OPKWEEK VAN PEULEN- PLANTEN DIENT MET ZORG TE GESCHIEDEN STAND VAN DE GROENTEGEWASSEN Oogstraming appelen en peren in Nederland M ede afhankelijk van weersomstandigheden wordt in januari-begin februari met de vervroegde peulenteelt van start gegaan. Overigens een teelt welke in het gewassenscala van de vollegrondsgroenteteelt tot de kleintjes behoort. Anderzijds zijn er een aantal bedrijven waarop de peulenteelt nog een wezenlijk onderdeel van het teeltplan uitmaakt. V T er verkrijging van een snelle op komst wordt het zaad veelal voorge kiemd. Een goede werkwijze hierbij is het zaad 2 x 24 uur in water voor te weken. Men dient er voor te waken dat het voorweken niet langer duurt dan 48 uur in verband met rotting. Na het voorweken kan het zaad het ZAAIPLAATS ZAAITIJD ing. A.J. van Oijen TENSLOTTE (per 27 december 1979) VOORKIEMEN Voor het goed slagen van de teelt is van het allergrootste belang dat kan worden begonnen met kort stevig plantmateriaal. De opkweek zal hierop moeten worden afgestemd. Enkele facetten hiervan zullen wij in dit verhaal nader omschrijven. O fschoon een enkeling de peulen plantjes in kistjes onder staand glas opkweekt vindt dit voor het leeuwe- deel plaats onder platglas. Veelal beschikken peulentelers niet over kassen en daarbij is de plattebak bij uitstek geschikt voor de opkweek, het zaaien geschiedt in januari - begin februari, hetgeen betekent werken in een koude, meestal natte periode. Door de plattebak enkele weken vóór het zaaien op te bouwen kun nen de eventuele nadelige weersin vloeden enigszins worden omzeild. De grond krijgt hierdoor de gele genheid al wat op temperatuur te komen en het mogelijk overtollige regenwater wordt buiten het zaaibed gehouden. Bovendien verstrekt het tijdig klaarleggen van het zaaibed extra zekerheid. Plotsêling invallen de vorst kan dit voor geruime tijd onmogelijk maken, hetgeen o.a. bij gebruik van voorgekiemd zaad pro blemen oplevert. Belangrijk is vervolgens dat het glas stand en struktuur. Bovendien dient deze ongevoelig te zijn voor watero verlast. Het is verder wenselijk dat de diepe grondbewerking ruimschoots voor het opbouwen van de platte bak wordt uitgevoerd, hierdoor krijgt de grond namelijk de kans goed te be- zakken, hetgeen voor een ongestoor de plantengroei noodzakelijk is. De meest optimale zaaidatum aangeven is nauwelijks of niet mo gelijk. De groeisnelheid wordt in een belangrijke mate bepaald door de weersomstandigheden, welke met name in onze winters sterk kunnen verschillen. Bij steeds open weer zaait men nogal eens te vroeg, terwijl dit voor een winterse periode vaak aan de late kant is. Overigens moeten we dit alles ook niet overtrekken. Ervaringen uit het verleden geven aan dat zaaien vóór 20 januari in het algemeen geen aanbeveling verdient. Een enkeling doet dit wel, doch men kan dan beschikken over zeer vroege Regelmatig kontroleren of de voor raad muizenkorrels op peil blijft be hoort hier natuurlijk ook bij. Zodra de plantjes opkomen dient ruim te worden gelucht. Men moet namelijk streven de plantjes zo kort mogelijk te houden, hetgeen alleen maar lukt als ook werkelijk direkt na opkomst inten sief wordt gelucht. Een week te lang wachten met luchten kan totaal waardeloze planten opleveren. Het verwijderingstijdstip van het glas breekt aan op het moment waarbij de plantjes 3 cm lang zijn. Bij eventuele nachtvorst de eerste dagen 's avonds het glas weer aanbrengen. Konsuientschap voor de Tuinbouw, Tilburg beste in kistjes worden gedaan. Om eventueel uitdroging te voorkomen verdient het aanbeveling de kistjes af te dekken met vochtig papier. Ver volgens worden de kistjes in een vrij warme ruimte geplaatst. In verband met een regelmatige kieming dient dagelijks het zaad met de hand wor den omgezet. Afhankelijk van de ruimtetemperatuur moet 3 a 4 dagen na het voorweken worden gezaaid. Ook deze behandeling verdraagt nauwelijks enig uitstel i.v.m. het te lang worden van de kiempjes. Bovendien neemt bij uitstel van het zaaien tot bijvoorbeeld 5 6 dagen de kans op- kiembeschadiging sterk toe, waarbij ook tevens het zaad zich moeilijker laat zaaien. Per eenruiter