Waardering voor het
boerenwerk neemt toe
E en vrije boerenstand in Europa is van onschatbare waarde
voor de gehele gemeenschap.
Erf
en
akker
C.E.A. voorzitter Mr. Schlingemann
H et was voor de Nederlandse voorzitter van het CEA
Mr. J.F.G. Schlingemann een groot moment toen hij af
gelopen maandag in het RAI congres centrum in Amster
dam de ruim vierhonderd afgevaardigden uit vele Europese
landen welkom kon heten in ons land.
Gouden CEA medaille
voor de familie J. Groot-de Wit
uit Venhuizen
Min. Albeda bij opening CEA
H et beschikken over voldoende voedsel is een basis
voorwaarde voor het menselijke bestaan en voor het func
tioneren van een samenleving. Wij moeten het tot onze
plicht rekenen een beleid te voeren, dat de ontwikkelings
landen in staat stelt dit stadium ook zelf te bereiken. Dit
beleid, dat gebaseerd moet zijn op samenwerking en on
derlinge bijstand, blijkt steeds duidelijker uiterst moei
zaam en tijdrovend te zijn.
Het verheugde de heer Schlingemann te kunnen konsta
teren dat de waardering voor het boerenvak aan het toe
nemen is. Vroeger meende men dat alle landbouwproble
men opgelost konden worden door afvloeing Mansholt
ging zelfs zover te menen dat er destijds zeker vijf miljoen
boeren de landbouw zouden moeten verlaten. De waarde
ring voor het boerenwerk neemt ook bij de buitenstaanders
toe. Schlingemann wees er op dat een onlangs uitgevoerde
studie in Duitsland als resultaat gaf dat steeds meer jonge
ondernemers niet in de eerste plaats boer worden voor het
te behalen inkomen maar juist de levensstijl en de moge
lijkheid tot persoonlijke vrijheid die doorslag laten geven.
Honger en landbouwgrond
We leveren een grote bijdrage in de voedselvoorziening. Daar
naast moeten we niet vergeten zei de heer Schlingemann dat er
momenteel op deze aarde door ruim vierhonderd miljoen men
sen grote honger wordt geleden. Ook daar zal een gezonde
boerengemeenschap kunnen bijdragen aan de oplossing van dat
probleem. Want het is wel gebleken dat honger en ondervoe
ding het meest effecient kan worden bestreden door de ontwik
keling van de eigen landbouw in de betreffende landen.
Een ander punt dat zorgen baart is de voortdurende afnamen
van goede landbouwgrond. Schlingemann verhaalde van sate-
lietfoto's die op verschillende tijdstippen werden genomen,
waaruit duidelijk naar voren komt hoe er mondiaal in toene
mende mate akkergrond verloren gaat aan de stedelijke ont
wikkeling, de aanleg van wegen en andere voorzieningen. In
België b.v. verdwijnt er jaarlijks tussen de 10 en de 15.000 ha op
deze wijze. In de afgelopen 28 jaar ging er in dat land 280.000 ha
grond verloren. Dr. Jurg Hauser van de universiteit in Zurich
noemt een aantal belangrijke punten om dit proces tegen te gaan
en wel:
aGeen boerengrond beschikbaar te stellen voor niet agrarische
aktiviteiten. b. Drastische verbetering aanbrengen in bodembe-
schermende maatregelen, c. Het tegengaan van een verdergaan
de toename van de bevolkingsdruk.
Het energieprobleem zal ook de landbouw niet onberoerd laten
zei de CEA voorzitter. Bezuinigt zal er ook daar moeten worden,
terwijl het wel van realiteit getuigt om er op te wijzen dat de
landbouw maar een geringe energieverbruiker is, niet veel meer
dan 3,3 tot 5% van het totaal, waarbij o.a. de gestookte glas
tuinbouw wel een uitzondering vormt. Tot slot wees hij nog op
het belang van het Europese parlement en het goed geïnfor
meerd houden van het agrarische element daarin!
