Laatste ronde op het vollegrondsgroenteteeltbedrijf mg. a.j. van ouen M et het aanbreken van de maand augustus kunnen de vollegrondsgroentetelers zich gaan opmaken voor de laatste "ronde". Gezien de relatief korte groeiperiode die nog rest, komen hiervoor in hoofdzaak de bladgewassen in aanmer king. Hiertoe behoren o.a. sla, andijvie en spinazie. Voor het met sukses telen van deze bladgewassen is het van belang dat voldoende zorg wordt besteed aan zaken zoals grond, vochtvoorziening, rassenkeuze, zaad- en planthoeveelheden, zaai en planttijdstippen en ziekten- en onkruidbestrijding. Tekortkomingen aan genoemde punten wreken zich vooral in het najaar, waarbij de klimatologische omstandigheden steeds ongunstiger worden; dit in tegenstelling met het voorjaar. D e gewassen sla en andijvie worden op een relatief groot aantal bedrijven als kontinuteelt bedreven. Op dergelijke be drijven moet men er dan ook rekening mee houden dat de grond besmet kan zijn met de wollige slawortelluis. Bij' een hevige aantasting komen deze luizen massaal voor op de wortels van de planten, waardoor groeiremmingen ontstaan. Vóór U met de herfstteelt van sla en/of andijvie aanvangt is het verstandig hierop een grondige kontrole uit te voeren. Bij aanwezigheid van de slawortelluis dient vóór het planten een grondbehande- ling met 30 liter diazinon per ha te worden uitgevoerd. Vervol gens dienen wij bij sla en andijvie steeds attent te zijn op de aanwezigheid van luizen. Zodra deze waarneembaar zijn, dient een bespuiting met één van de volgende middelen te worden uitgevoerd: 0,75 kg Undeen, 0,5 kg Pirimor, 0,6 kg Parathion, 0,5 ltr Mevinfos per ha. Voor het optreden van "smet" kan een S la en andijvie behoren tot de familie van de komposieten. waardoor de onkruidbestrijding met hetzelfde chemische mid del kan plaatsvinden. Overigens verloopt de onkruidbestrijding' in deze twee gewassen niet altijd geheel vlekkeloos. Het enige toegelaten middel, Chloorprofam. heeft duidelijk enkele ge breken. Anderzijds kan het juist bij geplante sia en andijvie (waaruit het overgrote deel bestaat) een redelijke onkruidbe strijding geven, mits een aantal spelregels in acht wordt geno men. Chloorprofam wordt bij geplante sla en andijvie kort vóór het uitpoten in een hoeveelheid van 4 a 6 liter per ha verspoten. Van belang is, dat het middel op een vochtige grond bij wat lagere temperaturen kan worden toegepast. Opgemerkt moet worden dat deze toepassing geldt indien gebruik wordt gemaakt van perspotplanten. Losse planten verdragen een dergelijke behandeling nauwelijks, waarbij het gebruik van chloorprofam moet worden ontraden. A lleen de bladgewassen komen nog in aanmerking Appeloogst 40 min kg lager, perenoogst 10 min kg lager w C.V.T. te Tilburg Grond en bemesting T en aanzien van de eisen aan grond en bemesting vertonen de bladgewassen veel overeenkomst. Zij ontwikkelen zich in een vrij korte periode, waardoor echt "doortuinde" gronden, waar op jaren achtereen grote hoeveelheden stalmest zijn gegeven, het meest geschikt zijn. Bladgewassen moeten als het ware kunnen beschikken over "oude kracht". Ongeschikt voor deze gewassen zijn zware, stugge en slempgevoelige gronden. Een belangrijke faktor is de pHKCl. Elk jaar opnieuw haalt een aantal percelen met bladgewassen de eindstreep niet vanwege een te lage kalktoestand. Voor een vlotte gewasontwikkeling dient de pHKCl op zandgrond minimaal 6 en op kleigrond 7 te zijn. Is deze bij de aanvang van de teelt lager, dan kan beter eerst worden bekalkt en de teelt naar het volgende seizoen worden verschoven. Kalk heeft namelijk een lange periode nodig voor dat het met de gronddeeltjes is vermengd en ook dan pas zijn werking verricht. Van de overige voedingselementen zoals fos for, kali en stikstof wordt aangenomen dat aan het begin van het seizoen een basisbemesting is aangewend. Met een aanvullende bemesting van