Landbouw moet niet groter maar beter wabasto Suikertoewijzing 1980: let op datum 1 februari O KI Dm "E WEIMKEN C.A ■K- zeven oergen Standpunt c.o.p.a. inzake landbouwprijzen D e slogan van de tachtiger jaren voor de Nederlandse land- en tuin bouw zal moeten zijn: "Niet groter, maar beter". Die tachtiger jaren zullen in ekonomisch opzicht niet gemakkelijk zijn. De nodige inspan ningen zullen dan ook moeten worden verricht om te houden wat we hebben en we zullen waarschijnlijk wat eerder dan voorheen, blijk moeten geven van onze tevredenheid, aldus minister F. v.d. Stee van landbouw in een toespraak bij de opening van de "Landbouw-Rai" maandag jl. D, V D N, A, T elers die in 1977, 1978 en 1979 een beste ui! Van der Stee bij opening Landbouw-Rai" Geen geld; grondbankregeling opgeschort e minister zei te verwachten dat voortdurende stijging van de ener gieprijzen een minder gunstig effekt zal hebben op de ontwikkeling van onze welvaart. In de landbouw bete kent dit een toenemend accent op de kwaliteitsverbetering van pro- dukten en het produktieproces. Voor schaalvergroting ontbreekt in ons land de ruimte terwijl ook de situatie op de arbeidsmarkt daartoe niet uit nodigt. Volgens de minister dient in de toe komst nog meer aandacht te worden geschonken aan het ontwikkelen en verfijnen van apparatuur waarmee men in de landbouw met een zo ge ring mogelijke lichamelijke en gees telijke belasting werk van de aller hoogste kwaliteit kan leveren. crnieuwing door inzet van techni sche of elektronische hulpmiddelen dient ook in de landbouw toegepast te worden. Dat de landbouw op nieuwe ontwikkelingen inspeelt blijkt uit het 'feit dat boer en tuinder daaraan ca. 4,5 miljoen per werkdag uitgeven. oor het goed laten verlopen van het produktieproces dient, volgens de heer v.d. Stee de ondernemer in toenemende mate gebruik te maken van een stroom van informatie. Voor de, snelle verwerking van al die ge gevens zal hij steeds meer behoefte krijgen aan apparatuur. Waaronder de veelbesproken "chips" die de agrariër ongetwijfeld nog veel en goede diensten kunnen bewijzen. Voor het vergaren en verwerken van informatie van buitenaf voorziet hij bovendien, dat moderne kommuni- katietechnieken - zoals View-data- systemen - belangrijke hulpmiddelen AKKERBOUW WA S BIJ U IN HET A FGELO PEN JAAR het suikergehalte van de bieten ook beneden 16%? Dan zit U beslist op het verkeerde pad met uw stikstofbemesting. Dan waren uw bieten niet rijp en is te veel stikstof de oorzaak van het achterblijven van het gehalte: Ook in de bietengroepen is gebleken dat percelen met hoge giften dier lijke organische mest te veel stik stof krijgen en achterblijven in het suikergehalte. DE SPROEIMA CHINE IS EEN WERKTUIG dat volmaakt moet werken. Elke kleine afwij king doet hierop inbreuk. Zorg voor een eerste klas machine die goed werkt. De pomp moet een ruime overkapaciteit hebben, de manometer moet de juiste druk weergeven, alle spuitdoppen moe ten onder eenzelfde hoek staan en evenveel spuitvloeistof afgeven. Lekken horen bij een machine niet voor te komen. WILTUMEER WETEN OVER ONDERHOUD EN KONTRO- LE VAN VELDSPUITEN raad pleeg dan uw bedrijfsvoorlichter. Hij is in het bezit van een vlug schrift nr. 300, dat U precies ver telt hoe U uw spuitmachine gron dig kunt testen en klaar kunt ma ken voor het nieuwe seizoen. Wacht hiermee niet langer, U moet weer zo uitrukken. OM OP ZANDGROND EEN GOEDE OPBRENGST te krij gen van wintertarwe is een bestrij ding van windhalm (pluimgras) zonder meer noodzakelijk. Diver se middelen zijn hiervoor beschik baar. U kunt deze middelen men gen met DNOC wanneer ook veel korenbloem, kleine muur en ere prijs aanwezig zijn. De bestrijding kan het beste gebeuren in de maanden februari of maart. DE STIKSTOF OP GRAS ZAAD MOET VROEG worden gestrooid. Speciaal gebeurt dit om een hoge opbrengst aan zaad te krijgen. Wanneer de grond en het weer het toelaten, kunt U op veld- beemd en de zwenkgrassen reeds in februari de stikstof aanwenden. Zorg er voor dat de plant bij de aanvang van zijn voorjaarsgroei direkt over stikstof kan beschik ken. Voor de raaigrassen is het beter om met de bemesting te wachten tot maart. VEEHOUDERIJ OFSCHOON ZE NIET ZAAI EN EN OOGSTEN zijn er ver schillende vogelsoorten en zelfs ratten die aan een gedekte tafel van de veehouder zitten. Dit kan b.v. de maiskuil zijn waarin ratten een onderdak hebben