Goede prijzen voor peen verwacht
E r zullen weinig landen zijn waar
D e grootste Westeuropese expor
teur van verse peen is Italië. In het
seizoen 1978/79 werd er ruim 85.000
ton geëxporteerd. Dat is krap een
derde van de totale produktie. Het
hele jaar door is er Italiaanse peen
beschikbaar maar in mei, juni en juli
is er wat de export betreft een dui
delijke piek waar te nemen. Prak
tisch alle Italiaanse exportpeen is
bestemd voor de verse markt.
E
D e temperatuur daalt en dat betekent dat de vraag naar typische wintergroenten, waaronder peen,
toeneemt. Van alle in ons land vers gegeten peen, en dat is zo'n 4 kg per persoon per jaar, wordt 70% in het
winterhalfjaar (oktober t/m maart) gegeten.
Ing. J.C. Boon
EEG-produktie
Areaal in Nederland
Prijzen in Nederland
Handel met en door
Nederland
N;
Italië
Landelijk overleg contractteelt conservenpeulvruchten
komt niet tot stand
Termijnmarkt aardappelen in Engeland
Aardappelareaal in Nederland uitgebreid
Na twee jaar met vrij grote oogsten en tegenvallende resultaten is er dit jaar in Nederland aanmerkelijk
minder peen uitgezaaid. Voor de meeste andere Europese producenten geldt dit ook. De prijzen zijn tot nu
toe voor de telers bevredigend geweest en dat zal wel zo blijven de rest van het seizoen.
Veel internationale handel in peen is er niet. In de EEG gaat het om een achtste van de totale produktie. Dat
betreft wel voor een groot deel handel in industrie-peen. Nederland exporteert met een derde tot soms zelfs
de helft van z'n produktie relatief gezien aanmerkelijk meer.
Naast verse peen is er ook een belangrijke markt voor het verwerkte produkt. In Nederland wordt jaarlijks zo
rond een kwart van de produktie verwerkt.
hier om de contracten die via de vei
lingen zijn afgesloten.
Dit jaar zijn de prijzen wat hoger
geweest dan in 1977 en '78. Gewas
sen peen deed in Katwijk gemiddeld
ruim 28 ct per kg tegen 19 ct t/m 10
november 1977 en '78 (t/m
10-11-1976 was het gemiddeld 45 ct).
Na het invallen van de vorst zijn de
prijzen het vorige seizoen wel aan
merkelijk gestegen (gemiddeld van
november t/m juni 44 ct.). Zo bezien
"V olgens gegevemfvan de Eurostat
wordt er jaarlijks in de EEG zo rond
de 2 min ton peen geteeld. Dit is het
totaalcijfer van alle peensoorten. Een
splitsing zoals we die in Nederland
precies weten, kan van de Gemeen
schap niet gegeven worden. Wel is
bekend dat in de meeste landen
waspeen sterk overheersend is. De
teelt van grove, winter- of breek-
peen vindt buiten Nederland ook in
West-Duitsland op grotere schaal
plaats. In Engeland wordt overwe
gend een type peen geteeld dat min
of meer tussen was- en breekpeen in
ligt. Het is een halflang type met een
erg brede kop.
Qua omvang van de teelt staat En
geland wel aan de kop in de EEG
maar in het inter-europese handels
verkeer speelt dit land nauwelijks
een rol. Alleen in de maanden mei en
juni wordt er peen geïmporteerd.
Frankrijk is de tweede producent
maar ondanks de grote produktie is
dit land wel netto importerend. Italië
volgt als .derde maar met een ex
po rthoeveelheid van 80 - 100.000 ton
per jaar is het wel de belangrijkste
exporteur. Het gros van de Italiaanse
exportpeen gaat naar Frankrijk en
West-Duitsland. In mei en juni
wordt gewoonlijk de helft van het
totaal gerealiseerd. Nederland en
West-Duitsland volgen op een ge
deelde vierde plaats. Nederland is
echter exportland bij uitstek, terwijl
West-Duitsland dè importeur van
peen is. Daarna komt België. Hier
houden import en export elkaar re
delijk in evenwicht. Er gaat veel Ne
derlandse peen naar de Belgische
industrie, terwijl er over de zuidgrens
van België veel peen verdwijnt naar
de Franse industrie (reëxport?). De
kleinere producenten,' Ierland en
Denemarken, zijn beide goed voor
een jaarproduktie van rond 50.000
ton.
