KNLC KOMMENTAAR
fel
gropatax
E nige weken terug hebben wij geschreven over de gevolgen
voor de bepaling van het inkomen van een schadegeval met
een auto. Het ging er daarbij om of de waarde van de
"total-loss"gereden auto ten laste van de winst kwam.
De bestuurder was geschrokken van een overstekende haas
en had de auto in de sloot doen belanden.
D e motivering van het Hof luidt aldus:
H et ging in vorenstaande geval om de vraag of het af
trekbare kosten waren welke op de inkomsten uit dienstbe
trekking kunnen worden in mindering gebracht.
Over Grond
en
Pachtzaken
N aast de "Wet Vervreemding Landbouwgronden" spe
len op dit moment nog 2 andere wetsontwerpen betreffende
de grondpolitiek een rol: de wijziging van de "Onteige
ningswet" en de "Wet voorkeursrecht gemeenten".
N .R.C.-Handelsblad schreef in commentaar,, dat de 3 wets
ontwerpen betreffende de grondpolitiek een aparte plaats in
nemen" vanwege de complete onmacht om deze materie in een
nieuw juridisch kader te vatten". Gezien het vernietigende ad
vies van de Raad van State over het ontwerp wijziging Ontei
geningswet kan helaas niet anders geconcludeerd worden.
H et advies van de Raad van State is nu dus bekend. De
bezwaren houden met name in dat:
Grondpolitiek
Onzekerheden
V orige week heeft het Europees Parlement zich danig geroerd
in het kader van de begrotingsdebatten voor 1980. Twee zaken
liepen daarbij min of meer door elkaar heen. In de eerste plaats
de strijd vanuit het Europees Parlement voor meer bevoegdhe
den. Dan met name waar het gaat over de besteding van de
geldmiddelen in Brussel. De verschuiving van gelden binnen het
landbouwbudget van de afdeling garantie naar een reserve is
daarvan een voorbeeld. Uiteraard werd hiermee ook.aangegeven
dat men meer direkte beïnvloeding op besluitvorming door de
landbouwministers rondom het markt- en prijsbeleid voor de
landbouw wil verkrijgen. Voor ons betekent de gang van zaken
niet alleen een dreigende aantasting van onze garantieprijzen via
het interventiesysteem, maar ook een toenemende onzekerheid
over wat ons in de loop van het jaar te wachten staat op het
gebied van de prijsvorming van de gegarandeerde landbouwpro-
dukten.
Onvoldoende maatregelen voor
fruitteelt
\V/7
De onverwachte maneuver kon ieder overkomen en het was
redelijk, dacht het A rnhemse Hof en ook wij dat de gevolgen
van dit redelijk handelen de aftrek als bedrijfsverlies niet in
de weg stond.
Wij gaven toen reeds weer, dat indien alcohol in het spel was
er geen sprake van zou zijn geweest van een bedrijfsverlies.
Dan zou het ongeval te wijten zijn geweest aan persoonlijke
omstandighede, waarvan de gevolgen niet als bedrijfsmatig
kunnen worden aangemerkt.
Van hetzelfde Hof is nu een uitspraak gepubliceerd,
waarbij iemand die als verkoopsleider van een bedrijf
werkzaam was en die terugkomend van een in opdracht van
zijn werkgever afgelegd bezoek zijn auto "total-loss" reed.
