Fruitteler moet blijven hopen op betere tijden Wat gaat er gebeuren met de fruitteelt H 4% btw - op aardgas alleen op eigen verklaring Groeiende witlofexport INGEZONDEN: Dansen om het Gouden Kalf? Op Zuid-Beveland is de fruitoogst achter de rug. Er is nu even een periode van ontspanning. Het werk gaat echter door. Er wordt gerooid, zelfs vrij veel. De kettingzagen hebben het drukker dan andere jaren. Gezien de berichten uit andere delen van het land zal het fruitteeltareaal weer wel met een paar duizend ha inkrimpen. Of dat voldoende zal zijn voor een zo danige produktievermindering dat we weer op betere tijden mogen rekenen is echter zeer de vraag. Want het is niet zozeer dat de eigen produktie te hoog is, maar meer dat de Nederlandse konsument steeds meer Granny Smith en Franse Golden Deli cious gaat eten. We hebben kunnen lezen dat de import van Golden uit Frankrijk de laatste tijd weer veel hoger was dan vorig jaar. En dat is pijnlijk. Hoe moetje daar nu tegen opbok sen? Na mooi, zacht en droog weer in september en een groot deel van oktober zitten we nu in de kou en nattigheid. Met zulk weer dringt het weer eens tot je door dat het Nederlandse klimaat vaak allerminst ideaal is. Maar laten we maar naar de Eskimo's kijken, dan hebben we nog niet te mopperen. Niettemin is het toch weer wennen aan het vooruitzicht van een maandenlange periode met veelal onaantrekkelijk weer. De winter kan lang duren, denk maar aan vorig jaar. Het sombere weer vertoont veel overeenkomst met de stemming van menige fruitteler, die een aanzienlijk deel van zijn oogst aan de koeien moest leveren. Als je dan leest over.een dreun bij de sociale Voorzieningen omdat sommigen een paar gulden "min der meer" per maand zullen krijgen, vraag je je af welke be woordingen gebruikt moeten worden voor de korting op het fruittelersinkomen. De dreun van de heer Bode is een liefko zende streling vergeleken met de optater die de fruittelers moe ten verwerken. Een buitenstaander zal opmerken dat een fruit teler vrij is om iets anders te gaan doen of ook van de bijstand te gaan leven. Dat klopt maar als een fruitteler stopt is de dure opstand waardeloos en verliezen de inventaris en bedrijfsge- De oogstwerkzaamheden zijn op Schouwen-Duiveland bij mooi en rustig herfstweer verlopen. De eerste weken van november zijn daarentegen bijzonder nat en guur geweest. De werkzaam heden op het land stagneerden en dit najaar laat weer duidelijk zien dat het rooien van gladiolen, witlof en winterpeen in de maand november veel risiko's met zich mee brengt! Van de bovengenoemde gewassen zit de helft nog ongeveer in de grond en een droge periode zonder nachtvorst staat bij veel telers bovenaan de verlanglijst. De late koele zomer is er bij de gladiolen mede oorzaak van dat er op 1 november nog veel gerooid moest worden. Bij de fruittelers is de pluk nog tijdig klaar gekomen dankzij het mooie oktober weer. In korte tijd is er, vanwege de late start, een flinke oogst geplukt. In het begin viel de maat en daardoor de kg bij de Cox wat tegen, bij de overige appels en peren werd qua kilo's ruimschoots aan de verwachtingen voldaan. Goed weer en een goede oogst zouden samen reden genoeg moeten zijn om tevreden fruittelers aan te treffen... De grote schaduw is echter dat de prijsvorming van het fruit tot een dieptepunt is gezakt wat zelfs de somberste appel- en pere teler niet had voorzien. Grote aanvoer op de veiling met gemiddeld een lage besom ming. Enkele weken geleden zijn op één dag 20.000 kisten groente- en fruit doorgedraaid op veiling ZHZ. Zowel voor de groente- als de fruitteler een somber beeld terwijl in Zuid-Oost Azië de mensen dagelijks van honger omkomen. We kunnen, gezien de afzetsituatie van zowel de appels als de peren, het woord fruitkrisis weer uit de kast halen. Naast de financiële tegenvallers van de laatste twee seizoenen zijn ook de sociale druk