Brouwgerst in 1980
restgewas
Zomergerst vooral
voor brouwgerst
I n 1979 werd in het zuidwesten op 16.000 ha zomergerst verbouwd. Van
deze oppervlakte werd 60% door het ras Trumpf ingenomen. Met het zaaien
van de gerst kon in het algemeen pas rond 10 april worden begonnen. De
begingroei was als gevolg van het koele voorjaar traag. Legering kwam weinig
voor, evenals ziekten.
T en aanzien van de verder in de
Rassenlijst. onder voergerstrassen
opgenomen zomergersten het vol
gende: al de genoemde rassen: Ara
mir, Georgie, Ramona, Havila en
Tamara hebben na beproeving geen
brouwgerstkwaliteiten laten zien. In
het algemeen is niet te verwachten
dat partijen van deze rassen als
brouwgerst zullen worden afgeno
men.
E en teruggang in areaal van de zo
mergerst valt in de landen om ons
heen duidelijk te konstateren. In
Frankrijk, België, Duitsland en En
geland is daarvoor een groot areaal
wintergerst in de plaats gekomen
vanwege de hoge produktiviteit van
de wintergersten In Nederland is dit
niet het geval' hier zien we een uit
breiding van de wintertarwe dat voor
de boer Financieel meer attraktief is.
T och blijft van de zijde van de Ne
derlandse industrie een aktieve be
langstelling voor de Nederlandse
gerst bestaan. In 1980 zal door de
konsulenten in het zuidwestelijk
kleigebied tesamen met het NIBEM
getracht worden het produktieniveau
van de zomergerst in het Zuidwesten
op te voeren. Men heeft nl. de indruk
dat de aandacht van de boer voor de
teelttechniek van de zomergerst is
verslapt en wil trachten de altijd nog
15.000 ha zomergerst in het zuidwes
ten tot een optimale korrelopbrengst
en kwaliteit te brengen.
fa
Areaal en rassenkeuze
Teruggang
zomergerstareaal/
toename bierproduktie
door Ir. W. Wilten
NIBEM-TNO Zeist
Bi ar ia tuivardar dm wattr.
B ij het samenstellen van zijn bouwplan is zomergerst niet meer het eerste
gewas waar de boer aan denkt. Financieel aantrekkelijker gewassen als sui
kerbieten, aardappelen en niet te vergeten de wintertarwe springen daarbij in
zijn gedachten meer naar voren. Dit betekent dat de zomergerst steeds meer
een restgewas is geworden dat ook in het zuid-westelijke brouwgerstgebied aan
betekenis heeft ingeboet. Toch zal er ondanks de gunstige zaaiomstandigheden
van de wintertarwe in het najaar in 1980 zomergerst uitgezaaid worden.
ff ''"S V
f J V V.\
- g M
De gerstrassen zijn in het zuidwesten
op 4 proefvelden vergeleken. Op
twee van deze proeven bij twee stik-
stofhoeveelheden.
Konsulentschappen voor
de Akkerbouw en de Rund- 1
veehouderij in het Zuid- i
westelijk kleigebied
Proefstation voor de Ak- i
kerbouw en de Groente-
teelt in de Vollegrond te J
Lelystad i
Rijksinstituut voor het J
Rassenonderzoek van Kul-
tuurgewassen te Wagenin-
gen
Proefboerderijen "Rust- i
hoeve" en "Westmaas"
J
Rasbeschrijving
Rassen voornamelijk bestemd voor
brouwgerst
Trumpf: Geeft wisselende opbreng
sten. De brouwkwaliteit is goed.
Heeft een trage beginontwikkeling
en matige grondbedekking. Rijpt
laat. Is vrij weinig gevoelig voor
meeldauw en weinig voor gele roest
en doorwas. Verdraagt laat zaaien en
minder goede omstandigheden
slecht.
Pirouette: Geeft goede opbrengsten
en heeft een vrij goede brouwkwali
teit. Heeft een trage beginontwikke
ling, maar stoelt goed uit. Het stro is
kort, middelmatig stevig en matig
veerkrachtig. Is zeer vatbaar voor
meeldauw en iets voor gele roest. Is
iets gevoelig voor doorwas.
In onderzoek als brouwgerst
Atem: Geeft goede opbrengsten.
Heeft een vlotte beginontwikkeling
en matig stevig stro. Is weinig gevoe
lig voor meeldauw en doorwas en vrij
weinig voor gele roest.
Menuet: Geeft goede opbrengsten.
Heeft een wat trage beginontwikke
ling en vrij stevig stro. Is nogal ge
voelig voor meeldauw. Rijpt laat.
Voergerstrassen
Aramir: Geeft goede opbrengsten en
heeft stevig stro. Ontwikkelt zich wat
traag. Is nogal gevoelig voor meel
dauw en vrij weinig voor gele roest
en doorwas. Is geschikt voor stik-
stofrijke gronden.
