o p vrijdag 7 september 1979 werd door de Vereniging tot verbetering van de schapen
rassen in Zeeland, de 24e Provinciale Fokschapendag georganiseerd.
Provinciale Fokschapendag 1979
400,— per ha, als beheersvergoeding
"V oor de keuring van 1-jarige en oudere
rammen waren 41 dieren aanwezig. Hiervan
ontvingen 19 stuks een eerste prijs, 12 stuks een
tweede en 10 stuks een derde prijs. Met name
de kategorie rammen geboren in en voor 1977
bevatte goede tot zeer goede typische rammen.
De rubriek rammen geboren in 1978 was een
onregelmatiger rubriek, met goede kopnum-
mers, maar het was vooral in deze rubriek dat
er een 3e prijs moest worden toegekend.
D it jaar werd er ook een keuring van
Zeeuwse melkschapen gehouden. Hierbij was
een verdeling gemaakt in drie rubrieken, na
melijk lammeren (18 stuks), 1-jarige ooien (4
stuks) en 2-jarige en oudere ooien (16 stuks).
Het beste ooilam was de 1104 l.o. van Staats
bosbeheer. Een typisch ooilam met een fraaie
kop.
ing. M. Westhuis
Evenals voorgaande jaren werd ook dit jaar dit evenement gehouden op de Grote Markt in
Goes.
Het aantal dieren dat werd ingezonden was groter dan vorig jaar. Behalve de Tesselaars
werden dit jaar ook de Zeeuwse melkschapen gekeurd. Dit laatste genoemde ras komt
steeds meer in de belangstelling te staan en het is een goede zaak om ook aan dit ras
aandacht te besteden en o.a. door keuringen de kwaliteit te verbeteren. Dit geldt trouwens
ook voor het Tesselse ras.
Ook al werden er meer dieren ingezonden, toch was de kwaliteit op een hoog peil. Over het
algemeen werden er goede typische dieren aangevoerd.
Toch is er op deze dag door veel fokkers nogal druk gediskussieerd over het meest
gewenste type bij het Tesselse ras. Vooral omdat de indruk bestaat dat er een tendens is
om een kleiner dier te fokken dan in het verleden gedaan werd. Er zijn echter nogal veel
liefhebbers voor een wat groter dier. De Belgen immers zien ze graag wat groter en die
nemen juist veel schapen van de Zeeuwse fokkers af.
De handel op deze fokschapendag was erg druk. Veel dieren werden tegen goed<*prijzen
verhandeld.
De belangstelling van buiten de provincie voor deze dag was ook uitstekend.
De uitslagen van de provinciale fokschapendag zijn als volgt:
Rammen
Voor de rubriek ramlammeren individueel
werden er 23 stuks aan de jury gepresenteerd.
De variatie binnen deze rubriek was groot. Het
was een gewone rubriek, met enkele goede
kopnummers. In deze rubriek werden slechts
zes le prijzen toegekend. Ook de rubriek ram
lammeren van één vader was een gewone ru
briek, met enkele goede kopnummers, die
meer type en een betere ontwikkeling vertoon
den.
Kampioen ram werd de Z 267 (1104 H) van H.
Huige, Ossenisse, fokker J. Ton, Beets. Deze in
1977 geboren ram is een duidelijke typische
ram; sterk gebouwd met een diepe voorhand
en een goed gevulde achterhand.
Reserve-kampioen werd de Z 187 van G.J.A.
Ferket, Sluis. Deze wat grover gebouwde ram is
een goede vleesram met een wat minder goede
vacht.
Het beste ramlam was de in België gefokte ram
0/9/434 van F. Goethals, Westdorpe. Een fraai
typische ramlam, goed ontwikkeld en met een
goed. gevulde achterhand.
Ooien
oor de individuele keuringen werden
slechts 25 dieren aangeboden. Voor een eerste
prijs kwamen 14 dieren in aanmerking, 7 stuks
voor een tweede prijs en 4 stuks voor een derde
prijs. Uit deze beoordeling blijkt al dat de
kwaliteit van de getoonde dieren op een hoog
niveau lag. Goede typische dieren, met helaas
toch wel een tendens naar een wat meer open
vacht.
Voor de inzending groepen ooien was een grote
belangstelling. Ook voor deze rubrieken geldt
dat men over de kwaliteit niet te klagen had.
Dit in tegenstelling tot de inzendingen van de
ooilammeren. Hierin was nogal veel variatie
met enkele goede kopnummers.
Toch waren in het algemeen de ooilammeren
beter dan de ramlammeren.
Kampioene ooi werd de 15310 l.o. van P.J.
Provoost uit Cadzand. Deze ooi, geboren in
1978, is een prachtig gelijnd dier, met een goe
de huid en een sprekende kop. Reserve-kam-
pipene ooi werd de Z 3109 van F. Goethals,
Westdorpe. Een goede ooi met de gewenste
raskenmerken.
