ID w 5TAL 5ol ERE suiWWl ÜD JneV a^qG.'cC\Q.Q.,aüóP-^ taav£ -stw\q*\. ^e bfteVt c\e c)t£xv\ wV r\\eV (wAzn CX. cmA p^° - c<2G-U A eu v> Ijq. sDie_ KunjQ-aW» gRoorvto. ator* S©ep c^a £a \uh Als ik boer zou zijn. Hoe Piet Biet, Piet Biet opat. Brouwen Koeien Varkens en geiten Van tarwe tot brood De herfst op het land De su^e^alW qjRA V>«.\ anae-ft^S uoOU oóW attUtOp«uw £ft 19 (7^3<2oect\30.o00 ö<\S \at\d |V«-dta\ UJOtU^LXV bv^A op K\eAqRo<\4 uet\>Douvoci Di Vioi odkeftxk lVVSC.^ uorv tt "ittu Ha.V P ï^O<av\c-t oovn c\<a. V\eV »9 suktacv vj\A& JD het c^qexf\eQT\Dö l*)QiT>^o\ac> 4>«_*VoUU)a ïoV £<?OoKa Ula<b lx rnc.ee> f A op ktai<rijp°& Ulab kaef L W" Leer Ii ng(e) R.K. Basisschool "St. Jozef" Hoofdplaat. S«-iVbt cUsL) <j e (Vbt UÖOAOOOA onjp'0-^ loCUvoA i nZooAon èiW<X Oarv cae-jj&nsk t ^TT\ <o\\«]l *Ok^Q<\ do. .c, 8o.£OQ ^&&&V »r\ ar\<» \at>A £ftU) t Ce^to.) Uy VtcioW<~v m Qrvc, Wd cy^c.0Q.<^q io o© ha> ue^ 5cW^a.n do. soo qtec\ feftdtarx, 5ftpQ-rv(2- SÓT*c\^s av. s V^p vt^yrwr^ dopa^3Wo. Dan zou ik honden en poezen houden en nog andere dieren. De hond was voor de jacht. en de poezen voor de mujsen in de schuur Ik zou veel land kopen en daarop veel graan tarwe vlas en suikerbieten planten en als ze.met de oogst bezig zijn rijden wet met de combine de tarwe af en later dan de oogst voorbij is zet ik er dieren op zoals schapen en koeien maar daarvoor ik weer gaat zaaien maak ik eerst tekening daar staat op zoveel hektare land heb ik en daar moet zoveel hektare die soort planten erop zetten en nu is het klaar Ik ben nog lang geen boer en ik wordt er geen ook. Bennie R.K. Basisschool "St. Jozef", Hoofdplaat Het leven van een suikerbiet gaan wij eens be kijken. Wij gaan suikerbiet pietje biet volgen. Pietje biet zat in de grond. Hij was bezig te eten. Hij moest groter worden. Pietje Biet groeide hard. Het was al Piet Biet. Piet biet werd uit de grond gehaald. Hij werd- op een wagen gelegd. Hij zou nu naar Sas van Gent gaan. En daar als suiker uitkomen. Piet Biet keek eens om zich heen. Hij zal al huizen grote en kleine. Ineens zag Piet Biet een grote fabriek voor zich opdoemen. Dat zal wel de biettenfabriek zijn. Ja hoor het was zo. Piet Biet zou nu in kleine Piet Bietjes worden verdeeld. Twee maanden later lag hij bij de familie Biet in de suikerpot. Toevallig was er bij de familie Biet ook een Piet in de familie. En Piet luste graag suiker. En at de suiker op. Zo at Piet Biet, Piet Biet op. Annemieke, R.K. Basisschool "St. Jozef', Hoofdplaat. NAAR* ;De«#Su»keR fabriek* \<t« t We zijn naar de suikerfabriek geweest in Sas van Gent. We hebben van alles gezien zoals: een chema van suikerbiet tot suiker. We hebben van alles gezien, en het stonk er ontzettend. Eerst kwamen er tractors en vrachtauto's met suikerbieten. En die moesten dan gewogen worden. Dan moesten ze op een soort plank rijden en daarachter zaten stukjes hout om de vrachtauto tegen te houden dat hij er niet afvalt. Dan gingen de auto en de suiker bieten schuin en dan vielen ze in een ma chine en dan gingen ze naar de bietenop slag. Daar werden de bieten bespoten. Daarna naar de bietenpomp. Daarna naar de bladvanger. Daarna naar de stenen vanger, daarin werden de stenen die tussen de suikerbieten zaten weggehaald. Daarna naar de wasmolen en daar werden ze heel goed gewassen. Het water wat soms uit de bieten kwam ging naar waterzuivering. Toen daarna ging het naar de snijmolens en daar wer den de bieten gesneden in frietjes, daarna de broeitrog en daarna de sapwinning. Daarna ging het pip naar de pulpdroger. Dan komt de pulpdroger daar werd de natte pulp gedroogd, daarna de waterzui vering dan naar de koeltoren daar werd de pulp gekoeld. Daarna werd de kalksteen naar de kalkoven en dan naar de electri- sche centrale en ketelhuis dan de stoom- leiding. Dan nog een paar dingen en dan was de suiker klaar. En dan ging het in zakken van 50 kilo. dan werd het opge borgen in de kelder. En dan die zelfde dag ging het naar Londen naar de