De boer op
Tweede verslag
bi
TJ
De fruitteelt
z.l.m
september 1979, eerste jaargang no. 5
Kinderkrant
Erik Kint
H. Hartschool
Kloosterzande
Maandag middag, de 21 mei zijn we voor
de tweede keer naar meneer de Regt ge
weest.
Het was in het begin best lekker weer,
maar later werd het iets slechter weer.
Het gaf niet zoveel want we moesten alleen
het laatste gewas npg gaan bekijken.
Toen we de vorige gewassen bekeken was
het goed weer.
Het Eerste gewas dat we gingen bekijken
was: de Tarwe. Meneer de Regt had 11 a
12 ha tarwe.
De tarwe stond 40 cm hoog.
Het was nog groen.
Meneer de Regt had de tarwe in oktober
gezaait, en nu was het 21 mei, dus het
schoot op.
De oogst zal ongeveer half augustus zijn.
De tarwe zijn ziekten zijn: onkruid en
Schimelziekten enz.
Van de tarwe gebruikt men de korel en het
stro.
Van de korel maakt men meel en dan
brood.
Voor een grote opbrengst van de tarwe kan
men beter niet zo'n mooi weer hebben.
Voor tarwe te zaaien gebruikt men een
zaaimachine.
Meneer de Regt heeft 4 ha aardappelen, ze
zijn nog niet boven de grond.
26-27 april zijn ze gepoot.
In september worden ze gerooid.
Hij heeft Conzumptieaardappelen
De opbrengst zal 40 - 45 Ton zijn.
De machines zijn: schudegg
Pootmachine
rijen frees.
De stand van de uien is 2 cm, meneer de
Regt heeft er 4 ha van.
Ze zijn op 14 - 15 april gezaaid.
Ze worden geoogst in september.
De ziekte» zijn meeldauw enz.
De ui word alleen gebruikt.
De opbrengst zal 40 - 45 Ton zijn.
Ze worden met de precisiezaaimachine
gezaaid.
6 ha Erwten heeft meneer de regt.
De stand is 5 a 10 cm.
12 april zijn ze gezaaid, half juni worden ze
geoogst.
De erwt heeft als vijand de bladrandkever.
Van erwten wor Erwtensoep gemaakt.
De opbrengst 3-4 Ton.
De machines zijn: schudegge.
zaaimachine.
Kunstmeststrooier.
Sproeimachine.
De bieten van meneer de Regt zijn nog
maar 1 a 2 cm. Er is 5% ha
16 april zijn ze gezaaid.
Ze worden oktober - november geoogst.
De ziekten zijn onkruid en Trips.
De opbrengst 45 - 50 Ton zijn per ha.
Donderdag 28 Juni gingen we voor de 2de
keer naar ber Minnaard te 's-Heer Abts-
kerke. Er zouden twee mannen komen om
de schapen te scheren. Maar toen we er
waren, waren zij er nog niet. Toen gingen
wij maar eerst naar het bladramenas kij
ken. Dat is een heel groot veld met alle
maal paarse en witte bloemmetjes. Waar
wel duizenden bijen over vlogen, en die
haalden er weer een heleboel honing uit.
Maar het ging vooral om het zaad. Daarna
ging we nog naar de uien en de gerst kij
ken. Niels zag nog een pad weg springen.
Daarna gingen wij naar het mais kijken.
Ze stonden nog maar 20 cm hoog. Maar ze
zagen er wel goed uit. We staken over naar
de suikerbieten. Eerst moesten we over een
plank de sloot over. Daar stonden de sui
kerbieten. De boer liet zien dat er allemaal
gaatjes in de bladeren zaten. Dat kwam
door de hagel. En dan kunnen de suiker
bieten niet zo hard groeien als gewoonlijk.
Op het hooi was het nog het allerleukst.
Daar zag je nog een machine die er hooi
blokken van maakte. We mochten ook nog
op de kar zitten, en meerijden. Toen we
alles hadden bekeken gingen we terug
naar de boerderij. Daar kregen we alle
maal limonade. Daarna gingen we naar
het schapen scheren kijken. Dat hadden de
meesten nog nooit gezien. Ze kregen een
pil tegen wormen. Dat deden ze met een
soort apparaat. Ze stopten een pil in het
apparaat, stopten het heel ver in zijn keel,
en drukten op een knopje zodat de pil los
ging, en het schaap het inslikte. Dat kreeg
hij regelmatig. Daarna begonnen ze met
het scheren. Het waren een soort zaagjes
die telkens heen en weer gingen. Zo kwam
de vacht helemaal los. Voor een zo'n vacht
kreeg de boer ongeveer 16 tot en met
18. Een vacht was erg vet, dat kwam
door het zweet van het schaap. Als de
schapen geschoren moeten worden, waren
ze erg wild. Daar/c"moesten ze de scha
pen erg goed vasthouden. Van buiten was
de vacht erg vies, vol modder, maar van
binnen was hij lekker zacht. De boerin had
een spinne wiel en dus spon ze wel eens. Ze
komt ook nog bij ons op school spinnen.
