kJJT
DE PRflhTÜh
KORTE WENKEN
B
Een zeer late graanoogst
De zaaiuien doen het goed
Tussen de buien door werken
Vervolg: Nederlandse landbouw vindt CEA een nuttige dub
C.A.R.-Zevenbergen
AKKERBOUW
VEEHOUDERIJ
Nu na de réde. augustus is eigenlijk in Zuid-Beveland nog niets
gebeurd aan de oogst van zomergerst en wintertarwe. Wanneer
de afrijping zo traag blijft verlopen als nu het geval is wordt het
voor de laatste percelen - daarbij vooral het ras Okapi - wel
begin september voor deze geoogst kunnen worden. Op vele
percelen is de afrijping wat onregelmatig. Na de warme dagen
van 14 dagen terug is de bladluizenpopulatie in het graan snel
afgenomen.
We weten nog niets over de opbrengst en over eventuele ver
schillen tussen de rassen, maar toch zullen er binnen enkele
weken weer beslissingen genomen moeten worden over de uit te
zaaien oppervlakte wintertarwe en over welke rassen, daarvoor
te gebruiken. In hoeverre moeten de kortstrorassen in het totale
areaal worden opgenomen, of is een gespreide keuze met een
wat groter aantal rassen meer gewenst. Als we een week of wat
verder zijn zullen we ook meer weten over het jonge voor oogst
1980 uitgeroeide graszaad, als ook over de ingezaaide groenbe-
mesters. De wikken gerooid als .groenbemester in de al vroeg
vrijgekomen graszaad percelen komt al goed voor de dag. Bij een
goede grondbemesting blijkt toch een goede en vlotte opkomst
mogelijk te zijn. Het oogsten van de laatste graszaadpercelen
verloopt door de daarvoor minder gunstige weersomstandighe
den minder vlot en wat moeizaam.
De zomergerst rijpt zeer langzaam ën per perceel wat onregel
matig af. 't Is nog zelden voorgekomen, dat men zo laat aan de
gerstoogst kan beginnen. De opbrengst zal niet op zo'n hoog
niveau uitkomen als het vorige jaar. De variaties in kg-op-
brengst maar misschien daardoor ook in kwaliteit zouden wel
eens aanzienlijk kunnen zijn. De wintergerst is inmiddels ge
oogst. de opbrengst is echt niet tegengevallen.
De suikerbieten staan er goed bij. De zwarte luizen populatie is
lang door blijven gaan, maar nu ook in dit gewas vrijwel geheel
verdwenen. Het gewas is nog fris en gezond, vergelingsziekte
komt gelukkig nog niet voor. De achterstand ten opzichte van
voorgaande jaren blijft echter vrij aanzienlijk. Jammer is het dat
hier en daar nogal wat onkruid voorkomt. Als ergste onkruid
moeten we op dit moment toch wel de nu in het zaad staande
wilde bietenplanten zien. Ruim deze éénjarige schieters op, voor
deze in volgende gewassen maar ook over 3,4 of meerjaren in de
suikerbieten nog meer moeilijkheden kunnen gaan geven.
Bij de aardappelen zijn er jammergenoeg al percelen die het te
snel laten zitten. Door de droogte en de warmte, maar ook mede
door de slechte struktuur van de grond is de groei er een eind-
weegs uit. Vele andere percelen waarbij we toch de later ge
plante kunnen rekenen staan er nog zeer goed, fris en gezond bij.
De hoeveelheid blad lijkt wat beperkter als andere jaren. De
aanslag is qua aantal goed, de knolgrootte valt echter nog wat
tegen. Er is toch nogal wat met het nieuwe middel Ridomil
gespoten. Het is wel wat gemakkelijker als men minder snel
moet terugkomen. Nu we nog niet met Phythopthora te maken
hebben gehad, kunnen we er thans nog geen juist oordeel over
vellen.
De plantuien zijn in de tussentijd al aardig geruimd en wel tegen
veel aantrekkelijker prijzen als het vorige jaar. Ondanks een
vrijwel gelijkblijvende oppervlakte in geheel Nederland geeft
dat toch ook wat meer moed voor een wat betere prijs voor onze
zaaiuien. De stand van de zaaiuien is de laatste weken in sterke
mate verbeterd. Een goede tot zeer goede opbrengst moet toch
bereikbaar zijn. Al zou dit wel eens laat kunnen worden.
De eerste erwten staan al aan de ruiter, andere percelen zijn
daarentegen nog lang niet ver genoeg om gemaaid te worden.