Samen in het CEA?!
tJ e zou het congrescentum in de Amsterdamse RAI het grote
praathuis van Nederland kunnen noemen. Talloze conferenties
worden er belegd. Congressen zijn er bij de vleet. Er wordt daar wat
ajgekletst. Houd ons ten goede, we gebruiken dat woord opzette
lijk, want we zijn nog altijd van mening dat er veel te veel woorden
worden verspild aan zaken waarvan wij met zijn allen al lang en
breed op de hoogte zijn. Let maar eens op beste lezer, hoe vaak
wordt een belangrijke mededeling niet verpakt in een heleboel niet
ter zake doende informatie. Je kunt het de spreker niet kwalijk
nemen want hoe kan iemand nou met recht zich staande houden
als inleider wanneer hij binnen vijf minuten klaar is met zijn
praatje ook als hij daarmee dan onmiddelijk in de roos heeft
geschoten, t- Hoort er allemaal bij, op een congres, een conferen
tie, een vergadering, die hangen van woorden, zinnen en samen
vattingen aan elkaar. Ook het CEA congres dat deze week in de
RA I werd gehouden ging onder dat mankement gebukt. Ook daar
was geen ontkomen aan. Toch moeten we zo'n bijeenkomst niet
meteen als tijdverspilling van tafel vegen, want alleen al de aan
wezigheid van ruim vierhonderd gasten uit binnen en buitenland,
allen verwant direkt of indirekt aan de landbouw, is onze aandacht
waard. Boeren zijn van nature 'n niet gebonden volkje. We schamen
ons daar geenszins voor want dat maakt juist dat we onafhanke
lijke vechters voor onze boterham zijn. We prijzen weliswaar onze
coöperaties en de subsidies maar we blijven als het even kan wel
graag baas op eigen erf. Wanneer het dan toch mogelijk is om
binnen Europa een vele landen omvattende boerenvereniging te
hebben, dan is dat iets opmerkelijks, dat het vermelden waard is. Ja
alles goed en wel, hoor ik U al zeggen, er wordt daar maar ge
schreven over een CEA alsof wij weten wat dat is. We snappen er
niks van, want we weten helemaal niet wat zo'n organisstie in
houdt. 't Is tegenwoordig altijd afkortingen wat de klok slaat. Je
wordt er als eerlijk doodnormaal landbouwer zenuwachtig van. U
heeft gelijk want een kleine steekproef leerde ons vrijwel onmid
dellijk dat niemand wist wat CEA betekende. Dat is toch jammer
dat wij gewone boeren, de mannen aan de basis zoals dat heet niet
weten dat het gaat om een vereniging van Europese agrariërs in de
breedste zin van het woord, dus niet alleen van boeren uit de EEG
landen maar ook daarbuiten. Maar waarom weten ze 't dan niet?
Omdat we nog nooit van die club hebben gehoord! Nou ja, mis
schien hebben we er wel eens van gelezen, maar dan zal het wel zo
weinig indruk hebben achtergelaten dat we er niks van hebben
overgehouden, zei iemand nuchter. Eigenlijk zitten die mensen er
nog niet zo ver naast, want nu dat congres in het Nederlandse
praathuis wordt gehouden, is ineens even de aandacht gevestigd
op deze instelling die zich CEA noemt. U kunt er zeker van zijn dat
na het congres de donkere plas weer rimpelloos wordt en alleen nog
enkele malen per jaar iets doordringt van wat er daarachter de
schermen gebeurt. Dat is in feite doodzonde, want we behoren
zuinig te zijn op een vereniging van boeren. Ze moeten daarom veel
meer aan de weg timmeren. Een beetje public-relation kan geen
kwaad. Minstens een maal per maand moet het CEA er voor
zorgen dat we wat van ze horen. Nee, alstublieft niet in zo'n
soezerig droomsfeer, met holle absoluut nikszeggende kletspraat.
