KORTE WENKEN
Breedwerpig tarwezaaien is uit!
Gras onderploegen vraagt extra
aandacht.
Er is nog veel werk aan de
winkel
C.A.R.-Zevenbergen
AKKERBOUW
VEEHOUDERIJ
Mededeling van de Stichting Nederlandse Uien-Federatie (SNUiF)
over oogst en opslag van laat afrijpende zaai-uien
Van 13 op 14 oktober hebben we in Zuid-Beveland meer dan 45
mm neerslag gehad. De drains hebben nu weer eens hun dien
sten bewezen. Het was wel lang geleden.
Toch zaten er op dat moment nog meer aardappelen in de grond
als vooraf verwacht was. Het is overwegend wel in de zwaardere
gronden. In deze eerste week na die regen is aan die aardappelen
nog niet zoveel kunnen gebeuren. Het valt wel op dat de later -
dat was pas na de regen en wel in mei - geplante aardappelen
ondanks alles toch vrijwel steeds een hogere opbrengst gaven als
de vroeger geplante.
Ook het binnenhalen van de laatste zaaiuien is wat vertraagd,
hiervoor is nog een dag of wat echt goed drogend weer noodza
kelijk. De opbrengst valt duidelijk mee, hoewel men zich hier en
daar kan verkijken op de kwaliteit. In sommige partijen kan het
grote aantal dikhalzen de zaak wel eens ongunstig beïnvloeden.
Na de grote hoeveelheid neerslag van begin oktober kregen we
in West-Zeeuws Vlaanderen op 14 oktober nog 'eens ruim 30
mm neerslag te verwerken.
Het gevolg is, dat de oogst van hakvruchten nu al ruim 14 dagen
op een laag pitje staat. Zoals eerder vermeld moeten nog be
hoorlijk wat aardappelen worden gerooid, zijn de uien nog niet
allen van het veld en vordert ook het rooien van de bieten erg
traag. Als deze bijdrage wordt gelezen zijn we al weer eind
oktober en moet er dus nog veel gebeuren. Bovendien dalen 's
nachts de temperaturen zodanig, dat ook hier de kansen op
nachtvorst toenemen. Derhalve wordt het stilaan tijd ook de
knolselderij-oogst te plannen en niet nog 3 4 weken te wach
ten. Het vochtige weer van de laatste weken, gepaard gaande
met gemiddeld wat hogere temperaturen overdag dan normaal,
heeft de groei van groenbemesters veel goed gedaan. Doordat
vooral op de zwaardere gronden het goed onderploegen vaak
een probleem vormt, wat speciaal bij de raaigrassen een vereiste
is i.v.m. mogelijke hergroei zal het doodspuiten met Gromoxone
nog weer meer worden toegepast. Al lijkt dit een dure methode;
het kan veel narigheid voorkomen waarbij dan toch ook een
bespuiting dient te volgen.
Bovendien zal een volggewas als bieten, zo leert de praktijk, het
beter doen dan wanneer de hele massa wordt ondergeploegd.
Vooral onderploegen onder te natte omstandigheden is af te
raden, toch zeker als bieten volgen.
Wij zijn ook van mening, dat grasgroenbemesters een goede
bijdrage aan de zo noodzakelijke organische stofvoorziening
geven, maar het vereist wel extra zorg.
Goed weer was het ook voor de jonge karwij en het graszaad, al
zullen enkele percelen niet het gewenste ontwikkelingsstadium
bereiken. Zowel de marktberichten als de in de praktijk ge
maakte prijzen wijzen op een beter financieel resultaat voor dit
jaar in de aardappel- en uiensektor. Dit mag dan ook wel weer
eens na twee jaar flink verlies voor de meeste telers. Het blijkt
echter weer dat een gunstige export nodig is, die vnl. te verwe
zenlijken is, als in de ons omringende landen de produktie aan
de lage kant uitvalt. Met hoge prijzen echter, breidt meestal de
oppervlakte weer uit en zijn tegenvallers in de portemonnaie te
verwachten. Reeds nu al komt de samenstelling van het bouw
plan '80 aan de orde. Het voornaamste gewas, althans in op
pervlakte; de wintertarwe zal zeker geen veer gaan laten. Er
wordt zelfs weer meer tarwe na tarwe verwacht. De uitzaai moet
echter nog op gang komen. Niet verontrustend overigens, daar
ook in 1979 opnieuw bleek dat erg vroeg zaaien geen hogere
opbrengst garandeert.
