Wet Toezicht
Schadeverzekerings
bedrijf. (W.T.S.)
De levensverzekering
Omzettingen c.q. wijzigingen voor
1 november opgeven
H et zal u bekend zijn, dat Ne
derland in vergelijking met de
E.E.G. partners of andere landen,
zijn zaakjes goed weet te regelen.
E r was eens een Staatssekretaris van Sociale Zaken, ene me
neer Hendriks, die moest weten waar hij het over had. Deze
staatssekretaris was afkomstig uit het ziekenfondswezen en werd
belast met de gezondheidszorg. Hoe kan het mooier. Dat is nog
eens wat anders als een staatssekretaris van b.v. Defensie, die de
militaire rangen niet uit elkaar weet te houden; laat staan welk
materiaal gebruikt moet worden.
H et voert te ver om alle ziekenhuistarieven in Zeeland en
Brabant op te nemen, maar aan bovenstaand lijstje hebt u vast
genoeg. Opvallend is, dat de tariefsverschillen naar elkaar toe
gegroeid zijn, waarbij zich verhogingen hebben voorgedaan van
rond 80% (Goes) in vier jaar tijds.
I n mijn vorig artikel hebben we
stil gestaan bij het sparen via een
levensverzekering. De zelfstandi
ge ondernemers wiens bedrijf hy-
potheekvrij is, moeten gaan den
ken aan de verzorging van de oude
dag, dan wel over de wijze waarop
zij bij beëindiging van hun bedrijf
t.z.t. kunnen afrekenen met de
fiskus. We hebben daarbij vastge
steld dat het sluiten van een ge
mengde verzekering daarvoor be
langrijk kan zijn.
E en zelfstandige jonge ondernemer, oud 25 jaar, heeft een
lening van 100.000,— gedurende 25 jaar. Hij wil deze schuld
gedekt hebben bij een eventueel vroegtijdig overlijden. Premie
daarvoor slechts 350,— per jaar. Een andere mogelijkheid is
om deze schuld te dekken via een dalende kapitaalsverzekering
bij overlijden. We gaan er dan vanuit, dat per jaar 4.000,—
wordt afgelost. Premie per jaar dan slechts 306,— gedurende
hoogstens 12 jaar. De lening is dan volledig gedekt bij overlij
den.
N atuurlijk houdt de oogst u thans volledig bezig, maar be
denkt wel dat de risico's gewoon doorgaan. Het lijkt ons nuttig
om na de oogstwerkzaamheden eens rustig stil te staan bij vra
gen als: wat gebeurt er bij mijn overlijden, kan mijn meewer
kende vrouw het bedrijf eventueel voortzetten. Ook het overlij
den van de vrouw moet daarbij in de discussie komen. Denkt
vooral aan bedrijfs— en gezinshulpen, uitkeringen aan kinde
ren, achterstallige belastingen etc. Daarover met 'schrijver' pra
ten kan erg belangrijk zijn. Cevaal
U ziet dat het erg moeilijk is om konkreet te zeggen een auto
van zo oud moet u omzetten in een W.A.-verzekering, dit is van
geval tot geval verschillend.
(tI
Een voorbeeld daarvan is de Wet
op het Schadeverzekeringsbedrijf
(W.O.S.) welke in september
1964 tot stand kwam. Via deze
wet werd het schadeverzekerings
bedrijf onder toezicht gesteld van
de Verzekeringskamer.
Dat was een goede zaak en zoals gesteld de Verzekerings
kamer oefende het toezicht punctueel uit. Voor de miljoe
nen verzekerden, die jaarlijks miljoenen guldens toever
trouwden aan allerlei verzekeringsinstellingen gaf dit toe
zicht een prettig gevoel van zekerheid. De zekerheid, dat de
door hen opgebrachte premie werd bewaakt.
De verzekeraars werden via deze W.O.S. beschermd tegen
onverantwoorde risikoneming etc. Sinds het tot stand komen
van de W.O.S. in 1964 is het aantal verzekeraars afgenomen van
734 tot 374 per 31 december 1978. Daarvan zijn 227 binnen
landse maatschappijen en 147 buitenlandse. Er is in de afgelo
penjaren dus wel het een en ander gesaneerd; dit als gevolg van
de gestelde financiële eisen door de Verzekeringskamers.
Nu hebben wij al jaren een E.E.G.de één vindt de E.E.G. een
zegen en de ander een grote ramp. Hoe dan ook, de E.E.G. is er
en blijft er en te verwachten valt dat andere West Europese
landen zullen volgen; de" verenigde staten van West Europa.
Welnu, wat het toezicht op de verzekeraars betreft moest er in
E.E.G. verband ook iets gecoördineerd worden. Nederland liep
uiteraard voorop. De Raad van Ministers van de E.E.G. stelde
reeds op 24 juli 1973 een eerste richtlijn vast tot coördinatie van
de wettelijke en bestuurlijke bepalingen. Dan gaan de ambte
lijke molens in de desbetreffende landen draaien met dikwijls
weinig wind en zo komt het dan, dat op 7 juni 1979 het ontwerp
voor de nieuwe Wet Toezicht Schadeverzekeringsbedrijf
(W.T.S.) bij de Tweede Kamer is ingediend.
