Él ATEM zomergerst oogstzeker en produktief gropatax KNLC kommentaar Over Grond en Pachtzaken De onteigening als uiterste middel «te A rt. 61 van de Onteigeningswet geeft een regeling voor het geval, dat de onteigenende partij niet binnen drie jaar, nadat het vonnis van on teigening onherroepelijk is gewor den, een aanvang heeft gemaakt met het werk waarvoor onteigend werd of de arbeid meer dan driejaar heeft gestaakt. E en simpel zinnetje uit een ant woord van Mr.K. Sneep, Jiskaal adviseur in Elseviers Weekblad, naar aanleiding van een vraag omtrent de waarde van aandelen, geeft goed aan wat er in Nederland gaande is op het gebied van fiskale advisering. Deze zin luidt: "U kutjt overwegen naar België te verhuizen, alwaar men (nog) geen vermogensbelasting kent. A anleiding hiertoe was de vraag op welke wijze voorkomen kan worden dat het (nagenoeg) enige bezit, t.w. een pakket aandelen in een familie-B. V., ieder jaar hoger wordt gewaardeerd, met als gevolg D e bestaansreden van art. 61 O.W. is duidelijk. Onteigening is een uiterste middel. Als er onteigend wordt, dan zal dringende noodzaak daartoe aanwezig moeten zijn. Mocht achteraf blijken, dat er gerui me tijd toch niets gebeurt en er der halve ten onrechte is onteigend, dan moet de oude eigenaar de mogelijk heid krijgen schadeloos gesteld te worden. M et het ter goedkeuring inzenden van overeenkomsten van verpach ting van jaar tot jaar zal men uiterst voorzichtig moeten zijn. Mocht de Grondkamer het met de korte duur namelijk niet eens zijn, dan wordt de pacht voor de wettelijke termijn van 6 of 12 jaar vastgelegd. Bedrijfsontwikkeling D e RAI is weer voorbij. Er kwamen meer bezoekers dan ooit. Of het ook om meer potentiële kopers ging, zal de komende maanden moeten uitma ken. War de RAI in elk geval wel heeft opgeleverd is een keur van sprekers en commentatoren die zich vooral hebben geworpen op de slogan "Niet groter, maar beter". A an deze stelling twijfel ik ten zeerste, wanneer dit vermogen be legd is in het bedrijf en zeker in dien dit bedrijfsvermogen in de toekomst moet dienen voor de verzorging van de oudedag. De aanwendbaarheid van onderne mingsvermogen is vrij star, waar door er nauwelijks grotere draag kracht aan kan worden toegekend. Gelukkig is dit ook tot onze over heid doorgedrongen, die in een - Brochure over het Landbouwschap weer verkrijgbaar V. In die gevallen kan de onteigende bij de rechter het onroerend goed te rugvorderen in de toestand waarin het zich dan bevindt of een vordering bij de rechter indienen tot uitkering van een naar billijkheid te bepalen schadeloosstelling boven hetgeen hij reeds genoten heeft. Wanneer de oude eigenaar het goed terugvordert, dan zal hij de genoten schadeloos stelling moeten teruggeven in even redigheid tot de waarde van het on roerend goed op het moment van te rugvordering. Art. 61 stelt tevens, dat het niet uit voeren van het werk of het meer dan 3 jaar staken daarvan door de ontei genende partij een gevolg moet zijn van omstandigheden, die hij niet in staat was uit de weg te ruimen, m.a.w. niet aan zijn schuld te wijten moet zijn geweest. Dit laatste zal van geval tot geval door de rechter moeten worden beoordeeld. De onteigenende partij zal dit moeten aantonen. De vraag is, of ook conjuncturele omstandighe den eronder vallen. Naar mijn me ning zal b.v. bij teruggang van de conjunctuur, waardoor een bepaald bouwplan is vertraagd een beroep op art. 61 door de oorspronkelijke eige naar moeilijk zijn. Ik wijs er met nadruk op, dat het artikel aleen van toepassing is bij een onteigening. De meeste aankopen door de overheid vinden echter in de minnelijke sfeer plaats; onteigenin gen komen betrekkelijk weinig voor. In de minnelijke sfeer kunnen ook regelingen worden getroffen. Bij agrarische grond en/of'gebouwen b.v. het gebruik om niet of verpach ting van jaar tot jaar tegen een nader te bepalen pachtprijs tot het mo ment, dat de aankopende partij het onroerend goed nodig heeft. De ver kopende partij houdt dan het ge bruik van de grond en/of gebouwen. Mocht achteraf blijken, dat zonder noodzaak is gekocht, dan houdt de verkoper in ieder geval het gebruik. Eventueel zou ook een recht van te rugkoop kunnen worden