De opbrengst lijkt ondanks een wat trage begingroei niet tegen
te vallen. Vorige week is ook al weer een begin gemaakt met de
oogst van de stamslabonen, hoewel er duidelijke verschillen
zijn, kan toch een redelijk goede tot zeer goede kg-opbrengst
verwacht worden.
Wanneer we. zo omstreeks half augustus op Schouwen-Duive-
land de situatie in de akkerbouw eens bekijken, dan kunnen we
er niet onder uit door op te merken, dat in het algemeen de
verwachtingen niet hoopvol gestemd zijn t.a.v. de stand en de
kg. opbrengsten. Momenteel is de oogst van sommige producten
al een heel eind gevorderd. Zo zijn de plantuien praktisch ge
oogst en het graszaad goeddeels gecombined, op wat late soor
ten na. De kg. opbrengst van de plantuien was gemiddeld matig,
maar de prijs vergoedde heel wat. Jammer dat deze laatste
momenteel geen stand heeft kunnen houden. Bij het graszaad
was de gemiddelde kg.opbrengst van het veldbeemd matig, van
de zwenkgrassen en zaaigrassen redelijk, zonder toppers" De
hooiopbrengst was goed. De paar percelen wintergerst zijn ge
combined. Kg.opbrengst was slecht, maar dit mede door aan
wezige structuurplekken. Zilveruienland (alle zilveruien nog nig
geoogst), plantuienland zijn met wikken ingezaaid, terwijl ook
veel graszaadstoppel is gefreesd en met wikken ingezaaid. Van
de schokkers zijn reeds verschillende percelen op ruiters gezet.
Vele percelen worden, na toepassing met reglone, van stam of
uit zwad gecombined. Er zullen grote verschillen zijn in op
brengst. (van zeer slecht tot goed). We staan vlak voor de oogst
van de granen. Het ziet er wel naar uit, dat deze oogst behoorlijk
in opbrengst zal tegenvallen. Van de zomergerst was door de
hier en daar zeer slechte stand (structuur) wel bekend, dat er
gemiddeld niet veel van thuis zou komen. De wintertarwe (en
ook haver) vertoont nu in zijn rijping nogal afwijkingen, zodat
de kg. opbrengst eigenlijk wel tegen moet vallen. Een geluk
hierbij is nog, dat we geen scherp weer gehad hebben. De af
wijking bestaat nu hoofdzakelijk uit ongelijke afrijping, wat tot
gevolg heeft: geen volwaardige korrel, m.a.w. verliezen door te
lichte korrel en mogelijke uitval door de noodrijpheid, zowel
vóór als achter de combine. Mede door het plaatselijk aanwezi
ge onkruid, zal goede afstelling van de combine meer aandacht
vragen dit jaar.
De stand van de zaaiuien is over het geheel prima. Een goede
kleur ligt er op en ze bolt goed. Aleen een wat te dunne stand. Bij
de suikerbieten kunnen nog al wat vraagtekens gezet worden.
Structuurplekken op vele percelen, aantal planten niet hoog, op
de grond staand in plaats van in de grond, het plaatselijk nog te
rijen gewas. Nee, hier zal de kg. opbrengst danig tegenvallen. De
consumptieaardappelen staan over het geheel boven de grond
nog zeer goed. In de grond zal er zodoende nog veel ten gunste
kunnen veranderen. Dit moet ook wel om kilo's te halen. Het tal
is er wél, maar de grootte nog niet. De sortering is over het
geheel gunstig. Op lichtere grond laten verschillende vroege
percelen het al afweten. Ook bij dit gewas, evenals praktisch alle
andere gewassen, zullen de verschillen in kg.opbrengst groot
zijn. Bij gunstige groeiómstandigheden en als ze de tijd gegund
wordt, zullen de kg.piepers er wel komen.
Het is nog steeds wieden geblazen in het land van Hulst. Het zijn
altijd dezelfde mensen die bezig zijn. Een feit is, dat de grens van
nodig of niet nodig zal zijn wel heel verschillend ligt. Het gevolg
is dat je iemand dagen aan een stuk in weer en wind een
"schoon" perceel ziet wieden, terwijl de buurman met mooie
bloemen in z'n bieten nog een "zakenreisje" maakt, Dat wieden
is geen kleinigheid, zeker de laatste weken met die vele regen
buien.
