In 1980 lagere kontraktprijs
voor knolselderij
H et is natuurlijk niet alleen hef
rooien en de verwerking daarna,
maar we hebben ook te maken met
rassen. De zaadselektiebedrijven
werken hard aan het op de markt
brengen van nieuwe geschikte ras
sen. Kijk, zegt Piet Kloosterboer,
overtuigd, we moeten van de ge
dachte af dat een boer zomaar een
ongesorteerd produkt afkan leveren.
H et zwartkoken van de Roem van
Zwijndrecht is een probleem. We
kennen het al jaren, zegt Klooster
boer. 't Kwam voor in 1976, maar
ook in 1974 en nu is het helemaal
goed raak. Wie bij ons echter de
I k weet, zegt Kloosterboer, dat er
beweerd is dat ik enorm hoge tarra-
percentages zou berekenen. Ik had
hier onlangs een partij waar ik 42%
tarra in konstateerde. De betrokken
teler kwam op hoge benen af en be
weerde dat zoiets onmogelijk was.
Hij is toen gebleven bij het sorteren
en tarreren en toen we dat omreken
den kwamen we tot een tarragehalte
van 51%. Nou zeg ik nooit niks meer,
zei die teler. Er is nu eenmaal veel
I k zie in de toekomst alleen nog een
markt voor het A klasse produkt. We
exporteren nu 33.000 ton naar West-
Duitsland. Van de totale produktie
in ons land gaat 65% in de natte
konserven, 10% wordt diepgevroren,
10% wordt gedroogd, 5% belandt bij
de soepfabrieken, en tot slot 15%
wordt in de verse konsumptie ver
kerkt.
H et is dit jaar een slecht knolsel-
derijjaar. Mijn kontraktprijs ligt op
23 cent en met de staffel meegere
kend voor het bewaren is dat nu al
zo'n 28 cent de kilo. Ik weet nu echter
af wel dat ik op basis van de kon
traktprijs van 79 in 1980 geen selderij
kontrakteer. 't Zal lager worden en
men moet mij nu niet kwalijk nemen
als ik nog geen cijfers noem, want
daarvoor is het nog te vroeg.
N iet voor het een of ander, zegt
Kloosterboer, maar ik blijf het vrij
telen van knolselderij een gevaarlijke
zaak vinden. Men moet niet ach en
wee klagen dat maar eens op de vijf
jaar een aantrekkelijke prijs uit de
bus komt. Ook aan de kontraktteelt
kleven problemen, maar wanneer we
na de les van 1979 met het zwartko
ken er voor zorgen dat de kontrakten
duidelijker worden is er op dat ge
bied al veel gewonnen. Knolselderij-
teelt is een dure bezigheid, want het
kost toch al gauw zo'n 6000 gulden
per ha en dan wil men toch graag
enige zekerheid dat er ook wat van
terug komt
Piet Kloosterboer verwerkt ruim de helft van het Nederlands knolselderij
aanbod.
65% van de knollen worden gebruikt
in de z.g. natte conserven.
leidelijk aan veel veranderd op dit
gebied. In feite moeten we bij knol
selderij spreken over een tuinbouw-
groente die hoog werd geklassifi-
ceerd om de kwaliteit. Maar, zegt
Piet Kloosterboer, de mechanisatie
heeft aan de kwaliteit van dat pro-
dukt ook geen goed gedaan. Men
heeft de kwaliteit min of meer uit het
oog verloren. De grote massa aanpak
heeft het produkt weliswaar goedko
per gemaakt maar waar liggen de
grenzen? Kijk maar naar dit jaar. Ik
ben ervan overtuigd dat een herbe
zinning op de kwaliteit een eerste
vereiste is. De handel is het daar
volledig over eens en binnenkort
zullen we met zijn allen die daarbij
betrokken zijn om de tafel gaan zit
ten. Het K.C.B. (kwaliteits controle
buro) zal hierbij koördinerend op
treden. Wij gaan dan praten over de
Duitse normen en trachten in de
toekomst daarbij zoveel mogelijk
aan te sluiten. We zullen het vooral
ook moeten zoeken in een veel
scherpere sortering. Tot nu toe zijn
wij hier in Fijnaart het enige bedrijf
dat kwaliteitsklasse I aflevert. Ook
de andere knolselderijverwerkende
bedrijven zullen dat moeten gaan
doen. We moeten er naar streven om
straks met slechts één klasse kwaliteit
naar buiten toe op de markt te ko
men, dat alles onder de officiële ga
rantie van het KCB. Klasse I wil niet
zeggen, dat er dan ook één maat is.
