeer in onze ingewikkelde samenle ving ordening - en dus het stellen van regels en het handhaven daarvan - noodzakelijk is, pleitte hij er evenzeer voor om dit niet als doel in zichzelf te beschouwen. "Als het overigens correct is om te veronderstellen, dat onze economische vooruitzichten de komende jaren weinig florissant zijn, dan zal er ook op dat vlak veel vindingrijkheid en een soepel aanpassingsvermogen gevergd worden". De pachter kan volgens de huidige Pachtwet ook na het bereiken van de 65-jarige leeftijd een lopende pach tovereenkomst voortzetten. De duurzaamheid van het gebruiksrecht geeft de pachter een grote mate van zekerheid; daardoor wordt echter de mobiliteit van het grondverkeer, zo wel tussen de verschillende takken van landbouw als tussen de bedrij ven onderling in hoge mate vermin derd. Evenzeer vormt deze duurzaamheid een belemmering voor de doorstro ming van grond naar jongere agra riërs. Een nieuwe bepaling zal pachtont- binding op vordering van de ver pachter mogelijk maken, indien de pachter de 65-jarige leeftijd bereikt. Aansluitend hierop wordt de moge lijkheid van ontslag uit de pacht voorgesteld voor de medepachter die de 65-jarige leeftijd bereikt. 6 opvolger is door het Landbouwschap al eerder bepleit. Aangedrongen wordt op een zo snel mogelijke af ronding van een studie over dit on derwerp. Wat betreft de Fiskale Ou- dedags Reserve (FOR) vraagt het Landbouwschap opnieuw het huidi ge percentage op te trekken naar 15% met behoud van het maximum te re serveren bedrag. Het Landbouw schap acht het voorts voor de jonge zelfstandige van belang de eis te la ten vervallen dat het FOR-bedrag volledig in het bedrijf moet zijn vastgelegd. Onlangs zijn voorstellen ingediend voor de vermogensbelasting. Voor de voorgestelde verhoging van de vrij gestelde bedragen (bedrijfsvermo- Continuatierecht Het continuatierecht heeft als hoofdregel dat de pachtovereen komst, die geldt voor de duur van tenminste twaalf jaren voor een hoe ve en tenminste 6 jaren voor losse grond, telkens van rechtswege met zes jaren wordt verlengd. In het verlengde van de mogelijkheid tot tussentijdse ontbinding bevat het wijzigingsvoorstel de bepaling dat de verpachter een verlenging van de pachtovereenkomst kan afwijzen in dien de pachter gedurende de lo pende pachtovereenkomst de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt. Herziening pachtprijs In de Pachtwet is bepaald dat de pachtprijs slechts éénmaal in de drie jaren, nl. met ingang van de nieuwe driejarige pachtperiode, kan worden herzien. De bewindslieden stellen voor, bij wijziging van het Pachtnor- menbesluit, ook tussentijdse herzie- gen) is door het Landbouwschap herhaaldelijk gepleit. Over de voor stellen voor de suksessiebelasting zegt het Landbouwschap, dat on danks een verhoging van de vrijges telde bedragen deze (met de ver hoogde suksessietarieven) niet bij dragen aan het verlichten van de overnameproblematiek. Het Land bouwschap wijst bovendien op de hoge waardering van bedrijfsaktiva in verschillende inspektiegebieden. Een en ander heeft zowel gevolgen voor het niveau van vermogens- en suksessiebelastingen als voor de in komstenbelasting en derhalve voor de kontinuïteit van de bedrijven. Deze waardering moet, zo meent het Landbouwschap, op dit laatste wor den afgestemd. Verder herhaalt het Landbouwschap zijn voorstel aspirant agrariërs in de gelegenheid te stellen een bedrag - belastingvrij en vrij van volksverze keringspremies - op een geblokkeer de rekening te laten sparen. Het in 1975 door het Landbouwschap voorgestelde bedrag 7.500,— zou aangepast dienen te worden aan de inflatie. ning van de pachtprijs mogelijk te maken. In de plaatsstelling In samenhang met het voorgaande komt ook voor de pachter die 65 jaar is de mogelijkheid te vervallen een van zijn naaste bloedverwanten of een van zijn medepachters in zijn plaats te stellen. Voorts wordt de mogelijkheid geïn troduceerd een pachtovereenkomst in een maatschap