Enkele kenmerken van de
vollegrondsgroenteteelt in Noord-Brabant
Ing. A.J. van Oijen
Konsulentschap voor de Tuinbouw, Tilburg
Forceren zonder dekaarde is in de witlofteelt een belangrijke
vooruitgang.
grond voorzien van een volledige automatische beregeningsin-
stallatie. Kortom een groot aantal ontwikkelingen die bewijzen
dat de vollegrondsgroenteteelt een dynamisch geheel vormt.
Knelpunten
Het zou niet objektief zijn bij een aantal positieve zaken de
negatieve te verzwijgen. Ook in deze is een hele waslijst op te
noemen waaruit blijkt dat het niet allemaal rozengeur en ma
neschijn is. De belangrijkste zullen we daarom eveneens naar
voren halen.
De vollegrondsgroenteteelt wordt op diverse bedrijfstypen be
dreven, wat als gevolg heeft dat dit vaak gebeurt als neventak.
Ofschoon wij hier niet pleiten voor het sterk gespecialiseerde
bedrijf, zien we toch vaak dat "alles" tegelijk aanpakken ten
koste gaat van het één of het ander. Het is echter wel zo dat om
ekonomisch te produceren het steeds op een hoog niveau moet
geschieden. De verkavelingstoestand van de bedrijven is nog
steeds een zwak onderdeel. Ondanks het grote aantal ruilver
kavelingen hebben veel bedrijven nóg een verspreide ligging.
Dat dit een belemmering vormt voor de verbetering van de
externe produktiefaktoren zoals drainage, beregening etc.
spreekt voor zichzelf.
De lange duur van 10 jaar of meer die een ruilverkaveling in
beslag neemt is eveneens een storend element. Tijdens deze
periode ontstaan er onzekerheden over de ligging van de toe
komstige kavel. Dat hiermede de aandacht voor een goede ver
zorging van de grond wat verslapt, is toch niet te zwaar uitge
drukt. Ook remt het de ontwikkeling van de meerjarige gewas
sen af o.a. de aspergeteelt.
Dc vollegrondsgroenteteelt is in het Brabantse één van de belangrijke takken van tuinbouw. Ook doet men in het
landelijk geheel aardig mee. Volgens de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek bedroeg het landelijk areaal
(exklusief zaai-uien) in 1978 48.500 ha, waarvan in Noord-Brabant 13.500 ha ofwel 28%.
De bedrijfstal als zodanig karakteriseert zich door haar grote verscheidenheid, zowel in het gewassenpakket als qua
bedrijfstype.
Diverse ontwikkelingen zijn de afgelopen jaren in de vollegrondsgroenteteelt op gang gekomen. Een proces dat zich
ongetwijfeld de komende jaren zal voortzetten. Nodig hierbij zal zijn voortdurend de vinger aan de pols te houden.
Langzame stijging
Het areaalsverloop van de vollegrondsgroenteteelt in Noord-
Brabant is in onderstaande tabel weergegeven.
Jaar Oppervlakte in ha waarvan kontraktteelt
totaal in ha in
voorkomt is verdwenen. Het leeuwedeel van de bedrijven werkt
met een teeltplan waarin hooguit drie a vier gewassen zijn op
genomen. Vanzelfsprekend is het ook niet zo dat alle gewassen
even belangrijk zijn. Sommige komen zelfs in zeer geringe op
pervlakte voor. De meest geteelde gewassen in Brabant zijn
spruitkool, prei, augurken, sla, wortelen, andijvie, bloemkool,
spinazie, bonen, witlof, asperges en tuinbonen.
1974
12.431
6.115
59
1975
12.703
1976
12.389
5.653
46
1977
12.878
5.555
43
1978
13.613
6.062
44
Uit deze tabel blijkt dat de oppervlakte vanaf 1974 tot en met
1978 met 1.192 ha ofwel 10% is toegenomen. De landelijke
oppervlakte vollegrondsgroente vertoont eenzelfde ontwikke
lingstendens. De oppervlakte op kontrakt geteelde groenten is
over dezelfde periode met 5% gedaald.
