Nieuwe pachtprijsverhoging moet
worden afgewezen!
w eer liggen er nieuwe pachtvoorstellen op tafel die
een verhoging inhouden van 10 tot 15%. Pachtprijsver
hogingen waar tegenover geen hogere inkomsten staan.
Wij rekenen erop dat het Landbouwschap de nieuwe
voorstellen zal afwijzen en /of aandringt bij de Centrale
Grondkamer dat de normen op meer gerechtvaardige
wijze gehanteerd worden dan nu het geval is. Dit o.m. zei
de voorzitter van de Zuidelijke Landbouw Maatschappij
A.J.G. Doeleman in zijn inleiding tijdens de algemene
vergadering die afgelopen maandag in de prins van
Oranje te Goes werd gehouden.
zuidelijke landbouw maatschappij
Een overzicht van de zaal in de Prins van Oranje waaruit de grote belangstelling voor de Algemene Vergadering van de Z.L.M. duidelijk blijkt.
Z.L.M. voorzitter A.J.G. Doeleman
z.l.m
VRIJDAG 7 NOVEMBER 1979
66e jaargang - No. 3510
land- en
tuinbouwblad
Ten aanzien van het voorkeursrecht van de pachter zei
Doeleman dat er te weinig rekening gehouden wordt met
dat voorkeursrecht. Daardoor stijgen de prijzen van de
verpachte grond. Deze staan niet meer in verhouding tot
de overdrachten in familieverband, die op de ekonomi-
sche waarden zijn afgesteld. Problemen met het schen
kingsrecht en de vermogensbelasting nemen daardoor
van jaar tot jaar toe. De Grondkamer moet immers reke
ning houden met de gemiddelde overdrachten en ook de
Inspekteur houdt daar rekening mee. Wanneer nu bij de
overdracht via het voorkeursrecht de Grondkamer meer
invloed zou hebben zou die bindend moeten zijn voor de
pachter en verpachter. Deze maatregel zou een gunstig
effekt kunnen hebben op de grondprijzen, meent Doele
man.
Is Van der Stee tot vechten bereid?
H et beleid zoals dat wordt gevoerd door minister van
der Stee kan de konkurentie en inkomenspositie van de
werkers in de land en tuinbouw niet veilig stellen. De
financiële mogelijkheden daarvoor zijn absoluut onvol
doende. Wij maken ons zorgen, zei Doeleman, over de
bereidheid van de minister, zijn jas voor de landbouw uit
te trekken-om met zijn eigen woorden te spreken- te
vechten in de politieke arena van ons nationaal parle
ment. Doeleman zei dat de minister te gemakkelijk be
paalde zaken inlevert en taken bij het ministerie van
landbouw onderbrengt, die niet rechtstreeks tot de be
langenbehartiging van de land en tuinbouw gerekend
kunnen worden.
Fiscale druk verminderen
D oeleman vond het wel de moeite waard te bezien, wat
de gevolgen kunnen zijn van het afslanken van de WIR.
De vrijkomende gelden zouden dan gebruikt kunnen
worden door a fiscale lastenverlichting en b het 0 en S
fonds. Er is tot nu toe niets terechtgekomen van alle
beloftes om te komen tot verlichting van de belasting
druk. Misschien is het mogelijk de WIR als breekijzer te
gebruiken om de fiscale lastenverlichting op gang te
brengen.
Het ondernemersklimaat is slecht. In grote bedrijven
worden miljoenen guldens overheidsgeld gestoken om
arbeidsplaatsen in stand te houden. Wanneer dat dan
vervolgens niet mogelijk is wordt daar melding van ge
maakt met grote letters in de krant.
Voor de land en tuinbouw ligt dat anders. Land en tuin
bouwers verdwijnen geruisloos, stelde Doeleman lako-
niek vast. Het beleid richt zich op het middenbedrijf,
alleen niemand weet wat er precies mee wordt bedoeld.
Ook minister van der Stee niet, konkludeerde de voorzit
ter. Wanneer het gaat om de belangenbehartiging van de
land en tuinbouw, dan ervaren wij, zei Doeleman, dat
velen onder ons van mening zijn dat de landbouworga
nisaties zich harder moeten opstellen. We hebben begrip
voor die reakties en houden daar ook rekening mee. Wel
moeten wij ervoor zorgen dat wij met onze opstelling- met
het te voeren beleid- geloofwaardig blijven.
Sociaal beleid
B ij het sociaal beleid wordt onvoldoende rekening ge
houden met de positie van de land en tuinbouw, zei
Doeleman. Dat blijkt o.a. wanneer Sociale Zaken niet
bereid is gelden beschikbaar te stellen voor de bedrijfs-
verzorgingsdiensten. Toch is dat iets, dat volledig past in
het sociaal beleid van de overheid. Een beleid dat er op
gericht is om meer werkgelegenheid te scheppen en de
werkomstandigheden te verbeteren.
Tot slot wees de Z.L.M. voorzitter ook nog op de moge
lijkheden die het eigen initiatief bieden, iets wat voor
iedere individuele ondernemer weer op een ander terrein
kan liggen. Hij besloot te wijzen op de fundamentele rol
van de land- en tuinbouw in de samenleving nl. door:
a de produktie van voedsel stelt de primaire levens
behoeften veilig tegen redelijke prijzen,
b als belangrijk trekpaard voor onze ekonomie en met
name in het handelsverkeer.
c als een van de belangrijkste peilers van het EEG
beleid.
d bij de instandhouding van natuur en landschap op
een evenwichtige wijze.
We mogen en moeten ons dat bewust zijn en we kunnen
daarbij iedereen vrij in de ogen kijken (Voor de volle
dige inleiding van de Z.L.M. voorzitter zie pagina 8 en 9