De wintergerst is nog niet gedorst. De erwten beginnen af te
rijpen. Het vlas staat voor een groot deel in de schelf. Wanneer
we de zomergerst en tarwe zullen oogsten is nog moeilijk te
zeggen. Er is gerst die bijna goed is, maar er is ook nog gerst, dat
erg groen staat. Het zelfde geldt voor de tarwe. Er zijn percelen
waar niet gespoten is, die wel vlug aan de beurt zullen zijn, maar
andere misschien pas over vier weken.
Twee jaar geleden begonnen we te dorsen op 10 augustus en,
hadden een regenperiode van 17 t/m 27 augustus, toen werd de
rest pas gedorsen. Vorig jaar vanaf 17 augustus.
De aardappels groeien nog goed, vooral nu ze weer lekker ge
dronken hebben. De opbrengst verwachtingen zijn hier hoop
vol. De uien doen het ook prima, hoewel ze nooit een grote
kilogram opbrengst meer kunnen geven, of ze moeten tot okto
ber groeien. De bruine bonen zullen dit jaar een behoorlijke
opbrengst kunnen geven, er groeien over het algemeen mooie
par-tijen.
Welzijn altijd weer afhankelijk van het weer en dat kan grillig
zijn. Afgelopen week viel er in de omgeving van Walsoorden
een flinke laag hagelstenen. Het regende 20 mm, rond Graauw en
Kruispolderhaven, voorin de kruispolder regende het niet. Zal
het met de prijzen ook weer zo zijn?
Hoewel het praktisch bestuderen daarvan voorop staat en men beslist
geen wetenschappelijk studiegenootschap wil zijn, zit er erg veel spit-
werk in deze onderwerpen. Men trekt als CEA mensen aan met weten
schappelijke achtergronden en die bereid zijn om de problematiek toe te
lichten. Er wordt door de vertegenwoordigers van de deelnemende lan
den over deze onderwerpen gediskussiëerd, eerst in kommissies, later in
een openbaTe algemene vergadering. De diskussie wordt op die alge
mene vergadering zoveel mogelijk afgesloten met een resolutie.
Ten derde fungeert het CEA heel duidelijk als een Europese organisatie
van landbouwkoöperaties. Ze zien het CEA als een belangrijke ont
moetingsplaats, waarin ze hun gezamenlijk beleid konkreet willen ma
ken. De koöperaties zijn erg gehecht aan het CEA en ze praten binnen
deze organisatie over de koöperatiewetgeving in de diverse aangesloten
landen, over het funktioneren van de koöperatie en de fiskale behan
deling in de diverse landen.
Bundeltje resoluties
J e hebt als CEA jaarlijks een kongres. Het werk van maanden en soms
jaren mondt uit in een resolutie en dan is het kongres voorbij. Dan houdt
het niet op, legt Piet Bukman uit. Je pakt een bundeltje resoluties onder
de arm en brengt die naar allerlei instanties en autoriteiten. Zo sta ik als
Nederlands delegatieleider elk jaar met het bundeltje onder de arm op
de stoep bij minister mr. A. van der Stee van landbouw; de anderen doen
hetzelfde bij hun landbouwministers, maar ook de Raad van Europa,
waarmee het CEA regelmatig overleg pleegt, neemt kennis van deze
resoluties oftewel van de wensen van de agrarische bevolking van Eu
ropa. Wij brengen onze standpunten ook in de publiciteit, zodat ook
andere beleidsinstellingen kennis kunnen nemen van wat de Europese
boeren vinden, dat er moet gebeuren. Dan is het verder afwachten wat er
met deze standpunten geschiedt en of ze in voldoende mate in het beleid
van de overheid zullen doorklinken. Het is ook moeilijk aan te geven,
waar we de CEA-standpunten terugvonden, aldus de heer Bukman.
elangrijk onderwerp tijdens het Amsterdamse kongres is de mone
taire politiek en de gevolgen daarvan voor de landbouwpolitiek en voor
de inkomens van de boeren, een onderwerp waarover ir. P.J. Lardinois
van de Centrale RABO-bank een inleiding zal houden. Het kongres van
de Europese boeren en koöperaties zal hierover door middel van een
resolutie een duidelijke uitspraak doen. Daarnaast vindt de diskussie
rond de landbouw en het milieu na driejaar "onderweg" te zijn geweest,
zijn afronding, aldus drs. P. Bukman. De Nederlandse delegatieleden
komen begin september in vergadering bijeen. We bespreken niet elkaar
de agenda en de kommentaren van de Nederlandsp landbouw op de
diverse koncept-resoluties en diskussiestukken worden doorgesproken
en vervolgens voorlopig vastgesteld. Ook met betrekking tot de rappor
ten worden door de delegatie standpunten ingenomen, uiteraard stand
punten die in de lijn van onze filosofie over de landbouw nu en in de
toekomst liggen, legt de heer Bukman uit. Als delegatieleider koördineer
je de Nederlandse aktiviteiten binnen het kongres, hou je in de gaten dat
onze standpunten volledig en goed overkomen in de diverse kommissies
en aan de hand van de rapportages bekijk je of er aanleiding is om
tijdens het kongres als totale delegatie nog eens bijeen te komen. Dat
moet ook, de Nederlandse landbouw vindt het CEA een nuttige klub.
