ÏS'
M,
W anneer ik nu na vijf jaar alles
overzie, ben ik wel heel erg tevreden
over de gang van zaken hier. Zoals
gezegd, de grondprijsstijging heeft
me ook in de kaart gespeeld. Ik heb
destijds een goed besluit genomen
om "de Rolaf' te kopen, maar dat is
makkelijk gezegd nu, zegt hij la
chend. Wanneer ze mij niet ver
plichten om mijn Zeeuwse verleden
al te veel te verloochenen, dan zal ik
hier best heel gelukkige jaren voor de
boeg hebben. Ik heb nu ook de Bra
banders beter leren kennen. Zo op
het oog lijkt het allemaal alleen maar
jovialiteit en Brabantse losheid.
Wanneer je hier wat langer bent dan
blijkt achter die facade toch ook een
heel eigen ernstig wereldje te be
staan, voorzien van ook een echte
strak gedragspatroon. Zoiets had ik
als "buitenlander" nooit vermoedt.
De Brabander is ook groepsgerichter
dan ik eerst had gedacht, meent
Jaap.
I k heb een zuiver akkerbouwbedrijf
en ik doe het werk alleen. Ik probeer
het op dezelfde manier te doen als
destijds in Nieuwdorp. Geen vaste
krachten maar een losse vorm van
samenwerking en burenhulp en zo
nu en dan iemand om de echte pie
ken mee te helpen opvangen. Alles
gebaseerd op de menselijke relaties.
Ik kan met mijn machines anderen
van dienst zijn, maar die op hun
beurt kunnen mij weer helpen. Toch
leek het mij dat ik in Nieuwdorp met
70 hektare gemakkelijker het werk
rond kon krijgen dan nu met "maar"
48 hektare. Ik kon het me daar ook
veroorloven een eenvoudiger bouw
plan te voeren. Bovendien had ik
toen alleen te maken met de pacht-
kosten. Nu heb ik af te rekenen met
rente, grondlasten en bovendien is
het net van relaties nog niet zo goed
ontwikkeld. Toch is het simpele feit
van minder bunders de hoofdoor
zaak, dat het werk hier minder vlot
gaat. Ik kan nu niet met een lap tar
we volstaan. Met een groter bedrijf
werk je ook efficiënter, zegt Jaap.
Wanneer ik in Nieuwdorp een ma
chine aanpikte, dan kon ik met dat
zelfde werk één dag vol maken. Hier
is dat zeker niet het geval, 't Wordt
nu wel wat kleinschaliger. Zodoende
kon ik destijds ook kalmer het werk
doen, nu is het allemaal wat onrusti
ger geworden. Met een grote lap
grond kon je er lekker tegen aan, nu
met een kleiner bedrijf ben je verp
licht naar meer mogelijkheden tot
inkomensverbetering te zoeken. In
dat kader ben ik begonnen aan vol-
legrondstuinbouw te proeven. Uiter
aard gaat dat geleidelijk, en is het
ook een weg van al doende leert men.
Machines
meegenomen
Met minder bunders
moeilijker werken
Bouwplan met
experimenten
Geen graanboer
I
Boer zijn.,
blijven
Na
en
Grondprijs speelde
in de kaart
Pachtprijsverhoging
grootste misser van
de laatste 15 jaar!
Zeeland binnen
kiikbereik
was een perceel dat wat ver van het
bedrijf aflag en ik kreeg de kans om
tegen mijn eigen grond hier bij 't be
drijf terug zes hektare te kopen.
Daardoor werd mijn bedrijf dus twee
hektare groter. Een dergelijke tran-
saktie doorkruist wel weer een beetje
mijn moderniseringsschema, want
intussen is de grondprijs danig ge
stegen. Daarnaast hebben ook de af
gelopen twee slechte akkerbouwja
ren mijn vernieuwingsplannen lelijk
vertraagd. Noodgedwongen schuift
dan het investeringsprogramma op.
"V an de "Maria Hof' heb ik alle
machines* mee naar hier genomen.
Op de keeper beschouwd eigenlijk
veel te veel. Ik heb een "slechte" ei
genschap, zegt Jaap wat spottend, ik
kan namelijk niks weggooien of
wegdoen. Daardoor stond ik als het
ware voor een dubbele verhuizing. Je
zou kunnen zeggen, dat ik materiaal
van vier generaties mee naar Brabant
heb genomen. Er stond zelfs nog
landbouwtuig van de familie Ge-
schiere die drie generaties voor mij
op het bedrijf boerden. Daar ga je
dan met je spullen en kom je in een
streek waar je denkt niemand te
kennen. Later bleken er toch wel be
kenden te wonen. Maar de nieuws
gierigheid van de buurtbewoners,
ook van kollega's is dan voor een
nieuwkomer eigenlijk de eerste stro
halm waaraan hij zich kan vast
klampen. De eerste kontakten wer
den daardoor al vrij vlot gelegd.
