Energie uit biomassa De gestegen energieprijs en het vooruitzicht dat het moeilijk zal worden het evenwicht te bewaren tussen de behoefte aan energie en de beschikbare reserves in de komende tien jaren, hebben een grotere intensiteit bij het zoeken naar nieuwe energiebronnen teweeg gebracht. In het verleden was hout als bosbouwprodukt de belangrijkste bron van energie. Zullen land- en bosbouw opnieuw een rol gaan spelen in de energievoorziening? Deze vraag is nu nog niet te beantwoorden. Er is in deze sektor potentieel zeer veel energie. Waar het echter om gaat is de prijs waarvoor die energie kan worden gewonnen en aan de konsument kan worden geleverd. Het hier volgende artikel beschrijft verschillende middelen, die nog op hun technische uitvoerbaarheid moeten worden onderzocht. De reëeie mogelijkheden, evenals hun ekonomische haalbaarheid, zijn momenteel echter nog erg onzeker. Fossiele energie is afkomstig van de zon De zon als grote energiebron Zonne-energie uit landbouwafval Dc Het woud, een massa biomassa Het oogsten van kilowatturen Het is de zon die het leven op aar de deed ontstaan, meer dan drie miljard jaar geleden, want het zon licht maakte de eerste fotosynthese van microscopisch kleine gewassen mogelijk. Fotosynthese is de enige weg waarlangs minerale koolstof uit de atmosfeer, dat wil zeggen kool zuurgas, in de levenscyclus kan wor den opgenomen. Onze fossiele brandstoffen, aardolie, aardgas, steenkool, bruinkool en olie uit leis teen, zijn niets anders dan zonne- energie vastgelegd in de vorm van "biomassa", die in de loop van de geologische tijdperken andere vor men heeft aangenomen. Men heeft berekend dat alle voorra den fossiele brandstoffen van deze aardbol bij elkaar niet meer zijn dan de energie die de zon in 2 tot 3 maanden over onze planeet uit straalt. Fossiele brandstoffen zijn echter niet onuitputtelijk en juist in dit decen nium is men meer dan ooit tevoren gaan beseffen dat men, wil er geen energietekort op lange termijn ont staan, alternatieve energiebronnen moet ontwikkelen. Yï en kan zonlicht met behulp van foto-elektrische cellen omzetten in elektriciteit, doordat lichtfotonen de elektronen in beweging brengen in een speciaal geprepareerde laag sili cium. Ook gebruikt men wel panelen die de zonnewarmte absorberen. Hiermee verwarmt men water of lucht om woningen of andere ruim- Suikerriet is met name in Brazilië reeds een belangrijke bron waaruit energie wordt geput in de vorm van methanol wat weer vermengd wordt met benzine en dan een uitstekende brandstof voor auto's vormt. 10 ten op een komfortabele tempera tuur te brengen. Ten slotte kan men ook, door het koncentreren van de zonnestralen met behulp van spie gels, water in een grote ketel doen verdampen en met de waterdamp een turbine in beweging brengen om elektriciteit op te wekken. Voor deze drie toepassingen is ingenieuze en kostbare apparatuur gebouwd om zonlicht op te vangen en toe te pas sen. Het is goed zich te realiseren dat dit in de natuur op zeer grote schaal gebeurt. Neem bijvoorbeeld hout en plantebladeren: deze bevatten ook zonne-energie en deze is in een aan tal gevallen direkt toepasbaar. Een ton droog hout kan bij verbranding evenveel warmte geven als 400 kilo gram petroleum. Zonne-energie kan dus in plantaar dige vorm worden opgeslagen en wel in hoeveelheden die beslist nog niet kunnen worden geëvenaard door middel van bijvoorbeeld zonnecel len, batterijen, e.d. De plantaardige biomassa die ieder jaar op aarde wordt geproduceerd is qua hoeveelheid potentiële energie zelfs ongeveer tien maal de hoeveel heid energie die de mensheid nodig heeft: 60% daarvan groeit op het vasteland, 40% bevindt zich in zee. Weliswaar wordt een gelijke hoe veelheid elk jaar vernietigd door het vallen van de bladeren, het afsterven van planten en hun ontbinding, waardoor de organische koolstof te rugkeert naar de voorraad koolzuur gas in de atmosfeer, maar het is heel goed denkbaar dat de mens een deel van die jaarlijkse produktie van le vende materie zou gaan gebruiken voor de energievoorziening, zonder het fundamentele evenwicht in de bio-atmosfeer te verstoren. Dat zou in feite alleen maar een tijdelijk uit stel betekenen van de onontkoom bare terugkeer van koolstof in de at mosfeer. De beschikbare biomassa is echter over de hele aarde verspreid. Veel biomassa bevindt zich in ver afgele gen wouden, schaars verdeeld over uitgestrekte gebieden of sterk ver dund in zeewater. In gemakkelijk toegankelijke streken, met ontginba- re wouden en vruchtbare landerijen, zou een eventuele produktie van "energie-gewassen" misschien wel kunnen konkurreren met de tradi tionele voedsel- en energieproduktie. Maar gezien het feit dat er nog niet eens voldoende voedsel wordt ge produceerd voor de 4 miljard men sen die de aarde bevolken, zal nog lange tijd intensief researchwerk moeten worden verricht om de vele obstakels te overwinnen. "e dampen die in de zomer op stijgen boven landbouwvelden tonen aan dat er uit stro heel wat energie terug te winnen zou zijn. Zo zijn er nog meer bruikbare