Uitvoering Kontraktenstelsel 1980 D, H oewel de boer in de eerste plaats D, D, M et bovenstaande uiteenzetting, mede ontleend uit de brochure "kontrakten in de intensieve vee houderij" van het Landbouwschap en het vlugschrift voor de landbouw no. 301 van het Ministerie van Landbouw en Visserij, hebben wij enkele punten over de kontrakten in de intensieve veehouderij aangege ven. T wee jaar geleden is de Nederlandse suikerbietenteelt overgegaan van het mengprijsstelsel op het con tractenstelsel. Een overstap, die eigenlijk door Brussel werd afgedwongen, omdat toepassing van het mengprijssysteem werd "bestraft" met een extra korting op het B-quotum. De suikerbietenteelt in ons land zou hierdoor een forse schade hebben geleden. Kontrakten in de intensieve veehouderij I I Vergadering Hoofdbestuur Z.L.M. Spuitdagen in West-Brabant 12 en 22 februari Tentoonstelling Projekt "De Boer op" Flinke energiebesparing in landbouw mogelijk ir. E. Bouma Lees voordat u tekent n ons land zijn veel bedrijven in de intensieve veehouderij, die op kontrakt produceren. Ongeveer 40 tot 50% van de slachtvarkens, 90 k 95% van het slachtpluimvee, 70% van de slachtkalveren, 25% van de konsumptieeieren, bijna 100% van de broedeieren worden op kontrakt geleverd. Bij de biggen en vleesstieren worden ook kontrakten toegepast. Er zijn vele vormen van kontrakten. Naar hun inhoud spreken we van loon- mestkontrakten, fïnancieringskontrakten en (minimum)prijsgarantiekontrak- ten. toetst door het Produktschap voor Veevoeder en die voor broedeieren, eendagskuikens of aflevering van jonge hennen en slachtvarkens door het Landbouwschap. Als het kontrakt getoetst is, moet er een stempel van het Produktschap of het Landbouwschap opstaan. Regionale Kontrakt-Advieskommissies Lien kontrakt kan afgestemd zijn op de aflevering van dieren, de toe levering van uitgangsmateriaal, de afname van veevoer. Ook komt voor, dat de financiering van het veevoer, de dieren en de stallen zijn geregeld via een kontrakt met de industrie. Bij het produceren op kontrakt kan de boer te maken krijgen met meer dere kontrakten. Bijvoorbeeld een financieringskontrakt naast een le- veringskontrakt of een (mini mumjprijsgarantiekontrakt. Vaak komt het voor, dat een bepaalde in dustrie of handelaar verschillende kontrakten in roulatie heeft. Het kontrakt wordt dan als het ware op de boer geschreven. Wel of geen kontrakt aangaan e boer die een kontrakt wil af sluiten staat voor vele vragen, o.a.: - doet hij er wel goed aan een kon trakt af te sluiten? - zijn er mogelijkheden zonder kontrakt? - welk kontrakt past het beste in de bedrijfssituatie? - geeft het kontrakt voldoende ju ridische zekerheid? - wat zijn de plichten en rechten? - is het kontrakt ekonomisch aan trekkelijk? Uit de ervaringen in de praktijk op gedaan in de kontraktenadvieskom- missie, blijkt maar al te vaak, dat de kontrakten nauwelijks ekonomisch aantrekkelijk zijn. Een recente LEI- publikatie wijst ook in die richting (LEI-mededeling nj. 209). Het is dan ook verstandig om alvo rens een kontrakt af te sluiten vooraf (en niet daarna, wat ook voorkomt) advies te vragen bij het Konsulent- schap of Sociaal-ekonomische Voor lichting. "Kleine lettertjes" zal kijken naar de prijs die het kon trakt oplevert, kunnen de bijbeho rende bepalingen of kleine lettertjes erg belangrijk zijn. Bijvoorbeeld be palingen over: - de looptijd van het kontrakt - de opzegmogelijkheid - de boetebepalingen - de behandeling van geschillen - de zekerheidsstelling bij finan ciering Het gaat bij deze kontrakten vaak om grote bedragen. Het is dus erg belangrijk, dat de kontrakten goed en evenwichtig zijn opgesteld. In de praktijk is dat helaas lang niet altijd het geval. Het landbouwbedrijfs leven heeft zich de afgelopen jaren ingezet om te komen tot meer rechtszekerheid voor de boer