zaait men tot 1 kg zaad. Dichter zaaien dient sterk te worden ontraden, daar dit altijd slappe, dunne planten tengevolge heeft. Direkt na het zaaien wordt het zaad iets aangedrukt en vervolgens met 2 cm grond afgedekt. Vooral op de wat zwaardere gronden ver dient het aanbeveling het afdek kingslaagje te mengen met scherp zand. Vanzelfsprekend wordt hierna me teen het glas aangebracht. anaf het zaaien dient men waak zaam te zijn tegen eventuele mui zenvraat. Pas gezaaide erwten zijn namelijk een graag gewilde prooi voor muizen. Diverse peulentelers zullen dit in het verleden zeker heb ben ervaren. Het verraderlijke van de muizen is dat ze vaak direkt na het zaaien de erwten meenemen naar voor het oog onzichtbare verzamel plaats. In een later stadium kun nen ze massaal de kiempjes afvreten. Een goede remedie kan worden ver kregen door meteen na het zaaien müizenkorrels uit te strooien. In december is de aanplant van de vroegste tomaten-, komkommer- en paprikagewassen begonnen. De kwa liteit van het plantmateriaal van de tomaten en komkommers viel dik wijls tegen; bij de paprika's was deze goed. In december konden door lang uit blijven van vorst de nog te velde staande gewassen zonder veel pro blemen worden geoogst. Wel is door de vrij grote hoeveelheid neerslag, vooral bij het rooien van wortelge wassen, veel grond aan het produkt blijven kleven. De relatief hoge buitentemperaturen waren minder gunstig voor de opslag van groenten in luchtgekoelde be waarplaatsen, waardoor deze pro- dukten wellicht eerder geruimd moe ten worden. Groenten onder glas. De kwaliteit van de tot nu toe uitgeplante vroege tomaten viel dikwijls tegen. Het plantmateriaal bleek in veel gevallen nogal zacht, dun en ongelijk te zijn. De opkweek van het eerste plantma teriaal voor de komkommer is wel vlot verlopen, maar de kwaliteit bleek over het algemeen matig. De kwaliteit van de geoogste sla viel de laatste weken niet mee. Glazig heid, geel blad en het wit kwamen veel door. In oktober is bijna 20% meer sla aangeplant dan in dezelfde maand van vorig jaar. In december en januari kan daardoor gerekend worden op een ruime aanvoer. In december moesten nog veel pa prika's van de herfstteelt geoogst worden. De resultaten zijn in het al gemeen bevredigend. Door de gunstige weersomstandig heden is de vroege paprikateelt vlot van start gegaan. Het plantmateriaal was van goede kwaliteit. Groenten in de volle grond. De stand van de boerenkool is in het algemeen goed. Wel komt door de overvloedi ge regenval hier en daar wat vroeg tijdige vergeling van het blad voor. De opbrengst zal langzamerhand af nemen, wat voor deze tijd van het jaar normaal is. De bruto-opbrengstverwachtingen voor winterpeen zijn in de meeste teeltgebieden gunstig, hoewel iets lager dan vorig jaar. De standdicht heid van de peen is goed geweest, maar de wortels zijn gemiddeld wat korter dan in voorgaande jaren. Door Alternaria-aantasting is de meestal dikgezaaide waspeen te kort en te fijn gebleven. Hierdoor wordt voor de ondergedekte waspeen ge middeld geen hoge opbrengst ver wacht. De gemiddelde opbrengst zal waarschijnlijk niet hoger zijn dan 60 ton per hectare. De herfstprei is inmiddels geoogst. Aantasting door virus en bladvlek- kenziekten kwam vrij veel voor. De gemiddelde netto-opbrengstver- wachting viel daardoor enigszins tegen. De winterprei is gezond. De opbrengst is voor een groot deel af hankelijk van de weersomstandighe den in de winter. Onder gunstige voorwaarden zijn opbrengsten van ruim 300 kg/are normaal. Een gedeelte van de groene kool kan reeds in december geoogst worden. De opbrengst hiervan wordt geschat op ca. 275 kg/are. De opbrengst van de groene kool die in de winter op het veld blijft staan is sterk afhanke lijk van de weersomstandigheden. Bij strenge vorst is de opbrengst nihil en bij een zachte winter kan de op brengst oplopen tot 300 kg/are. De geoogste spruiten blijven aan de fijne kant met opbrengsten die va riëren van 125 tot 150 kg/are. Er wordt over het algemeen tijdig ge plukt en het produkt is van goede kwaliteit. De percelen witlofwortels zijn in middels gerooid en opgeslagen. De