zoveel cijfers verzameld worden als
in Nederland. Zo is bij ons het CBS
een instantie die ons kan vertellen
hoe groot het areaal van elke peen-
soort afzonderlijk is. Als we de gege
vens van dit jaar naast die van de
beide voorgaande leggen, dan valt
het op dat er dit jaar belangrijk min
der is uitgezaaid. Dit geldt zowel
voor waspeen: 1.277 ha tegen 1.618
ha vorig jaar en 2.101 ha in 1977 als
voor winterpeen met in dezelfde
(negatief chronologische) volgorde
1.409, 1.688 en 2.193 ha.
Van bospeen, de Benjamin onder de
peensoorten, werd dit jaar 182 ha
geteeld (vj 186, vvj 195).
Overigens zijn er bij de teelt van
waspeen opmerkelijke verschuivin
gen waar te nemen wat betreft de
verdeling per provincie. Zo wordt er
veel minder peen geteeld op de ma
rine zandgronden rond Katwijk en in
de Zijpepolder in Noord-Holland.
Tegenwoordig komt de meeste was
peen uit de IJsselmeerpolders. Naast
het achteruitlopen van de teelt in
Holland zien we ook dat er in Zuid-
Nederland (Limburg en Brabant),
steeds minder waspeen geteeld
wordt.
Bij winterpeen zijn er nauwelijks ver
schuivingen waar te nemen. Zuid-
Holland (vnl. de eilanden) blijft met
een kwart van het totaal de belang
rijkste provincie gevolgd door
Noord-Brabant en Noord-Holland
met beide 20% en Limburg met 14%.
Opmerkelijke verschuivingen zijn
wel opgetreden in de verhouding
contractareaal/"vrij" areaal van
waspeen. Dit jaar was het bijna de
helft van het totaal tegen een derde
een jaar of vijf terug. In datzelfde
halve decennium liep het aandeel
van het contractareaal bij de winter
peen terug van een kwart tot 17%.
Met name van waspeen zijn de ge
contracteerde percelen overwegend
(tweederde) gelegen in de polders.
Overigens worden er niet alleen
arealen gecontracteerd maar ook
hoeveelheden. Vorig jaar bedroeg
het aandeel van de contractteelt 30%
van de totale handelsproduktie
(waspeen 21%; winterpeen 42%).
"V ergeleken met andere landed
hebben wij in Nederland een goed
inzicht in het prijsverloop. Dit komt
omdat hier, veel meer dan anders, de
veiling de plaats is waar een groot
deel van het aanbod wordt verhan
deld. Voor peen gaat dit ook voor
een belangrijk deel op maar er gaat
ook veel van dit produkt buiten de
veiling om. Toch zal voor deze han
del de veilingprijs wel een belang
rijke richtsnoer zijn.
Zowel in 1977/78 als in 1978/79 was
het totale aanbod te groot en de prijs
dus laag. Voor waspeen was de ge
middelde veilingprijs toen resp. 25
en 38 ct/kg en voor winterpeen 16 en
27 ct/kg. Deze prijzen steken schril
af tegen die die van het seizoen
1976/77. Waspeen bracht toen ge
middeld 61 ct per kg op en winter
peen 47 ct. De prijzen voor bospeen
waren gelijkmatiger. De afgelopen
drie seizoenen resp. 100, 116 en 103
ct/bos.
In de veilingprijzen en trouwens ook
in de veilingaanvoer is een deel van
de contractteelt begrepen. Het gaat
is voor de peentelers een strenge
winter niet onwelkom. Dit geldt
trouwens voor wel meer telers van
grove wintergroenten.
De prijzen voor winterpeen op de
veiling KZIJ te Kampen zijn tot nu
toe met gemiddeld 15 ct per kg wat
tegengevallen. Het aanbod was be
langrijk kleiner dan vorig jaar maar
de prijs was niet hoger.
a Italië is Nederland de tweede
exporteur van peen in de EEG. Zoals
uit de balans blijkt, gaat het om
hoeveelheden van 50' - 60.000 ton
per seizoen. In het uitzonderlijke
seizoen 1976/77 kon niet minder dan
95.000 ton geëxporteerd worden.