die op kontrak^ produceert. Algemene voorwaarden it heeft geleid tot overleg tussen het Landbouwschap en de industrie over algemene voorwaarden' die in de kontrakten minimaal in' acht moeten worden genomen. Zo zijn er thans Algemene Voor waarden voor broedeieren, eendags kuikens of levering van jonge hen nen, konsumptie-eieren en vleeskal veren. Voor slachtvarkens gelden eenzijdig door het Landbouwschap opgestelde Algemene Voorwaarden. Momenteel wordt getracht tot Alge mene Voorwaarden voor slachtvar kens te komen' die ook de instem ming hebben van de industrie. Toetsing kontrakten e handel en industrie kunnen de (blanko) kontrakten laten toetsen aan de Algemene Voorwaarden. Voor slachtpluimvee en konsump tie-eieren vindt de toetsing plaats door een kommissie van het Pro duktschap voor eieren, de kontrak ten voor vleeskalveren worden ge s het kontrakt getoetst aan de Al gemene Voorwaarden, dan is er ze kerheid, dat de rechten en plichten van beide partijen in het kontrakt op een evenredige en duidelijke manier zijn geregeld. Ten aanzien van de ekonomische kant zeggen de Alge mene Voorwaarden weinig of niets. Zij kunnen daarvoor niets voor schrijven. Prijzen of prijsgaranties moeten ook bij kontrakten op basis van Algeme ne Voorwaarden nog worden inge vuld. Dat geldt ook voor financie- rings- en administratiekosten. De Algemene Voorwaarden zeggen niets over de kostprijzen van te leve ren kuikens of biggen en voer. Voor de boer is het verder van belang te weten hoe het precies zit met de winstverdeling, de kortingen en toe slagen, punten die van belang zijn voor het uiteindelijke ekonomische resultaat. Het is duidelijk, dat het erg moeilijk is voor een boer een kontrakt goed te doorzien. Daarom heeft de georga niseerde landbouw vaak in samen werking met de Konsulentschappen, deskundige kontraktadvieskommis- sies in het leven geroepen. Bij deze advieskommissies kan de boer gratis advies krijgen over het hem aange boden kontrakt. De adressen van deze regionale Kontraktadvieskommissies voor Zeeland: p/a Spoorlaan 350, 5083 CC TILBURG, tel. 013 - 420080. Besluit Samenvattend kunnen we stellen, dat voordat u als boer een kontrakt tekent, het van groot belang is. dat: - u vraagt om een kontrakt op basis van Algemene Voorwaarden - u de nodige bedenktijd vraagt voordat u daadwerkelijk uw handtekening zet - u advies vraagt over de inhoud van het kontrakt bij de Kontrak- tenadvieskommissie in uw pro vincie. U kunt dat advies rechts treeks aan de kommissie vragen. U kunt dat ook doen via de be- drijfsvoorlichter of de sociaal- ekonomisch voorlichter. Een en ander leidt er toe, <iat de eindkonklusie is "lees, voordat u te kent". Het hoofdbestuur van de Zuidelijke Landbouwmaatschappij komt maan dag 4 februari bijeen in de Wouwse Tol te Bergen op Zoom. Uit de agen da blijkt dat het KNLC-bestuur dit jaar een exkursie houdt in het Z.L.M.-werkgebied. Het Dagelijks Bestuur der Z.L.M. stelt voor de ex kursie te houden in het gebied Alte- na/Biesbosch/Sprang-Capelle. Na dat een overzicht zal zijn gegeven van de sektoren akkerbouw, veehouderij en tuinbouw door respektievelijk de heren H.C. v.d. Maas, W. van Veld huizen en MJ. Goud zal o.m. worden gesproken over de hinderwet-proble matiek en over een wijziging in de samenwerkingsregeling. Door het Consulentschap voor de Akkerbouw en de Rundveehouderij te Zevenbergen worden in samen werking met de Boval twee spuitda gen georganiseerd. Iedereen, die belangstelling heeft, wordt uitgenodigd om een van deze bijeenkomsten te bezoeken. De bijeenkomstên worden gehouden oP- Dinsdag 12 februari te Fijnaart in hotel De Graanbeurs". Kadedijk 6 met als inleider dr.ir. C. Barel, Con sulent Plantenziekten te Wagenin- gen. Aanvang 14.00 uur. vrijdag 22 februari te Bergen op Zoom in hotel "De Korenbeurs", Potterstraat 50 met als inleider