in te brengen onaf hankelijk van de toestemming van de verpachter. Het is helemaal niet gemakkelijk om 'de rol te vervullen van iemand op z'n vingers te kijken' in alle redelijk heid. De indrukwekkende reeks re gels die het verkeer in goederen, dieren en diensten beheren in het kader, van het ministerie van land bouw en visserij en een aantal als lagere publiekrechtelijk aangeduide bedrijfs- en produktschappen, vor men hoe dan ook een belasting. Daarmee loopt de dienst het risico, dat dit door het bedrijfsleven als be moeizucht of zelfs inbreuk op de broodnodige vrijheid wordt aange voeld. Een vrijheid immers die het econo misch bedrijf tot ontplooiing moet helpen brengen met eigen initiatief en eigen verantwoordelijkheidsbe sef. Regels moeten dan ook in dienst staan van die ontplooiing, aldus Meijer en ze moeten daaraan ook worden getoetst. In dat verband wees hij er op, dat de AID geenszins De importmogelijkheden van rund vlees in de EG-lidstaten uit zoge naamde derde-landen met een lagere invoerbelasting dan voor die invoeren normaliter geldt, worden dit jaar aanmerkelijk verruimd. Stond de EG in 1979 open voor de heffing-vrije in voer van 38.500 ton uit derde-landen, in 1980 zal deze hoeveelheid tot maximaal 71.000 ton kunnen oplo pen. Niet alleen heeft de EG-kom- missie besloten het gebruikelijke kwantum op te voeren tot 50.000 ton, in het kader van de GATT-onder- handelingen (Algemene Overeen komst inzake Tarieven en Handel) is aan een viertal landen bovendien een extra kontingent toegekend. Deze landen zijn: USA (10.000 ton), Argentinië (5.000 ton), Australië (5.000 ton) en Uruguay (1.000 ton). Bij invoer van deze extra hoeveel heid rundvlees in verse, gekoelde of bevroren toestand wordt wél een ge- konsolideerd invoerrecht van 20% geheven. De vraag waarvoor het pvv-bestuur, dat op 13 februari in vergadering bijeen komt, nu staat is, of in Neder- "happig" is op regelen. Men spreekt er de taal van de boer, in de breedste zin van het woord. De kenni§ van de materie is er daar bij verrassend groot. Maar uitgaande van een redelijke reglementering, moet diezelfde AID in gevallen van opzettelijke en aanmerkelijke in breuk op die regels, wel tot optreden besluiten. Het feit, dat opgetreden kan worden, bewijst trouwens dui delijk zijn nut. Dat blijkt uit het feit, dat er bij de 166.000 bezoeken die AID-medewer- kers in 1978 aflegden, in totaal rond 17.000 overtredingen geconstateerd werden. In 9.300 gevallen werd vol staan met een waarschuwing, terwijl 7.700 maal geconcludeerd werd tot proces-verbaal. Deze 'vier procent oogst' aldus Meijer, wijst er duidelijk op, hoe het preventieve element in het werk uiterst belangrijk is. Hij be pleitte voorts een snelle afwikkeling van gekonstateerde overtredingen. land en op Nederlandse invoercerti- fikaten ingevoerde hoeveelheden vlees uit dit extra kontingent, ook in 1981 en de jaren daarna mee moet tellen bij de dan aan belanghebben den toe te kennen aandelen in de in voer van vlees tegen gekonsolideerd invoerrecht. Tot nu toe is in ons land gebruikelijk, dat het Nederlandse GATT-kontingent van bevroren rundvlees onder de importeurs wordt verdeeld op basis van de door hen gedane zaken in de afgelopen drie jaar. Nu bij het extra kontingent voor 1980 óók sprake is van vers of ge koeld vlees, wordt het pvv-bestuur in overweging gegeven, alleen het aan deel bevroren vlees uit dat kontin gent voor de toekomst mee te laten tellen. Langs dezelfde lijn denkend wordt het pvv-bestuur ook voorges teld daarbij het aandeel in het EG- invoerkontingent van bevroren buf felvlees, voor 1980 een hoeveelheid van 2.250 ton, te betrekken. Voorzo ver althans een vrij duidelijke kon- sumptieverwantschap tussen buffel en rundvlees in de lijn ligt. Het pvv- sekretariaat acht het aannemelijk, dat dit zo is. "Beheersvergoedingen zijn géén ver kapte schadevergoedingen voor pla nologische verbodsbepalingen of voor het niet verkrijgen van subsidies voor agrarische