w itlof is een tweejarig gewas. Het eerste groeijaar ontwikkelt er zich een vlezige penwortel, terwijl in het tweede groeijaar de zaadstengel wordt gevormd. Behoudens voor de zaadteelt laat men het echter niet zo ver komen. Witlof als groentepro- dukt bestaat uit een krop, welke is samengesteld uit een zogenaamde pit met daar omheen een aantal witte bladeren. Dergelijke kroppen ont staan door als het ware een extra groeifase in te lassen. De wortels worden hiervoor na het eerste groei- Aan de witlofwortels worden hoge eisen gesteld H et leeuwedeel van de witlofwor tels wordt mechanisch geoogst. Of schoon diverse rooimachines goed werk kunnen leveren, ontstaan toch nogal eens beschadigingen aan de wortels. Deze laatste uiten zich onder meer in gebroken wortels en plaat selijke wonden. Oorzaken hiervan zijn velerlei, zoals slechte afstelling van de rooimachines, te grote val hoogte, slordigheden bij het verladen etc. Voor de witloftrekker kunnen INI aarmate de wortels zwaarder E en ander facet dat bij de trek in sterke mate het resultaat kan beïn vloeden is de rijpheid van de wortels. Bij de vroege trek doet zich het pro bleem nogal eens voor, dat de wor tels nog niet forceerrijp zijn, terwijl later in het seizoen ook het ver schijnsel van overrijpheid kan optre den. Bij dit alles is het echter nog steeds moeilijk een goede definitie te geven omtrent de meest optimale forceerperiode van de wortels. Allerlei theorieën worden hiervoor in de praktijk aangewend, welke echter steeds gericht zijn op opper vlakkige waarnemingen en duidelijk nog hiaten vertonen. In dit verband willen wij nog eens voor de geest ha len de aankondiging van enkele ja ren geleden, waarbij werd meege- Koplengte Wortellengte Tijdstip van rooien Pas op voor beschadiging ing. A.J. van Oijen zijn, ontwikkelen zich later ook zwaardere kroppen. Hiermee willen wij echter niet stellen dat de wortels met het grootste gewicht ook de beste zijn. Zware wortels zijn dikke wortels (doorsnede van 7 cm of meer), waarvan bekend is dat het percenta ge lof lager is als van lichtere wortels met een doorsnede van bijvoorbeeld 4 cm. Uit deze overweging geeft de witloftrekker dan ook de voorkeur aan wortels welke zich in de doors- nedeklasse van 3-6 cm bevinden. Wortelgewicht is natuurlijk ook me de afhankelijk van wortellengte. Uitgaande van wortels van 3-6 cm doorsnede blijkt er dus ook een dui- deeld dat een vrij nauwkeurige rijp heids-test chemisch mogelijk zou zijn. Kennelijk vraagt dit onderzoek toch meer tijd dan voorzien was, of is het een en ander op een laag pitje gezet. Gezien het grote belang van het snel en exakt kunnen vaststellen van het meest geëigende forceermo- ment van de wortels hopen wij toch dat dergelijk onderzoek een hoge prioriteit blijft houden. Richtlijnen waarlangs voorlopig de rijpheid van de wortels moet worden bepaald zijn onder meer de leeftijd en de ontwik keling van het bovenste wortelge deelte. Bij de vroege selektie gaat men er vanuit dat deze minimaal 20 O p 19 oktober a.s. zal om 1330 uur in de gemeente Steenbergen een witlofwortelrooidemonstratie worden gehouden. Een groot aantal machines zullen dan hun waarde aan de hand van het geleverde werk tonen. Hierover echter meer in een ander artikelwaarbij tevens een aantal zaken rondom machine en werk nader zullen worden belicht. Nu willen wij ons meer beperken tot de witlofwortel waar het tenslotte allemaal om te doen is. Het telen en trekken van de wortels vindt vaak op verschillende bedrijfstypen plaats. Toch blijft het een en ander vrij nauw aan elkaar verbonden. In dit artikel willen wij wat schrijven over de nog te rooien witlof wortels van de teler, welke voor de trekker de basis vormen voor de lofproduktie. jaar opgekuild in een donkere ruimte. Voorwaarde voor de krop- vorming is echter wel dat de wortel het groeipunt nog bevat. Het groei- punt bevindt zich in het midden boven de wortelhals en heeft een lengte van 2 3 cm. Bij het afsnijden van de bladeren ofwel het koppen is het van belang die niet te raken en volledig intakt te laten. Vandaar dat er op de wortel minimaal een kraag van 2 cm. blad moet blijven. Bij de vroege selekties en zeker bij dikke wortels zit het groeipunt nog wat hoger en zal op 3 a 4 cm moeten worden gekopt. De gevolgen van te diep koppen zijn het ontstaan van de wel bekende "blinde" wortels. Hier bij is meestal béneden 2 cm gekopt, waardoor het groeipunt is wegges neden. Dergelijke wortels vormen geen witlofkrop meer, doch een aan tal zijspruiten. Deze laatste kunnen als