«f» Grondpolitiek Beheersplan Relatienotagebieden Oirschot-Best vastgesteld LEVEN VAN DE AARDE KNLC KOMMENTAAR D, D> I n Oirschot-Best bestaan de be heersmaatregelen o.a. uil het achter wege laten van toepassing van drijf- mest. het maaien van grasland na 15 juni en het achterwege laten van scheuren en frezen van grasland. Voorts dient het huidige relief en de aanwezige bodemstructuur gehand haafd te worden en mogen waterlo pen niet worden verbreed en ver diept. Hc Na Buitenuniversitaire leden Hogeschoolraad benoemd Weer bedrijven in Z.Flevoland uitgegeven Bijdrage voor aanpassingswerken bij kavelruil verhoogd Let Kabinet is zo tegen het eind van de zeventigerjaren erg produktief geweest met wetsvoorstellen die te maken hebben met het agrarisch grondbeleid. Het gaat om ontwerpen betreffende Landinrichtingswet. Wet Vervreemding Landbouwgronden en wijziging van de Onteigeningswet. Daarnaast ligt er een voorstel tot wijziging van het Pachtnornienbe- sluit 1977, terwijl voorstellen ter wij ziging van de Pachtwet (met name het Kontinuatierecht) in de maak zijn. Voor de centrale landbouworga nisaties is er de eerste maanden van dit jaar dan ook veel werk aan de winkel om al deze grondpolitieke voorstellen te beoordelen en te trachten de besluitvorming daarover te beïnvloeden. Uiteraard staan de Wet Vervreem ding Landbouwgronden en de wijzi ging van de Onteigeningswet het meest in de politieke belangstelling. Ook de nieuwe Landinrichtingswet geving is voor ons van zeer groot be lang. vooral in gevallen waar de agrarische produktiestruktuur nog verbeterd moet worden. Vanwege het touwtrekken rondom de Relatienota Gebieden en de beheersovereenkom sten. raak ik meer en meer bezorgd of er voldoende ruimte zal blijven om ook gedurende de tachtiger jaren noodzakelijke kultuurtechnische en infrastrukturele werken te kunnen blijven doorvoeren. Wat de Pachtwetgeving betreft: op een aanpassing hiervan wordt vanuit onze geledingen al lange tijd aange drongen. Hopelijk komt het er nu ook op korte termijn van. Overigens is de minister wel erg overhaast met zijn voorstel tot aanpassing van de Pachtnormen. Immers, er zijn nog de nodige procedures van de vorige Pachtnormen-aanpassing aan de gang: er ligt nog geen voorstel om trent wijziging van de Pachtwet en we zitten midden in de diskussie rondom de Wet Vervreemding Landbouw gronden. Bovendien gaan er steeds meer stemmen op om de cyclus van driejaarlijkse verhogingen een keer te doorbreken. Degene die immers in het eerste jaar valt, zit steeds weer ongunstig met zijn verhoging en dat gaat over een reeks van jaren toch aardig in de papieren lopen. Het KNLC is dan ook van mening dat er alles voor te zeggen valt om de wijzi ging van de Pachtnormen, de verho ging van de pachtprijzen dus, een jaar uit te stellen. Oppassen |a een eerste bestudering van de Ontwerpwet Vervreemding Land bouwgronden bekruipt mij het onbe haaglijke gevoel dat de regering hier bezig is een stuk wetgeving te kreë- ren, waarbij boeren en tuinders ten aanzien van grondverwerving en ge bruik in een nauw keurslijf van wetten en regels worden gedrongen, zonder dat er wezenlijk problemen worden opgelost. Bovendien gaat het om een reeks in het verschiet liggende alge mene maatregelen van bestuur waar in. ondanks alle prachtige volzinnen over objektieve kriteria, veel te veel ruimte voor allerhande vormen van betrekkelijk subjektieve en dus wille keurige toepassingsmogelijkheden zit verborgen. Het betreft hier met name dan de kriteria waaraan een bedrijf moet v oldoen. Ik vraag me overigens af of de minis ter van landbouw, nu hij gewag maakt van een streven om het prijspeil van landbouwgronden omlaag te brengen tot 25.000.