Een goede verharding van erf en weg
geeft meer mogelijkheden
L. Giesbers
Volgens de landbouwtelling
1979 werd het
wintertarwe-areaal sterk
uitgebreid
H et wintertarwe-areaal nam met 23.000 ha toe tot
125.000 ha, een stijging met 23% t.o.v. vorig jaar. De
overige graangewassen gingen er in meer of mindere mate
op achteruit, waarbij vooral de daling van de oppervlakte
zomergerst tot ca. 51.700 ha (- 7.800 ha) opmerkelijk was.
Dit blijkt uit de eerste uitkomsten van de C.B.S.-land-
bouwtelling mei 1979, die een strikt voorlopig karakter
dragen.
4. Klinkers of betonstenen (8 cm dik) op een goed verdichte
zandbedding voor erfverharding willen nog wel eens
losdraaien door wagens met tandemassen.
c. Voldoende bestendig voor het te verwachten gebruik met zo
weinig mogelijk onderhoud en gemakkelijk te reinigen. Een
goede afwatering en een goede opsluiting is vereist.
Voordelen
Een goed gesitueerde en een goed uitgevoerde verharding van
weg en erf. biedt de volgende voordelen:
1Besparing in tijd en trekkracht, minder arbeid, trekkerkosten
en minder onderhoud.
2. Sneller aan- en afvoer van produkten en gemakkelijker
werkwijze bij laden en lossen. (Tijd kost geld, en ongemak
veroorzaakt wrevel).
3. Mogelijkheden van mest uitrijden wordt vergroot, met min
der struktuurbederf.
4. Vrijwel onbeperkte toepassing van voertuigen en machines;
wat steeds belangrijker wordt.
5. Vlotter verkeer van de koeien van stal naar wei en omge
keerd in de zomer.
6. Betere bereikbaarheid van opgeslagen kuilprodukten op of
naast de verharding, zowel door het vee (zelfvoedering) als
de nodige voer/werktuigen.
7. Bij een groter veebestand, (grotere omvang) waarbij de ge
bouwen aan een goed gesitueerde erfverharding zijn gele
gen, is noodzaak van alle vee in een gebouw minder be
langrijk.
Een goede verharding van weg en erf geeft:
Meer mogelijkheden,
met minder tijd.
betere bereikbaarheid.
specialist voor Boerderijbouw en -inrichting bij het C.R.A.
te Waalre
Een goede bereikbaarheid van de gebouwen ook bij
slechte weersomstandigheden is even belangrijk als de ge
bouwen zelf.
Binnen de gebouwen heeft men zich van alle gemakken
voorzien; een onbelemmerde bereikbaarheid wordt wel
eens vergeten.
Dit zelfde geldt evenzeer voor de bereikbaarheid van voe-
ropslag in silo's op kuilplaat en in broodkuil en voor de
verbindingsweg van wei naar stal en omgekeerd.
Al deze voorzieningen zijn te rekenen als een noodzakelijk
verlengstuk van doelmatige gebouweninrichting en moeten
tegelijk daarmee gepland worden.
Het belang is duidelijk
D e juiste situering van alle onderdelen in het totale bedrijfs-
gebeuren, wordt een steeds belangrijker aangelegenheid.
Noodzakelijke verharding van de verbindingswegen is een
aangelegenheid die steeds duidelijker wordt.
De toenemende modernisering van onze rundveehouderijbe
drijven stelt hieraan steeds zwaardere eisen, hetgeen afgelopen
winter heel duidelijk naar voren is gekomen. Op te veel bedrij
ven was erf en weg praktisch onbegaanbaar. Op landbouwbe
drijven vindt tegenwoordig een grote variatie plaats van soort en
zwaarte van transport. De toename van de bedrijfsomvang en de
veranderde wijze van voederwinning en opslag hebben hiertoe
bijgedragen. Ook de gewijzigde werkwijze bij de melkwinning
met het 10-voudige aantal koeien van voorheen vraagt bijzon
dere voorzieningen.
Dit geheel vraagt samen extra aandacht bij de situering van het
totale bedrijfsgebeuren.
"Met zoveel wielen door modder en mest en als maar poorten
hanteren, is een onhebbelijke aangelegenheid".
b. Bestand tegen het te verwachten verkeer, met een deugde
lijke onderlaag, om opvriezen en verzakking te voorkomen.
1. Al naar omstandigheden 15 tot 50 cm bouwrand goed
verdicht.
2. Hierop een betonlaag aanbrengen van 10 a 15 cm, gewa
pend met bouwstaal 15 - 15-0,5 cm.
3. Op ondergrond van goed verdicht puin of steenslag is een
asfaltlaag van minstens 120 kg/m2 vanwege hoedanig
heid minder geschikt als koeienpad.