en fysieke spanning voor tal van telers groot. Fruittelen is ook plannen maken over meerdere jaren en juist nu is het extra moeilijk om aan vernieuwing en hernieuwde inves tering te denken, als de afzet van het geteelde produkt zo moei lijk verloopt. Toch zullen we als teler scherp moeten letten op de gemiddelde leeftijd van de plantopstand. In de jaren tussen 1960 en 1968 zijn er heel wat nieuwe fruitteeltbedrijven gesticht. Tijdens de krisis van begin de 70er jaren waren deze bedrijven kwalitatief op het topje van hun produktie. We zijn nu inmid dels bijna aan de 80er jaren toe en de percelen die toen de beste kwaliteit gaven moeten dit nu aan jongere overlaten. Als teler is het soms moeilijk toe te geven dat een gedeelte van je boom gaard verouderd is. Toch zullen we ons af moeten vragen of het in een situatie van overproduktie zin heeft een perceel waarvan de produktiewaarde daalt, te handhaven. Zelfs bij een verbete ring van de afzetsituatie zal dit ouderwordende perceel onvol doende kwaliteit en kilo's leveren om met jongere percelen te kunnen wedijveren. De inkrimping van het areaal fruit zet zich in onze regio verder door. yoor de overblijvende telers betekent het een verzwakking om dat we als groep telers ekonomisch minder aantrekkelijk zijn voor diverse bedrijven en werkzaam heden. Toch is het nodig dat landelijk het areaal inkrimpt zodat produktie en vraag dichter bij elkaar komen. Een positief punt bij de afzet is dat er flinke hoeveelheden in de pré-interventie zijn geleverd wat voor het bewaarfruit iets meer moed geeft. bouwen (waaronder koelhuizen) grotendeels hun waarde. De opbrengst zal veelal onvoldoende zijn om de bankschulden af te lossen en dat betekent faillissement. Dus wat moet je doen? Juist, doorgaan zolang het kan en eventueel nog meer uren werken en nog zuiniger leven. We hebben gelezen dat er een studiedag "verbetering konkur- rentiepositie" georganiseerd zal worden op 14 december a.s. Een prima idee. Maar als we goed begrijpen wordt het een benadrukken van overbekende standpunten. De konklusies lij ken al bij voorbaat getrokken te zijn. We moeten dus de kwali teit verbeteren, sneller de opstanden vernieuwen, minder Gol den Delicious telen, bij nieuwe aanplant speciaal rassen planten die geëigend zijn aan een klimaat, de presentatie van het fruil verbeteren door gebruikmaking van éénmalig fust, doeltreffen de reklame maken voor het vaderlandse produkt, de bewaring verbeteren en de kostprijs drukken door zo ekonomisch moge lijk te werken en moderne plantsystemen te bezigen. Een nieuw punt zal waarschijnlijk zijn dat de Goudreinette niet meer zo sterk zal worden aanbevolen als appel die geplant moet worden omdat hij zo'in ons klimaat thuis hoort. Ook de Winston, Benoni en James Grieve zullen met meer voorbehoud worden ge noemd. Dus blijft de Cox's over als redder, die alle aandacht zal opeisen. Het voorgaande is nogal zuur. Te zuur. We beseffen dat we niet bij de pakken mogen neerzitten en alles moeten doen om de gunst van de Nederlandse konsument te herwinnen. Maar er zijn al veel dokters bij het ziekbed van de patiënt geweest, ze kwamen met een vrijwel gelijkluidende diagnose, maar de voorgeschreven geneesmiddelen hadden weinig effekt. Zelfs kan gesteld worden dat de toestand de laatste twee jaar aan zienlijk is verergd. We willen niet aan de deskundigheid van die dokters tornen. Integendeel, we nemen graag aan dat ze zeer bekwaam zijn, maar er zijn ziekten waar zelfs de beste dokters geen remedie tegen kennen. Soms ga je denken dat onze fruit teelt ook zo ziek is dat geen kruid tegen gewassen is. Niemand durft echter de toekomst van onze fruitteelt diskutabel te stellen en dat durven we zelf ook niet. We mogen niet twijfelen, maar moeten blijven hopen op herstel. En daarom willen we uit eindelijk ook positief staan tegenover de eerder genoemde stu diedag, al zal die geen