p.
O
w 7
landbouw
rai
Ondernemersklimaat in Nederland
verslechtert
l--4f
<1
zuidelijke landbouw maatschappij
Ê21ÜL4
Z.L.M.-voorzitter verontrust:
De
>V\
-,^ax oro ft
land
VRIJDAG 11 JANUARI 1980
67e jaargang - No. 3514
tuinbouwblad
^^svvv
-
r!
"UWKfc Ö.V
^x>>^^::::Ui|ajj||w^
-. 5? V^X XN» X*
SSSS ,»&S<S.V,N>W..N. :^V
n
5f l
Van 21 tot 26 januari wordt de landbouw RAI in Amsterdam gehouden. Voor dit belangrijke evenement dat
nu voor de elfde keer wordt gehouden bestaat van de zijde der land- en tuinbouwers een grote belangstelling.
Er is nog lang geen eind gekomen aan de mechanisatie, wel komt er een lichte kentering in de trend van
alsmaar groter en duurder. Op paginal4 vindt U meer feiten en gegevens over deze gebeurtenis. (Foto: Ab
Westerbeek)
IVIaandag j.l. heeft het Hoofdbestuur der Z.L.M. z'n eerste
vergadering in 1980 gehouden. In de openingstoespraak ging
voorzitter A.J.G. Doeleman in op de te verwachten ontwikke
lingen in de 80-er jaren. Hij zei daarbij het volgende:
Het lijkt erop dat aan het begin van de 80-er jaren verschillende
ontwikkelingen ons duidelijk maken, dat de politieke ontspan
ningen de wereld, die er in de 70-er jaren leek te zijn ontstaan,
voor een groot deel schijn is geweest. Ontwikkelingen die zeker
ook aan de landbouw niet ongemerkt voorbij zullen gaan; zo
gaat Amerika de export van granen naar Rusland beperken, als
een van de tegenmaatregelen op de inval van Rusland in Af
ghanistan.
Het blijkt dat ook anno 1980 granen of in het algemeen agrari
sche produkten nog steeds een belangrijke rol spelen in de
wereld. In de eerste plaats natuurlijk bij het voorzien van de le
levensbehoefte van de mens, want ook op de dag van vandaag
blijft voedsel naast o.a. energie een belangrijke rol spelen, bij de
ekonomische en politieke verhoudingen in de wereld. Het is
moeilijk te voorspellen of het mogelijk zal zijn in de 80-er jaren
tot een redelijke verdeling te komen van zowel voedsel als
energie over de gehele wereld. Op dit moment kunnen wij daar,
gezien de huidige ontwikkeling niet erg optimistisch over zijn.
In grote delen van de wereld is er onvoorstelbaar veel leed door
gebrek aan voedsel ên ook onze moderne welvaartsmaatschap
pij is niet bij machte daar verbetering in te brengen.
Voor de Westerse wereld is de stijging van de energiekosten
bijzonder zorgelijk, waarmee de vooraanstaande positie die de.
Westerse wereld inneemt wel eens in gevaar kan komen.
Stijging van de energiekosten die doorwerken in verschillende
sektoren, ook in de moderne land- en tuinbouw.
Redelijk inkomen
P"Iet sturen van dit kabinet naar matiging van de inflatie, zo
vervolgt de heer Doeleman, komt door de stijging van de ener
gieprijzen, op de tocht te staan. Beperking van de inflatie is
vooral ook voor land- en tuinbouw uitermate belangrijk, omdat
doorberekening van de kostenstijging in onze sektor zeer be
perkt is. Te beperkt om de gemiddelde ondernemer in de land
en tuinbouw een redelijk inkomen te garanderen.
Deze situatie is des te schrijnender, wanneer blijkt dat looft-
trekkenden,-maar. ook de overheid zelf niet bereid zijn, pas op de
plaats te maken.
Het gevolg van deze gang van zaken is dat daardoor het onder
nemersklimaat in Nederland steeds ongunstiger wordt, waar
mee dan wel het paard achter de wagen wordt gespannen.
Deze situatie, zo zei de voorzitter is des te meer verontrustend,
wanneer wij zien met welke enorme problemen de E.E.G.
vooral op sociaal gebied nog te kampen heeft en die nog groter
zullen worden na de toetreding van Spanje, Griekenland en
Portugal.
Tot nu toe is er nog weinig bereidheid deze problemen wezenlijk
aan te pakken. Ook niet bij het Europees Parlement. Daar be
gint men met het ondergraven van het met moeite opgebouwde
landbouwbeleid, het enige onder gezamenlijke verantwoorde
lijkheid opgebouwde beleid in de E.E.G. Veel meer zou het op
de weg liggen van het Europees Parlement met voorstellen bij de
Ministerraad te komen voor een betere, sociale, ekonomische en
fiskale samenwerking.
Fundamenteel
ij onderschrijven, aldus voorzitter Doeleman het standpunt
van het C.O.P.A. dat het onjuist is de zuivelproblemen alleen
aan te pakken via strafheffingen en medeverantwoordelijk
heidsheffing, zonder maatregelen te nemen het zuivelprobleem
fundamenteel aan te pakken.
De wijze waarop men nu bezig is houdt het gevaar in de eko
nomische en sociale positie van de veehouderij in de gebieden
waar wel op efficiënte wijze geproduceerd wordt, verslechtert,
waardoor de problemen alleen maar zullen verergeren. Veel
meer aandacht moet er besteed worden aan niet opleverings- en
omschakelingspremies, beëindigingsregelingen, bevordering
van de afzet en melkprijsaanpassingen die een redelijk bestaan
mogelijk maken onder verantwoorde arbeidstijden.