Dat zorgvuldig verzorgen van de
machines heeft wel tot gevolg dat je
daardoor met oude machines blijft
zitten. Langzaamaan begin ik de ef-
fekten van die oude machines in
mijn bedrijfsvoering te voelen, zegl
Jaap. Je krijgt steeds meer onder
houd en ook de kapaciteit van het
werk daalt. Maar ja, 't is altijd het
een of het ander. De grond heeft bij
de investeringen, voorrang verkre
gen. Gelukkig ben ik technisch nogal
handig. Ik repareer het meeste zelf,
en dat is dan weer de reden datje met
oude machines zit. 't Kost me dus wel
tijd, maar ik kan de zaak nog aardig
aan het draaien houden.
Voor het derde jaar ben ik met
selderij bezig, 't Gaat op kontrakt-
basis. Daarbij is het planten de bott
leneck. Dan heb je zo'n man of tien
nodig, 't Is nog steeds gelukt, met een
plantmachine en een loonwerker.
Wanneer zou blijken dat die selderij
werkelijk een betrouwbare basis
vormt dan zal ik zeker zelf overgaan
tot de aankoop van een plantmachi
ne. Ik ben met 2Vi ha begonnen en dit
jaar is het al 4 ha geworden. Je moet
er ook mee leren werken. Het eerste
jaar had ik verkeerde planten ge
kocht, met als gevolg een lage op
brengst, maar desalniettemin vond ik
zelf dat ik toch nog een goed saldo
had. Het rooien wordt eveneens door
de loonwerker uitgevoerd. Op het erf
wordt het produkt dan schoonge
maakt, via bemiddeling van de kon-
trakteur. Ik heb wel de mogelijkheid
om over zoet water te beschikken en
kan indien nodig beregenen, wat
vooral na het planten van die selderij
soms nodig kan zijn. Zelf heb ik de
beregeningsapparatuur niet, maar
mocht die teelt zich uitbreiden, dan
zal zo'n investering wellicht verant
woord zijn.
zijnde fabriek gaat en dat is Steen
bergen.
Mijn bieten geven dit jaar een goede
opbrengst, naar schatting rond de 50
ton per ha. 't Suikergehalte ligt op
16,79%. 't Valt me erg mee, want het
beeld dat de bieten in augustus bo
den was niet zo best.
.ijn bouwplan bestaat uit een
kwart konsumptieaardappelen, een
kwart graan en een kwart suikerbie
ten, de rest wordt dan opgevuld door
uien, knolselderij, graszaad en win
terwortelen. Ik ben duidelijk aan het
experimenteren. In dat kader passen
ook de winterwortelen. Ik heb dit
jaar een klein lapje snijbonen gepro
beerd. Dat is mislukt, maar ik heb er
wel van geleerd. Graszaad heb ik in
k voel mezelf beslist geen echte
graanboer. Toch heb ik een kwart,
dus 12 ha wintertarwe. Ik was over
het beschot in '78, dat jaar met die
sprookjesachtige opbrengsten hier
en daar, zelf best tevreden, want met
7800 kg per ha haalde ik een per
soonlijk rekord. Dit jaar moet ik het
met wat minder doen en kom ik ge
middeld aan de 6000 kg/ha. Ik be
schik over een maaidorser, ook al
meegekomen uit Nieuwdorp. Bij een
kollega draai ik er de graanoogst af,
en tevens nog 15 ha graszaad. Mijn
tarwe verkoop ik aan de meest bie
dende. Maar in mijn overweging
speelt b.v. ook een rol, hoe lang ik bij
een bepaald bedrijf moet wachten, of
hoe de algemene dienstverlening
daar is. 't Komt er meestal wel op
neer dat het CHV of CEBECO
wordt. De tarwe verkoop ik onmid
dellijk achter de combine, persoon
lijk lijkt mij dat de beste verkooppo-
litiek voor graan. De uienafzet gaat
ook via de CEBECO pool. Ik kon er
geen andere afnemer voor vinden,
maar ïk vind dat poolsysteem ook
een redelijk goede manier van afzet.
het bouwplan opgenomen, vanwege
de goede stoppel die er achterblijft.
Trouwens ook de voorvrucht knol
selderij doet het goed, vooral als er
daarna aardappelen komen, zegt
Jaap.
De aardappeloogst kan ik machinaal
helemaal alleen klaren. De aardap
pels worden binnengehaald met be
hulp van de relaties en dan worden
ze vorstvrij opgeslagen in de schuur.
