IdllU" Gil De Voorlichting in Land- en Tuinbouw V orig jaar heeft minister Van der Stee de 2e Kamer een nota toegezegd over de Voorlichting in Land- en Tuin bouw. zuidelijke landbouw maatschappij Op de enige tijd geleden gehouden "Zeeuwse dag van het paard" was deze elegante kombinatie te bewonderen. Een mooi brokje romantiek uit een tijd, dat er nog geen energieproblemen waren, het leven minder jachtig was en benzine en dieselolie nog niet tot de eerste levensbehoeften werden gere kend. VANUIT DE Z.L.M. GEZIEN VRIJDAG 3 AUGUSTUS Jt% 66e jaargang - No. 3492 tuinbouwblad z.l.m De minister vond dat de nota tot stand moest komen in de Landelijke Raad voor de Bedrijfsontwikkeling (overlegor gaan tussen de georganiseerde landbouw en het minis terie van Landbouw). Het Landbouwschap had reeds eerder een rapport over de voorlichting uitgebracht. Aanleiding daartoe was de reorganisatie met de daarmee gepaard gaande inkrimping van de Landbouw Voorlich ting die enkele jaren geleden ten uitvoer is gebracht. Maar <j>ok op het Ministerie van Landbouw was men bezig zich te beraden hoe de voorlichting in de toekomst dient te blijven funktioneren. Welnu, waarom dan niet één gezamenlijke nota naar buiten gebracht in overleg tussen de overheid en het bedrijfsleven. Het resultaat daarvan is geweest dat nu deze nota door de minister aan de vaste kamerkommissies in Landbouw en Visserij der Tweede Kamer is aangeboden. Bij het overleg in de Landelijke Raad bleken er geen grote verschillen in opvatting te bestaan tussen het ministerie en het bedrijfsleven. Moeilijker is het echter een nota te schrijven die ook voldoende duidelijk is voor hen die niet direkt betrokken zijn bij het funktioneren van de land bouw. En dat is zeker het geval met een groot aantal leden van de 2e Kamer. Zo kan het zijn dat buitenstaanders geneigd zijn te den ken, dat de voorlichtingsbehoefte vermindert doordat het aantal arbeidsplaatsen in de land- en tuinbouw in de loop der jaren sterk is teruggelopen. De Landelijke Raad is echter van mening, dat wel het aantal bedrijven in land en tuinbouw is afgenomen, maar dat daartegenover de bedrijfsvoering veel ingewikkelder is geworden. Verdere inkrimping van de voorlichting is dan ook zeker niet meer verantwoord, wil zij\p voldoende mate aan de vraag vanuit de praktijk kunnen beantwoorden. Dat geldt zowel voor de Rijks Landbouw Voorlichting als voor de Sociaal Ekonomische Voorlichting. De land- en tuinbouwbedrijven zijn kleinschalige onder nemingen, in tegenstelling tot andere bedrijfstakken, die moeten funktioneren in een ingewikkelde geïndustriali seerde maatschappij. Van de land- en tuinbouw wordt verder steeds meer gevraagd rekening te houden met andere belangen zoals woningbouw, wegenaanleg, re creatie, landschapsnatuur en milieu. Daarbij dient de landbouw ervoor te zorgen dat de konkurrentiepositie zo gunstig mogelijk blijft. Onmisbaar is daarbij een deskun dige voorlichting, voortbouwend op een goede opleiding en ondersteund door onderzoek naar nieuwe mogelijk heden. Een belangrijke taak van de voorlichting is het vormen van een schakel tussen het onderzoek en de praktijk. Dat wordt des te meer belangrijk doordat de ondernemer steeds meer gebonden raakt aan zijn bedrijf. Het blijft nodig de voorlichting bij te sturen en aan te passen aan nieuwe ontwikkelingen. Het overleg hierover dient plaats te vinden in de Landelijke Raad voor de Bedrijfsontwik keling. Maar ook in de Provinciale Raden kunnen advie zen tot stand komen waardoor voorlichtingsprogramma's afgestemd kunnen worden op de ontwikkelingen van de land- en tuinbouw in de regio's. Over het voorlichtingsprogramma moet er overleg zijn tussen de Rijks Landbouw Voorlichting en de Sociaal Ekonomische Voorlichting. Bevorderd