verbeteringswerken. Het zijn vergoedingen voor boeren, die een wezenlijke bijdrage leveren aan beheer van natuur en landschap. Het zou toch onverantwoord zijn, overheidsgelden beschikbaar te stel len voor beheersvergoedingen zonder dat een wezenlijke bijdrage geleverd wordt aan beheer van natuur en landschap". Dit o.m. zei dr. W.M. Otto, direk- teur-generaal voor Landinrichting, Grond- en Bosbeheer in een toes praak bij gelegenheid van de alge mene vergadering van de Geldersche Maatschappij van Landbouw op 7 februari 1980 in Musis Sacrum te Arnhem. Bij het beheer gaat het erom, dat aan drie voorwaarden moet worden vol daan, die ten dele met elkaar op ges pannen voet staan, die niet in ieder gebied tot dezelfde uitkomst behoe ven te leiden en die ook in de tijd gezien wel tot andere uitkomsten kunnen leiden. Er moet n.l. een wezenlijke bijdrage geleverd worden aan natuur- en landschapsbeheer. Het gewenate be heer moet voor de boer overzienbaar in zijn bedrijfsvoering kunnen wor den ingepast. D.w.z. hij moet de ge volgen kunnen overzien van de ver plichtingen die hij op zich neemt, zowel technisch, financieel-econo- misch als ook organisatorisch. Ten slotte moeten de kosten van het ge wenste beheer in redelijke verhou ding staan tot de resultaten ervan. Een beheersovereenkomst, die wei nig of geen feitelijke bijdrage tot het beheer levert, dan wel onevenredig veel geld kost, past niet in dit beeld. Concrete invulling zal per gebied moeten geschieden en recht doen aan deze voorwaarden. In dat verband waarschuwde de di- rekteur-generaal ervoor, te vragen om landelijke standaardvoorwaar- den en de uitkomst in het ene gebied te beschouwen als precedent in het andere gebied. De Adviescommissie para-veterinai re beroepen heeft aan minister Van der Stee (landbouw en visserij) en aan staatssecretaris Veder-Smit (volkgezondheid en milieuhygiëne) rapport uitgebracht over de inhoud van en de opleidingen voor ,de para- veterinaire beroepen. Minister Van der Stee heeft de ge noemde commissie daartoe in 1977 ingesteld. Het rapport geeft een overzicht van de handelingen die niet-dierenartsen in het kader van de Wet op de uitoe fening van de diergeneeskunde mo gen uitvoeren. Voorts heeft de com missie vastgesteld, welke algemene criteria zouden moeten gelden voor diergeneeskundige handelingen die nietdierenartsen kunnen verrichten. Blijkens het rapport is de commissie van mening dat in de eerste plaats veehouders zelf deze handelingen moeten verrichten. Daarnaast kun nen groeperingen die reeds in de landbouw werkzaam zijn, b.v. be- drijfsverzorgingsdiensten, onder be paalde voorwaarden worden inge schakeld. Over de samenwerking met de die renartsen en over de opleiding van niet-dierenartsen voor het uitvoeren van diergeneeskundige handelingen, geeft de commissie een aantal alge mene voorstellen. Het rapport kan worden aange vraagd bij het secretariaat van de Adviescommissie para-veterinaire beroepen, p/a Veterinaire Dienst, Koningin Julianaplein 3, 2595 AA Den Haag. -bestuur bespreekt: De vergoeding voor de afgekeurde en voorwaardelijk goedgekeurde runderen, die zijn verzekerd in ru briek A klasse 3 van het premietarief (worstkoeien) is voor de maand fe bruari 1980 vastgesteld op 3,50 per kg. koud geslacht gewicht. Een en ander is door de Direktie van de Stichtimg C.B.S. medegedeeld. Minister Van der Stee (landbouw en visserij) heeft, mede namens minister De Ruiter (justitie) op 1 februari 1980 een voorstel tot wijziging van de Pachtwet voor advies aan het Landbouwschap gezonden. Het Landbouwschap is ver zocht vóór 1 april a.s. advies uit te brengen. De wijzigingen hebben betrekking op de mogelijkheid van tussentijdse ont binding van de pachtovereenkomst bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd van de pachter' het continuatierecht, de tussentijdse herziening van de pachtprijs, de in de plaatsstelling en de inbreng in een medegerechtigdheid.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 6