Evenals in 1978 worden ook dit jaar percelen aangetroffen
waarop de afrijping van het gewas zeer traag verloopt. Als ge
volg hiervan zijn dan ook nog niet alle zaai-uien geoogst.
Op de nog te oogsten percelen is het loof nog in onvoldoende
mate afgestorven waardoor veelal een hoog percentage uien met
een te dikke hals voorkomt. Nog ongunstiger is de situatie op
percelen waar bovendien dikhalzen (planten die geen bol heb
ben gevormd) in het gewas worden aangetroffen.
Uitgezonderd voor gewassen waarbij overwegend van dikhalzen
sprake is kan over het oogsten en opslaan van de nog te oogsten
partijen het volgende worden geadviseerd.
Het late tijdstip brengt met zich mee dat op een vollediger
afrijping van het gewas niet meer gerekend mag worden. Het is
daarom raadzaam ont op korte termijn te oogsten.
Om de veldperiode zo kort mogelijk te houden verdient het
aanbeveling voor het rooien een gedeelte van het loof te ver
wijderen.
Gezien de abnormale hoedanigheid van het gewas behoort de
loofmaaier zodanig te zijn afgesteld dat na het maaien de lengte
6
Het zal ook duidelijk wat extra dol en moeite kosten om ze
voldoende droog te krijgen.
De oppervlakte suikerbieten die al gerooid en afgevoerd zijn
lijkt nog erg beperkt. Gezien dit tijdstip van schrijven 22 okto
ber, lijkt de haast om te rooien nog niet zo groot te zijn. De
variatie in opbrengst loopt ver - dit jaar wel zeer ver uitéén. Bij
de ene teler is er optimisme, bij de andere telers niets anders dan
pessimisme. In hoeverre we gemiddeld boven de 42.000 kg per
ha zullen uitkomen zullen we verder in het seizoen wel te weten
komen. Over het suikergehalte kan men gelukkig betere uitla
tingen horen. Nu eens niet van 14 tot 16% suiker, maar over
uitslagen van boven de 16 en de 17% en zelfs enkele van 18%.
Problemen met C. suiker zullen we dit jaar dan ook niet behoe
ven te verwachten.
Het lijkt er echt op dat een steeds groter wordende oppervlakte
van de suikerbieten met de zesrijige machines gerooid zal wor
den. Het valt wel op dat men meerdere malen ziet dat men lang
niet altijd voldoende afvoerwagens in kan schakelen. In vele
gevallen meer een tekort aan trekkerchauffeurs dan aan trek
kers en/of wagens. Er is al wat wintertarwe gezaaid. Gezien het
tijdstip van schrijven - 22 oktober - lijkt de ingezaaide opper
vlakte nog klein. Het ploegen vordert wel maar is toch ook wel
afhankelijk van het rooien en afvoeren van aardappelen, uien
en suikerbieten. Met de percelen die voor de regen geploegd
waren moest toch nog een aantal dagen gewacht worden eer ze
ingezaaid konden worden. Vrijwel steeds gebruikt men toch
weer de rijenzaaimachines, weinig meer breedwerpig. Voor de
chemische onkruidbestrijding is het gewoon noodzakelijk in
verband met mogelijke kiembeschadiging er voor te zorgen dat
de kiemende wintertarwe niet te ondiep is gezaaid.
De groenbemesters hebben zich - ondanks de korte groeiperiode
en de droge periode in september - toch nog vrij aardig ontwik
keld. Zien we daarbij dan nog, hoe laat de groenbemesters
gezaaid zijn, dan moet dit toch wel een aanmoediging zijn om op
deze wijze het volgende jaar zo verder te gaan. Italiaans Raai-
gras en Rode Klaver hebben daarbij de voorkeur. Alleen bij zeer
vroeg zaaien kan ook Engels Raaigras nog interessant zijn.