De kernverschillen met de oude wet zijn: dat
a. de Verzekeringskamer meer greep krijgt op de hier werken
de buitenlandse mijen, gevestigd binnen de E.E.G.;
b. de te deponeren ekstra waarborgen door verzekeraars ver
vangen wordt door een aan te houden solvabiliteitsreserve;
c. de bevoegdheden van de Verzekeringskamer worden uitge
breid.
Vraag is slechts wanneer het ontwerp tot Wet wordt verheven.
Kosten gezondheidszorg
Welnu, staatssekretaris Hendriks zette zich dan ook rap aan de
studie op welke wijze de uit de hand lopende kosten van de
gezondheidszorg konden worden ingebet. Helaas zocht de goe
de man het in de richting van nationalisering van de gezond
heidszorg. Dat is jammer, want kosten drukken via nationalise
ring is nog nooit iemand gelukt.
De staatssekretaris kondigde in 1974 ook een personeelsstop af
voor de ziekenhuizen en een stop in de uitbreiding van het
aantal bedden. Vanaf dat moment regende het aanvragen tot
ontheffing van de personeelsstop onder het mom, dat de zie
kenhuizen de patiënten niet naar behoren konden verplegen en
begeleiden. Intussen leven we 3 september 1979 en is de natio
nalisering van het urgentieprogramma (gelukkig) afgevoerd; is
het aantal arbeidsplaatsen in ziekenhuizen etc. met duizenden
toegenomen en overwegen alle ziekenhuisbesturen, die zichzelf
respecteren, tot samenvoeging van bestaande ziekenhuizen en
uitbreiding van de beddencapaciteit via nieuwbouw.
Intussen zijn de ligdagkosten in de ziekenhuizen met zeer vele
procenten gestegen, waarvan enkele voorbeelden; Wij hebben
hier voor ons de tarieven per 1 maart 1975 en per 1 mei 1979, dus
een periode van ruim 4 jaar.
1-3-75
1-5-79
verhoging
Ziekenhuis "de Bevelanden"
2e klas
182,65
323,55
140,90
Goes
3e klas
135,70
249,10
113,40
Gasthuis Middelburg
2e klas
215,55
317,40
101,85
3e klas
135,15
247,90
112,75
Ziekenhuis Vlissingen
2e klas
253,55
313,30
59,75
3e klas
190,60
245,70
55,10
Ziekenhuis Terneuzen
2e klas
143,95
255,40
111,45
3e klas
111,90
196,00
84,10
2e klas
174,40
277,10
102,70
3e klas
132,65
211,15
78,50
Ignatius ziekenhuis Breda
2e klas
271,15
400,10
128,95
3e klas
153,95
245,70
91,10
Lievensberg Bergen op Zoom
2e klas
218,50
296,90
78,40
3e klas
173,15
239,80
66,65
Daniël den Hoedt kliniek
2e klas
323,15
453,75
130,60
3e klas
246,00
346,05
100,05
De ontwikkeling omtrent de tarieven van specialisten hebben
wij niet in beeld, maar zullen er zeer waarschijnlijk evenmin om
liegen. Nu zijn er tongen, die beweren, dat naarmate de kosten
stijgen de verzorging en begeleiding van de patiënten terug
loopt. Wij hebben op dat punt gelukkig geen ervaring maar als
de beweringen niet uit boze tongen komen wordt het wel erg
triest in de gezondheidszorg. Enerzijds een onbetaalbare zaak en
anderzijds een afnemende service. Overigens lopen deze ogen
schijnlijke tegenstellingen veelal hand in hand.
In dat opzicht bereikten ons berichten van Zeeuwen, die bij onze
zuiderburen in het ziekenhuis gelegen hebben. Nu kunnen we
over onze zuiderburen wel veel grappen opdissen maar het zou
verstandiger zijn er wat van te leren. Eén van deze Zeeuwen
schrijft ons na een opname in het Academisch ziekenhuis te
Gent: "De behandeling is uitstekend. Er wordt veel aandacht
öesteed aan de klachten en bij binnenkomst in de spreekkamer
staat, zoals in sommige Nederlandse ziekenhuizen, de achter
deur nog niet open. Bovendien is het Academisch ziekenhuis erg
gemakkelijk te bereiken en ook moet in de meeste gevallen geen
afspraak gemaakt worden voor een bezoek aan een specialist.
En dan het consult van de specialist Bfrs. 505 of te wel 35,—
Tot zover enkele citaten uit de brief.
Zouden wij dair toch moeten verhuizen of wachten wij nog op
een sterke man i.p.v.een vakman bij sociale zaken. Hoe dan ook,
de premies rijzen intussen de pan uit; dat zult u weer merken per
1 januari 1980. DE L.