gemiddelde wortelopbrengst is goed geweest. De opbrengstverwachting vóór witlof is ca. 140 kg lof per are wortelteelt. De basis voor een geslaagde peulen teelt wordt gelegd bij de opkweek van het plantmateriaal. een goede lichtdoorlatendheid heeft. De plantjes moeten opgroeien in een lichtarme periode waardoor van het aanwezige licht zeker niets verloren mag gaan. Op sommige bedrijven treft men echter eenruiters aan die door aanklevend zand, kalkresten etc. zodanig zijn vervuild dat van een goede lichtdoorlatendheid geen rsprake kan zijn. Oorzaak hiervan is veelal dat het glas lange tijd op stapel heeft gestaan waardoor schoonrege- nen niet mogelijk is geweest. Nog maals voor goede stevige planten is schoon glas een eerste vereiste. Maak daarom eventueel vuil glas met be zem en water grondig schoon. Uiteraard moet de grond waarop de opkweek plaatsvindt in een goede konditie verkeren, qua voedingstoe- grond. Ook zaaien sommigen reeds in de eerste weken van januari, indien het gewas meteen na het uitpoten mid dels plastik folie wordt vervroegd. Voor de normaal vervroegde teelt blijft over zaaien in de tweede helft van januari tot 15 februari. In november jl. is zoals gewoonlijk door de Bedrijfstakdeskundigen van het Ministerie van Landbouw op een groot aantal percelen (2400) de oogst van appelen en peren geraamd. Voor appelen raamde men een han- delsproduktie van 480.000 ton. Dit is evenveel als de indikatie in augustus aangaf. Vergeleken met de eerstê (juni) indikatie is het iets meer. Ten opzichte van vorig seizoen is het 6% minder. De 510.000 ton van toen was echter wel bijzonder veel. Sinds 1970 werd er alleen in 1971 iets meer ge oogst. De gemiddelde Nederlandse appeloogst tussen 1970 en 1980 is 430.000 ton groot geweest. Kijken we naar de rassen afzonder lijk dan valt het op dat de oogst van Golden Delicious volgens de eerste indikatie 175.000 ton groot zou wor den. In augustus verwachtte men al wat meer, maar nu denkt men dat het 200.000 ton zal worden. Dat is even als vorig jaar 42% van de totale han delsproduktie. Van 1979 t/m 1973 was het Golden-aandeel in het totaal gemiddeld kleiner dan 40%, van 1974 t/m 1977 schommelde het tussen de 44 en 50% en de beide laatste jaren is het dus weer gedaald. Van het, qua produktie, tweede ras Goudreinette, zien we juist het tegenovergestelde. Van gemiddeld 15% begin zeventigerjaren via 12% van 1974 t/m 1977 naar 20% de beide laatste jaren. Voor dit seizoen bete kent dat een handelsproduktie van 95.000 ton, tegen 100.000 ton vorig seizoen (vvj 50'). De oogst van Cox's Orange Pippin is toch kleiner geweest dan men aan vankelijk dacht. In juni en augustus verwachtte men resp. 75 en 80.000 ton, maar nu denkt men dat er niet meer dan 65.000 ton geoogst is, ruim 10% minder dan vorig seizoen, maar vergeleken met de beide jaren daar voor wel belangrijk meer. In de loop der jaren daalt het aandeel van de Gox's in het totaal wel. Het vierde ras in Nederland is James Grieve. Van deze vroege appel is 30.000 ton geoogst, evenveel als vorig seizoen. Voor het eerst in dit seizoen is het ras Winston in de oogstraming opgenomen; in plaats van de Jonat han. In vergelijking met vorig sei zoen verwacht met 20% minder Winston. Was van alle met name genoemde rassen de oogst kleiner dan vorig seizoen, van alle niet-met- name-genoemde tesamen verwacht men meer. Meer peren dan verwacht Opmerkelijk is dat de perenoogst be langrijk groter geweest is dan men aanvankelijk dacht. In juni verwacht te men 100.000 ton, in augustus 105.000 ton en nu, d.w.z. november jl. raamt men de handelsproduktie op 120.000 ton. Vergeleken met vorig seizoen is dat 10.000 ton meer. Ver geleken met het gemiddelde van het afgelopen decennium is het ook meer, ruim 10%. Van vrijwel alle rassen is de raming t.o.v. de juni- en augustusindikaties opgehoogd. Dit geldt met name voor Conference. Van dit ras denkt men dat er 38.000 ton geoogst is; ruim 10% meer dan vorig seizoen. Behalve van Beurré Hardy, de stoofperen en van de niet met name genoemde ras sen is de oogst groter geweest dan vorig seizoen. 21

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 21