gevonden. U geeft dit ongedierte toch zo maar geen onderdak en ook nog de kost? Bestrijd deze ratten met gif en maak de gemaakte gaten in het plastik dicht. Doet U dit niet, dan ontstaan grote verliezen tengevol ge van broei en bevuiling. ZE WERKEN ONDER GRONDS en laten vooral in het grasland zien dat ze er zijn. Doet U er ook wat aan om de opmars van de mollen niet alleen tot staan te brengen maar ze ook terug te dringen? In de wintermaanden zijn ze overdag van 11 tot 12 uur meestal aktief aan het graven. Misschien hebt U dan even tijd om het grasland eens na te lopen. Wanneer U met de schop vangt, dan wel de gravende mol tegen de windrichting benaderen. SOMS ZIJN HET KLEINIG HEDEN welke toch grote nadeli ge gevolgen kunnen hebben. Op sommige percelen grasland laat een snelle afvoer van water het af weten. Niet omdat de greppels, drainbuizen of duikers niet goed zijn gelegd. Dikwijls is de oorzaak een dichtgetrapte eindbuis of greppel door het vee of een half verstopte duiker omdat bij het ui trijden met wagens te kort aan de kant is gereden. Ga eens na of hier met weinig moeite verbetering kan worden aangebracht. Van der Stee kunnen zijn, bijvoorbeeld in de be drijfsvoorlichting of in de kontakten tussen de agrarische ondernemer en zijn afnemers of leveranciers. Sprekend over de stijging van ener gieprijzen zal men er naar de mening van de minister naar moeten streven het energiegebruik in de agrarische sektor zoveel mogelijk te beperken. Het gebruik van isolatiemateriaal, het hergebruik van energie of het winnen van energie uit agrarische af valstoffen is daarvoor, soms meer, soms minder van betekenis, ook voor de portemonnee van de ondernemer! In het licht van de onstabiele, onze kere situatie in de wereld en de ver slechterende economische situatie binnen de Europese Gemeenschap, onderstreept C.O.P.A. het belang van een dynamische agrarische sector in de EG. Het gemeenschappelijk landbouwbeleid heeft de voedsel voorziening voor 260 miljoen consu menten in de EG tegen redelijke en stabiele prijzen mogelijk gemaakt. De landbouw zal, aldus COPA, in de tachtiger jaren een belangrijke rol kunnen blijven vervullen in de eco nomie, op voorwaarde dat de land bouwprijzen worden aangepast re kening houdende met de economi sche situatie waarmee de boeren worden geconfronteerd, zodat een redelijk inkomen kan worden ver worven. C.O.P.A. beschouwt de zgn. objectie ve methode als de belangrijkste fac tor ten behoeve van de aanpassing van de landbouwprijzen. Deze me thode geeft aan wat de noodzake lijkste aanpassing van de landbouw prijzen moet zijn, zodat het inkomen van efficiënte boeren parallel loopt met dat in andere sectoren. Het re sultaat van de objectieve methode is dat een aanpassing van de land bouwprijzen voor 1980/81 na aftrek van 1,5 procent voor de produktivi- teiten van 7,9 procent noodzakelijk is. Dit percentage is een minimum dat volledig gerechtvaardigd is tegen de achtergrond van de verslechte rende positie van het inkomen in de landbouw en de huidige inflatie bin nen de EG van 12,2 procent. Deze verhoging van de gemeen schappelijke landbouwprijzen schept de mogelijkheid de positieve m.c.b.'s in belangrijke mate te verla gen en tegelijkertijd de nog bestaan de negatieve m.c.b.'s af te breken. C.O.P.A. benadrukt dat deze prijsver hoging slechts een zeer gering effeckt zal hebben op de consumentenprij zen (0,4%) en op de voedselprijzen (2,5%) e meeste bietentelers hebben de afgelopen weken hun toewijzingen voor de suikerbietenteelt van dit jaar ontvangen. Het gaat hierbij om een voorlopige toewijzing, omdat er in Brussel nog steeds geen beslissing is genomen over de vaststelling van de A- en B-quota. De hoofdafdeling Akkerbouw gaat er vanuit, dat de quota gelijk zijn aan die van 1979. Een uitgangspunt, dat ook wordt ontleend aan een uitspraak van mi nister Van der Stee, die fel gekant is tegen een verlaging van het Nederlandse A-quotum. Op basis hiervan zijn de voorlopige quota toegedeeld. u is een aantal praktische punten van belang, waar de telers op moeten letten. Aan de hand van de bestaan de kategoriën telers wordt hierop in gegaan. Voor alle suikerbietentelers geldt, dat zij in elk geval voor 1 februari a.s. hun zaadbestelkaart moeten sturen naar de industrie waaraan zij bieten geen leveren. Het niet tijdig inzenden van deze kaart heeft voor de telers namelijk ingrijpende