Het aandeel van de waspeen in de
totale export is gemiddeld zo'n 60%
en een kleine 40% is winterpeen. De
export van bospeen heeft weinig om
't lijf; 1.000 - 1.500 ton per jaar.
Van de geëxporteerde waspeen is
gemiddeld een kleine helft bestemd
voor de buitenlandse, overwegend
Belgische, industrie. Het industrie
aandeel wisselt wel van jaar op jaar.
In 1977/78 was het 70% maar in
1976/77 slechts 37%. Vorig seizoen
was het bijna de helft. De waspeen
die bestemd is voor de verse markt
gaat het meest West-Duitsland.
Van de export van winterpeen is
80-90% bestemd voor de industrie.
De laatste jaren gaat er meer naar de
Westduitse verwerkers dan naar hun
Belgische collega's.
Import van peen in Nederland komt
niet veel voor. Vrijwel het hele
kwantum, in 1978/79 4.400 ton (vj
2.300; vvj 5.900), bestaat uit West
duitse waspeen. bestemd voor onze
industrie.
Van juli t/m oktober dit jaar is er
14.100 ton peen geëxporteerd, 9%
meer dan vorig jaar maar wel be
langrijk minder (een derde) dan twee
jaar geleden. Opvallend is dat er dit
jaar al 2.600 ton naar Frankrijk is
geëxporteerd tegen enkele honder
den tonnen in de beide voorgaande
jaren.
De eerste exportpeen van het jaar
komt van Sicilië, waar de produktie
snel is uitgebreid tot een totale jaar-
hoeveelheid van 50' - 60.000 ton nu.
Het belangrijkste teeltgebied is
Abruzzo, gelegen aan de Adriatische
Zee "tegenover"Rome. Veel geëx
porteerd vanuit dat gebied wordt er
echter niet. Wel komt er exportpeen
uit de vanouds bekende teeltgebied
rond Venetië. De produktie aldaar is
echter wel teruggelopen tot rond
35.000 ton per jaar. De export uit
Venetië e.o. vindt vnl. plaats in juni
en juli.
De Italiaanse afzet is sterk gecon
centreerd op twee landen. Frankrijk
is de belangrijkste afnemer met vorig
seizoen 40.000 ton. West-Duitsland
is de andere met in 1978/79 een im
port vanuit Italië van 30.000 ton.
en maand geleden heeft de Conservenpeulvruchtencommissie van
het Landbouwschap aan de Vereniging der Nederlandse Groenten en
Fruitverwerkende Industrie en aan de Bond van Verzendhandelaren in
Groenten en Fruit voorgesteld om te komen tot landelijk overleg over
de prijzen en voorwaarden voor de contractteelt van conservenpeul
vruchten in 1980. Aan de telers is daarbij geadviseerd om te wachten
met het afsluiten van contracten tot dit landelijk overleg gevoerd zou
zijn.
Het blijkt nu echter dat er vooral
door de Industrie geen belang ge
hecht wordt aan dit overleg. De Ver-
zendhandel heeft te kennen gegeven
wel te willen praten doch daarin
weinig heil te zien zolang de Indus
trie niet met een standpunt naar vo
ren komt.
De Conservenpeulvruchtencommis
sie heeft zich op de nu ontstane si
tuatie beraden en vindt het niet zin
vol om nog langer te wachten of het
landelijk overleg nog tot stand zou
kiinnen komen. Het tijdstip waarop
de telers moeten beslissen of ze con
servenpeulvruchten in hun bouw
plan willen opnemen is reeds geko
men.
De Conservenpeulvruchtencommis
sie is van mening dat het overleg over
prijzen en contractvoorwaarden nu
gevoerd moet worden door de regio
nale Vertrouwenscommissies. Het
binnen de noodzakelijk geachte ver
hoging van 5 tot 8%, exact moeten
liggen. De individuele telers worden
dringend geadviseerd om, alvorens
tot het sluiten van contracten over te
gaan contact op te nemen met hun
Vertrouwenscommissies. Dit om het
contracteren voordat er overeen
stemming tussen afnemers en Ver
trouwenscommissies is bereikt, te
voorkomen.