Daar op het moment waarop hij de auto bestuurde het
alcoholgehalte van het bloed ongeveer l%o bedroeg, kreeg
hij de schade niet vergoed door de verzekeringsmaatschap
pij; noch de schade aan eigen auto, nog de schade ad
f 7.000,— aan derden veroorzaakt. Deze kosten kwamen
voor zijn persoonlijke rekening en kwamen niet in aftrek op
zijn inkomen. Dit was evenmin het geval met de opgelegde
boete ad f 500,—
"dat tot de aftrekbare kosten op de inkomsten uit dienstbe
trekking in de zin van art. 35 van de Wet moeten worden
gerekend alle uitgaven welke een belastingplichtige binnen
de grenzen van de redelijkheid terwille van de behoorlijke
vervulling van zijn dienstbetrekking maakt;
dat tot deze uitgaven niet kunnen worden gerekend een
bedrag, dat een belastingplichtige aan een derde moet vol
doen terzake van schade, welke die belastingplichtige aan
die derde door het plegen van een onrechtmatige daad toe
brengt en die onrechtmatige daad niet geacht kan worden
binnen de grenzen der redelijkheid terwille van een behoor
lijke vervulling van de dienstbetrekking te zijn begaan;
dat zulks te meer klemt indien de belastingplichtige zich
tegen het voordoen van bedoelde schade heeft verzekerd
doch de verzekeringsmaatschappij zich aan het vergoeden
van schade kan onttrekken op grond van het feit, dat de
belastingplichtige zich door een aan eigen schuld te wijten
gedraging niet aan de in de verzekeringsovereenkomst ge
stelde voorwaarden heeft gehoudemn;
dat mitsdien de door belanghebbende aan de derde betaalde
schadevergoeding van f 7.000,— niet als aftrekbare kosten
in de zin van art. 35 van de Wet kan worden aangemerkt;
dat ook de boete van f 500,— tot welke belanghebbende
wegens het veroorzaken van het ongeval, waaruit vorenbe
doelde schade van f 7.000,— is voortgevloeid, door de po
litierechter is veroordeeld, niet tot de aftrekbare kosten kan
worden gerekend;
dat immers van een boete, welke het gevolg is van een
overtreding van de wet, van welke overtreding zonder enig
voorbehoud gesteld kan worden, dat het plegen daarvan
geacht moet worden in strijd te zijn met een behoorlijke
vervulling van de dienstbetrekking en dat zij mitsdien niet
binnen de grenzen der redelijkheid voor de uitoefening van
de dienstbetrekking kan zijn gepleegd niet gezegd kan
worden dat zij tot het verwerven van inkomsten heeft kun
nen dienen
Dat waren het niet.
Op de vraag of in een soortgelijke situatie het bedrijfsmatige
kosten zijn, is geen afwijkend antwoord mogelijk. Ook die
kosten zijn niet aftrekbaar.
De vorige maal zijn wij geëindigd met de opmerking "de
risico's zijn groot" en deze opmerking heeft niets aan in
houd ingeboet. Paauwe
Vorige week heeft de Raad van State een vernietigend
oordeel over de door het Kabinet voorgestelde wijziging
van dé Onteigeningswet uitgebracht. Het ontwerp ligt
thans weer bij het Kabinet op tafel: men denkt overigens
het gewijzigde ontwerp over 3 k 4 maanden naar de 2e
Kamer te kunnen zenden.
De Raad van State heeft ook een advies uitgebracht over
het ontwerp "Wet vervreemding Landbouwgronden"; dit
advies is milder, doch verdeeld.
Wat is het geval. Bij onteigening; van grond t.b.v. b.v. woning
bouw ontvangt de eigenaar een bedrag aan verkoopwaarde, dat
hoger ligt dan de agrarische waarde (zgn. ruwe bouwgrond
verkeerswaarde). Uitgangspunt is nu, dat de boer volgens de
plannenmakers in Den Haag niet mag profiteren van deze ge
wijzigde bestemming. Over het algemeen betreft het betrekke
lijk geringe bedragen - grond langs wegen uitgezonderd.
De oplossing die destijds door het Kabinet Den Uyl werd aan
gedragen, hield in, dat de boer alleen de gebruikswaarde zou
krijgen met opwaartse correcties. Het Kabinet Den Uyl viel over
de grondpolitiek.
Het kabinet Van Agt verzon een andere constructie; de ver
keerswaarde (hogere waarde) met een zekere aftrek, ook weer
omdat men niet hoeft te profiteren van de gewijzigde bestem
ming (verkeerswaarde minus).
1. bij een verandering van de bestemming wel de voordelen
worden afgeroomd, maar er geen regeling is getroffen voor
de nadelen, die ook denkbaar zijn;
2. de wijze, waarop moet worden geschat, is erg omslachtig en
doet de ene fictie op de andere stapelen;
3. de vrijheid van handelen van de rechter wordt aanzienlijk
ingeperkt.