- a 30.000,- per ha, nog wel weet wat er op dit punt in het regeerakkoord stond. Werd daar niet gesproken over het in belangrijke mate afremmen van de stijging van de prijzen van landbouwgronden! Dat is toch wel wat anders! Ik vraag me eigenlijk ook meer en meer af of we in wezen niet helemaal op de verkeerde weg zijn en of we ons niet strikt moeten beperken tot een landbouwkundige toetsing met een beperkt aantal aan de persoon ge bonden kriteria. Niet alleen moet immers van onder meer het afstands- kriterium eerder een averechts effekt op de prijsontwikkeling verwacht worden. Ook doet zich de vraag voor of de reële prijsontwikkeling in grote delen van ons land, met zeer overwe gend grondgebonden produktie (ak kerbouw en veehouderij), niet al tot de gewenste daling dan wel stabilisa tie heeft geleid en, juist voor deze ge bieden volstrekt irreëel strikt af- standskriterium van 1- a 2 km, niet meer problemen schept dan oplost. De werkelijk onrustbarende prijsont wikkeling vindt met name in de ge bieden met overwegend veredelings- landbouw plaats (ruwweg de ooste lijke en zuidelijke zandgebieden). Allerlei planologische situaties spe len daarbij zeker een rol. Het is zeer de vraag of hier de eerder genoemde aan het bedrijf gebonden kriteria wel enige uitkomst kunnen bieden. Of zullen we juist in deze gebieden de situatie voor de toekomst gezond moeten maken via vooral een uitge balanceerd vestigingsbeleid? Kortom, naar mijn mening dreigt het gevaar dat met het Wetsontwerp Vervreemding Landbouwgronden vooral politiek wordt bedreven, zon der dat daarbij voldoende wordt aan gesloten bij de realiteit en bij wat on der de belanghebbenden, de boeren en tuinders dus, leeft. Wat dat laatste betreft ontmoet ik op vergaderingen in den lande steeds meer mensen bij wie de twijfels rondom het nut van vele onderdelen van een Wet Ver vreemding Landbouwgronden met de dag toenemen. Luteijn. Landbouwhogeschool Up voordracht van minister Van der Stee (landbouw en visserij) zijn de hiernavolgende personen, die geen deel uitmaken van de landboüwho- geschoolgemeenschap, benoemd tot lid van de Hogeschoolraad: ir. A. Bierma te Rozendaal, di recteur Hogere Bosbouw en Cul tuurtechnische School te Velp; A.R. Coppes te Zeist, voorzitter van de Nationale Commissie (Voorlichting en Bewustwording) Ontwikkelingssamenwerking; dr. ir. H.W. van Gils te Dor drecht, general manager vegeta ble proteins bij Unilevers Oil f i I i i I I i 'e Stichting Beheer Landbouwgronden (S.B.L.) heeft het eerste beheersplan voortvloeiende uit de Relatienota vastgesteld. Het betreft hier het beheersplan voor de gebieden, gelegen in de ruilverkaveling Oirschot-Best. De Adviescommissie in Noord- Brabant heeft dit plan opgesteld in intensief overleg met instan ties en direct belanghebbenden in de streek, die aan de hand van een ter visie gelegd ontwerp de gelegenheid tot inspraak hebben gekregen. Op basis van het beheersplan kan nu worden overge gaan tot het afsluiten van beheersovereenkomsten. Naar ver wachting zal de eerste overeenkomst begin 1980 kunnen worden ondertekend. r^en beheersplan in de zin van de Beschikking beheersovereenkom sten bevat een beschrijving van de doelstellingen van het binnen de agrarische bedrijfsvoering in het be treffende gebied na te streven na tuur- en landschapsbeheer. Even eens zijn daarin de beheersverplich- tingen, die de ondernemers op zich kunnen nemen, en de grondslagen voor de vergoedingen opgenomen. Deze grondslagen worden bepaald door de "beheersbedrijfsuitoefe- ning" te vergelijken met de wijze van bedrijfsvoering die in het gebied ge bruikelijk is. Kortom, het beheers plan is de grondslag van de beheer sovereenkomsten vam de grondeige naren en/of gebruikers in het gebied met de S.B.L. Centrale doelstelling in het relatie- notagebied Oirschot-Best is het handhaven van een kleinschalig cul tuurlandschap en van elementen die er van belang zijn voor natuur en landschap. Reservaatsgebied Milling Division; H. Muller te Arnhem, vakbonds bestuurder voor Gelderland bij -e industriebond F.N.V.; mr. J. Oggel te 's-Heer Hendriks kinderen, algemeen secretaris van de Zeeuwse Landbouw Maatschappij; mevr. E. van der Veen-Harsveld te Zeist, lid algemeen bestuur Nederlandse Vrouwenraad voor Utrecht. De benoeming geldt voor de periode van 17 december 1979 tot en met 15 januari 1982. Beheersmaatregelen Met een beheersovereenkomst kan de boer meewerken aan het beheer. Naast-de beheersverplichtingen staat in deze overeenkomst de hoogte van de beheersvergoeding. Deze be draagt in Oirschot-Best circa 900.