dient te worden dat er overleg plaatsvindt tussen de Rijks Landbouw Voorlichting en S.E.V. enerzijds en met de voorlichting die gegeven wordt door Handel en Industrie. Overigens wordt een verdere uitbreiding van de voor lichting van handel en coöperatie door de landbouw als ongewenst ervaren. Dat ondanks de bedenkingen tegen deze kommerciële voorlichting toch gebruik wordt ge maakt van deze voorlichting, betekent dat er meer be hoefte aan voorlichting bestaat dan door de Rijks Land bouw Voorlichting gegeven kan worden. Dikwijls loopt de voorlichting ook achter bij nieuwe ontwikkelingen in de praktijk. Deskundige voorlichting is juist bij de aan vang van nieuwe ontwikkelingen van groot belang. Voorlichting vooral op de praktijk gericht. Juist deze be drijfsvoorlichting vormt een belangrijke schakel als wis selwerking tussen onderzoek en praktijk. Zo is de voor lichting één van de hoekstenen van het landbouwbeleid van de overheid. Als dat dan een van de konklusies is uit het rapport Voorlichting in de Land- en Tuinbouw is het gerechtvaar digd er vanuit te gaan dat er in de komende tijd niet geknibbeld mag worden aan de voorlichting. Het is dan ook zeer teleurstellend dat in de begeleidende brief aan de vaste kamerkommissie door de minister van Land bouw gesteld wordt thans niet de voorlichting kwantita tief te beperken. Maar de minister voegt er aan toe, dat in het kader van Bestek '81 een noodzakelijke ombuiging zal plaatsvinden door bepaalde kosten, die de overheid moet maken bij aanvragen voor financiële faciliteiten, in rekening te brengen. Eerder had de minister het Landbouwschap gevraagd een keuze te maken tussen deze bijdrage bij aanvrage van regelingen dan wel inkrimping van de Rijks Landbouw Voorlichting en de W.E.V. Terecht is het bestuur van het Landbouwschap niet bereid geweest hierover een uit spraak te doen, omdat zowel het een als het ander zeer ongewenste wijzigingen betekenen bij het door de over heid uit te voeren landbouwbeleid. De minister heeft nu zelf een beslissing genomen. Hij gaat er vanuit, dat er gelden vrij moeten komen. Gelden, die ondernemers als bijdrage moeten betalen, wanneer zij een aanvraag doen voor een bepaalde regeling, zoals borgstellingsfonds, rentesubsidies enz. Hoe hoog de bij drage zal moeten zijn en voor welke regelingen deze zal gelden, moet nog uitgewerkt worden. Volgens de minis ter moet overleg daarover plaatsvinden in de Landelijke Raad. De Landbouw wordt op deze manier door de minister wel voor het blok gezet. Wij zijn dan ook van mening, dat de voorstellen van het ministerie moeten komen. Rekening dient ermee gehouden te worden dat bij de behandeling van aanvragen ook een grote mate van voorlichting wordt gegeven. Verder worden bij aanvrage voor het borgstel- lingsforlds dikwijls kredietadviseurs van banken inge schakeld en bij andere regelingen wordt er ook advies gevraagd bij aannemers. Het blijkt steeds moeilijker een verantwoord landbouwbeleid te voeren, doordat vorig jaar minister van der Stee bij de begroting '79 te veel heeft ingeleverd. Wij willen er dan ook dringend op wijzen dat bij de nieu we begroting duidelijk meer geldmiddelen beschikbaar moeten komen. Meer financiële ruimte is noodzakelijk om een verantwoord landbouwbeleid te kunnen voeren Dit landbouwbeleid is nodig om te voorkomen dat onze konkurrentiepositie in de E E G. niet nog verder ver slechtert. Doeleman In dit nummer o.m. Beloning meewerkend kind pag 3 Uit de praktijk pag. 5 en 6 Landbouwtelling pag 7 Chemische onkruidbestrijding pag 9 Bakterievuur en Groenbemesting pag. 10 en 11 De maand augustus pag. 12 en 13 Keuringen schapen en paarden pag. 14, 1 5 en 16 Tuinbouw pag. 18 en 19 1

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1979 | | pagina 1