Diversen
K^ollekties afstammelingen van één vader
(minstens vijf dieren): in deze rubriek werd een
aantal prachtige, kwalitatief hoogstaande kol-
lekties getoond. De 1 A-prijs was in deze ru
briek voor de afstammelingsgroep van de Z 069
pref. van F. Goethals, Westdorpe. Een fraaie
kollektie dieren met een uitstekende uniformi
teit.
Voor bedrijfskollekties werd bij de 3-tallen
geen eerste prijs toegekend. De 1 A-prijs bij de
viertallen was voor R.J. van Doorn, Axel. Een
stel goed ontwikkelde dieren met voldoende
uniformiteit.
Voor 5-tallen was de 1 A-prijs voor F. Goethals,
met dezelfde kollekties als bij de afstammelin
gen van één vader.
Melkschapen
Het beste ramlam was de 3587 l.o. van J. Breel
uit Gapinge. Een grote ram met voldoende ty-
pe.
Het beste melkschaap werd de 855 l.o. van W.
de Buck uit Middelburg. Deze ooi heeft een
goede wigvorm en een goed gevormde kop met
een mooie witte neus. Bovendien een goede
uiervorm en een goede speenvorming en
-plaatsing.
Wat betreft de afstammelingen werd een goede
kollektie melkschapen getoond door P. Lam-
pert, Veere. Het waren een moeder, de 318 S en
enkele van haar dochters. De moeder is een
zeer produktief dier, zoals uit de afgesloten vier
melklijsten blijkt, namelijk 525,663,823 en 692
kg melk per jaar.
Al met al kunnen de organisatoren van deze
Fokschapendag, mede door de mooie bijdrage
die het weer leverde door volop de zon te laten
schijnen, terugzien op een zeer geslaagde dag.
C.A.R. GOES
Kampioen van Z 267 van H. Huige te Ossenisse.
Kampioene ooi 15310 l.o. van PJL Provoost te Cadzand.
Ongeveer 400 gulden per hectare. Dat bedrag kunnen de boeren in de
ruilverkaveling Giethoorn-Wanneperveen straks krijgen als ze een zo
genaamde beheersovereenkomst afsluiten. Die vergoeding is aanzien
lijk hoger dan de eerste bedragen, die in mei van dit jaar op tafel
kwamen. De berekeningen kwamen toen op 230 gulden per hektare uit.
De boeren wezen dit bedrag als "veel te laag" van de hand. Nu zijn er
aanmerkelijk hogere bedragen uit de bus gekomen.
Of ze voor de boeren aantrekkelijk
genoeg zijn, blijft voorlopig een
vraag. Dat zal pas blijken als er straks
daadwerkelijk beheersovereenkom
sten kunnen worden afgesloten. Op
z'n vroegst zal dat in de loop van het
volgend jaar zijn. Iedere boer staat
het vrij om mee te doen. Behalve een
beheersvergoeding kan de .boer in
Giethoorn-Wanneperveen nog een
zogenaamde aanpassingsvergoeding
krijgen. Voor de meesten zal dat be
drag maximaal 224 gulden per hek
tare zijn. Het gaat hierbij óm een tij
delijke uitkering. De ruilverkaveling
Giethoorn-Wanneperveen is een van
de eerste gebieden in Nederland,
waar men met beheersovereenkom
sten gaat werken. Vandaar ook, dat
landelijk de ontwikkelingen in deze
streek met argusogen worden ge
volgd. Van Giethoorn-Wanneper
veen verwacht men namelijk, dat het
een toetssteen wordt voor beheerso
vereenkomsten elders in het land.
Het is overigens mogelijk, dat in het
beheersplan nog wijzigingen worden
aangebracht. In de komende maan
den kan men namelijk tegen de be
heersregelingen bezwaren indienen.
Het is denkbaar, dat die bezwaren
resulteren in andere vergoedingen.
Dat er echter een beheersregeling
komt, is een ding wat zeker is. Een en
ander is sinds 1977 door een be
schikking van de minister geregeld.
Via het systeem van beheersvergoe
dingen wil de overheid bereiken, dat
boeren meewerken aan het in stand
houden van waardevolle natuurge
bieden. Dat brengt voor de bóer be
perkingen en belemmeringen met
zich mee. Hij mag bijvoorbeeld geen
kunstmest strooien of hij mag niet
meer werken met chemische bestrij
dingsmiddelen. Als kompensatie
krijgt hij dan een beheersvergoeding.
In de ruilverkaveling Giethoorn-
Wanneperveen is een onderscheid
gemaakt in vier verschillende ver
goedingen. Ze passen ieder bij een
bepaald agrarisch gebruik van de
grond. In dit geval gaat het om be
mest grasland, bemest hooiland, on-
bemest grasland en onbemest hooi
land. De beheersvergoedingen, die
hierbij gelden zijn repektievelijk 403
gulden, 370 gulden, 440 gulden en
425 gulden.