Karakteristiek
Struktureel gezien is de vollegrondsgroenteteelt wat moeilijk
te plaatsen, ofschoon het aantal gespecialiseerde bedrijven
jaarlijks enige uitbreiding ondergaat. De bedrijfstak krijgt hier
door duidelijk steeds meer een eigen gezicht. Op ruim 4.400
bedrijven doet men in de één of andere vorm aan groenteteelt.
Van dit totaal zijn er 1.250 bedrijven die men zou kunnen
rangschikken onder gespecialiseerde vollegrondsgroenteteelt-
bedrijven. Als kriterium is hiervoor aangehouden dat van de
totale bedrijfsomvang meer dan 60% van de S.B.E.'s uit volle
grondsgroenteteelt bestaat. Bij het onderbrengen van de overige
3.1Ó0 bedrijven ontstaat een grote verscheidenheid. Er is vrijwel
geen tak van agrarisch gebeuren op te noemen of deze komt ook
voor in de kombinatie met vollegrondsgroenteteelt. Om U toch
nog wat nader inzicht te geven op welke bedrijven de volle
grondsgroenteteelt wordt bedreven kan een indeling worden
gemaakt naar de volgende 4 hoofdbedrijfstypen:
Bedrijfstypen Aantal bedrijven
a. vollegrondsgroenteteeltbedrijven 1.250
b. vollegronds/glasgroenteteeltbedrijven 100
c. overige tuinbouwbedrijven met volle
grondsgroenteteelt 1.050
d. overige agrarische bedrijven met
vollegrondsgroenteteelt 2.000
Omvangrijk gewassenpakket
Het is bekend dat het aantal groentegewassen erg omvangrijk
is. Meer dan 30 groentegewassen zijn op te noemen, die in
Brabant worden geteeld. De bedrijfstak omvat als het ware de
hele winkel van sinkel. Ofschoon dit laatste wel eens bekriti
seerd wordt heeft het ook belangrijke voordelen. De veelheid in
aantallen gewassen biedt ruime keuzemogelijkheden. Het beeld
dat het gehele gewassenpakket op één en hetzelfde bedrijf
Op welke wijze
Zoals vermeld is de verscheidenheid in bedrijfstypen en ge
wassenpakket erg groot. Behoudens de indeling naar hoofdbe
drijfstypen kan echter ook nog een andere indeling worden
gemaakt, die wat meer gericht is op de wijze en vorm waarop de
groenteteelt wordt bedreven. Voor Brabant komen we dan aan
een vijftal groeperingen namelijk:
a. gemengde bedrijf 5-20 ha
b. intensief vojlegrondsgroenteteeltbedrijf 1 Vi-5 ha
c. extensief vollegrondsgroenteteeltbedrijf 5-30 ha
d. te kleine glasbedrijf 4.000 m2 glas 2- 5 ha
e. akkerbouwbedrijf 25-60 ha.
Het gemengde bedrijf is sterk verschillend van karakter en de
omvang aan vollegrondstuinbouw hierop is mede afhankelijk
van de andere aktiviteiten zoals veredeling etc. Belangrijke ge
wassen voor dit bedrijfstype zijn o.m. aardbeien, spruitkool,
prei. augurken en asperges.
Op het intensief vollegrondsgroenteteeltbedrijf zijn het veelal de
bladgewassen zoals sla, andijvie en spinazie die de hoofdmoot
vormen. Mede door de goede rentabiliteit en relatief lage ver
mogensbehoefte is de laatste jaren het aantal van deze bedrijven
toegenomen. In het extensief vollegrondsgroenteteeltbedrijf
richt men zich vooral op teelten zoals spruitkool, witlof, bonen,
asperges en tuinbonen. In dit bedrijfstype zijn de laatste jaren
diverse omschakelaars vanuit o.a. de akkerbouwhoek terecht
gekomen. Veel glasbedrijven zijn ontstaan uit het vollegronds
groenteteeltbedrijf. Naarmate de glasoppervlakte op het bedrijf
toeneemt vermindert de oppervlakte vollegrondstuinbouw.
Veel geteelde gewassen hierbij zijn aardbeien en prei. Het ak
kerbouwbedrijf houdt zich in hoofdzaak bezig met teelten
waarvan zowel de teelt alsmede de oogstwerkzaamheden geheel
kunnen worden gemechaniseerd. Hiertoe behoren stamslabo-
nen, doperwten, spinazie en tuinbonen. Het relatief lage saldo
en de zware konkurrentie die de verwerkende industrie moet
overwinnen, stabiliseren momenteel de oppervlakte en doen
deze zelfs inkrimpen. Overigens kunnen nieuwe oogstmachines
hun gewassenpakket verbreden waardoor de afname wordt af
geremd.