De wijziging van de Onteigeningswet moet er blijkbaar komen;
je vraagt je langzamerhand wel af, of men niets beters te doen
heeft.
Overigens zou men zich ook wel eens mogen realisereri, dat, als
men voordelen wil afromen, men aan de andere kant nadelen
tengevolge van b.v. de bepalingen van een bestemmingsplan zal
moeten vergoeden. Gezien de werking^van artikel 49 W.R.O.
(planschade) heeft men deze consequentie nog steeds niet ge
trokken.
Tot slot nog het volgende. Het advies van de Raad van State over
de "Wet Voorkeursrecht Gemeenten" is nog niet bekend. Doel
van de regeling is met name projectontwikkelaars van de markt te
weren. Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen, dat de
invloed van projectontwikkelaars zeer gering is.
Arme boer die - ais alles doorgaat - aan een collega wil verkopen.
Hij zal veel geduld moeten hebben!
Mr. H. van Es.
In de tweede plaats was het de druk van een dreigend
tekort in de loop van 1980-81 op de Europese begroting. Dit
vooral, doordat de inkomsten grotendeels zijn geplafonneerd op
1% BTW afdracht, door de lidstaten, terwijl wel allerlei nieuwe
taken worden aangegaan en ook het landbouwbeleid meer geld
vraagt. Teleurstellend is te moeten constateren dat hier het Eu
ropees Parlement zich niet veel duidelijker heeft uitgesproken
over de absolute noodzaak om het 1%-pIafond te doorbreken.
Overheveling van meer nationale gelden naar de EG-pot is im
mers zonder meer noodzakelijk, wil de Gemeenschap zich kun
nen blijven ontwikkelen. Nu werd, uitgaande van het gegeven dat
de inkomsten beperkt zijn, vooral gepraat over mogelijkheden om
op het landbouwbudget te bezuinigen en dan met name in de
zuivelsector. Als het aan het Europees Parlement ligt, zal de
zuivel volgend jaar zo'n 750 miljoen heffing moeten opbrengen,
vooral te betalen door de middelgrote- en grote bedrijven. Dat
zou gemiddeld zo'n 2%-heffing kunnen inhouden. Uiterst on
rechtvaardig komt het in mijn ogen over dat daarbij herhaaldelijk
over straffen en strafheffing wordt gepraat. Alsof het de efficiënt
producerende melkveehouder is die voor de budgettaire proble
men in Brussel verantwoordelijk is en nie( de Commissie, de
Ministerraad en de nationale regeringen, die gedurende 20 jaar
toch enkel een beleid hebben gevoerd gericht op produktiever-
groting door de boeren. Ik wil dan ook nog eens herhalen wat ik
al in het bestuur van het Landbouwschap heb gezegd, nl. dat onze
bereidheid om mee te werken aan een beperkte melkheffing sa
menhangt met het feit of men de aldus verkregen gelden ook
concreet besteedt om de zuivelmarkt meer in evenwicht te bren
gen.
Waardoor op termijn de boeren ook uit de markt een hogere
prijs kunnen verwachten en dat wij volstrekt niet kunnen mee
werken aan een heffing die alleen maar dient om de Brusselse kas
te spekken. Al met al lijkt er tot de volgende besluitvorming in de
Raad van Landbouwministers komend voorjaar, een tijd van
grote onzekerheid voor de melkveehouders aangebroken. Met
diezelfde onzekerheid wordt ook de suikerbietenteler gecon
fronteerd. Voor het eind van dit jaar dient er een nieuwe EG-
suikerregeling te zijn. Van groot belang is daarbij vooral de A- en
B-quota die per land zullen worden toegewezen. Het lijkt er nu op
dat de Europese Commissie met een voorstel komt om die quota
zo'n kleine 10% te verlagen. Dat zal in mijn ogen onverteerbaar
zijn. Zeker als we zien dat in de wereld op dit moment de con
sumptie de produktie overtreft en dat de EG-suikervoorraden
vooral door importverplichtingen, die de EG met ontwikkelings
landen is aangegaan, worden veroorzaakt. We zullen over de
suiker dan ook nog indringend met de minister moeten spreken.