suikermarkt. Ook was er een zuurstok dat was een pijp van 100 me. ter hoog en die noemen ze zo. Nou was er een probleem dat die pijp er al ongeveer 3 jaar stond en nou moest die toch wel eens gevogen worden en nou wisten ze niet hoe. Ze hebben een heleboel soorten suiker basterd kristal poeder sui kerklontjes. Joyce Henry, 10 jaar. leerling van de J.H. van Daleschool te Sluis (Z.VI.) De herfst.... ook op de boerderij De herfst.... ook op de boerderij Ja de herfst gaat de boerderij niet voorbij De koeien staan bibberend van de kou bij elkaar. Maar kijk, komt daar de boer niet aan? Ja, ja nu mogen ze in de stal. Daar gaan de koeien, ze lopen snel. Want straks, mogen ze in de warme stal, en daar zal. Het niet meer koud zijn. Pauline Roeleveld, klas 6. Petrus Immensschool. 12 OOo O O Wij hebben met onze klas eens onder zocht, wat er met al de produkten van de boer gedaan wordt Zo kreeg onze groep een opdracht om te onderzoeken hoe tarwe bier werd. In onze groep doen 5 kinderen mee. We hebben informatie gevraagd aan de Heineken fabriek, we hebben 5 boekjes gekregen. Ook hebben we op school in de bibilotheek gezocht We hebben boekjes en kaarten gevonden, en hebben daar stukjes uitgezocht en plaatjes gezocht. Toen heeft onze groep 'n stukje opge schreven en plaatjes overgetrokken. We gaan in februari naar mouterij Menu bij ons in de buurt op excursie, dan is ons onderzoek ver klaar. Van Saskia, Monique, Nicolle, Annemiek, Danielle. H. Hartschool, Kloosterzande. We zijn met onze groep eens na gegaan wat er allemaal komt kijken als er op een boerderij een grote veestapel is. Allereerst gingen we eens na wat er met de koeien gebeurt. Een koe kan niet zomaar melk geven. Ze moet eerst een kalf ter wereld brengen. Voor het melk geven moet de koe eerst gras eten. Om een kalf ter wereld te brengen moet de koe bevrucht zijn door een stier. Wat koeien zoal eten zijn: bix, hooi (verdroggd gras), gras, loof van biet, voeder bieten, mais. De pas geboren kalveren wegen 45 ki logram een koe van 2 jaar 400 kilogram een stier van 3 jaar 450 kilogram een koe van 1 jaar 200 kilogram. Hoe eten de koeien? Antwoord: eerst slikken ze het in pens herkauwen boekmaag netmaag darmen. Herbert Jansen en Pieter Buwakla H. Hartschool, Kloosterzande. Alex Focke J.H. van Dale school SLUIS met ons tweeën behandelen wij: varkens en geiten. Allereerst: varkens. Varkens stammen af van wilde zwijmen Ze worden in bijna alle landen van de wereld gefokt; vooral om het vlees. Het varken is een zoogdier. Het mannet jes varken heet een beer en het vrouwtje een zeug. Het babyvarkentje een biggetje. Hoewel geiten helemaal andere dieren zijn behandelen wij ook deze diersoort, geiten en bokken vertegenwoordigen bei den dezelfde diersoort: de geit. Een geit is een vrouwtjesgeit en een bok het mannetje. Sommige geiten worden ook gefokt om hun vacht, daar worden mohairstoffen van gemaakt. verschillende soorten: de sneeuwgeit berggeit makhorn. Ronnie Boogaart en Antoine van Meelen, H. Hartschool, Kloosterzande Wij hebben met onze klas onderzocht wat er met de produkten van de boerderij ge beurt. Zo heeft onze groep zich bezig gehouden met het onderwerp: hoe komt er van tarwe brood. Onze groep bestaat uit vijf leden. Wij hebben iedere vrijdag van half drie tot half vier aan ons projekt gewerkt, in de school-bibliotheek naar informatie gezocht. Ook hebben we besloten om met de hele klas naar een bakkerij te gaan en om te gaan kijken wat er zoal te zien valt. Ilse, Nicole, Nicol, Jannie, Jenny De leerlingen van de H. Hartschool, Kloosterzande Het is nu herfst, het land is kaal. De tarwe en aardappelen zijn eraf, allemaal. Ook de maïs en al 't andere, Maar ja, ik kan 't ook niet veranderen. Je ziet de weiden ook vaak leeg. De boer is aan het ploegen. De wintertarwe is gezaaid. En de zomertarwe is gemaaid. Afz. Annemieke v.d. Toorn klas 6 van de Petrus Immensschool, Middelburg.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1979 | | pagina 12