Graag dan een pittig verhaaltje waarbij ook nog wat menselijks om
de hoek komt kijken, zoals b.v. nu de uitreiking van de gouden
medaille. Ineens wordt die club dan wat minder zwaar geladen en
bezeten van onbereikbare doelstellingen. Er verschijnt een her
kenbaar mens op het toneel. Iemand die zich naast al zijn werk op
het bedrijf ook nog opwerpt als beschermer van de acht kinderen
van zijn overleden broer.
Is het dan een klub van Europese boeren is, waarom herkennen
wij ons dan met zijn allen staande met alletwee onze benen in het
land niet in dat CEA Het antwoord is niet zo moeilijk omdat
deze vereniging weer een uitvloeisel is van reeds bestaande orga
nisaties en alszodanig langzaam maar zeker alleen nog maar van
belang is voor mannen en vrouwen die allang als eliten voorop
lopen in bestuursfuncties. Wie aandachtig even een blik werpt in
de deelnemerslijst aan deze conferentie, ziet dat onmiddelijk als hij
Nederland als maatstaf neemt. De man op zijn trekker of bij zijn
melkmachine is er niet écht bij. De man die de gouden plak kreeg
is n.l. uitgekozen en wordt er dan als bewijs van de goede wil
bijgesleept. Kijk congresgangers, hier staat hij dan, met vrouw, één
familie uit duizenden, die het echter met zijn allen in de Europese
landen mogelijk maken dat wij van de week congresseren! 't Is
zonde, maar 't is helaas niet anders, en wie beweert dat we liegen,
die gaat zelf het veld maar in en doet zijn eigen enquette omtrent de
bekendheid van het CEA. Ze hebben overigens wel een markante
voorzitter in de "angry old man Schlingemann, geen onbekende
voor de ZLM, die op waardige wijze zijn voorzittersbeurt afhan
delt. We willen graag terug komen op een eerder gelanceerd idee,
n.l. de vakantieadressenbank.
Doe daar nondedomme eens wat aan! Dan brengt je ons Europese
boeren tenminste bijelkaar. Wat óns betreft nag er dan best
nog wat hoog spel gespeeld worden aangaande het milieu, wereld-
voedselvraagstukken en monetaire problemen, want houd je het al
te simpel dan verlies je misschien aanzien en komt het CEA
verlegen in zijn hemd te staan 't Kan nog best goed komen, we
twijfelen daar eigenlijk niet aan, want we staan aan het begin van
een steeds inniger Europa. De boeren zijn verder gevorderd in dit
opzicht dan welke andere bedrijfstak. Het einde hiervan is nog niet
in zicht. Problemen zullen er zich zeker voor doen want ook de
achterdocht ten opzichte van elkaar op zakelijk gebied is groot. De
toetreding van Griekenland baart ons zorgen heet 't dan eufemis
tisch, terwijl we denken, als het daar verrot dan hebben wij een
betere prijs. Spanje en Portugal staan voor de deur van de EEG.