Duidelijk is in elk geval dat de bietenteler nog enig geduld zal
moeten hebben om te weten waar hij aan toe is volgend jaar.
LUTEIJN.
Op 2 november jl. vond een vergadering plaats van de KNLC-
commissie fruitteelt, waarbij o.a. het punt verbetering van de
concurrentiepositie fruitteelt aan de orde kwam.
Verbetering concurrentiepositie fruitteelt
Onlangs zijn van de kant van de minister van Landbouw toe
zeggingen gedaan aan de fruitteelt in antwoord op het beleids
programma van de fruitteeltsector.
In het algemeen toonde de vergadering zich weinig enthousiast
over hetgeen door de minister .werd aangeboden. Vooral als in
ogenschouw wordt genomen de bijzonder moeilijke financiële
situatie waarin vele fruittelers momenteel verkeren.
Indien daarbij tevens de hulp wordt bezien die in één van de
andere EEG-landen wordt verkregen in de vorm van subsidies
op herinplant van fruitbomen dan zal het duidelijk zijn dat de
door de minister aangekondigde maatregelen voor onze fruit
teelt als beslist onvoldoende worden gezien. Wat houden deze
maatregelen dan wel in?
Rentesubsidie voor herinplant van fruitbomen
Het bestuur van het ontwikkelings- en saneringsfonds heeft
besloten om de herinplant van fruitbomen in te passen in de
rentesubsidieregeling. Dit besluit komt op het volgende neer.
- voor de herinplant van fruit zal over een investeringsbedrag
van maximaal 75.000,— een subsidie van 5% worden ge
geven en over een investeringsbedrag tussen 75.000,— en
180.000,— een subsidie van 2%.
- het betreft alleen herinplant van appelen, peren en perziken.
- de periode waarover rentesubsidie voor herinplant wordt
verleend, kan 10 jaar bedragen.
- het ontwikkelingsplan moet in 6 jaar zijn voltooid.
- investeringen die betrekking hebben op uitbreiding van het
areaal komen niet in aanmerking voor subsidie.
- tot het ontwikkelingsplan kunnen behoren het rooien van
oude boomgaarden, grondverbetering, stichtingskosten,
aanleg nieuwe boomgaard, windsingels, beregening, per
ceelsverbetering, gebouwen en machines.
Aanvragen voor herinplantsubsidie kunnen nu reeds worden
ingediend. Dit betekent dat ingediende aanvragen niet zullen
worden afgewezen, omdat reeds met de werkzaamheden is be
gonnen. Zodoende behoeft het reeds aangebroken rooiseizoen
niet geheel verloren te gaan.
Bezwaren tegen voorgestelde maatregelen.
Ons voornaamste bezwaar richt zich tegen het maximale inves
teringsbedrag van 75.000,— waarover 5% rentesubsidie zal
kunnen worden gegeven. Met de huidige dichte beplanting kan
voor een bedrag van 75.000,— hooguit 2 ha in aanmerking
komen voor herinplant. De totale rentesubsidie per ha bedraagt
over de gehele looptijd 8.000,—
Met dit alles is naar ons gevoel de subsidiebijdrage niet afges
temd op het specifieke karakter van het fruitteeltbedrijf.
Het maximum investeringsbedrag waarover 5% rentesubsidie
wordt gegeven dient veel hoger te liggen dan 75.000,- Een
verdubbeling lijkt op z'n minst noodzakelijk met een bedrag van
150.000,— aan investering zouden 4 ha bij herinplant in aan
merking komen voor 5% rentesubsidie.
Daarnaast -kan sterk worden betwijfeld of een bedrag van
8.000,— per ha wel een voldoende stimulans betekent om tot
herinplant over te gaan.
Tenslotte nog dit, de herinplant geldt voor appelen, peren en
perziken. Aan een herinplantregeling voor perziken zal in Ne
derland waarschijnlijk slechts zeer weinig behoefte bestaan.
Wellicht had men beter aan pruimen kunnen denken.
Van'der Toom.
3