We kunnen die klasse leveren, maar
dan ook met een verschillende
maatsortering. 't Is niet om op te
scheppen, maar dit bedrijf kan daar
bij de toon aangeven. Ik heb b.v. vijf
octrooien in mijn zaak op het gebied
van de sortering en verwerking.
Knolselderij is geen suikerbiet
Dat kan niet meer in de toekomst, wil
men tenminste niet dat de wal van
lage prijzen vanzelf het selderijschip
zal keren. Op veel akkerbouwbedrij
ven is de knolselderie gedegradeerd
tot een soort "suikerbiet" die je wel
eens gauw "effe" rooit en aflevert.
We zitten op het moment in een
prijzen dieptepunt. Zoiets is gunstig
voor een rustige bezinning hoe we
verder moeten. Ik denk persoonlijk
dat in de toekomst de teelt moeilijker
zal worden, iets dat ook gepaard
moet gaan met een verminderd aan
bod. De handel zal daarbij de disci
pline op moeten brengen om ook in
jaren van tekorten de kwaliteitseisen
strikt te handhaven, want alleen dan
krijgen we de zaak onder kontrole.
Zwarte selderij kan niet in
glazen potjes
kontrakten doorleest zal zien dat er
ten aanzien van het zwartkoken geen
twijfels mogelijk zijn. We hebben
duidelijk, lang voordat er sprake was
van de problemen zoals we die dit
jaar kennen, in het kontrakt om
schreven dat knollen van enigerlei
afwijkende verkleuring niet deugde
lijk worden bevonden. Daarover be
hoeft geen enkele twijfel te bestaan.
Iedereen mag van mij Roem van
Zwijndrecht telen, maar als ze
zwartkoken is dat niet mijn pro
bleem. Wel ben ik bereid om dan via
andere wegen toch een afzetmoge
lijkheid voor dergelijke knollen te
vinden. Zwartkoken is een vervelen
de zaak, want zoiets kun je met de
huidige verwerkingsmethode van
knolselderij niet hebben, want het
meeste wordt versneden' in de natte
konserven. Vaak ook nog in glazen-
potjes. Dan moet zo'n gesneden pro
dukt mooi wit blijven wil het ten
minste het smakelijke uiterlijk niet
verliezen. Nou moet ik eerlijk zeggen
dat het goed en typisch smaken van
de knolselderij jammer genoeg sa
mengaat met de verhoogde gevoe
ligheid van zwartkoken. Er zijn echt
wel rassen waarbij het probleem niet
optreedt maar dan moet ik erbij zeg
gen dat zoiets ook ten koste gaat van
de typische smaak. Roem van
Zwijndrecht is nu eenmaal een lek
kere knol. Mijn advies zou als het op
smaak aankomt, dan ook zijn, teel
die Roem van Zwijndrecht.
