r
D
uf"
Prijsvoorstellen Gundelach
onrechtvaardig en discriminerend
Vrolijk slot projekt "De boer op"
^ïïsp>
Vanuit de Z.L.M. gezien
zuidelijke landbouw maatschappij
ft
Door loslaten honderden ballonnen
>^Sl'vNülAL£
adres
O **\f\ fnV,a'de' ft'g0ES'
vo«4/iV M r%AN
m
VRIJDAG 15 FEBRUARI 1980
67e jaargang no. 3519
land- en
tuinbouwblad
De nieuwe prijsvoorstellen van landbouwkommissaris
Gundelach zijn onrechtvaardig en ook discriminerend.
Discriminerend omdat het juist de land- en tuinbouw is die
in staat is geweest een van de doelstellingen van het
verdrag van Rome waar te maken n.l. het produceren van
voldoende voedsel van goede kwaliteit tegen redelijke
prijzen.
En om het laatste gaat het vooral. Wat is een redelijke
prijs die de konsument moet betalen voor het voedsel
pakket. Bij dje diskussie rond de prijsvaststelling van de
E.E. G. -landbouwprijzen gaat het konsumentenbelang een
steeds grote te rol spelen. Op zich is daar niets tegen. Maar
wel, wanneer daarbij de redelijkheid uit het oog verloren
raakt.
0 nredelijk is het wanneer wij de normale kostenstijging
niet door mogen berekenen. Onredelijk is het de land- en
tuinbouw te verwijten dat er ongenuanceerd raak gepro
duceerd wordt en dat door het wegwerken van bepaalde
overschotten de prijzen van de levensmiddelen te duur
worden.
Onredelijk is het dat daarbij vergeten wordt dat juist door
een efficiënte bedrijfsvoering en de grote inzet van de
werker in de land- en tuinbouw de procentuele stijging
van de kosten voor voeding sterk achtergebleven is bij die
van de andere konsumentenbestedingen.
Werd er 20 jaar geleden 26% voor de voeding in Neder
land uitgegeven, nu is dat nog slechts 14%. Ook het
laatste jaar is de kostenstijging voor voeding de helft van
de totale procentuele stijging n.l. 2,1 tegen de prijsin
dex van 4,2%. Konsumentenorganisatie's vergeten dat
redelijke prijzen alleen gerealiseerd worden wanneer er
voldoende aanbod is.
Een duidelijk voorbeeld hiervan is vandaag de dag de
sterke stijging van energieprijzen. Hierbij blijkt hoe ge
vaarlijk het is wanneer men afhankelijk is van landen
buiten de gemeenschap.
Bij de produktie van land- en tuinbouw hebben wij te
maken met wisselende opbrengsten omdat wij nog
steeds zeer afhankelijk zijn van de weersomstandighe
den. Wil men geen ekstra risiko lopen bij het veiligstellen
van de voedselvoorziening dan is het nodig dat er steeds
voldoende voorraad aanwezig is. En daar wordt ook naar
gehandeld bij het E.E.G.-beleid.
Dat hebben wij in '73/'74 ervaren toen de voorraden
van graan en suiker sterk terugliepen, waardoor de
wereldmarktprijzen hoog opliepen.Als land- en tuinbouw
hebben wij daar niet van kunnen profiteren omdat de
E.E.G. in die tijd de eksport drastisch heeft beperkt. Op
zich kunnen wij daar geen bezwaar tegen hebben. Maar
dan mag men ons nu niet zwaar afstraffen wanneer wij in
die jaren aangemoedigd zijn meer te produceren wat met
hoge investeringen gepaard is gegaan.
Dat geldt voor de bietenteelt maar ook voor de veehou
derij Wanneer boeren in staat zijn op efficiënte wijze melk
te produceren mogen deze bedrijven nu niet via strafhef-
fingen in financiële moeilijkheden gebracht worden.
Strafheffingen die de problemen van de overschotten niet
fundamenteel oplossen, omdat de strafheffing zoals die
nu voor ons ligt een grote willekeur in zich houdt.
Het probleem van de overschotten dient niet alleen via
de prijzen en het landbouwstruktuurbeleid aangepakt te
worden maar ook via een gezamenlijk sociaal beleid. Dat
wordt duidelijk -wanneer men in Italië spreekt over een
bergboerenregeling voor bedrijven van 3 ha of 2 ha!
Hier ligt een belangrijke taak voor het Europees parle
ment. Op sociaal, fiskaal en monetair gebied is er vol
doende braak terrein voor het Europees parlement. Het
lijkt mij zinniger daar aandacht aan te besteden dan aan de
fundamenten van het landbouwbeleid te gaan wroeten.
Het is gemakkelijker iets af te breken dbn op te bouwen!