afvalstoffen. Men heeft daarover de volgende, zeer voorzichtige schatting gemaakt. De hoeveelheid energie wordt hierbij uitgedrukt in miljoenen tonnen olie equivalent (o.e.) om een gemakke lijke vergelijking te kunnen maken met het verbruik aan primaire ener gie. Niet gebruikt stro (ingekuild of verbrand) Resten van de houtindustrie Afvalstoffen van de veeteelt Miljoen ton o.e. 4 5 4 Stro is van dit rijtje ongetwijfeld de gemakkelijkst om te zetten energie bron. In Denemarken verwarmen 6000 met stro gestookte installaties de huizen op het platteland en de ruimten waarin het vee is onderge bracht. De huidige methodes van in kuilen of verbranden zijn er echter op gericht om met de vruchtbare be standdelen van stro en ander land bouwafval de bodem te verbeteren en voor uitputting te behoeden. Met een gering verbruik van energie zou men deze methode kunnen vervan gen door het toedienen van wat extra kunstmest. Bij het inkuilen ontstaat echter ook humus en een minimum percentage humus blijft onmis baar, hoewel de benodigde hoeveel heid sterk varieert al naar gelang de bodemsoort en de bebouwingsmet hoden. Tropische gebieden hebben zeer veel landbouwafval, waarvan sommige soorten een uitgebreide toepassing vinden, zoals uitgeperst suikerriet, dat algemeen gebruikt wordt als, brandstof in rietsuikerfa brieken. In Brazilië is er zulk een overvloed van deze brandstof dat ze zelfs gebruikt wordt voor de opwek king van elektriciteit. In India pro duceren meer dan 25.000 drukketels op het platteland methaangas (beter bekend als biogas), waarbij men uit gaat van dierlijk en plantaardig af val. Het maatschappelijk belang van gedecentraliseerde energieproduktie is daar zeer groot: de trek van de plattelandsbevolking naar overbe volkte steden wordt erdoor vermin derd. Het residu van dit gistingspro ces is bovendien uitstekende kom post voor de landbouw (zie Bsse- bron, februari 1979). Sgtfs.JaglJ&it&r Resten van tropische landbouwproduktie (hierboven sorghum) kunnen als stro worden ingekuild of verbrand. Samen met de biologische afval uit de veeteelt en houtresten kan dit in Frankrijk naar schatting 13 miljoen ton o.e. opleveren. Landbouwafval zou dus in de na- bije toekomst een niet te verwaarlo zen hoeveelheid energie kunnen le veren. Maar toereikend is die niet. In 1967 heeft de Franse deskundige Duvignaud de jaarproduktie van biomassa, voor elk ekologisch milieu over de hele wereld, geschat: Totale jaar produktie van biomassa, uitgedrukt in miljarden tonnen droge stof Landbouw 8,7 Bosbouw 28,7 Steppen en weilanden 10,4 Woestijnen en toendra's 5,4 Poolkap 0 Uit deze cijfers blijkt dat de bossen het meestbelovend zijn. Men aarzelt evenwel er met de bijl op af te gaan, want in de gematigde zones, en vooral in het noorden, worden de bossen al op grote schaal uitgedund voor bijvoorbeeld de papierproduk- tie. Voor een enkel nummer van de Zonnebloemen worden de laatste tijd in De Verenigde Staten van Amerika steeds meer geteeld. Dit jaar in Minesota en Dakota alleen al vier miljoen acres. "Sunday New York Times" bijvoor beeld moeten 60 hectaren bomen geveld worden. De grote equatoriale wouden van Afrika en van het uit gestrekte stroomgebied van de Amazone lijden door houtkap al ernstige schade. Maar weinig bosge bieden ontsnappen aan deze exploi tatie. Dit gebeurt alleen als ze moei lijk bereikbaar zijn, bijvoorbeeld in berggebieden met steile hellingen. Met iets meer fantasie zou men ech ter interessante mogelijkheden kun nen bedenken. Snelgroeiende boomsoorten (popu lier, wilg, eucalyptus) bieden ook mogelijkheden, met name op grond die voor de landbouw niet veel waarde heeft. Zo kan men in Zweden - door een betere selektie van wil genvariëteiten en verbeterde kui tuurmethodes - volgens sommige experts een jaarlijkse opbrengst van 15 tot 20 ton hout per hectare ver wachten. Eén miljoen hectare moe- rasland is voor dëze wilgenproduktie beschikbaar. In Ierland denkt men aan de moge lijkheid om afgegraven veengronden met kreupelhout te beplanten. Zo zou dit land wel eens het eerste op de wereld kunnen zijn dat op grote schaal bosbouw gaat toepassen voor energielevering. In Frankrijk wordt het grootste deel van het bestaande kreupelhout niet benut. Bijgevolg zou de explotatie van het kreupelhout, dat 10% van het Franse grondgebied beslaat, een netto hoeveelheid brandstof opleve ren van ruim 30 miljoen ton o.e. Het omhakken van bossen levert een overvloed van restmateriaal dat ter plaatse achterblijft: kleine stukken hout, boomschors, stronken. De Zweedse bosbouwindustrie stelt voor dit te benutten als aanvullende grondstof voor de fabrikage van pa pier en voor bouwstenen van kunst stof, terwijl 9 miljoen kubieke meter beschikbaar zou blijven als brand stof. In Frankrijk schat het Centre Tech nique du Bois de energetische waar de van afval uit houtkap op 15 mil joen ton o.e., bij een nuttige hout- produktie van 9 miljoen ton o.e. (de ze schatting omvat niet het afval van de houtindustrie). tAi zouden echter alle bossen wor-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1979 | | pagina 10