O ok Kloosterboer is op de hoogte
van de Sprengerinstituut test en hij
wijt de verschillen in zwartkoken aan
de groeiomstandigheden. Uit een
onderzoek van 200 knollen, één par
tij uit West-Brabant en één partij uit
de NOP blijkt dat er in de West-
Brabantse partij 129 zwaar besmette
en 45 matig besmette knollen voor
komen in de NOP partij blijkt dat er
slechts 13 matig en in het geheel geen
zwaar aangetaste knollen voorko
men. Een frappant verschil. In mijn
kontrakt staat duidelijk, d^t de knol
len in en uitwendig vrij moeten zijn
van verkleuringen. Ook de Duitsers
stellen die eisen. De Duitse afname
kontrakten en overeenkomsten be
schouwen knollen met een verkleu
ring zonder meer als afval, niks meer
en niks minder. Dat betekent dat je
dan zo'n produkt kunt weggooien.
Daarover bestaat weinig onduide
lijkheid. Zo moet het ook zijn. In
mijn kontrakten heb ik ook op laten
nemen dat bij een eventuele arbitra
ge de verliezende partij voor alle
kosten opdraait. Ik moet me wel op
die manier opstellen, want zoals ik al
eerder zei, ik verhandel de helft van
de Nederlandse knolselderij. Overi
gens is het een vreemde zaak, zegt
Kloosterboer, dat er ieder jaar in
Nederland circa 400 ha knolselderij
"verloren" gaat, dat wil zeggen, de
ha's zijn wel geregistreerd, maar aan
de hand van de gemiddelde kilo-op
brengsten blijken dan later in het
jaar circa 400 ha knollen spoorloos, 't
Is min of meer een vast gegeven. Dat
komt omdat er toch hier en daar
knollen direkt zonder registratie
worden afgezet, maar ook is er veel
uitval en worden er door kwaliteits
gebreken vele tonnen weggesmeten.
Tarrapercentage en te kleine
knollen
afval. Zo is er ook het verwijt dat ik
alle te kleine knollen als tarra eruit
sorteer en dat ik die dan later wel zelf
verkoop. Nou kijk eens hier, ieder
een mag van mij weten dat ik die
kleine knollen verkoop. Maar de op
brengst van dat goedje is wel duide
lijk doorberekend in de door mij ge
boden kontraktprijs. Vergelijk die
maar met anderen, dan hoef ik zelf
niks meer te zeggen. Ook bij mij is
het niet allemaal koek en ei, want
altijd zijn er wel telers die niet tevre
den zijn. Ik heb ook enkele telers ge
had met bar slechte knollen. Als
handelaar zit je altijd tussen twee
hete vuren, aan de ene kant de boer
en teler en aan de andere kant de
industrie die ons produkt afneemt.
Op zo'n manier valt er veel op te
knappen voor de handelaar, naar al-
letwee de kanten toe, zegt Klooster
boer.
Krachtenbundeling
In Groenten en Fruit van 16 januari
1979 wordt als mening gegeven dat
er in Duitsland nog heel wat meer
afgezet zou kunnen worden in de
verse markthandel, want van de
33.000 ton werd maar 3000 ton voor
die verse markthandel gebruikt.
We moeten het produkt dan wel
konsumentgerichter brengen. Met
andere woorden een schone glad ge
draaide of gesneden knol. Dat wil
zeggen gewassen en totaal ontdaan
van wortels en wortelpruik. De
Duitsers zelf brengen iets dergelijks
al jaren lang op de markt. De huis
vrouw wil geen vuile knol meer in
haar boodschappentas, noch een
zanderige of modderige knol in haar
keuken. Misschien blijft het gebruik
van de knolselderij als knol in Ne
derland beperkt tot de pan snert. In
Duitsland is dat anders, daar ge
bruikt men de knolselderij veel alge
mener. Iedere winkel moet daar
knolselderij hebben en voor de gros
sier is het dan ook een dagelijks pro
dukt
Kloosterboer verwacht ook dat er
nieuwe kontrakten zullen komen. De
handel zal meer en meer samen
moeten werken, want ook de moge
lijkheden tot afzet nemen af. Er blij
ven steeds minder konservenfabrie-
ken over. Op zo'n manier zou je
kunnen zeggen, lacht Kloosterboer,
dat de nood ons bidden leert. We
zullen straks te biecht moeten bij een
paar grote fabrieken. Voorlopig
hebben we nog niet alle hoofden in
één zak. De kleine exporteur kan ten
enenmale wel tegen de schenen van de
grote schoppen, maar omgekeerd is
dat niet mogelijk.