Ernstige kritiek op van der Stee
V orig jaar kwam er vanuit Zeeland vrij forse kritiek op
het beleid van minister van derr Stee. Dat had zelfs tot
gevolg dat wij bij de minister "op het matje" werden
geroepen. In dat gesprek hebben wij vooral onze zorg
uitgesproken over het beleid wat de overheid voert ten
opzichte van de kleine zelfstandige ondernemer en de rol
die minister van der Stee daarbij sfJëelt als het om de
land- en tuinbouw gaat.
Een beleid waardoor vooral de land- en tuinbouw in een
steeds ongunstiger financiële positie komt te verkeren. In
Nederland worden wij steeds meer belemmerd in de
bedrijfsvoering door allerlei maatregelen en eisen die op
ons afkomen -en die onze konkurrentiepositie in gevaar
brengen. Vorig jaar hadden wij nog de indruk dat de
minister wel bereid was "zijn jas uit te trekken" voor
ons in de Brusselse arena. Maar ook dat blijkt een illusie
te zijn gezien de uitspraken die de minister de laatste tijd
heeft gedaan. Uitspraken die zelfs bij de Belgische Boe
renbond bijzonder slecht zijn gevallen. Uitspraken die
ook strijdig zijn met die van zijn Duitse kollega.
En juist de opstelling van de Duitse minister van land
bouw moet toch een duidelijke vingerwijzing zijn voor
onze minister. Vooral omdat Duitsland en Nederland in
vergelijkbare monetaire omstandigheden verkeren.
In elk geval kunnen wij nu ons met onze kritiek aansluiten
bij de toenemende kritiek op minister van der Stee die wij
vanuit verschillende hoeken hebben gehoord en hebben
kunnen lezen!
Het is niet meer nodig dat de minister spionnen op pad
stuurt om op de hoogte te zijn van de stemming die er in
alle sektoren van de land- en tuinbouw heerst!
Waarschuwing!
B ij alle zorg die er heerst met betrekking tot de Brusselse
prijsvoorstellen moeten wij er voor waken dat de proble
men waarmee wij in eigen land te maken hebben niet op
de achtergrond geraken. Nationaal hebben wij nog steeds
te maken met een te zware sociale en fis ka Ie belasting
heffing.
Deze drukken onevenredig zwaar op de kleinezelfstan
dige ondernemer waardoor er onvoldoende reservering
mogelijk ia en het verteerbaar inkomen op veeI bedrij
ven ook daardoor onaanvaardbaar laag is.
Vooral het landbouwschap zal daar meer aandacht aan
moeten besteden en de overheid indringend wijzen op
deze onrechtvaardige situatie ten opzichte van o.a. loon-
trekkenden. In elk geval zal het nodig zijn dat wij in de
komende tijd de gelederen sluiten! Doeleman.
Met het oplaten van enige honderden
ballonnen op het Abdijplein in Mid
delburg hebben zo'n 250 leerlingen
van basisscholen uit Zeeland en
West-Brabant woensdagmiddag sym
bolisch afscheid genomen van het
scholenprojekt "De boer op". Zij
waren daarvoor in de Statenzaal offi
cieel ontvangen door de Commissaris
van de Koningin in Zeeland, dr. C.
Boertien en door het hoofdbestuur
van de ZLM. De voorzitter van de
ZLM, de heer AJ.G. Doeleman
opende de bijeenkomst waarna de
commissaris de ZLM zijn kompli-
menten maakte met het projekt "De
boer op". Een goed idee om de kin
deren zo bij de landbouw te betrek
ken", zei hij. De heer Boertien sprak
tevens de hoop uit dat de kinderen in
hun later leven zullen profiteren van
wat ze bij de boer aan kennis en er
varing hebben opgedaan. Hij vond het
trouwens een wat vreemde zaak dat
zo'n aktie nodig moet zijn om de kin
deren in kennis te brnegen met het
leven op de boerderij.
Na de officiële toespraken werden de
kinderen "losgelaten" om buiten op
het Abdijplein de ballonnen te laten
ontsnappen.
De ZLM heeft 3 prijzen beschikbaar
gesteld voor de ballonnen die 't verst
komen. Ook de vinder van de ballon
van de commissaris zal een beloning
krijgen.
In het museum aan het Abdijplein is
een der zalen ingericht met fantasie-
Zo te zien heeft voorzitter Doeleman
de touwtjes nog goed in handen.
Commissaris Boertien en algemeen
secretaris Oggel inspekteren de
knoop(foto P.Z.C.)
rijke en artistieke bouwsels, tekenin
gen en schilderijen, alle uitdrukking
gevend van de gevoelens die de kin
deren hetzij individueel hetzij in
klasseverband hadden opgedaan op
de boerderij. De tentoonstelling laat
van al dit werk de beste inzendingen
zien. Ze is de hele maand februari
geopend op werkdagen van 10.00 uur
's morgens tot 17.00 uur 's middags.