Nadat we de drie voorgaande maanden zeer matige regenhoe-
veelheden op Walcheren hebben gehad, doet de maand oktober
wat dat betreft weer een flinke duit in het,zakje. Plaatselijk
kwamfer in een tijdsbestek van tien dagen ongeveer 100 mm
regen voor, hoofdzakelijk uit twee grote buien. De veldwerk-
zaamheden zijn daardoor erg gestagneerd. Wanneer we alles op
een rijtje zetten dan blijkt dat er een behoorlijke achterstand in
de werkzaamheden is ontstaan. Rond 20 oktober moet nog
15-20% van het areaal aardappelen worden gerooid, nog onge
veer 65% uien worden verzameld, waarvan een klein gedeelte
ook nog moet worden gerooid. Er is nog een flinke oppervlakte
snijmais'te oogsten. De oppervlakte reeds gezaaide wintertarwe
is nog klein, terwijl er nog zeer weinig land op wintervoor ge
ploegd is. Al met al, is er dus nog veel werk aan de winkel. Ook
het bietenrooien moet normaal doorgaan. Om de opgelopen
achterstand enigszins in te halen zullen we de komende weken
goed drogend weer nodig hebben. Er zijn nog bedrijven die nog
een vrij grote oppervlakte aardappelen hebben te rooien. Dit
zullen zeker de minste in opbrengst niet zijn, maar het moet wel
mogelijk zijn ze uit de grond te halen.
De teelt van de groenbemestingsgewassen staat nog steeds in de
belangstelling. Vooral de grassen zijn na de regen nog goed
gegroeid. Er is een demonstratieperceel aangelegd op het bedrijf
van de heer J.J. Crucq aan de Binnendijk bij de Quarluspolder.
Voor een bezoek hieraan wordt u uitgenodigd op zaterdagmid
dag 27 oktober a.s. van 13.30 uur tot 15.00 uur. Rode klaver,
witte klaver en Engels raaigras zijn hier te bezichtigen.
Ieder die belangstelling heeft voor het onderploegen van gras
groenbemesters kan ook vanuit Walcheren de demonstratie in
de Quarluspolder bezoeken. Deze is op woensdag 31 oktober
a.s. op het bedrijf van de heer Stein. Aanvang 14.00 uur. Niet
alleen het telen, maar ook het onderploegen verdient de volle
aandacht. Hergroei van een grasgroenbemester moet te allen
tijde worden voorkomen. Door een goed afgestelde ploeg is dit
zeker mogelijk.
Het vergaderseizoen voor de a.s. winter nadert weer met rasse
schreden. Veel verenigingen én instanties zullen de plannen
voor het winterprogramma weer gaan voorbereiden, althans de
besturen. Het is een goede zaak om te trachten te voorkomen dat
er op regionaal niveau vergaderingen op dezelfde tijd worden
gepland. Aan de diverse verenigingen en instanties op regionaal
niveau in Walcheren is op initiatief van het bestuur van de
Vereniging voor bedrijfsvoorlichting "Walcheren", een schrij
ven gericht met het verzoek zich in verbinding te stellen met het
in het schrijven genoemd adres. Op dit adres zijn inlichtingen
verkrijgbaar op welke data reeds vergaderingen zijn gepland.
Hopelijk zal dit bijdragen tot een goed verloop van het komende
vergaderseizoen op Walcheren.
van hals en loof 12 a 15 cm bedraagt. Voorts is het opslaan van
nog te oogsten partijen alleen verantwoord als in de bewaar-
ruimte een voldoende luchtkapaciteit aanwezig is. Van een vol
doende luchtkapaciteit kan worden gesproken als de ventilator
per m3 uien 150 m3 lucht per uur levert bij een statische tegen
druk van 30 mm waterkolom.
Tevens dient voor het opwarmen van de buitenlucht een lucht-
verhitter beschikbaar te zijn.
Tijdens het kunstmatig drogen moet de luchtverhitter de in-
blaaslucht tot 20-22 graden celsius kunnen verwarmen.