Deze bedragen zullen in de komende
jaren nog aanzienlijk stijgen. Uit
eindelijk zullen de vergoedingen ko
men te liggen op bedragen tussen de
800 en 1.000 gulden. Daar komen
nog de prijstijgingen in de komende
jaren bij. Die uiteindelijke bedragen
worden pas bereikt als de ruilverka
veling in Giethoorn-Wanneperveen
is uitgevoerd. Het voor de landbouw
in te richten gebied heeft men na
melijk als een zogenaamd vergelij-
kingsgebied genomen. De landbouw
kan zich in die verkaveling volop
ontwikkelen. In het beheersgebied is
dat niet mogelijk. Daar handhaaft
men de huidige toestand. Door jiu
naar de verkaveling te kijken, is te
zien welke ontwikkelingen anders in
het beheersgebied mogelijk waren
geweest. De klok stil zetten, voelt de
boer in zijn portemonnee. Vandaar,
dat in de regeling stijgende vergoe
dingen zijn ingebouwd.
Behalve beheersbedragen krijgen de
boeren eventueel nog een aanpas
singsvergoeding. Dat is een bijdrage
om de extra verliezen binnen het
boerenbedrijf te kompenseren. Als
namelijk een boer mee gaat doen aan
natuurbeheer heeft dat vergaande
gevolgen voor zijn bedrijf. Het zal
voor hem niet meer mogelijk zijn om
zoveel koeien te houden als nu het
geval is. Hij krijgt dus lege plekken in
zijn stal. Machines worden niet meer
optimaal gebruikt. En zo zijn er meer
verliezen. Daarvoor is de aanpas
singsvergoeding uitgedacht. Dat be
drag varieert uiteraard per bedrijf.
Voor bemest grasland is het bedrag
maximaal 224 gulden, voor bemest
hooiland 300 gulden, voor onbemest
weiland 428 gulden en voor onbe
mest hooiland 404 gulden.
Tegenover al deze vergoedingen
staat een veelheid aan verplichtin
gen. Om er een aantal te noemen:
een verbod voor het gebruik van
chemische bestrijdingsmiddelen,
niet scheuren en herinzaaien van
hooien weiland, niet egaliseren,
woelen, diepploegen, bezanden en
ontgronden, geen wijziging aan
brengen in de grondwaterstanden,
het slootonderhoud mag alleen in de
herfst en dan nog uitsluitend me
chanisch of met de hand; rollen, eg
gen en slepen is tussen 1 april en 15
juni verboden, ruigte mag niet meer
worden afgebrand, maar moet wor
den gemaaid, al het gemaaide is men
verplicht om af te voeren, drijfmesrr
en gier mag niet worden toegepast en
het rapen van eieren is verboden.
Voor de weide- en hooibedrijven zijn
de bepalingen voor maai- en bewei
dingsdata natuurlijk van ontzettend
groot belang. Op het bemeste en on-
bemeste weiland mag voor 22 mei
geen vee worden gehouden. Bij de
hooilanden is dat al het hele jaar uit
den boze.
Het bemeste grasland mag men ver
der niet voor 1 juni maaien. Die da
tum is voor het bemeste en onbe-
meste hooiland op 15 juni. Derge
lijke bepalingen kunnen voor de
landbouwbedrijven, die veel grond
in het reservaatgebied hebben lig
gen, ondoenlijk zijn. Daarop is toen-
dertijd behoorlijk wat kritiek ge
weest. Ook hiervoor heeft
men een oplossing gezocht. Wanneer
een bedrijf voor een belangrijk deel
zijn grond in het reservaat heeft lig
gen, kan er voor een deel ontheffing
worden verleend voor de maai- en
beweidingsdata. Dat houdt wel in
een verlaging van de beheersvergoe
dingen voor deze gronden.
De ontheffing gaat op voor land
bouwbedrijven, die meer dan 24
procent van hun bemeste weiland of
meer dan 20 procent van hun be
meste hooiland in het reservaat heb
ben liggen.
In dergelijke gevallen komt het be
drijf namelijk in de problemen met
de ruwvoedervoorziening. Voor ver
schillende van de 100 landbouwbe
drijven in de ruilverkaveling Giet
hoorn-Wanneperveen gaat dat op.
Ook op een ander punt valt er een
ontheffing te krijgen. Het betreft het
verbod voor het gebruik van chemi
sche bestrijdingsmiddelen. Dat kan
tot gevolg hebben, dat de grasmat
ernstige schade oploopt. Bijvoor
beeld door voortwoekerende distel-
groei. In dergelijke gevallen is er
ontheffing mogelijk.
15