waardeloos worden beschouwd. Het te lang laten van de kroppen dient anderszijds ook te worden ver meden. Weliswaar ontloopt men dan het risiko van "blinde" wortels, naar er ontstaan wel tegelijkertijd andere problemen. Tijdens het forceren moet namelijk al het oude blad ver teren. Ervaringen hebben geleerd dat-dit bij een koplengte van 2 a 3 cm vrij snel geschiedt. Naarmate er ech ter meer blad aan de wortels zit, ver loopt dit langzamer, waardoor het zelfs aanleiding kan geven tot rot in de kuil. Natuurlijk is het mogelijk de wortels voor het opzetten met een mes bij te snijden, doch dit vraagt wel extra veel tijd. Het verdient dus alle aanbeveling de bladmassa zo klein mogelijk te houden. In dit ver band is het ook nog belangrijk dat tijdens het koppen ook de afgezakte bladeren worden meegenomen, het geen bij de zogenaamde zuigende koppers gebeurt. delijk verband te bestaan tussen wortellengte en percentage lof. Zo wel uit ervaringen als proefonder vindelijk (nog vrij recentelijk vast gesteld door de heer ir. R. Sarrazijn van het Provinciaal Centrum voor Land- en Tuinbouw te Roeselare) is gebleken, dat een wortellengte van 18 cm de voorkeur verdient. Naarmate de wortels korter zijn, neemt het percentage lof af. Bij een wortellengte van 12 cm kan dit zelfs 20% bedragen. Helaas zien wij nogal eens dat de wortels aanzienlijk korter zijn. Vooral wanneer de rooiomstan- digheden, vanwege weersinvloeden, ongunstiger worden, is men vaak ge neigd de rooimachine minder diep in te stellen. Het makkelijker rooien geniet dan de voorkeur boven de optimale wortellengte. Toch zouden wij er bij de worteltelers op willen aandringen geen konsessies ten aan zien van de vereiste wortellengte te doen. Voor u zelf gaat het bovendien nog ten koste van de kg. wortels en voor de trekkers betekent het een extra reduktie aan lof. groeiweken achter de rug moet heb ben, terwijl dit voor de middelvroege en late selektie in de buurt van 24 weken ligt. Direkt moet hieraan worden toegevoegd dat in warme, droge zomers de wortelgroei sneller verloopt en e.e.a. daardoor enkele weken vroeger oogstbaar is. Een tweede houvast om wat meer inzicht in de rijpheid van de wortels te ver krijgen is de methode van het I.V.T. te Wageningen. Hiervoor moeten enkele wortels vertikaal worden doorgesneden en beoordeeld op de ontwikkeling in het bovenste gedeel te van de wortels. Men kan onder scheiden: onrijp: vlakke schouders, nog geen duidelijke hals, inwendig nog geen holte van betekenis, begin rijping: schouders iets oplopend, be gin halsvorming, rijp: duidelijk hals en inwendige holte, overrijp: schou ders bijna verdwenen, zware hals met een grote inwendige holte. Samenvattend kan men zeggen dat het tijdstip van rooien enerzijds dient te worden afgestemd op de leeftijd van de wortels en anderzijds op de ontwikkeling van vooral het boven ste wortelgedeelte. Overigens moet men er tevens voor waken dat vroege selekties tijdig worden gerooid en geen 25 weken op het veld blijven staan. De wortel wordt dan overrijp, waardoor het voor de trekker even eens een hele toer wordt nog be hoorlijk lof te oogsten. beschadigde wortels aanleiding zijn tot veel narigheden. Wonden op wortels zijn invalspoorten voor ver schillende witlofziekten. Eens een keertje naar een rotte kuil witlof gaan kijken geeft in deze het beste aan wat dit kan betekenen. Wees daarom als wortelteler kritisch op het rooiwerk en stuur indien nodig tijdig bij. Een andere kwaal, waarover vaak onenigheid ontstaat tussen wortelteler en witloftrekker, is het beruchte zonnebrand. Aangetaste wortels vertonen rode verkleuringen, veroorzaakt door zonbestraling. Tij dens de trek ontstaan op deze vlek ken geen nieuwe haarwortels, waar door de lofproduktie sterk kan dalen. De enigste remedie om deze narig heid te voorkomen is de wortels uit de zon te houden. Vooral bij tijde lijke opslag aan de hoop betekent dit afdekken met stro, plastic enz. Als laatste willen wij nog noemen vorst- schade, Wortels boven de grond zijn vrij gevoelig voor vorst. Aangevroren wortels vormen eveneens moeilijk nieuwe haarwortels, met alle gevol gen van dien. Bij vorst gerooide wortels afdekken, voorkomt deze problemen. Niet gerooide wortels kunnen wel enkele graden vorst ver dragen, doch bij een matige vorst van 7 a 8 graden is de kans op schade ook erg groot. Rooi daarom uw wor tels op tijd, hetgeen in zijn alge meenheid vóór december is. Consulentschap voor de Tuinbouw te Tilburg

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1979 | | pagina 9