Maar daarbij behoort, zo stelde de heer Doeleman ook een
sociaal beleid voor die gebieden waar het niet mogelijk is onder
redelijke omstandigheden te produceren. Wat geldt voor de
zuivel, geldt evenzeer voor het suiker-, graan- en zetmeelbeleid.
Wanneer er in de E.E.G. de bereidheid is om ontwikkelings
landen te helpen is d^t op zich een bijzonder goede zaak, maar
dat mag dan niet ten koste gaan van slechts een beperkt deel van
de samenleving, zoals bij de import van suiker en substituten uit
derde landen, hetgeen ten koste gaat van het landbouwbeleid.
Veranderingen
Overigens blijkt, aldus de Z.L.M.-voorzitter dat de situatie
snel kan veranderen getuige de prijsstijging van de substituten.
Een wat evenwichtiger ontwikkeling was waarschijnlijk ook
voor de veehouderij beter geweest. In elk geval mag het graan
beleid nu-niet aangetast worden, als gevolg van grote (te grote)
importen van graanvervangende produkten. Door de stijging
van graanvervangende produkten en de sterk gestegen trans
portkosten blijkt er bij de mengvoederindustrie meer belangstel
ling te bestaan voor inlands graan, zodat wij ook hier zien dat de
omstandigheden snel kunnen veranderen. Dat geldt met name
ook voor de suiker. Hier zien wij een stijging van de wereld
marktprijs.
In dit kader is het dan ook onjuist de gegarandeerde A- en B-
produktie van suiker in de E.E.G. in te krimpen. Ook in het
verleden hebben wij gezien dat de situatie op de wereldmarkt
voor suiker zich in korte tijd kan wijzigen, hetgeen dan weer tot
paniekmaatregelen aanleiding heeft gegeven.
Telers en industrie dienen vooral voor langere termijn meer
zekerheid te hebben over het suikerbeleid en de gegarandeerde
hoeveelheid per lidstaat, die niet lager mag zijn dan in de voor
gaande jaren.
Afbouw
Z^orgen, zei de heer Doeleman, zich ook te maken over het
zetmeelbeleid, met name voor de aardappelzetmeelindustrie.
Voorstellen liggen er om te komen tot afbouw van de produk-
tie-restitutie en deze te vervangen door een uitbetaling van een
minimumprijs aan de teler, die dan na 1982/1983 moet gaan
werken onder een regeling in het kader van de marktordening
voor konsumptieaardappelen.
Deze voorstellen zijn zowel voor de fabrieksaardappeltelers als
voor de konsumptieaardkppeltelers onaanvaardbaar. Het aard-
appelzetmeelbeleid dient onder de graanregeling gehandhaafd
te blijven. Het gevaar is groot dat wanneer fabrieksaardappelen
onder een konsumptieaardappelregeling gebracht worden, de
minimumprijzen op een niveau komen te liggen, die het moge
lijk maakt hoog produktieve rassen van matig tot slechte kwali
teit voor de konsumptiemarkt te gaan telen en die daarmee een
bedreiging worden van de prijsvorming van de goede kwaliteit
konsumptieaardappelen.
Daarmee kunnen deze de konsumptiemarkt blijvend gaan ver
storen. Wij zullen ons tegen deze voorstellen met klem moeten
verzetten, aldus de voorzitter.
Druk
"e commissievoorstellen voor het komende E.E.G.-land
bouwbeleid en de sombere ekonomische situatie bieden geen
rooskleurig beeld voorde toekomst. Wij zullen de komende tijd
nog meer druk uit moeten oefenen bij de overheid voor een
rechtvaardig sociaal en fiscaal beleid. Daarbij moet het mogelijk
blijven voor jonge ondernemers op redelijke wijze het bedrijf
over te nemen en juist daar wordt tot nu toe te weinig aandacht
aan besteed. Ook de ontwerp-wet vervreemding landbouw
gronden zal daar onvoldoende verlichting in brengen. Beter was
het, zo meent de voorzitter om meer aandacht te besteden aan
het op juiste wijze hanteren van de pachtnormen in plaats van
reeds nu weer met voorstellen te komen tot pachtprijsverhogin
gen.
Vertekend
O,
Fok missen wij konkrete voorstellen om het voorkeursrecht
van de pachter te regelen, waarbij dan ook de fiscus meer reke
ning dient te houden met de bedrijfsekonomische situatie.
Opvallend is het dat bij de memorie van toelichting op de wet
vervreemding landbouwgronden, prijzen voor verpachte gron
den voor het jaar 1977/1978 genoemd worden van boerderijen
van 27.500 en voor los bouwland 25.400. Onderkend wordt
wel dat overdracht binnen familieverband lager ligt. Men stelt
dan verder, zo besloot voorzitter Doeleman zijn toespraak dat er
geen systematisch, statistisch materiaal verzameld is. Wel zijn
gegevens bekend van de le helft van 1978, prijzen worden dan
genoemd van verpachte boerderijen van 18.640 en los land
van 14.780 (bouw), 14.240 (gras).
Wij durven en moeten vaststellen dat het C.B.S. een uitermate
vertekend beeld geeft van de werkelijke situatie en dit kan
ongewenste politieke gevolgen hebben!
Vervolg op pag. 14
De inhoud van dit nummer:
Verslag hoofdbestuursvergadering
pag.1 en
14
De O.V.M. en Geld en Goed
pag.
3
Tuintips
pag.
5
Sociaal centrum voor mensen in nood
pag-
6
Te veel in de krop
pag-
7
Verontreiniging oppervlaktewater
pag.
8
Erf en akker
pag-
9
Uit de prak8tijk
pag. 10,
11
Energie uit wind
pag. 12,
13
RAI
pag.
17
Graanvoorra.d
pag-
19
De opkweek .an peulen
pag.
21
Veemarkt
pag.
23
1