kant-en-klare oplossing voor de fruit teeltproblemen opleveren. p veel plaatsen wordt driftig gerooid.) aaroni wil men onze appel niet? De btw op het aardgas voor de tuinbouw is volgens een besluit van 1977 op 4% en niet op 18% vastgesteld. De gasbedrijven mogen dit btw-tarief van 4% alleen in rekening brengen na ontvangst van een verklaring waarin de afnemende tuinder toezegt het aardgas aan te wenden voor verwarmingsdoeleinden in de tuinbouw. Volgens het ministerie van Financiën dienen de bedoelde ver klaringen elk jaar opnieuw vóór de aanvang van het kalender jaar te worden ingeleverd. De tijd dringt: om voor 1980 aan spraak te maken op het 4% btw-tarief voor aardgas zal zo spoe dig mogelijk een verklaring aan het betrokken gasbedrijf afge geven moeten worden. Als de tuinder in gebreke blijft krijgt hij een gasrekening met 18% btw gepresenteerd. De blanko-formulieren voor deze eigen-verklaringen zijn ver krijgbaar bij de distriktsbureauhouders (dbh's). Met het beëindigen van het rooiseizoen wordt het in de volle- grondstuinbouwsektor weer wat rustiger in ons Thoolse gebied voor de betreffende ondernemer. Niet dat nu de telers kunnen denken over een wintersportvakantie in Oostenrijk, want daar voor blijft hij teveel gebonden aan het ook in de winter heer sende werkpatroon. Tot half november echter is het meestal een jachten om de diverse teelten zo veel als kan, onder gunstige weersomstandigheden geborgen te krijgen. Uit ervaring weet men, hoeveel méér moeite het kost, om de laatste gladiolen en witlof uit de grond te krijgen tijdens een natte periode. Wanneer het rond half november begint te worden, dreigt ook het gevaar van nachtvorst, wat in sommige jaren veel schade kan veroor zaken. In oktober echter is, dankzij het toen zéér gunstige weer, het werk goed opgeschoten, zodat reeds vorige week niet veel meer te rooien was. De witloftrekkers zitten dan nu weer in het geregelde schema van iedere week zo veel meter opzetten, en veilingklaar maken. Wanneer deze werkzaamheden verdeeld worden over vier vijf maanden, voorkomt dit ook grote schommelingen in de veilingaanvoeren, want het produkt is toch niet eerder oogstbaar dan wanneer het volgroeid is. Deze teelt blijft tot op heden, een nog steeds veel handenarbeidvra- gend gewas, wat wel gelukkig is voor de kleine ondernemer. Zodra een teelt volledig gemechaniseerd uitgevoerd kan wor den, verliest hij zijn waarde voor de ondernemer, die in ieder geval zijn eigen arbeidsuren, moet kunnen besteden in eigen bedrijf. Wanneer dit niet meer kan, ligt het eigen bedrijf zéér spoedig op de helling, om afgevoerd te worden als steeds minder opbrengstgevende bron van inkomen. In de zeventigerjaren is echter de witloftrekkerij aardig goed van de grond gekomen, zodat juist de winteruren rendabel besteed kunnen worden. Bij sommigen komt de gedachte wel eens naar boven, wanneer is nu het plafond bereikt van de uitbreiding? Gelukkig ziet men dat in vijf jaar tijds, de witlofexport nog steeds groeit. In 1975 was er maar een export van slechts 100 ton, en in 1978 was dit al een kleine 3000 ton. Er zit dus wel perspektief in, om met een goed verzorgd produkt het buitenland hier van te voorzien. Ook het binnenland konsumeert in groeiende mate dit produkt, zodat soms nog uit België ingevoerd moet worden, om aan de vraag te kunnen voldoen. In de teelt van witlofwortelen en in de trekke- rij, heeft zich de laatste jaren ook een gezonde ontwikkeling voorgedaan. Via ruggenteelt, onkruidbestrijding, en gemecha niseerd rooien, kwam men in een aanvaardbare voorteelt. De verwarmde trek, mét of zónder dekgrond, schijnt nu weer ter rein te verliezen aan de watercultures. In al deze methoden zitten echter nog wel vóór- en nadelen, maar de ondernemer zélf stuurt op den duur wel aan, op de voor hem het best passende teeltwijze. De telers van zaaiuien, herfstbloemkool en spruiten komen deze herfst