Immers deze verzekeringsvorm keert het verzekerde be
drag uit, zowel bij het overlijden van de verzekerde, binnen
een van tevoren overeengekomen periode, als bij zijn of
haar leven: aan het eind van die periode. Dat betekent een
extra financiële ruggesteun bij een eventueel overlijden
van de ondernemer voor de echtgenote en bij beëindiging
van het bedrijf door de ondernemer zelf een spaarpot voor
de oudedag en tevens een financiële ruggesteun om met de
fiskus te kunnen afrekenen. Veelal zit al al zijn geld in het
bedrijf. Vooral als er ten behoeve van de opvolger nog
zwaar door vader geïnvesteerd is, zal hij bij beëindiging
van het bedrijf weinig geld bèschikbaar hebben. Het resul
taat is vaak dat zij verlangend uitzien naar de eerste
A.O.W.-uitkering.
Jonge ondernemer
oor de jonge ondernemer liggen de kaarten geheel anders.
Deze heeft nog teveel in zijn bedrijf geïnvesteerd en moet dus
allereerst zorgen voor het op tijd betalen van rente en aflossing
van opgenomen leningen. Een vrij normale zaak. Primair voor
hem is dat bij vroegtijdig overlijden zijn of haar nabestaanden
niet met een zware hypotheek achterblijven. Een tijdelijke
verzekering die alleen uitkeert bij overlijden binnen een vooraf
vastgestelde termijn kan hier uitkomst bieden. Wenselijk is dat
deze vorm van verzekering zowel op het leven van de man als
dat van de vrouw gesloten wordt. Zij zijn gezamenlijk de on
dernemers. Deze vorm van verzekering geeft een goede dekking
tegen een betaalbare premie. Het gezin wordt hiermede, ook bij
grote investeringen in het bedrijf, enigszins veilig gesteld. Deze
vorm is vaak vrijwel altijd de enige juiste. Als jonge ondernemer
spaart men in het bedrijf, en niet in een verzekering. Dat komt
later wel.
Praktijkvoorbeeld
Uiteraard zouden meerdere Voorbeelden te berekenen zijn.
Echter iedere vorm moet aan de praktijk getoetst worden en dat
kam alleen in een persoonlijk gesprek. Mijn grote fan wijlen
Winston Churchill schreef eens "Indien het mij mogelijk was,
dan schreef ik het woord 'verzekering' op iedere huisdeur en op
het voorhoofd van ieder mens. Dan pas zou ik mij tevreden
gevoelen, omdat de verzekering bij zo geringe zelfopoffering
onzerzijds ons familieleven beschermt tegen onafzienbaar on
geluk en niet weer goed te maken schaden".
Deze woorden wil schrijver nog eens nadrukkelijk onderstrepen,
omdat hij de laatste weken helaas wederom geconfronteerd
werd met het plotseling overlijden van een jonge ondernemer.
Een financiële bescherming kan dan enorm belangrijk zijn voor
het jonge gezin dat achter blijft.
De oogst houdt u bezig
Op welk moment van
All Risks over op W.A.?
I eder jaar krijgen we vele tientallen
telefoontjes van verzekerden, die ons
afvragen of ze hun autoverzekering
nog langer All Risks moeten laten of
dat ze hem nu moeten omzetten in
een W.A.-verzekering. Deze vraag is
voor ons moeilijk te beantwoorden
omdat vele faktoren hierbij een rol
spelen.
Om het konkreet te stellen noemen wij dan meestal het
verschil in premie tussen een All Risks en een W.A.-ver
zekering. In praktisch alle gevallen krijgen we dan als
antwoord "Oh als het maar zo weinig scheelt dan Iaat ik
hem maar AH Risks doorlopen".
H ieruit blijkt dat vele verzekerden denken, dat het premie-
verschil tussen een All Risks en een W.A.-verzekering veel gro
ter is. Daar onze premies zo bijzonderlaag zijn kunt u uw voer
tuig ook naar verhouding langer All Risks verzekerd houden.
Wij horen vaak de opmerking dat het voor een auto van 3 of 4
jaar oud geen zin meer heeft om die All Risks te verzekeren. Wij
zijn het daar niet mee eens! Althans op basis van onze premie
tarieven. U moet wel bedenken, dat wanneer u uw verzekering
omzet in een W.A., dat u dan voor alle schades aan uw voertuig
(door eigen schuld) zelf opdraait en dat u bij schade aan uw
voertuig (door schuld van derden) met het verhaal op die
tegenpartij komt te zitten. Het komt in principe hierop neer dat
u moet zorgen dat u genoeg geld achter de hand hebt om een
andere auto te kunnen kopen wanneer u uw W.A. verzekerde
auto total loss zou rijden. Hebt u dat niet, dan is het verstandig
om voor ewkele honderden guldens meer uw auto toch All Risks
verzekerd te houden.
Er zijn praktijdvoorbeelden van verzekerden die een auto heb
ben die nog maar 2.000,— a 3.000,— waard is en waar we
geadviseerd hebben om hem toch All Risks te laten doorlopen,
doodgewoon om het feit dat verzekerde geen 2.000.- a
3.000,— in de kast had liggen om bij eventuele totaal schade
een andere auto te kopen.
In zo'n geval kunt u beter 200,— extra premie uitgeven en
de zekerheid hebben dat u bij eventuele totaal schade auto kunt
blijven rijden.
Vervolg op pag. 4
3