Allemaal nog provisorisch, want het
eigenlijke vorstvrij maken moet nog
gebeuren, zoals ik al zei. Het produkt
wordt afgezet voor het grootste deel
via de aardappelpool van CEBECO
en een gedeelte verkoop ik via de
vrije handel. Ik ben met die pool be
gonnen, omdat ik in het begin hier
geen afnemers kende. Ik ben over die
resultaten van de pool wel tevreden,
maar ik vind dat ik het met het ge
deelte dat ik zelf in handel heb, fi
nancieel net zo goed doe als de pool.
Het beste systeem mag het van mij
winnen, zegt Jaap fijntjes. Ik heb
goede aardappelen gerooid, ik schat
dat ik aan de 45 tot 48 ton per ha kom
met een prachtige sortering, 't Is lek
kere aardappelgrond hier. In de teelt
van groenbemesters ben ik nog geen
ster, maar ik verwaarloos het niet. Ik
heb nu dit jaar ook wikken staan. In
Nieuwdorp heb ik er ook niet veel
meer aangedaan*, want 't was daar
toch een aflopende zaak. Drijfmest
vind ik een wat riskante zaak, als je
zelf niet over de mogelijkheid van
tussenopslag beschikt. Komen ze
dan met dat spul en is het toevallig
net vreselijk nat dan wordt je land
verrot gereden.
Het rooien van suikerbieten wordt
door de loonwerker gedaan. We
hebben een kontrakt met die man.
De bieten gaan direkt naar de CSM
fabriek van Steenbergen. Toch ben
ik een Suiker Unie man, alleen van
wege het z.g. uitruilsysteem tussen
die twee suikerfabrieken komt het
dat mijn produkt naar de dichtstbij
ben nu li4 van twee standsorganisa
ties. Het is een uitstekende manier
gebleken om via die NCB de kolle-
fa's te leren kennen,
oms maak je wel eens een vergelij
king en denk je, als ik nu eens in de
Flevopolder was terecht gekomen,
hoe zou het dan zijn? 't Blijft een
vraag zonder antwoord en je zou dan
mijn kollega Vermeulen moeten in
terviewen, die. onder soortgelijke
omstandigheden in Nieuwdorp
boerde en daarna in de Flevo terecht
kwam. Persoonlijk denk ik dat ik
daar een hoger inkomen had kunnen
halen, maar ik heb hier waarschijn
lijk wel de mogelijkheid het bedrijf
meer naar eigen inzicht te bestem
men. Of je tevreden bent hangt af
van welke maatstaven je aanlegt.
Bekijk ik het qua levensstijl dan vind
ik dat we hier goed zitten.
Nee, zegt Jaap beslist, ik ben zeker
geen fanatieke koöperatieman. Ik
vind het prachtig dat die koöperatie
er is. Maar let wel, ik bekijk het puur
zakelijk. Ze moeten ook een reële
kans krijgen tussen de partikuliere
handel om zich zelf te bewijzen dat
ze echt zaken kunnen doen. Je mag
het de koöperatie niet aan doen om
ze te zachtaardig te behandelen, vind
ik, zegt Jaap^beslist. Ze zijn verplicht
te vechten voor de beste prijs!
Mijn vader was lid van de CBTB, la
ter toen ik voorzitter werd van de
P.J.Z. ben ik^Z.L.M.-er geworden.
Nu ik in Nieuw-Vossemeer woon,
ben ik eveneens lid geworden van de
NCB. De reden hiertoe was om via
die NCB in kontakt te komen met de
kollega boeren in de buurt, want die
behoren meerendeels tot de NCB. Ik
a de H.L.S. te Dordrecht ben ik
eerst samen met vader op "Maria
Hof' gaan werken. Ik heb ook nog
geprobeerd buiten die direkte land
bouw wat te zoeken maar dat is na
enkele vergeefse sollicitaties opgege
ven. Ook heb ik met de gedachte ge
speeld om een bedrijf in Engeland te
beginnen. Ik had via Louw de Jager
gesolliciteerd naar een managers-
funktie in Norfolk maar gezien de
korte termijn die ik kreeg om te be
slissen ketste het plan toch af. Mijn
enige baan buiten de landbouw is de
militaire dienst geweest, zegt Jaap
zichtbaar zonder spijt.
Boer zijn en blijven is steeds mijn
grote ideaal gebleven. Niet zozeer
vanwege de zelfstandigheid, want ik
kan ook uitstekend in een teamver
band draaien. Nee het boer zijn is
voor mij de uitdaging om er wat van
te maken. Zo zou je ook de koop van
dit bedrijf kunnen zien: "ga ik er mee
de mist in of niet". Ik vind het boei
end om van alles te ondernemen. Ik
houd van mensen die iets aandurven.
Voor emigranten heb ik veel bewon
dering. Zelf heb ik het niet gedaan,
omdat ik ook behoedzaam ben, zon
der inwerk of ervaringsperiode, vond
ik het te gewaagd, ook gezien de
eventuele fiskale gevolgen die je dar
als ondernemer elders te wachten
staat.