gevolgen. Regelmatige telers lIs regelmatige telers worden be schouwd zij die in 1977, 1978 en 1979 bieten hebben geleverd aan de Ne derlandse industrie. De referentie voor deze telers is de totale hoeveelheid geproduceerde suiker per bedrijf in 1977, 1978 en 1979 gedeeld door drie. De regelmatige telers hebben van de industrieën een informatiecirculaire, een zaadbrochure en zaadbestelkaart ontvangen. Daarnaast is hen de voorlopige toewijzing toegezonden. Regelmatige telers dienen voor 1 fe bruari 1980 de zaadbestelkaart terug te sturen naar de industrie. Daarmee geven zij te kennen bieten te gaan telen en daarmee behouden zij hun voorlopige toewijzing. Regelmatige telers, die niet voor 1 februari 1980 de zaadbestelkaart hebben,opgestuurd, worden geacht in 1980 geen bieten te telen. Hun voorlopige toewijzing komt in dat geval te vervallen. Onregelmatige telers nregelmatige telers zijn zij, die in 1977, 1978 en 1979 gedurende een of twee jaar bieten hebben geleverd. Als een teler twee van de drie jaren bieten heeft geleverd is zijn referen tie het gemiddelde van de geprodu ceerde suiker van zijn bedrijf in die twee jaar. De referentie is gelijk aan de gele verde suiker per bedrijf als slechts gedurende een jaar bieten zijn ge teeld. Het is mogelijk dat niet alle onregel matige telers een zaadbestelkaart hebben ontvangen. Deze kaart kan dan alsnog worden aangevraagd bij een vertegenwoor diger van de buitendienst van de in dustrie, waaraan de teler bieten gaat leveren. Ook de onregelmatige telers moeten voor 1 februari a.s. hun zaadbestel kaart naar de industrie sturen. Deze telers zullen dan zo spoedig mogelijk een voorlopige toewijzing ontvangen. Na 1 februari kunnen geen aanvra gen meer worden gedaan. Nieuwe telers I J T3 geen bieten hebben geleverd en dit in 1980 wel willen doen, worden be schouwd als nieuwe telers. Zij ont vangen als referentie hun in te zaaien areaal suikerbieten. Dit areaal kan echter niet groter zijn dan 20 procent van hun akkerbouwareaal. Deze oppervlakte, vermenigvuldigd met de gemiddelde suikerproduktie per hectare in hun distrikt gedurende de laatste drie jaren, levert de rege rende op. Om voor een voorlopige toewijzing in aanmerking te komen dienen de telers een zaadbestelkaart aan te vragen bij de buitendienst van de industrie en deze voor 1 februari te sturen naar de industrie waaraan zij gaan leveren. Na 1 februari is er ook voor deze telers geen mogelijkheid meer om nog in aanmerking te komen voor een toewijzing voor 1980. Het is de bedoeling dat het nu ont worpen systeem de komende jaren van toepassing is. Derhalve zullen de toewijzingen in volgende jaren bepaald worden aan de hand van de suiker die de laatste driejaar per bedrijf is geproduceerd. Met andere woorden: de teelt van nu zal van invloed zijn op de teeltmo gelijkheden van straks. Het is mogelijk dat telers niet ak koord kunnen gaan met hun toewij zing. Zij kunnen hun klacht voorleggen aan de beroepskommissie. Deze kommissie zal de klacht beoordelen op basis van tamelijk strakke nor men. Er moet sprake zijn van overmacht of iets dergelijks waardoor de refe rentie van een teler nadelig is uitge vallen. In die gevallen kan de beroepskom missie tot een andere referentie be sluiten. De uitspraak is bindend voor telers en industrie. De telers dienen binnen 14 dagen na ontvangst van de voorlopige toewij zing hun bezwaren aan de beroeps- kommissie kenbaar te maken. Volgende week zal in een artikel uit voerig worden ingegaan op enkele bijkomende aspekten die met uit voering van het kontraktenstelsel sa menhangen. De Stichting Beheer Landbouwgron den (S.B.L.) heeft de mogelijkheid voor het indienen van grondbankaan- vragen met ingang van 18 januari 1980 opgeschort. Hiertoe is besloten i.v.m, de uitputting van de voor de grondbankregeling beschikbare be grotingsmiddelen voor 1980. In de eerste helft van januari 1980 zijn reeds 110 aanvragen ingediend. Hiermee is een door de S.B.L. aan te kopen oppervlakte van ca 1.200 ha kultuurgrond gemoeid. Dit relatief grote aantal aanvragen is mede een gevolg van het opschorten van de regeling in mei 1979. Dit is toen aanleiding geweest de normen zodanig te herzien, dat met de be schikbare middelen meer aanvragen zouden kunnen worden gehonoreerd. De opschorting heeit geen invloed op de overige aankoopaktiviteiten van de S.B.L.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 5