A.C.M. Mulders, specialist Planten ziekten te Zevenbergen. Aanvang 9.00 uur. Er zal speciale aandacht besteed worden aan gewasbescherming in bieten, aardappelen, erwten en gra nen. Ock diverse andere gewassen zullen in het kort Worden besproken. Na een korte inleiding over het be treffende gewas kunt U uw vragen stellen en opmerkingen maken. Ga vooral eens na welke problemen U afgelopen jaar tegen bent geko men en stel deze op de bijeenkomst aan de orde. De Consulent, Ir. J.A.H. Haenen Het materiaal dat in het kader van het bekende projekt "De boer op" werd gemaakt door schoolkinderen van ca. 90 basisscholen in Zeeland en West-Brabant, zal in Middelburg in het Zeeuws Museum tentoon worden gesteld. Deze tentoonstelling die duurt van 6 februari tot en met 28 is het hoogtepunt van een projekt dat tot doel had de land- en tuinbouw beter en meer bekend te maken bij de jeugd. Deze aktie waaraan de Z.L.M. en het Regionaal Pedago gisch Centrum Zeeland hebben meegewerkt en dat liep van januari tot en met december vorig jaar, is een groot sukses geworden. De Z.L.M. kreeg er de K.N.L.C.-prijs 1979 voor, een prijs die wordt toegekend aan personen of instellingen die zich verdienstelijk hebben gemaakt door het bevorderen van het begrip van land- en tuinbouw bij buitenstaan ders. Op de tentoonstelling worden naast een aantal tekeningen over met name de toekomst van de landbouw, ook een aantal door de kinderen vervaardigde maquettes en andere van papier en plastik gemaakte landbouwkreaties gegeven. Thema daarbij is de visie van de kinderen op de ontwikkeling van de landbouw in de toekomst. De tentoonstelling is op de werkda gen geopend van 10.00 uur v.m. tot 17.00 uur n.m. Op een studiedag over energie en landbouw die maandag j.l. in het dorpshuis "De Pompweie" te Kort- gene is gehouden, heeft ir. F. Cool- man gezegd dat het op zeer veel ge middelde agrarische bedrijven mo gelijk moet zijn om zo'n 20% op het energieverbruik te besparen, Dat is zijn inziens dan tevens het maxi mum. Volgens de heer Coolman, di- rekteur van het instituut voor me chanisatie, arbeid en gebouwen, zul len de agrariërs die besparing vooral moeten zoeken in het gebruik van aardofieprodukten. Een belangrijke rol in deze speelt de trekker die vaak verkeerd (te hoog toerental) en op onjuiste tijstippen (te nat voor ploegen) wordt ingezet. Goede mogelijkheden zag ir. Cool man ook voor zonne-energie en me thaangaswinning. De telers krijgen door middel van toepassing van het contractenstelsel een A- en B-quotum toegewezen. Voor de toewijzing van de teelt in 1980 is de gemiddelde suikerproduktie per bedrijf over de drie vooraf gaande jaren (1977, 1978 en 1979) bepalend geweest. Nu zijn er telers, die elk jaar een vrijwel gelijk areaal bieten inzaaien. Naast deze regelmatige telers zijn er akkerbouwers, die meer bieten willen telen en anderen, die om welke reden dan ook minder bieten dan voorheen inzaaien. Met dit soort verschuivingen in de diverse teeltplannen dient bij de uitwerking van het contractenstelsel zoveel mogelijk rekening gehouden te worden. Een belangrijk uitgangspunt van de door het Landbouwschap gekozen uitwerking is, dat het aan Nederland toegewezen A- en B-quotum zoveel mogelijk wordt volgeteeld. Om de vijf jaar worden namelijk in EG- verband de quota van de verschil lende lid-staten herzien. Dit gebeurt op basis van de geproduceerde sui ker in de afgelopen jaren. Als de Nederlandse akkerbouwers nog uit sluitend A-bieten zouden telen, dan zal het A- én B-quotum van ons land in de toekomst sterk teruglopen. Als een teler minder bieten zet, maakt hij dus "ruimte" voor andere telers, die juist meer bieten willen inzaaien. Daarbij is er in de uitwer king van het systeem rekening mee- gehouden, dat de soms sterk uitbrei 10 dende suikerbietenteelt van sommi ge akkerbouwers niet