Niemand is verplicht tot
kontraktteelt
O nze Firma plaatst de kontrakten
ieder jaar vrij gespreid over verschil
lende gebieden. We doen dat uit het
oog van risikospreiding. Ook hebben
we een vorm van teeltbegeleiding.
Piet Kloosterboer laat een papier
zien met daarop de voorschriften die
moeten leiden tot een suksesvolle
teelt. Weetje wat typisch is, zegt hij,
nieuwe telers komen vaak met de
beste knollen. Dat ligt volgens mij
aan het feit dat die zich nog volledig
houden aan de teeltadviezen. Wan
neer men meer ervaring krijgt met de
teelt gaat men vaker zijn eigen gang,
waarbij soms op een verkeerde ma
nier zuinigheid wordt bedreven,
waardoor de kwaliteit van het pro
dukt in het gedrang komt. We
schrijven geen bepaalde rassen voor,
trouwens laten we wel wezen, wat is
eigenlijk bindend in deze zaak. Nie
mand moet er voor ons knolselderij
telen, niemand is verplicht tot het
sluiten van een kontrakt.
Laten we eerlijk zijn, zegt Klooster
boer, we hebben slechte handelaren,
maar er zijn ook onder de boeren
minder brave broeders. Mijn advies
aan iedere knolselderij teler is: zorg
dat je het teeltbegeleidingsboekje
over knolselderij van het PAGV in
huis hebt en werk aan de hand van
de adviezen. Knolselderij teelt is
voor het hele land niet precies onder
één hoedje te vangen. Zo weet ik b.v.
uit ervaring dat in de Hoekse Waard
meer het probleem van mineergan
gen voorkomt dan elders. Ieder ge
bied heeft zijn specifieke eigen
schappen. Ook de bemesting kan een
zeer grote rol spelen. Maar wanneer
er b.v. een kleine stilstand in de groei
is geweest kan dat enorm veel effekt
hebben op de kwaliteit van de knol.
Dat is misschien wel de hoofdoor
zaak van het zwartkoken dit jaar in
het zuid-westen meent Kloosterboer.
Slecht jaar en lagere'
kontraktprijs
Nu is het niet zo dat ik het monopolie
in het knölselderijwereldje uitmaak,
maar je zou kunnen spreken dat ik
wel het voortouw neem.
't Is van een kant nog maar een geluk
dat eigenlijk de ha-opbrengsten dit
jaar minder zijn dan b.v. in 1975 toen
er een gemiddelde werd geskoord
van 34 ton per ha. In 1978 was dat
27,5 ton per ha en in 1979 werd het
om en nabij de 26 ton per ha. Ik vind
het een ongezonde zaak als je in de
loop van een groeiseizoen moet zeg
gen, gelukkig dat er niet zoveel kilo's
komen. Zo'n lagere kontraktprijs zal
op zich al een min of meer natuur
lijke selektie teweeg brengen in het
aanbod van de teeltgegadigden.
Voor de verdere prijsontwikkeling
zal dat alleen maar gunstig kunnen
werken. Voor het lopende seizoen,
moet ik pessimistisch vaststellen,
zegt Kloosterboer dat ik van mening
ben dat het geen "dag" meer wordt.
Misschien dat ergens nog eens de in
houd van een koelcelletje later in het
jaar goed kan worden verkocht,
maar wanneer straks in het verdere
voorjaar de temperaturen oplopen
dan zal de grootste koopman en af
nemer wel het rot worden.
Risiko
M. van Wezel
Knolselderij dient terdege te worden gesorteerd, wat soms hoge tarra per
centages tot gevolg heeft.
v Streekverschil in kwaliteit
13