Het gegeven advres geldt uitsluitend voor partijen waarin niet
meer dan circa 15% dikhalzen voorkomen.
Partijen met een hager percentage dikhalzen komen alleen voor
opslag in aanmerking als het meerdere gedeelte door uitrapen
wordt verwijderd.
Om broeivorming in het opgeslagen produkt tegen te gaan be
hoort ook na beëindiging van de kunstmatige droging zeer in
tensief met buitenlucht te worden geventileerd.
HET IJZER SMEDEN als het heet'is, geldt voor de smid.
Het land ploegen als het droog is, geldt voor de akkerbou
wer. Zeker als U beschikt over gronden boven 25% slib. Als
de grond goed ploegt, gun Uzelf dan geen rust. Ploeg door.
Niets is zo slecht dan uitstellen als vandaag uw land goed
ploegt!
WITLOFLAND STAAT BEKEND om zijn opslag. Zelfs
de kleinste stukjes wortel kunnen een opslagplant vormen in
het komende voorjaar. Als u dit weet, zult U niet gauw een
hakvrucht na witlof gaan telen. Teel bij voorkeur een
graangewas, waarin deze opslag goed is te bestrijden met
groeistoffen.
HET IS NIET VOOR DE LOL, maar voor de kwaliteit
van de knol dat pootgoed' wat bezet is met lakschurft,
ontsmet moet worden. En zeker als het pootgoed bestemd is
voor vermeerdering. Aantasting van de kiemen in het voor
jaar door deze schimmel kan o.a. een slechte opkomst, een
minder goede sortering en een lagere opbrengst tot gevolg
hebben.
ONDANKS DE PROBLEMEN van kwikgebruik moet
voor ontsmetten van pootgoed, bestemd voor de pootgoed-
teelt, aan een ontsmetting met kwikbevattende middelen de
voorkeur worden gegeven. Behalve Rhizoctonia-ziekte
worden tegelijkertijd ook andere knolziekten bestreden die
voor de nateelt van belang zijn.
DE BESTE TIJD voor het ontsmetten van uw pootaar-
dappelen is de maand oktober. De knollen zijn nog in de rust
en de kans op kiembeschadiging is dan erg klein. Voor een
goede doding moet het badwater een temperatuur hebben
van 10 graden tot 12 graden C. Zorg dat de poters schoon
door het badwater gaan; d.w.z. met weinig of geen grond
behangen.
WANNEER DOOR EIGEN ONOPLETTENDHEID
een perceel grasland wegens slechte stand voortijdig moet
worden gescheurd en opnieuw ingezaaid, kost dit
f 1.000. Molshopen en een kapot gereden zode geven een
ideaal zaaibed voor uitgevallen onkruidzaden. Bekijk uw
percelen op grote en pas gekiemde onkruiden. Begin echter
niet met de instelling: "het zal wel meevallen want dan ziet
U vooral de kleine onkruiden niet.
HET ONKRUID IN GRASLAND is de laatste jaren eer
der toe dan afgenomen. De omstandigheden, zoals gebruik
van drijfmest, veelvuldig met zwaarder materiaal bij de
voederwinning en een zware veebezetting hebben dit sterk in
de hand gewerkt. En wat denkt U van een inscharings-
dichtheid van 25 a 40 koeien per ha bij elke beweiding? Wilt
U zorgen voor 'n langere levensduur van de graszode dan
moet zeker 50% van het grasland jaarlijks tegen onkruiden
worden behandeld.
U ZULT NU TOCH WEL WETEN op welke percelen
volgend jaar de snijmais wordt geteeld? Hebt U reeds na
gegaan of deze percelen ook kweekvrij zijn? Is dit niet het
geval dan is het goed om U er nog eens op te wijzen dat 1
november a.s. de uiterste spuitdatum is om kweek met TCA
te bestrijden. Na 1 november spuiten, geeft niet alleen re
sultaat tegen kweek maar ook de snijmais wordt volgend
jaar tijdens de groei zodanig geremd, dat soms van een totale
mislukking kan worden gesproken.