Het kleinere akkerbouwbedrijf i Snelle vermeerdering bij Pootaardappelteelt sJ'zr D, D oor de bedrijfsvoorlichter werd een aantal bedrijven uit de katego H, I n het buitenland o.a. in Schot land werkt men al jarenlang met het systeem stekken. Uitgaan van gezonde, op vele ziekten onder zochte, knollen; het optrekken van aardappelplanten daaruit in een "steriele" omgeving; het stekken van deze planten om via zoveel mogelijk plantjes tot zo veel mogelijk knollen te kunnen komen. Knollen die allemaal ziektevrij zijn en waarmee een goede start kan worden gemaakt voor de teelt van basis-pootgoed. T ot voor kort hebben wij gemeend dit systeem voor onze pootgoedteelt niet nodig te hebben. Een keur van stamselekteurs, strenge eisen van NAK en P.D. bij de keuring hebben ons pootgoed steeds op een hoog peil kunnen houden. D e voorlopige gedachte is om het systeem van "aardappelvermeerde ring in vitro" eens grondig van alle kanten te bestuderen en in praktijk te brengen. De stamselekteur levert wat uitgezochte stammen in, deze wor den op veel ziekten onderzocht; Slootdorp vermeerderd onder sterie le omstandigheden; de stamselek teur krijgt in het volgende jaar enkele duizenden plantjes terug. Daarvoor zullen ondertussen maatregelen ge troffen moeten worden om die "plantjes-in potjes" te kunnen op vangen! ing. P.A. den Hollander n het Consulentschap Zevenbergen zijn in 1975/76 de akkerbouwbedrijven nader bekeken. Dit werd gedaan aan de hand van gegevens over 1975. Als akkerbouwbedrijf werden die bedrijven aangemerkt waarvan de oppervlakte bouwland 50% of meer bedroeg van de oppervlakte kuituur grond. Dat aantal bedroeg toen 1.183 bedrijven met 32.374 ha bouwland. Van deze 1.183 bedrijven vielen een grote groep in de bedrijfs- groottekategorie van 10-25 ha. Deze groep van bedrijven werd aangemerkt als een kategorie waar de meeste problemen konden voorkomen. voorkomen of bestrijden van ziekten en plagen, een betere ontwatering door drainage en dergelijke punten kunnen een belangrijke bijdrage le veren. Aan de andere kant heeft het kieinere akkerbouwbedrijf te maken met toenemende kosten tengevolge van de mechanisatie. Een trekker, wagen, ploeg, kultivator en grondbewerkingswerktuigen voor het voorjaar vergen vandaag de dag De 10-25 ha bedrijven eze bedrijven kunnen worden beschouwd als de kleinere akker bouwbedrijven. In deze groep zit echter töch een enorme variatie. Daarom werd getracht enig inzicht te verkrijgen in de soort van bedrijven waaruit deze groep wordt gevormd. Daarbij werd de volgende indeling aangehouden. Bedrijfshoofd £50 jaar of >50 jaar maar dan met een opvolger (groep A). Bedrijfshoofd 50 jaar en geen opvolger (groep B). Groep A werd vervolgens ingedeeld in verschillende kategorieën (zie ta bel 1). Tabel 1. Kategorie 1. Nevenberoep (loonwerker e.d.) 68 2. Part-time (elders in loondienst) 36 3. Akkerbouw met varkens of kippen 60 4. Akkerbouw met melkveehouderij 65 5. Bedrijven die land bijhuren 32 6. Bedrijven met een voldoende in tensief bouwplan 41 7. Bedrijven met een meer extensief bouwplan 51 Totaal 1ST Tot groep B behoorden nog 135 be drijven, zodat het totaal van de groep 10-25 ha bedrijven bestond uit 488 bedrijven. Besloten werd een aantal bedrijven van groep A te bezoeken met de be doeling met de boer nader over het bedrijf te spreken. Aangenomen werd dat bedrijven met 125 standaardbedrijfseenheden (sbe) of meer een voldoende bedrijf somvang hebben. In de