Dat betekent van de andere kant, datje er serieus mee bezig moet zijn,
aldus drs. Piet Bukman.
DE GEWASSEN GAAN het veld alweer verlaten. Steeds
meer percelen komen vrij. Besteed zo gauw mogelijk ekstra
zörg aan uw perceelskanten. Want vanuit de kanten komt
het meeste onkruid uw perceel op. De kanten maaien en dan
enige malen de kanten bewerken met frees, schijvenegge of
kultivator. Maak alles goed los, nu kan het met de machine.
A ugustus is de maand voor de stoppelbewerking.
OOGSTMACHINES RIJDEN weer van boer tot boer en
van perceel naar perceel. Zorg dat de machines goed schoon
zijn en dat ze geen duist en wilde haver voor U meebrengen.
Beter "even schoon maken dan jaren met moeilijk te be
strijden onkruiden zitten.
PAS GEOOGSTE PRODUKTEN zoals granen, peul
vruchten, karwij en blauwmaanzaad zijn niet "morsdood"
al is het vochtgehalte ook laag. Zorg voor regelmatige ven
tilatie met lucht die droog is.
Ook droge produkten moeten besterven en daarvoor is frisse
lucht nodig. Laat nooit de temperatuur van uw pas geoogste
produkt oplopen. Met behulp van een thermometer kunt U
dit kontroleren.
KONDITIONEREN IS EEN METHODE om iets voch
tige oogstprodukten toch buiten bederf te houden. Dit gaat
met koude lucht die met behulp van een ventilator door uw
geoogste graan e.d. geblazen wordt. Neem geen risiko geur
en schimmel verlagen de verkoopprijs vaak drastisch en dat
is niet nodig.
Zorg dat uw produkt koel en fris blijft.
AARDAPPELEN ROOIEN als de grond stuift, is op
kleigrond een riskante zaak. Beschadiging en stootblauw
zijn dan bijna niet te voorkomen. U kunt beter wachten met
rooien tot de grond vochtig is of U kunt enkele dagen voor
het rooien beregenen. Vooral aardappelen die enige tijd
bewaard worden, moeten liefst niet te droog gerooid worden.
OVER ALLERLEI REGELINGEN, subsidies, ruilver
kavelingen etc. worden onderling over de mogelijkheden
nogal eens sterke verhalen verteld. Het waarheidscijfer van
deze verhalen is dikwijls op zijn minst twijfelachtig. Wan
neer U echt iets wiltNveten over een bepaalde regeling in
formeer dan bij iemand van de voorlichting of de DBH. Het
kost U geen cent en U krijgt de informatie die in uw geval
van belang is.
AAN GRASLAND wordt zware eisen gesteld op het punt
van opbrengst. Intensief weiden en maaien met veel betrap
pen van vee en het veelvuldig gebruik van werktuigen bij
droogmaken van het gras, is meer dan de zode kan verdra
gen. Vooral kiemende onkruiden nemen de plaats van de
weggevallen grasplanten in. Naast muur komt de laatste
jaren vooral herderstasje, ook wel lepeltjeskruid genoemd,
sterk naar voren. Het is jammer, maar wilt U goed grasland
behouden dan zullen de meeste percelen jaarlijks een keer
gespoten moeten worden.
Iets dat duur is, moet met veel zorg worden behandeld.
Jonge kalveren zijn kostbaar en daarom is het zeer gewenst
dat ze minstens twee weken na de geboorte in éénlingboxen
kunnen verblijven. Hygiëne en gezondheid zijn zeer be
langrijk voor de latere ontwikkeling. Uw bedrijfsvoorlichter
beschikt over goede tekeningen van éênlingboxen. Met het
oog op frisse lucht zonder tocht, is het wel belangrijk waar U
de éénlingboxen plaatst. De zomer is een goede tijd om dit
werk uit te voeren.