Binnen laten,of recht vooruit buiten schoppen? Wat is het vóór en
wat is het nadeel? Onbegrip voor elkaar kweekt echter vaak veel
meer kwaad dan de werkelijke situatie vereist. Het CEAen we
dragen het een zeer goed hart toe, kan daar heel veel ten goede aan
veranderen. Het mag nimmer een club worden die zonder de boe
ren aan de basis kan blijven werken. Zij zijn het tenslotte die
uiteindelijk de dienst uitmaken. Daarbij zal altijd het hemd nader
t
Iedere keer wanneer het CEA een algemeen congres houdt
wordt uit het gastland een agrariër gekozen die zich bijzonder
verdienstelijk heeft gemaakt in deze bedrijfstak en mede als
voorbeeld aan anderen kan worden gesteld. Als stoffelijke
waardering voor zijn inspanningen ontvangt hij dan uit handen
van de CEA voorzitter een gouden herdenkingspenning. Deze
ereonderscheiding viel dit jaar te beurt aan de familie J. Groot
de Wit uit Venhuizen. De Groot werd in 1931 in Venhuizen als
jongste zoon van een uien en groentenkweker geboren. In 1956
begon hij samen met zijn broer op het ouderlijk bedrijf, dat toen
2,5 ha eigen en 2,5 ha pachtgrond had. In 1956 trouwde hij met
Anneke de Wit een tuindersdochter uit Bovenkarpsel. Na drie
jaar kwamen de broers tot het besluit om het bedrijf in tweeën te
splitsen vergroting vanwege dorpsuitbreiding was niet mogelijk,
waarna Jan het bedrijf verkocht en zich ergens anders in de
gemeente vestigde waar hij nieuwe gebouwen stichte en kon
beginnen op 4 ha. Hij specialiseerde zich vervolgens op de teelt
van witlof, bloemen (voornamelijk krysanten), en vroege aard
appelen. Voor de vroege opkweek van plantmateriaal bouwde
hij een kas van 1000 vierkante meter. Later werd er nog een
witloftrekschuur gebouwd en kon hij nog enkele ha. land bij
kopen. Momenteel teelt hij jaarlijks 8 tot 9 ha witlofwortelen die
hij vervolgens op het eigen bedrijf tot witlof trekt. Al met al heeft
Jan Groot nu voor ongeveer 1 Vi miljoen gulden in grond, ma
chines en gebouwen geïnvesteerd. Hij werkt met één vaste ar
beidskracht. Een deel van zijn vrije tijd wordt door Groot aktief
in het verenigingsleven doorgebracht. Een deel van zijn vrije tijd
wordt door Groot aktie- in het verenigingsleven doorgebracht.
Een tragische bijzonderheid is dat Jan een jaar of vijf geleden
alle acht kinderen van zijn broer adopteerde nadat die was
overleden en diens vrouw reeds enkele jaren daarvoor overleed.
Zelfheeft het echtpaar Groot de Wit twee kinderen.
Dit o.m. zei minister Albeda (sociale zaken) in een rede bij
gelegenheid van de opening van de 31e Algemene Verga
dering van de Europese Agrarische Confederatie (CEA) op
10 september 1979 in het RAI-congrescentrum te Amster
dam. Hij sprak daar namens minister Van der Stee (land
bouw en visserij) die voor besprekingen op de Nederlandse
Antillen verblijft.
Binnen het Europa van de CEA heeft de agrarische sector
in de laatste decennia met een afnemend aantal mensen
een toenemende produktie gerealiseerd en die ontwikke
ling zal nog verder gaan.
dan de rok zijn. Kom niet aan mijn broodje of je legt het loodje.
Wie Europa doortrekt ziet overal de immense verschillen waar
onder landbouw bedreven wordt. Wie Nederland doorkruist en dit
tot in de uiterste hoeken aangeharkte landje bekijkt, beseft, zonder
een ras chauvinist te wezen, dat we de rest nog steeds de baas zijn.
t-Is wel uitkijken geblazen want de anderen zijn niet achterlijk. Zo
zijn we met elkaar verbonden in het CEA, t-is maar dat u het weet,
want alle fraaie slotresoluties en verklaringen ten spijt, blijft de
keiharde onderlinge konkurentiestrijd als een hardhoutenpaal
boven water staan. In het zakenleven is het altijd een kwestie
geweest van "jij of ikToch congresseert men rustig verder. Ge
lukkig maar want mensen die praten, vechten tenminste niet.
Bovendien en laten we dat nou maar uit de doeken doen voor die
arme drommels thuis in het "slik", congresseren is ook plezierig.
Wanneer het verplichte pondje "konstruktieve bijdragen leveren
aan de diskussie en de slotresolutie erop zitten dan is er immers
altijd nog Amsterdam, of Kopenhagen, of Athene, en vul het rijtje
van grote congressteden maar aan, en daar staat ook op iedere
hoek een nachtclub! Schrijfkouter
17