ook beter met de prijzen uit de bus, zodat dit ook weer wat perspektief geeft in hun toekomstverwachtingen. Onze ZLM-voorzitter Doeleman kon vorige week ook een weer wat optimistisch geluid laten horen, ondanks het kermen van hetgeen sommige praktijkschrijvers in diezelfde week lieten horen. Ondanks alles laat toch iedere boer en tuinder, zijn grond wéér ploegen of spitten, in de verwachting van een volgend teeltjaar. Naar aanleiding van het verslag van de studiereis van de Wal- cherse boerinnen naar Oost-Brabant van mevr. E.F. de Visser- de Visser waarin de vraag gesteld werd of men straksin Brabant zou gaan dansen om het gouden kalf of de gouden kip het volgende van de heer H.J. Juin, sekretaris van de kring Oost- en Midden Brabant. Op verzoek van enkele leden van de kring Oost en Midden Brabant een reaktie op het verslag van de studiereis van de Walcherse boerinnen naar Oost-Brabant. Ik voel mij als sekre taris van deze kring verplicht de vragen die genoemd zijn in bovengenoemd verslag enigszins op te helderen. Welnu, het is alom bekend dat de veredeling in Brabant een enorme ontwikkeling heeft doorgemaakt. Over het algemeen genomen had men hier, naar oppervlakte gerekend, kleine be drijven. Mede door de hoge grondprijzen is het mogelijk ge weest zeer hoge investeringen te doen, o.a. door verkoop van grond en een hoge kredietwaardigheid. Zo is men tot goed ingerichte bedrijven gekomen waarop het mogelijk is een dermate grote omzet te halen dat er-een be hoorlijk inkomen te bereiken is bij aanvaardbare werktijden. Als opa soms zijn hulp aanbiedt dan is dit alleen maar plezierig voor hem en wordt dit door hem op prijs gesteld. Dit is echter beslist geen noodzaak voor het staande houden van het bedrijf. Of de Walcherse boerinnen hun mannen en/of zonen ook deze richting in moeten sturen? Dit zal ieder voor zich moeten bekij ken. Het onzekere i.v.m. de overschotten geldt voor iedereen, ook voor de Brabanders. Maar is deze onzekerheid niet iets waar alle ondernemers mee te maken hebben? Volgens, ons bestaat een ondernemer zonder risiko niet. Zou dit wel het geval zijn dan waren deze overschotten waarschijnlijk nog groter. Dan het standbeeld voor het varken. Men kan zich afvragen waarom? Maar waarom staat er in Leeuwarden een standbeeld voor de koe? Het antwoord zal waarschijnlijk voor allebei het zelfde zijn. De vraag of men ook nog eens om het gouden kalf of de gouden kip zal gaan dansen kwam niet zo plezierig over. Deze onder nemers gaat het niet uitsluitend over. geld en goed. Men streeft naar een behoorlijk inkomen voor zijn gezin. Dat daarvoor vaak afstand van grond en bezit wordt gedaan wat generatie's lang in dezelfde familie is geweest spreekt voor zichzelf. De vraag of de Brabanders graag belasting betalen kan Vrij kort worden beantwoord met neen. Men behoort in Brabant echter wel liever bij de groep die veel moet betalen dan bij hen die niets of erg weinig moeten betalen. En of men niet beter een knecht kan betalen dan belasting? Voor zover mij bekend betaald men belasting als de onderneming winst oplevert en als ik mij niet vergis heeft een knecht ook in een minder gunstig jaar recht op salaris. Daarbij komt dat op een goed ingericht bedrijf, met een ondernemer die ook nog over organisatietalent beschikt de extra arbeidsbehoefte uiterst gering is. Op de bedrijven die men bezocht, en deze behoren tot de ge middelde bedrijven, is men beslist geen slaaf van zijn bedrijf. Ik ben me bewust dat alle onduidelijkheid niet is opgelost. Dat kan ook niet. Een ding is echter wel duidelijk; goed opgezette bedrijven met een gezonde financiering hebben goede kansen terwijl bedrijven beneden de maat die niet goed ingericht zijn of kunnen worden zeker beduidend minder of geen kansen heb ben. Namens de kring Oost- en Midden Brabant, H. Juijn. 19

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1979 | | pagina 19