Na een periode van 1,5 jaar bespre
kingen staat het thans wel ongeveer
vast dat volgens jaar juni in London
de Britse termijnmarkt voor aardap
pelen zal geopend worden.
Uit het bedrijfsleven worden zowel
tekenen van instemming als van af
wijzing te horen.
De Britse Boerenbond- National
Farmers'Union - heeft zijn mede
werking aan het geheel niet kunnen
verlenen.
Ook in de verwerkende industrie is
men vooralsnog weinig enthousiast
over het plan.
Bij de handel is in het algemeen wat
meer belangstelling. Een aantal heeft
te kennen gegeven lid te worden wat
een bijdrage vraagt van £5000
Er zal handel mogelijk gemaakt
worden in november-februari- en
meikontrakten. vdw
standpunt inzake de noodzakelijk
geachte prijsverhoging is tot stand
gekomen via overleg van de Conser
venpeulvruchtencommissie met een
brede vertegenwoordiging van de
regionale Vertrouwenscommissies.
Er is geconcludeerd dat het noodza
kelijk is om.de contractprijzen voor
1980 te verhogen met 5 tot 8% in
vergelijking met de prijzen in 1979.
Daarbij is de noodzakelijke prijszet
ting bezien tegen de achtergrond van
het meest in aanmerking komende
alternatieve gewas in het bouwplan
namelijk tarwe. Tevens is er rekening
gehouden met de kostenontwikke
ling.
In de onderhandelingen zal aan de
hand van opbrengstverschillen per
ras en de ontwikkeling van de se
cundaire voorwaarden zoals zaai-
zaadkosten nader moeten worden
bekeken op welk niveau de prijzen,
De definitieve raming van het aard
appelareaal in Nederland geeft voor
1979 een cijfer aan van 82.500 ha,
vergeleken met 76.800 ha in 1978 en
80.800 ha in 1977. Het areaal aard
appelen op kleigrond was 97.300 ha
vergeleken met 91.100 ha in 1978 en
98.000 ha in 1977.
De uitbreiding van de oppervlakten
is vrijwel geheel toe te schrijven aan
het grotere areaal pootaardappelem
Het areaal N.A.K. goedgekeurd
pootgoed bedroeg 31.900 ha verge
leken met 30.800 ha in 1978 en
27.300 ha in 1977.
De ha-opbrengsten zijn dooreenge-
nomen wat lager uitgevallen dan vo
rig jaar.
De bruto-opbrengst van kleigrond
was in 1979 36.500 kg, vergeleken
met 37.500 kg in 1978 en 33.000 ha in
1977.
De opbrengst van de zandgrond was
34.500 ka, tegen 35.000 kg in 1978 en
33.000 kg in 1977.
Dit betreft de opbrengsten van con
sumptie- en pootaardappelen. De
gemiddelde ha-opbrengsten van van
aardappelen van de klei zijn in be
nedenwaartse richting beïnvloed
door de uitbreiding van de pootaar-
dappelteelt.
In 1970/1974 was het areaal poot
goed nog slechts 20.000 ha, maar in
1979 was dat bijna 32.000 ha, of on
geveer één dérde van het areaal klei
en zandaardappelen.
Totaalopbrengsten hoger
Vergeleken met vorig jaar zijn de to
taal-opbrengsten 4% hoger met
2996.000 ton klei- en 508.000 t zan
daardappelen, vergeleken met res
pectievelijk 2,894.000 en 503.000 ton
in 1978 en 2.663.000 en 571.000 ton
in 1977.
De definitieve oogstraming is
125.000 ton hoger voor klei- en
29.0001 hoger voor zandaardappelen
ten opzichte van de voorlopige oog
straming. De definitieve netto-oog-
straming geeft voor de kleiaardap-
pelen een cijfer aan van 2.725.000
ton(tarra 271.000 ton of 9%) en voor
zandaardappelen van 439.000
ton(tarra 69.000 ton of 13,5%). vdw
15