Op allerlei fronten
Behoudens de ontwikkelingen bij de verschillende bedrijfsty
pen is er ook bij een aantal andere zaken aanzienlijke winst
geboekt. Al even langer in het verleden is de hybridisering op
gang gekomen. Met name heeft deze verandering de spruit-
koolteelt een geheel ander en beter gezicht gegeven. Tal van
andere gewassen zoals bij witlof, augurken etc. begint de om
schakeling naar hybride-rassen thans wat meer gestalte te krij
gen. Betere kwaliteit en produktie zijn o.m. de winstpunten. De
teelt van augurken aan touw heeft een vaste plaats gekregen,
waardoor een produktieverhoging per oppervlakte eenheid van
50 a 75% haalbaar is. In de preiteelt is het de introduktie van de
gatenponsmachine geweest die voor een belangrijk betere kwa
liteit zorg heeft gedragen. Spektakulair zijn de afgelopen jaren
de ontwikkelingen in de witlofteelt. Overschakeling naar de trek
zonder dekaarde is in volle gang. Betere kwaliteit en besparing
op de arbeid zijn de voordelen. Het forceren van rabarber krijgt
wat meer omvang. Middels bespuitingen kan reeds vroeg in de
winter met de oogst worden begonnen. De toepassing van plas
tikfolie staat volop in de belangstelling. Naast de opkweek van
plantmateriaal wordt het thans in toenemende mate aangewend
op gewassen ter verkrijging van vervroeging. Bij de aardbeien
teelt zijn met de gekoelde en doordragers twee belangrijke pei
lers aangehaakt. Betere spreiding van arbeid en aanbod zijn
hiervan het gevolg. Nieuwe gewassen zoals Ijsbergsla, knol
venkel, rettich, Chinese kool en koolrabi worden thans, zij het
nog op bescheiden schaal in het teeltplan opgenomen.
Betere grondbewerkingsmethoden en intensief veredelingswerk
hebben de laatste jaren de asperge-teelt doen versterken. Steeds
komen nieuwe machines beschikbaar waardoor behoudens
besparing op arbeid ook een humanisering van de arbeid wordt
verkregen. We denken hierbij aan o.a. perspotplantmachines,
folieleggers, gatenboormachines, plukwagens etc. Eveneens
heeft de ziekten- en onkruidbestrijding steeds in de lift gezeten.
De resultaten van de bladvlekkenziektebestrijding in prei als
mede de onkruidbestrijding in augurken en sla zijn goede gre
pen geweest. Nog recentelijker zijn bestrijdingsmogelijkheden
van Fusarium Culmorum in prei. De watervoorziening wordt
steeds verder geperfektioneerd. In enkele jaren zijn 1.000 ha
Ruilverkaveling biedt ekstra perspektieven doch duren soms wat
lang.
De vollegrondsgroenteprodukten zijn in het algemeen volumi
neus. Veel bedrijven zijn gevestigd op grote afstand van de
veiling. De steeds stijgende vrachtkosten komen dus dubbel
hard aan.
De toenemende mechanisatie veroorzaakt een verschraling van
het gewassenpakket voor het kleinere vollegrondsgroenteteelt
bedrijf. Intensief speuren naar vervangende en of aanvullende
teelten zal daarom een vereiste zijn.
Het is bekend dat bij het produceren van vollegrondsgroente-
teeltprodukten vaak de helft of meer van de kosten uit arbeids
kosten bestaan. Gezien de steeds duurder wordende arbeid is dit
duidelijk een zwakke schakel. Arbeidsbesparende middelen zijn
beslist noodzakelijk.
Veel produkten vinden haar weg op de binnenlandse markt. De
stabiliteit van de bedrijfstak zou belangrijk kunnen toenemen
indien de afzet voor export verder kan worden uitgebouwd.
Nodig hiervoor is o.a. een konstante aanvoer van vollegronds
groenteprodukten die van een hoogwaardige kwaliteit zijn.