bedongen. De Grondkamer zal een verpachting een steeds hoger wordende aanslag vermogensbelasting. De vraag steller moest constateren dat het bezit geen direkt voordeel oplevert (er wordt geen dividend uitge keerd) waardoor de aanslag ver mogensbelasting geheel uit het ar beidsinkomen betaald moet wor den, hetgeen in zijn geval tot pro blemen in het financiële vlak aan leiding geeft. De heer Sneep stelt in zijn ant woord dat de fiscus in deze situa ties weinig erbarmen heeft en dat de zogenaamde 80% regel - waar bij het totaal van inkomensbelas ting over een bepaald jaar, plus de vermogensbelasting over het daar- op volgende jaar, te samen niet van jaar tot jaar overigens alleen goedkeuren op grond van de bijzon dere omstandigheden van het geval en indien de belangen van de land bouw daardoor niet worden ge schaad. Als zo'n bijzondere omstan digheid kan b.v. worden aange merkt, dat de grond binnen afzien bare tijd voor niet-agrarische doe leinden benodigd zal zijn. De eigenaar van de grond zit daar dan aan vast. In voorkomende ge vallen is de beste procedure dan ook, eerst een ongetekende pachtove reenkomst naar de Grondkamer te zenden met het verzoek mede te de len, of zij die overeenkomst zou goedkeuren. Is het antwoord beves tigend, dan kan de overeenkomst met een gerust hart worden onderte kend en ter goedkeuring worden in gezonden. Mr. H. van Es. Hoe zit de organisatie van het Land bouwschap in elkaar en op welke wijze worden de belangen van de Nederlandse land- en tuinbouw be hartigd? Op deze vragen wordt onder meer een beknopt antwoord gegeven in de brochure "Organisatie, doel stelling en werkwijze Landbouw schap", die opnieuw is verschenen. De brochure was enige tijd niet meer voorradig en is nu weer (schriftelijk of telefonisch) te bestellen bij het Landbouwschap, afdeling Pers en Voorlichting, Raamweg 26, 2596 HL Den Haag (telefoon 070-656920, toestel 228 en 229). Deze uitgave is er ook in de Engelse, Franse en Duitse taal. De brochure is gratis verkrijg baar. meer dan tachtig procent van dat inkomen kunnen bedragen - veelal geen effect sorteert, waardoor hij moet konstateren dat hij geen uit weg voor deze problemen ziet en hij besluit zijn antwoord met de hierboven aangehaalde zin. Onbillijkheden Op dit punt aangekomen kun nen we vaststellen dat er blijkbaar een aantal onbillijkheden schuilen in de huidige wetgeving betreffende de vermogensbelasting. Om er slechts enkele te noemen: - Bezit dat geen of geringe vruchten oplevert wordt toch ten volle met vermogensbelas- ting getroffen. - De waardering van sommige bezittingen geven aanleiding tot geschillen. - Bepaalde beslist waardevolle zaken blijven buiten de heffing, zoals de waarde- en welvaarts- vaste pensioenen. Hoewel ik geen voorstander ben voor het in de vermogensbelasting Minister Van der Stee ging daarbij tijdens de opening voorop. Het lijkt erop of allen, die bij het landbouwbe leid betrokken zijn het met deze richting wel eens zijn. Alleen de pro ducent van machines, maar ook de boer als afnemer, heeft er nog wat moeite mee, dunkt me. Dat is ook niet zo verwonderlijk na twintig jaar met steeds grotere (en duurdere) ma chines en werktuigen geconfronteerd te zijn. Toch zal een tijdige ombui ging, nu de bedrijven nog slechts langzaam kunnen groeien omdat er niet veel mensen meer uit de land bouw verdwijnen en intensivering ook grenzen kent, heel wat verspilling kunnen voorkomen. Wel moeten we oppassen dat we de prijs van de machines in de hand we ten te houden, immers een machine die kwalitatief beter werk aflevert mag ongetwijfeld iets meer kosten; maar laten we oppassen voor allerlei mooie berekeningen over mindere oogstverliezen, betere bewaarbaar- heid en dergelijke. Berekeningen die ik hier en daar al vertaald heb gezien is extra voordeel per machine en een bijbehorende meerprijs van die machi ne, waarvoor één en ander nog ren dabel zou zijn. Laten we oppassen langs deze weg als boeren niet al te snel het voordeel dat betere machines ongetwijfeld kunnen bieden, weg te geven aan de fabrikanten. Wel is duidelijk aan het worden dat met de RAI 1980 een nieuw tijdperk in de mechanisatie is ingeluid, name lijk dat van de minicomputer. Onget wijfeld zullen velen