nadelig kan uitwerken voor andere telers. In het overleg tussen het Landbouwschap en de industrie zijn al dit soort kwesties aan de orde geweest. Uiter aard moet ook voorkomen worden, dat een groep telers onder normale omstandigheden flinke hoeveelhe den C-bieten produceren. Daar is immers niemand mee gebaat. De Nederlandse telers zijn het erover eens, dat alles in het werk gesteld moet worden om de bietenteelt in ons land op peil te houden. Daarom is het verstandig dat de telers - met het oog op de EG-verordening - hun en B-quotum zoveel mogelijk vol maken. Doet een akkerbouwer dit niet, dan zal door het systeem van de voortschrijdende referentie zijn quo tum worden afgebouwd. De uitwer king van het systeem is zodanig op gezet dat deze afbouw slechts gelei delijk plaatsvindt. Als een teler zijn toegewezen quotum niet volmaakt, zal in de referentie voor het volgend jaar het verschil tussen de toegewezen A- en B-quota en de werkelijk geproduceerde sui ker voor 50% worden opgenomen. Omdat er over drie jaren wordt ge middeld is de werkelijke afbouw dus beperkt tot een zesde deel van zijn quotum van het vorig jaar. Anderzijds is in het stelsel de moge lijkheid van een beheerste groei voorzien. Als de teelt iets terugloopt, ontstaat er ruimte in ons nationale A- en B-quotum. Telers die wel iets willen uitbreiden, worden dan daar toe in de gelegenheid gesteld. Ieder jaar zal tussen het Landbouwschap en de industrie een afspraak worden gemaakt over de vraag of geprodu ceerde C-suiker van individuele te lers in de referentie van het volgende jaar moet worden opgenomen of niet. Die afspraak moet uiteraard worden gemaakt, voordat de toewij zingen aan de telers zijn gestuurd. Als de bietenproduktie zich op een zodanig peil bevindt, dat het Neder landse A- en B-quotum wordt ge vuld, dan wordt de C-suiker het vol gende jaar buiten de referentie gela ten en telt dus niet mee. De C- producenten krijgen een jaar later geen groter quotum toegewezen. Gezien het verloop van de teelt in 1979 en de verwachtingen voor 1980 is nu afgesproken dat de C-suiker die de telers in 1980 mogelijk produce- ren, in 1981 zal meetellen in de refe rentie. Daarnaast komt het elk jaar voor dat telers hun quotum niet vol maken. Dit onbenutte quotum kan na de oogst worden herverdeeld. Het quotum, dat van de oogst van 1980 mogelijk niet is benut, komt op de eerste plaats beschikbaar voor indi- viduele C-leveranciers. Op deze wij ze is het dus mogelijk dat deze telers na de oogst meer bieten volgens de A- en/of B-prijs krijgen afgerekend dan nu is voorzien (voorlopige toe wijzing). De conclusie van deze werkwijze is dat de regelmatige teler zoveel mogelijk wordt beschermd. Als het Nederlandse quotum wordt volgeteeld krijgen uitbreidende te lers geen kans. Is er wêl ruimte dan is een uitbreiding die geregeld en ges tuurd kan worden mogelijk. Dit gaat echter nooit ten koste van de regel matige telers. Een ander probleem waar nog hard aan wordt gewerkt is de onregelma tige kavelgrootte van sommige telers. De toewijzing berust nu op de ge middelde geproduceerde suiker per bedrijf over de afgelopen drie jaar. Indien een bietenteler jaarlijks wis selende kavelgroottes ter beschik king heeft, kan het voorkomen dat in het ene jaar zijn quotumtoewijzing in verhouding tot zijn areaal te ruim is en in het volgende jaar weer te krap. Bij wijze van proef wordt geprobeerd een systeem uit te werken, waarbij telers met een te ruime toewijzing een deel daarvan kunnen inleveren met behoud van hun referentie voor het volgend jaar. Deze vrijkomende quota zouden dan benut kunnen worden door telers met een te kleine toewijzing. Zodra hierover meer be kend is, zal dat in de landbouwbla den bekend worden gemaakt. Afdeling Pers en Voorlichting Landbouwschap.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 10