Havila: Is een nieuw ras, het geeft
hoge opbrengsten en heeft vrij kort
stevig stro. Is nogal gevoelig voor
gele roest en meeldauw.
erwacht kan worden dat de in
1979 uitgezaaide hoeveelheid zo
mergerst van 15.500 ha in het zuid
westen een landbouwtechnisch mi
nimum betekent en dat dit areaal in
1980 weer bereikt zal worden. Te
hopen is dan op een wat gunstig en
vroeg voorjaar want een vroege zaai
is een eerste voorwaarde voor een
goede korrelopbrengst.
In het zuidwestelijk kleigebied is
sinds jaren de voorbeur gegeven aan
de uitzaai van zomergersten die als
brouwgerst geaksepteerd worden.
De cijfers van de korrelopbrengsten,
elders in dit blad vermeld, geven
geen aanleiding verandering in deze
keuze te brengen. Grote verschillen
in korrelopbrengst tussen voer- en
brouwgersten zijn niet aanwezig.
Binnen het sortiment van brouwger
sten - en brouwgerst in beproeving
(N-rassen) vermeld in de 55ste Be
schrijvende Rassenlijst ligt een va
riatie van 3%. De rassen Trumpf en
Pirouette zijn al bekende brouwger
sten. Daarvan heeft Trumpf de beste
brouwkwaliteit, een zeer stevig stro,
is wat laatrijpend en minder geschikt
voor late zaai, en nog redelijk resis
tent tegen meeldauw. Dit jaar viel de
korrelgrootte wat tegen. Dit is ook bij
Pirouette het geval, terwijl bij dit ras
ook de stevigheid tegenviel en de
vatbaarheid voor meeldauw groter
bleek te zijn.
In 1979 had een verdubbeling van
het areaal van Trumpf plaats. Als
nieuw ras in de rubriek brouwger-
strassen in beproeving is opgenomen
Menuet (Van der Have). Het ras
heeft een steviger stro dan de Pi
rouette en ligt wat kwaliteit betreft
op hetzelfde niveau. Reeds 12% van
het zuidwestelijk zomergerstareaal
was met dit ras bezaaid aanvankelijk
niet de bedoeling het als zaaizaad
naar Frankrijk te exporteren. Er is
echter vrij veel als brouwgerst gele
verd hetgeen op grote schaal in
praktijkonderzoek in mouterij en
brouwerij aanwezig is. Een bezwaar
kan in sommige jaren zijn het wat los
zittende kaf.
Dit is eveneens het geval bij Atem
(Wiersum/Zelder). Het ras is in 1979
zeer gezond geweest en produceerde
een grove korrel. Het stro is wat lang
en de stevigheid komt ongeveer met
die van Pirouette overeen. Ofschoon
proeven met dit ras in mouterij en
brouwerij in gang zijn, is Atem nog
niet geheel als brouwgerst aanvaard.
Daar alle wintergerstrassen tot nu
toe een geringer brouwkwaliteit
hebben dan de zomergersten bij on
geveer gelijk prijspeil geringe be
langstelling voor de wintergerst bes
taan, te meer waar nog steeds vol
doende tweerijïge zomergerst in eu
ropees verband ter beschikking staat.
Inmiddels is de bierproduktie in
Nederland sinds 1970 verdubbeld en
daarmede is de behoefte aan^goede
broi^wgerst gestegen. Het in 1978
benodigde kwantum van een 240.000
ton is allang niet meer door Neder
land te leveren. Hier wordt in het
zuidwestelijk kleigebied al sinds ja
ren een 80 - 100.000 ton brouwgerst
geproduceerd waarvan om allerlei
ekonomische redenen maar de helft
bij de nederlandse industrie terecht
komt en de rest meestal wel als
brouwgerst wordt geëxporteerd. De
rest van de benodigde gerst komt
vrijwel geheel uit Frankrijk waar
goede brouwgerstrassen van Neder
landse kwekers, onder klimatolo
gisch vaak gunstiger omstandighe
den verbouwd een uitstekende kwa
liteit leveren. Helaas is daardoor het
aandeel van de Nederlandse gerst in
de totale storting van de Nederland
se brouwindustrie aanzienlijk ver
minderd.
Westmaas
Colijnsplaat
J.Herwijer
AJC.v.Meer
Gem.zw
Gera.z.westen
ras
50N
70N
Vo N
Lo N
Nieuwvliet
Qè A/
Lepelstraat
1979
1973/'79
Trumpf
94
92
95
94
99
101
96
97
Pirouette
102
99
98
96
98
95
98
100
Atem
97
98
95
91
94
94
94
99
Menuet
100
97
96
96
103
100
99
100
Aramir
-
-
102
100
97
53
98
98
Havila
102
108
107
105
105
110
106
104
Gem. 100 -
kg/are
46.7
51.5
53.4
52.1
43.3
52.7
50. c
53.9
Tabel 1. Opbrengsten in verhoudingsgetallen
ras
geschiktheid
stevig
veer
resistentie
tegen
v. dekvrucht
heid
kracht
door
gele
meel
stro
stro
was
roest
dauw
Trumpf
8
95
65
8
75
7
Pirouette
7
6,
6
6
b
Atem
7
65
7c
8
7
8
Menuet
7
7
65
7
b
5
Aramir
9
8C
7
7
7
5
Havila
7
7
7
7
5
5
Tabel 2. Waardering van enkele raseigenschappen volgens de 55e Rassenlijst 1980.