- per hectare. Daarbij kan nog sprake zijn van een aanpassingsvergoeding, die o.a. af hankelijk is van de veebezetting op het afzonderlijke bedrijf. Een week voor kerstmis werd de tweede uitgifte van landbouwbedrij ven in Zuidelijk Flevoland bekend gemaakt. Toegewezen werden 21 akkerbouwbedrijven en 10 weidebe- drijven. Daarvan werden er 17 (11 akkerbouw- en 6 weidebedrijven) gewoon verpacht, terwijl er in totaal 14(10 akkerbouw- en 4 weidebedrij ven) in erfpacht zijn uitgegeven. De grootte varieert bij de weidebedrij ven van 35 tot 55 ha. De akker bouwbedrijven lopen uiteen van 37 tot 67 ha. De gemiddelde grootte van de uitgegeven bedrijven bedraagt 52 ha. Voor deze tweede uitgifte in Z.Fle voland meldden zich niet minder dan 375 sollicitantén. Van de nieuwe pachters en erfpachters zijn er 21 af komstig uit ruilverkavelingsgebie- den. Verder behoren 8 van de nieuwe boeren tot de katagorie van gedu peerden door het afstaan van gron den voor wegenaanleg en stadsuit breiding. Voorts zijn er twee bedrij ven uitgegeven aan boeren die hun oude bedrijf beschikbaar stellen voor het oplossen van specifieke knel punten op het oude land. Aan de volgende boeren uit ons werkgebied (Z.L.M.) werd een bedrijf toegewe zen; Pacht akkerbouw: H.R. Eerkens, Es- pel; J. Hoving, Roswinkel; M.P. Vermue, Zevenbergschenhoek. Erfpacht akkerbouw: N.G. van Nieuwenhuyzen, Standaardbuiten; M.R. van de Riet, Oudenbosch. Pacht weidebedrijf: P.A.Traa, Vught. Erfpacht weidebedrijf: J. Broertjes, Berkhout. 'e betreffende gebieden in Oir- schot- Best (327 ha cultuurgrond) zijn als reservaatsgebied aangewe zen. Dit betekent, dat hier verwer ving van gronden door aankoop wordt nagestreefd, omdat de aanwe zige waarden van natuur en land schap een zodanig specifiek beheer vragen, dat dit niet meer past in het kader van de agrarische bedrijfsvoe ring. De gronden zullen indien pacht- vrij aangekocht in beheer worden gegeven aan de daarvoor in aanmer king komende terreinenbeherende natuurbeschermingsinstantie. Zo lang aankoop niet plaatsvindt, en zolang de gronden niet pachtvrij zijn verworven, wordt een overgangsbe- heer gevoerd. Dit beheer is erop ge richt, de in het gebied aanwezige waarden te behouden. Daartoe is een pakket van beheersmaatregelen op gesteld. Minister Van der Stee (landbouw en visserij) heeft besloten de rijksbij drage voor de uitvoering van aan passingswerken bij kavelruil te ver hogen. De subsidie wordt vanaf 1 januari 1980 50% met een maximum van 800,— per ha. De rijksbijdrage voor aanvullende beplanting voor dit soort projecten groter dan 50 ha wordt gesteld op 100% tot een maxi mum van 125,— per ha. Zoals bekend, had de bewindsman het plan tot verhoging van deze rijksbijdragen reeds aangekondigd in de Memorie van Toelichting op zijn begroting voor 1980. De kosten van voorbereiding van de ruilverkavelingsovereenkomst en die van de notariële akte, waarbij de on roerende goederen worden verdeeld, blijven ongewijzigd voor 100% in aanmerking komen voor een bijdra ge. 6 films over landbouwkundig onderzoek Kostbaar maar noodzakelijk onderzoek te velde. In opdracht van het ministerie van landbouw en visserij is onder de verzameltitel "Leven van de aarde" een serie van zes films vervaardigd over het landbouwkundige onderzoek. Doel ervan is aan te geven het belang van dat onderzoek voor de praktijk van de land bouw en voor de wereldvoed selvoorziening. De serie bestaat uit de vol gende films: - Groei: de rol van de land bouw en het landbouw kundige onderzoek m.b.t. de groei van de wereldbe volking. - Voedingsbodem: over bo- demgebruik en grondon derzoek. - Goed, beter, best: het zoe ken naar nieuwe planten- rassen die b.v. een hogere opbrengst geven, geringere vatbaarheid hebben voor ziekten, minder energie verbruiken. - De witte revolutie: over het veeteelt- en zuivelon- derzoek. - Van harte beterschap: be strijding van planteziek- ten. - Leven en laten leven: de menselijke invloed op de natuur. De films kunnen vanaf 1 ja nuari 1980 voor vertoning worden aangevraagd bij de filmotheek van het ministerie van landbouw en visserij' Be- zuidenhoutseweg 73, Den Haag, telefoon 070 - 79.25.61. Het betreft hier een aantal kleurenfilms dat filmtech nisch alsook inhoudelijk van goede kwaliteit is. Het veel vuldig gebruik van vaktermen maakt de film minder geschikt voor de laagste klassen van middelbaar- en hogere vor men van voortgezet onder- wijs. 15

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 15