Ik kom nog wel eens op het oude
bedrijf in Nieuwdorp, en dan vind ik
het altijd weer frustrerend om te zien
hoe snel de pachtrechter mij het be
drijf otatnam, terwijl het Havenschap
tot nu toe nog steeds grote stukken
grond beboert.
Ik ben lange tijd aktief geweest in
het verenigingsleven, zegt Jaap.
Voorzitter van de P.J.Z. Een "roe
ping" meende ik aanvankelijk, zegt
hij met lichte zelfspot. Ik veronder
stelde dat ik met mijn ideeën de
"massa" tot de juiste inzichten kon
brengen, 't Bleek dat er onder de ge
wone leden buitengewoon goede
ideeën leefden. Als bestuurder moet
je het dan ook een eer vinden dat je
die ideeën uit mag dragen naar bui
ten. Zodoende ben je bezig geweest
met het uiteindelijk verdere vorm
geven aan ideeën van anderen. Nee,
voorlopig zie ik geen bestuursfunk-
ties zitten. Lid zijn van twee stand
sorganisaties is de meest zekere ma
nier om nergens in gekozen te wor
den, lacht hij. Ik mis het toch wel
eens, het konstruktief bijdragen via
een bestuur aan de verbetering van
de positie van de leden. Je raakt er
zodoende na enige tijd ook wel een
beetje uit. De drukte van je bedrijf
brengt dat mee. Wat me nu als
grondgebruiker wel enorm interes
seert zijn de plannen met betrekking
tot de grondpolitiek. Ik vind het geen
goeie trend, wanneer men iets in een
bedrijf minder waard wil maken, in
dit geval grond. Dat zal mensen van
de grond doen vervreemden, want
uit de grond komt dan niets geen ge
win meer. 't Zal alleen nog van de
produkten moeten komen. Zodoen
de zal het voedselpakket duurder
moeten worden. Laat die prijs vrij,
zegt Jaap, dan kan die grond voor
zich zelf zorgen. De grootste misser
van de laatste vijftien jaar is de kon-
klusie die de regering trok, nl. dat
door de hoge grondprijzen ook de
pacht omhoog moest. Iedere eige
naar, die grond verpacht, kwam toch
heus wel aan zijn trekken. Zeg dat
die grond gemiddeld per jaar met
een prijsstijging van 5% omhoog
gaat, of zo hoog als de inflatie is, en
tel daar een 1,5% rendement per jaar
via de pacht bij op, dan is dat in to
taal toch nog een rendement van
6,5%. Dat is niet slecht voor een on
roerend goed als grond. Ga je het
omdraaien dan vervreemd je een
groot publiek van die grond en scheep
je de boer op met de taak om uit de
opbrengst van de produkten niet al
leen een gezinsinkomen en een be
drag voor nieuwe investeringen te
halen, maar ook nog eens een volle
dig rendement voor de grond. Dat
kan maar tot twee dingen leiden: le
kreperende boeren, 2e hoge voedsel
prijzen. Dat laatste zal politiek wel
niet haalbaar zijn.
De grond is een produktie-middel,
en dat moet het blijven. Waarom
kunnen industriën dat produktie-
middel wel voor heel laag op de ba
lans houden en de landbouw niet?
De landbouwvoormannen zouden er
voor moeten pleiten dat landbouw
grond in exploitatie op de balans niet
meer dan 10.000 gulden waard moet
zijn. Alleen dat ondeelbare kleine
moment van grondoverdracht, wordt
die hogere prijs gerealiseerd. Je zou
het alleen het moment van de hand
tekening kunnen noemen en direkt
daarna is het weer gebruiksgrond,
dus niet meer waard dan 10.000 gul
den, zegt Jaap met grote overtuiging.
ien de vrouw van Jaap, komt
binnen en gelijk met haar de drie
kinderen, twee meisjes en een jon
gen, in de leeftijd van 6, 4 en 2 jaar.
"De Rolaf' is een klein buurtschap,
dat vroeger de mensen herbergde die
men in Vossemeer liever niet zag. In
1915 werd de schuur herbouwd na
brand. En in 1935 werd het huis op
nieuw gebouwd, door een architekt
uit Tilburg in opdracht van een per
soon uit de Tilburgse wolwereld.
Waarschijnlijk is hij verantwoorde
lijk voor de wat ongewone architek-
tuur in dit West-Brabantse land.
Dien heeft de twee meisjes uit school
in Nieuw-Vossemeer gehaald en
maakt koffie. Buiten strekken de
vruchtbare polders zich uit. In de
verte zijn de hoge kalende populie
ren in het Thoolse land zichtbaar
Dien komt daar vandaan en voor
Jaap is het leuk om "zijn" Zeeland
toch nog binnen kijkbereik te heb
ben.
13