Een goed gesitueerde weg
Traditionele uitvoering van een erfverharding, de specie wordt
aangevoerd met een truckmixer
Erfverharding biedt veel gemak en voordeel
Belangrijk is daarom:
- De juiste ordening van gebouwen en opslag i.v.m. de toe
gankelijkheid
- Goede looppaden voor de koeien van stal naar wei tijdens de
weideperiode
- Ontwijkmogelijkheden voor heiningen, poorten en bevuild
erf en kavelweg
- De breedte van de inrit vanaf de openbare weg met vol
doende draaicirkel voor alle soorten verkeer.
kavelwegen van 3 meter
toegangswegen van 4 meter
inritwegen vanaf grote weg 6 meter
draaicirkel waar nodig 10 meter breed
Het is niet alleen de breedte van de diverse wegen tot de ge
bouwen; ook de toegangsdeuren aan de gebouwen moeten
aangepast zijn aan de grootte van voer- en werktuigen en ma
chines. Een toegangsdeur voor de ligboxen van minimaal 4 bij 4
meter is voor de tegenwoordige en toekomstige vervoersmidde
len en machines zeker niet te groot.
Eventuele zelfvoedering van de koeien uit de silo mag geen
belemmering opleveren voor het overige bedrijfsverkeer. De
meest juiste ingang van de silo is N.O. of O. tot Z.O.
De steeds groter wordende buikwagens voor melk, krachtvoer
en kunstmest dienen zonder belemmering te kunnen af- en
aanrijden.
Wat verstaat men onder een goed uitgevoerde verharding
a. Vlak - gaaf - niet te glad, met een helling van 1 a 1 xh%. De
kavelwegen die dienen als looppad voor de koeien, mogen
geen klauwbeschadiging teweeg brengen, dus geen losse
scherpe materialen.
Peulvruchten
De kapucijners en grauwe erwten alsmede de bruine en witte
bonen namen in oppervlakte af, maar deze achteruitgang wordt
voor een deel gekompenseerd door het in areaal toenemende
gewas veldbonen.
H andelsgewassen
De teruggang van de gewassen koolzaad, blauwmaanzaad en
vlas, is eveneens opmerkelijk, terwijl karwijzaad nog enigszins
het niveau van 1978 benaderde (2.500 ha).
Landbouw/aden
De oppervlakte graszaad verminderde met 1.600 ha tot 16.500
ha (-9%).
Knol- en wortelgewassen
De konsumptie-aardappelen namen in oppervlakte toe t.o.v.
1978 met 5.400 ha en-kwamen daarmee op 96.500 ha; ongeveer
het niveau van 1977.
De suikerbieten, 122.500 ha, vertoonden een terugval van 8.000
ha (-6%). Wellicht wordt dit gedeeltelijk verklaard door het
slechte voorjaar, waardoor in veel gebieden het land pas laat
kon worden bewerkt.
G roenvoedergew assen
De stijging van de oppervlakte snij maïs zet zich nog steeds voort.
Dit jaar nam het areaal met 8.000 ha toe tot ca. 126.000 ha
(+7%).
Zaaiuien
Het areaal zaai-uien bleef met 11.500 ha nagenoeg konstant.
1978
1979
GRANEN
Tarwe
w.o. wintertarwe
zomertarwe
Gerst
w.o. wintergerst
zomergerst
Rogge"
Haver
Korrelmaïs
Mengels van granen 0,
1.000 ha gem. maat
120,7 140,3
102,1 125,1
18.5 15,2-
71.1 62,9
11.6 11,2
59,5 51,7
17,0 12,4
25.2 20,8
0,7 0,6
0,4
PEULVRUCHTEN (droog te oogsten)
Groene erwten 2,3 2,4
Schokkers 0,7 0,7
Kapucijners en grauwe erwten 1,4 0,9
Bruine en witte bonen 4,8 3,8
HANDELSGEWASSEN
Koolzaad 9,6 6,9
Karwijzaad 2,7 2,5
Blauwmaanzaad 2,6 0,7
Vlas 5,2 3,6
LANDBOUWZADEN
Suiker- en voederbietenzaad 0,3 0,3
Graszaad 18,1 16,5
KNOL- EN WORTELGEWASSEN
Konsumptie-aardappelen 1)
op zand- en veengrond 14,3 14,7
op kleigrond 76,8 81,8
Fabrieksaardappelen 2) 70,4 68,6
Suikerbieten 130,6 122,5
Voederbieten 2,1 1.8
GROEN VOEDERGEWASSEN
Luzerne 2,5 2.5
Snijmaïs- 1-18,1 126,0
OVERIGE AKKERBOUWGEWASSEN 1.4 1,9
TOTAAL AKKERBOUWGEWASSEN 698,5 695,8
ZAAI-UIEN 11,9 11,5
1Inklusief vroege, poot- en voeraardappelen.
2) Inklusief pootaardappelen