akkerbouw komt men bij een behoorlijk inten sief bouwplan van lA granen, lA aardappelen,'A suikerbieten en 'A uien en konservenpeulvruchten op gemiddeld 5 sbe per ha. Als geen neventak aanwezig is, betekent dit dat een bedrijfsoppervlakte nodig is van 25 ha om 125 sbe's in totaal te bereiken. Naarmate de oppervlakte kleiner is, moet het bouwplan inten siever worden of is een neventaak meer noodzakelijk. Bovendien wordt de laatste tijd de grens voor een vol doende bedrijfsomvang gelegd bij 140 sbe's. Natuurlijk is het aantal sbe niet zon der meer bepalend voor het bedrijf- sinkomen. Het geeft weliswaar een maat voor de bedrijfsomvang, maar niet geme ten wordt: de kg-opbrengst, de prijs en de kosten die elk individueel maakt. Daardoor kunnen er grote verschillen zijn in inkomen per be drijf bij een gelijk aantal sbe. Wat werd gedaan rieën 3,4 en 7 één of meerdere malen bezocht. Ter ondersteuning van de voorlichter is een aantal bedrijfs plannen opgesteld voor het 12-18-24 en 30 ha bedrijf. Intensivering van het bouwplan had daarin een be langrijk aandeel. Dit vraagt namelijk vrijwel geen investering, terwijl het aantrekken van een neventak ge paard gaat met hoge investeringen. Een belangrijk punt voor een aantal bedrijven is ook verbetering van de kl-opbrengsten per ha door een be tere teelttechniek. Verbetering van de bemesting, de onkruidbestrijding, cht niet beter!! aanzienlijke investeringen. De vak bekwaamheid van de boer is uiter mate belangrijk. In deze punten ver betering te brengen, is een uitdagen de, maar ook moelijke opdracht voor de voorlichter. Het resultaat et is moeilijk om in dit verband van een resultaat te spreken. De er varing leert dat niet elke boer deze wijze van voorlichting aksepteert en waardeert. Ook niet al is de benade ring nog zo taktvol. Elke boer denkt en werkt vanuit zijn inzicht en zijn omstandigheden. Er zijn een aantal faktoren waardoor het bedrijf niet meegroeit of niet mee kan groeien. In dit verband zijn te noemen: de boer is tevreden, hij is gehandicapt, min der valide en heeft een uitkering, de boer is een minder goede onderne mer of minder vakbekwaam. De boer heeft geen geld voor aanpas singen die geld kosten, hij wacht tot dat de zoon het bedrijf overneemt. De boer vindt dat de prijzen omhoog moeten. Hij vindt dat overal overproduktie van is. Er zijn ook andere ervaringen te melden. Er zijn bedrijven die het melkvee uitbreidden en overgingen naar uitsluitend rundveehouderij. Andere bedrijven gingen naar een intensiever bouwplan of gingen bouwen voor een neventak met var kens of vleesvee. Tenslotte waren er ook bedrijven die hun bedrijfsop pervlakte konden verfroten, soms doordat een vroegere splitsing van het bedrijf kon worden hersteld. Waarom dit artikel? Er wordt tegenwoordig veel ges proken en geschreven over het klei nere bedrijf. Daarvoor wordt de term "midden bedrijf' gebruikt. Om alle bedrijven niet alleen in de voorlichting te betrekken, maar om ook enig resultaat te behalen, is geen eenvoudige zaak. Het is goed dat de boer weet wat de voorlichter doet en welke ervaring er is met een bepaalde voorlichtingsak- tiviteit. Ook dat hij weet welke in spanning dat soms vraagt. Bovendien is het goed dat elke boer die niet tevreden is met de behaalde resultaten zich afvraagt of het ook beter kan en hoe dan wel. C.A.R. Zevenbergen, Eén dezer dagen is een schrijven gericht aan alle aangeslotenen van de NAK. Daarin wordt de mogelijkheid