bij het horen van het woord computer denken, dat is niets voor mij. Ik denk dat we ons goed dienen te realiseren dat we hier voor een ontwikkeling staan die ver- Advertentie IM betrekken van pensioenrechten, moet anderzijds bij de zelfstandige ondernemer niet al te krenterig alle bezittingen worden gewaar deerd alsof deze zelfstandige een grote financiële voorsprong op de loontrekkende zou hebben. Het overgrote deel van het vermogen van de ondernemrer is belegd in zijn bedrijf en kan door hem niet worden gebruikt voor persoonlijke behoefte-bevrediging. En dat is in feite de ontstaansgrond voor de vermogènsbelasting; de meer dere draagkracht die bezit van vermo gen op zich zelf meebrengt. star gelijkbaar is met de vervanging van het paard door de tractor. Gelukkig zien we een geweldige prijsdaling van de mini-computers, zodat de toepas singsmogelijkheid voor bijna elke be drijfsomvang binnen bereik komt. Ongetwijfeld kan met de komst van de computer de bedrijfsvoering aan zienlijk verbeterd en het werk verlicht worden, zoals ervaringen in de rund veehouderij al uitwijzen. Inkomen A. chter de slogan "Niet groter, maar beter" ligt natuurlijk een hele ont wikkeling van het landbouwbeleid voor de tachtiger jaren verborgen. Minister Van der Stee ging daar bij de opening van de RAI ook op in. Erg florissant ziet die ontwikkeling er helaas- niet uit als we de minister moeten volgen. Immers veel produk- tievergroting per bedrijf zit er niet meer in, daar zijn we het wel over eens. Dat betekent dat kostenverla ging over de hele lijn er niet gemak kelijker op zal worden. Daarvoor zul len zeker ook de nodige stimulansen van het ministerie nodig zijn. Er blijkt dat er evenwel maar zeer beperkte fi nanciële ruinte te zijn. Zodanig zelfs dat het de grootste moeite kost om wat los te krijgen voor die zaken, die ook de minister als prioriteiten aan geeft (bedrijfsverzorgingsdiensten, mestbanken). De volgende mogelijkheid om voor de boer wat financiële ruimte te schep pen, is gelegen in verlichting van de collectieve lastendruk. Daar moet voor het hele bedrijfsleven wat aan gebeuren. Voor de zelfstandigen evenwel zeer in het bijzonder, omdat wij nog steeds inkomstenbelasting over schijnwinst betalen. Helaas hebben we voor onze voorstellen in dit kader nog maar bitter weinig ge hoor bij dit Kabinet en deze minister van Landbouw gevonden. Rest in feite de laatste mogelijkheid om het inkomen op peil te houden: hogere prijzen voor onze produkten. Daarin past bijvoorbeeld de door het COPA gevraagde en door ons onder schreven prijsaanpassing van gemid deld 7,9%. Maar hoe reageert minis ter Van der Stee? "Deze eisen getui gen van weinig werkelijkheidszin". Met andere woorden, wij zouden maar op voorhand met een behoor lijke inkomensachteruitgang genoe gen moeten nemen. Laten we voor alle duidelijkheid dan nog maar een» zeggen dat we dat niet van plan zijn en vinden dat we recht hebben op een behandeling als agrarische sector die gelijkwaardig iS^ met andere bevol kingsgroepen. Ik hoop dat daarom de inkomensontwikkeling van boeren en tuinders in de komende tijd een wat centralere plaats in het denken en handelen van de minister van Land bouw zal gaan innemen. Luteijn. medio november verleden jaar - ingediend wetsontwerp voorstellen doet tot wijziging van de huidige vermogensbelasting. Waarderingsregels I n dit wetsontwerp worden een oude- dagsvrijstelling, een interingsvrijstel- ling als ook een grotere onderne mingsvrijstelling voorgesteld, waar door is duidelijk is tegemoet gekomen aan de thans heersende bezwaren. Of hiermee alle problemen over zijn zal nog moeten blijken. Met name de waarderingsregels worden niet aange past en dat kan een blijvende bron van conflicten vormen, indien naar boven wordt afgerond of vergeleken wordt met een enkele uitschietende trans actie. Likwidatieopbrengst is beslist een andere waarde dan de "going- concern" waarde. Wel hoop ik dat aan opmerkingen als: "ga maar naar België" e.d. een einde kan komen, want als ons systeem zo danig werkt dat "de sterkste" schou ders het schip gaan verlaten, dan moet stellig worden gevreesd voor de achterblijvers. Veerbeek. 3

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 3