Maar eerst worden die schapen vachten
helemaal schoon gemaakt. En dan kan/je
er pas mee gaan spinnen.
Maar het was een hele leuke leerzame dag!
Mayella Claeys klas 5 Caspar Berseschool.
Op 2 april gingen we naar boer Brasser in
Arnemuiden. Hij vertelde ons van graan
en gerst en tarwe en nog veel meer. Maar
over graan, gerst en tarwe zouden wij ons
bezig houden. Wij zoeken nog wat inlich
tingen over graan, gerst en tarwe. Wie kan
ons daaraan helpen?
Stuur het dan naar: Paul Moens,
Scheldepoortstraat 6
Nieuw en Sint Joosland.
Al vast hartelijk bedankt.
Ze worden gezaaid met de precisiezaai
machine.
Er word suiker, stroop, pulp en loof van
gemaakt.
Van Adri Poortvliet
Geersdijk.
cUeR
*2.n*NU ~2_ y-^ooV,
cP o
OervVcc^L
Oy UOC^eL
1 o\~b L o
Ursula Willeboer
12 jaar, Goes.
2 0 2
11
jy
«T
Uoj
Op maandag 2 april zijn we naar boer
Brasser geweest. We hebben van alles ge
zien: zaden, verschillende machines en
vergiften.
Later kwam er een oude vrouw: Die gaf
ons allemaal een dropje.
Op school zijn we allemaal bezig met het
werkstuk: de Boer Op. Wij hebben het
over dieren van de boerderij.
We hebben al geschreven over koeien,
paarden, konijnen, schapen en varkens.
Wie kan ons hier nog iets meer van ver
tellen?
Dan kun je schrijven naar: Rieneke Janse,
Thibautstraat 34,
Middelburg.
De hartelijke groeten van: Marlies Hey-
boer en Ri eneke Janse, klas 5, Petrus Im-
mensschool, Middelburg.
We hebben bij meneer Van Hoeve een
vleermuis gezien en in een koelcel geweest
van appels. De appels die in de koelcel
liggen kon men veel langer bewaren dan in
de kist. De boer had 30 hectare aan ap
pelbomen, en zijn land was meer dan 50
hectare groot. Hij had appelbomen, prui-
mebomen, perebomen, perzike en note-
bomen. De bomen waren beschermd
tegen konijnen. De boer gebruikte plastic.
De hoge populieren dienden als wind
schermen. De boer had speciaal vergif
tegen onkruid, hij had hiervoor een spe
ciale sproeier. De appels in het buitenland
worden besproeid met DDT. In Neder
land is dat verboden. De appels worden
regelmatig uitgedund. Hiervoor kwamen
jongens van 15 tot 16 jaar helpen. De hoge
appelbomen zijn verdwenen. De boer ge
bruikt alleen kleine bomen. Dan kan hij er
beter bij. De bloesem bestaat uit kroon-
bladeren, kelkbladeren, meeldraden en
een stamper. Bij de perziken waren de
bloesems al uitgebloeid. Zodra de bloe
sems uitgebloeid waren begon het fruit te
groeien. Dit begon in het vruchtbeginsel.
In de koelcel was het 4 graden C. Af en toe
werden ze gesorteerd. Rotte appels en
geen rotte appels. De rotte appels werden
in een kist gedaan. In de koelcel schold het
bijna 20 graden C met de buitentempera
tuur. De boer had ook vee, kippen en
koeien. De koeien werden geslacht. De
boer had kisten van 300 kilo. Het fruit
werd op de veiling geveild. Het geld dat hij
ervoor kreeg moest hij van leven. Het land
vanuit de lucht gezien was vierkant. De
boer gebruikt zwarte bandjes om de bo
men vast te binden aan de paaltjes.
Danny Scheffer. Michaëlschool. klas 4.
Sas van Gent.
11