Konservenpeulvruchten
in de akkerbouw
I
DOPERWTEN
STAMSPERZIEBONEN
I
TUINBONEN
I
Consulentschappen voor de Akker
bouw en de Rundveehouderij in
Zuidwest Nederland
Overzicht van de raseigenschappen bij rondzadige doperw ten
Deze rassenberichten zijn
samengesteld met gege-
vens-van het Rijksinstituut
voor het Rassenonderzoek
van Kuituurgewassen (Ri-
vro) te Wageningen en van
het Proefstation voor de
Akkerbouw en de Groente
teelt in de Vollegrond te
Lelystad/Alkmaar.
Meer informatie geeft de
29e Rassenlijst voor
Groentegewassen, die ver
krijgbaar is bij Leiter -
Nijpels B.V. te Maastricht.
- wem
Konservenerwten zijn een akkerbouwgewas geworden.
n het overzicht zijn enkele nieuwe rassen opgenomen waar nog weinig
ervaring mee is. Omdat behalve het ras, ook het tijdstip van dorsen
belangrijk is voor de opbrengst, wordt vrij algemeen op hardheid ge-
kontrakteerd. Daarbij wordt een prijsstaffel gehanteerd met de bedoe
ling dat binnen het hardheidstrajekt van Tm 90 tot ca Tm 140 de
geldelijke opbrengst per ha voor de teler gelijk blijft.
JU en ras waarvan de peulwand de
korrel nauw omsluit is moeilijker
dorsbaar dan een meer bolle peul.
Het toerental moet daarop worden
afgestemd. Via het gewenste aantal
planten per m2, het 1000 korrelge
wicht en de veldopkomst is de zaai-
zaadhoeveelheid te berekenen. De
veldopkomst ligt ongeveer 10 pro
cent lager dan de kiemkracht.
De formule luidt:
planten/m2 x 1000 kg.ge\y.
veldopkomst in
Voorbeeld:
60 x 140
80
8400
105 kg/ha
80
n het overzicht zijn een aantal ras
sen met enkele raseigenschappen op
genomen. Sommige rassen zijn in de
praktijk ook met een andere naam
bekend. Een andere naam voor Cen
trum is Record en Resulta. Lit is ook
bekend als 551, Fran als Toccate en
Pros als Gitana. Lit is vatbaarder
voor vlekkenziekte als Fran, overi
gens komen beide rassen sterk over
een.
De zaaizaadhoeveelheid is aangege
ven als een gemiddelde, op zand
grond kan wat minder,op zware klei
wat meer worden gebruikt. Dat geldt
ook voor de late teelt. De gevoelig
heid voor Ivorin geldt in kiemplant-
stadium en is een aanwijzing.
Het cijfer 1 geldt als zeer gevoelig. Bij
fijnheid duidt het cijfer 1 op zeer
grof, een 9 is zeer fijn.
Bij de keuze van het te telen ras moet
rekening worden gehouden met de
geschiktheid voor zomer- en late^
teelt, gevoeligheid voor ziekten, de
opbrengst en de bestemming van de
bonen.
Het machinaal
plukken van bonen
RAS
gewenst
aantal
planten
per m2
vroeg
heid
stro
lengte
stevig
heid
bloei
duur
fijn
heid
van da
erwt
geschatte
relatieve
korrel-
opbrengst
OdS
95
9
6
k
8
6
100
Florix
95
9
6
5
8
7
105
Fox
90
9
7
k
8
H
110
GloriStte
100
8*
6
6
6
100
Novette
90
8*
7
7
5
9
95
Chacmette
100
8
8
8
7
9
100
Cirano
80
8
6
6
7
81
95
Kau
90
8
6
6
7
6
100
Margo
90
71
6
7
6
9
105
Barette
90
61
5
61
5
81
125
Divette
80
6
6
61
5
81
125
Profino
70
6
6
6
7
3
95
Dvo
70
6
h
5
5
9
90
Cobri
60
«f
3
H
6
h
95
Florette
60
2
5
6
k
120
Mercurio
60
51
3
7
5
71
100
Polarette
60
31
3
6
5
71
85
Spikat
60
31
3
6
5
6
95
Ytar
60
31
2
7
5
71
85
Mercato
50
2
3
8
5
7
100
Zeer vroeg, kort stro, zeer stevig, korte bloeiduur en een fijne erwt zijn door
een hoog cijfer aangegeven.
n het overzicht zijn witbloeiende
rassen vermeld waarvan de zaden na
konservering blank blijven en bont-
bloeiende of bruinkokende rassen.