geopend voor iedereen om op bescheiden schaal te beginnen met het snelle- vermeerderingssysteem. Staan we op een kruispunt van een andere aanpak van de opbouw van ons uitgangsmateriaal? Het lijkt in ieder geval de moeite waard er serieus mee bezig te zijn. Nationale aanpak B esloten is om het systeem voorlo pig centraal te houden en nationaal voor iedereen beschikbaar. De keu ringsdienst blijft het werk voortzet ten maar in opdracht en voor ve rantwoordelijkheid van het bedrijfs leven. Het Landbouwschap, het Be- drijfsschap voor de Groothandel in aardappelen en de Nederlandse kwekersbond hebben een begelei dingskommissie ingesteld, die onder leiding van Dr. Ir. D.E. v.d. Zaag het projekt onder hun verantwoordelijk heid verder uitbouwt en begeleid. Het lijkt er op, dat er weer iets unieks op stapel staat. Het gehele bedrijfs leven, nationaal, samen met NAK en keuringsdienst, samen met de Wa- geningse onderzoekwereld! Is het nu nog wel nodig? W e zijn er in een paar jaar tijd toch weer in geslaagd om het virus te Het stekken Een paar jaar gele den kwamen we in de problemen met virus-ziekten voor een aantal voor ons belangrijke rassen. Onder voorzitterschap van Dr. Ir. D.E. v.d. Zaag tevens voorzitter van de Ne derlandse Aardappel Associatie, zijn toen een aantal belangrijke onder zoekers vanuit verschillende gezicht shoeken begonnen voor Nederland een "stek-systeem" op te zetten om zodoende langs snelle weg een aantal rassen weer virus-vrij te krijgen. Het ontworpen systeem is o.a. ter hand genomen bij de keuringsdienst Noordzeepolders het laborato rium in Slootdorp. Door ervaring opgedaan in de bloemensektor is men er daar in geslaagd het systeem verder te verfijnen door een "vitro- cultuur" in te lassen; het vermeerde ren van stekken in een reageerbuis op een kunstmatige voedingsbodem. Men heeft thans in Slootdorp een pasklaar systeem voor de praktijk, waar de Nederlandse aardappelwe reld met recht trots op kan zijn. Een start voor basis-pootgoed. bedwingen. En zonder al die kunst grepen, zonder dat kunstmatig ge doe. Maar met het voortreffelijke stamselektiesysteem en mét onze strenge keuringsnormen en mét onze voortreffelijke kennis over luizen. En toch, nu we het systeem klaar hebben is het de moeite waard om het eens goed uit te proberen, naast het bes taande systeem. Wat zijn er toch bij voortduring nog een teleurstellingen met b.v. phoma of zwartbezigheid. Kunnen we misschien nog meer ze kerheid kreëren ten aanzien van ge zondheid in alle opzichten, van ons basispootgoed? Een nog grotere konkurrentie ten opzichte van het buitenland opbouwen. Mogelijk nieuwe ziekten van het lijf houden. Er gebeuren geen wilde dingen om dat het zo leuk is! Een breed geo riënteerde groep zit om de tafel en weegt de belangen af en blijft die afwegen. Kijkt en denkt U eens met ons mee?? De komende winter maanden lenen er zich bij uitstek voor om er eens rustig over door te praten. Voorlopige konklusie Het bouwen van zgn. "gaas-kassen" lijkt voorlopig de beste oplossing. Samenspel met handelshuizen en kwekers lijkt daarbij de aangewezen weg. Een nieuwe mogelijkheid die waard is gezamenlijk en gedegen aangepakt te worden. De stamselekteur blijft de belangrijke man! Het stamselektie systeem blijft uitgangssysteem. Maar een extra ondersteuning in de begin fase lijkt op z'n plaats! 7 Vermeerderen onder steriele omstandigheden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1979 | | pagina 7