Voor sterilisatie worden de blankblij-
vende geoogst bij een Tm van
120-125. De bontbloeiende rassen
bestemd voor sterilisatie worden ge
oogst bij Tm 140 - Tm 160.
In de tabel zijn de resultaten opge
nomen van het onderzoek t/m 1976
voor de witbloeiende en t/m 1979
voor de bontbloeiende rassen.
Ook bij tuinbonen geldt dat het tijd
stip van oogsten van belang is voor
de opbrengst en de kwaliteit. De be
ste wijze van kontrakteren is even
eens als bij doperwten die, waarbij
gebruik wordt gemaakt van een op
brengst en prijsstaffel bij verschil
lende hardheid.
Voor de berekening van de zaai
zaadhoeveelheid kan dezelfde for
mule als bij doperwten worden ge
hanteerd, uitgaande van een veldop
komst van 90%. Wat de standdicht
heid betreft, moet men er naar stre
ven een plantgetal van 20 planten per
m2 aan te houden.
Overzicht van de raseigenschappen bij tuinbonen
RAS
vroeg
heid
gewas-
lengte
sortering in gev.procenten^
geschatte
relatieve
korrelop-
Tn
105
Tm
125
12
12-15
mm
12
12-15
mm
brengBt
bij!
Witbloeiend»
Tm 120
Bianka
5
71
9
77
1
1*0
110
Biblos
7
5
3
61
1
17
110
Metises
5
5
2
78.
0
21
110
Blanktilla
k
7
Hf
83
2
61
115
Eureka
it
8
11
79
2
59
105
Kodrim
3
7
11
68
3
110
Prof i
3
7
7
59
3
38
115
gewas
Tn
1^0
Tm
160
Tm VtO
Tm 160
lengte
in verh.
getallen
15
15-19
mm
12
mm
15-29
ma
Bontbloeiend!
Montica
8
85
55
*♦5
20
75
65
86
Propix
71
100
25
75
15
85
90
106
Felix
7
89
10
90
5
85
99
120
Moria
6
89
20
80
10
85
123
1M
Minioa
5
113
30
70
30
70
102
116
1) gewaslengte: 1 zeer kort; 9 zeer lang
2) voor het berekenen van de gewichtsprocenten in de sortering boven
12-15 mm bij de witbloeiende rassen en van die boven 15-19 mm bij de
bontbloeiende, moeten de beide vermelde sorteringen worden opgeteld en
afgetrokken van 100.
Overzicht van de raseigenschappen en zaaizaadhoeveelheden bij stam-
sperzieboon
RAS
geschikt
voor
kg
zaai
Ge-
voe-
vat
baar
ste
vig
fijn
heid
geschiktheid vo
sr
zo
mer
teelt
late
teelt
zaad
per
ha
liC-
heid
voor
Ivo
rin
heid
voor
rolrao-
zaïk
heid
stro
peul
mach,
pluk
blik-
kon-
serv.
diep
vrie
zen
snij
den
Colana
80
5
9
8
3
7
5
6
8
Prelude
90
U
7
7
b
7
7
7
5
Preresco
90
3
7
7
k
7
7
7
5
Centrum
-
80
3
6
6
5
6
7
6
5
Prevato
85
it
9
7
5
7
7
7
-
Lit (551)
65
1
9
8
6
7
6
6
Fran (Toccate)
65
1
9
8
6
7
6
6
-
Pepita
80
3
9
8
6
6
7
7
-
Rofin
80
1
9
7
6
6
7
6
-
Felix
-
75
6
9
7
6
6
7
6
-
Stratego
80
9
6
7
6
-
Iprin
80
1
9
8
7
6
6
6
Lam
80
1
7
6
7
6
7
7
-
Gro (Amioron)
50
9
8
7
7
7
Corene
80
2
9
8
7
5
7
7
Pros (Gitana)
65
3
9
8
8
7
-
Stamslabonen.
13