bijvoorbeeld 300 - 500 kg N.P.K. per ha kan dan worden volstaan. Afhankelijk van de ontwikkeling van het ge was kan tijdens het groeiseizoen nog een extra gift van o.a. 200 - 300 kg kalkammonsalpeter worden gegeven. Voldoende vocht B ladgewassen reageren sterk op water en moeten hierover tijdens het gehele groeiseizoen ruimschoots kunnen beschikken. Zowel proefondervindelijk alsmede praktijkervaringen hebben dit de afgelopen jaren steeds aangetoond. Een goede water voorziening bij sla en andijvie bestaat in een droge periode uit een frekwente beregening van 2 a 3 keer per week. Problemen kunnen wij krijgen wanneer het water schoksgewijs wordt ge geven, door gedurende de hele teelt steeds 1 a 2 keer te berege nen. Het optreden van rand is een zaak van groeiremmingen, die o.a. worden veroorzaakt door vochtgebrek. Duidelijk bewijs is vaak aanwezig aan de kopeinden van het perceel, waar de sproeier net niet komt. Op deze plaatsen wordt wel geplant, maar meestal niet geoogst. Natuurlijk kan het frekwent berege nen alleen maar plaatsvinden indien men op het bedrijf over goed beregeningswater beschikt. Het is bekend, dat bijvoor beeld sterk ijzerhoudend water bij sla en andijvie aanzienlijke schade kan veroorzaken. Wil men op dergelijke bedrijven toch deze gewassen telen, dan zouden wij U willen adviseren om zich te laten informeren over de mogelijkheden van een ontijze- ringsinstallatie. De bodemkundige van Uw konsulentschap is U hierbij gaarne van dienst. Rassenkeuze O ok voor de teelt van bladgewassen in de herfst zijn specifieke rassen beschikbaar. Rassen die juist in deze teeltperiode het beste tot ontwikkeling komen. Bij sla zijn dat o.a. Capitan, Mondian, Reskia, Sabine, Viresta en Virilde. Behoudens Reskia en Sabine hebben genoemde rassen een resistentie tegen sla- mozaïekvirus. Capitan en Mondian beschikken bovendien over resistentie tegen de meeldauwfysio's 1 t/m 5 en 7. Reskia is resistent tegen de fysio's 1 t/m 4 en 6, terwijl dit voor Sabine geldt ten aanzien van de fysio's 1 +4 5 6. Viresta en Virilde zijn gevoelig voor alle thans bekende meeldauwfysio's. Bij de rassenkeuze zal men die resistentie moeten kiezen, waar van de kans op treden het grootste is. Voor herfstandijvie is de rassenkeuze aanzienlijk kleiner. Het meest geteelde ras voor deze teelt is Breedblad Volhart Winter. Een ras, dat duidelijk beter bestendig is tegen ongunstige weersomstandigheden in de herfst dan de overige rassen. Bij spinazie is het rassensortiment voor de herfstteelt belangrijk groter. Veel geteelde rassen hierbij zijn o.a. Resistoflay, Subito. Virtuosa en Vital. Helaas hebben deze rassen slechts een resistentie tegen de meeldauwfysio's 1 2 en zijn ze vatbaar voor fysio 3. Nieuwe rassen welke een resistentie hebben tegen alle 3 de fysio's zijn in aantocht. Als algemeen punt willen wij nog vermelden dat slechts enkele rassen zijn genoemd. Voor een volledig overzicht verwijzen wij naar de rassenlijst voor groentegewassen. Standdichtheden Hi et is van belang dat bij de herfstteelt voldoende ruim wordt geplant of gezaaid. De weersomstandigheden worden ongun stiger. waardoor het gewas minder snel opdroogt. Dit alles wordt nog verergerd indien nauwe plantafstanden worden aangehou den. Plant daarom in de herfst zo ruim mogelijk, zodat de wind als het ware door hel gewas kan Voorsla is een goede afstand 30 x 30 cm, terwijl dit voor andijvie 40 x 30 cm bedraagt. Bij spinazie voor vers gebruik wordt in tegenstelling tot industries- pinazie gestreefd naar klein en jong blad. Hiervoor zijn wat grotere zaadhoeveelheden nodig. Uitgaande van goed kiemkr- achtig zaad met daarbij een prima zaaibed, betekent dit 2 a 3 kg zaad per are. Plant/zaaitijd E xakte, uiterste data voor het uitplanten en zaaien van blad gewassen aangeven is erg moeilijk. De groeisnelheid van deze gewassen wordt namelijk in belangrijke mate bepaald door de weersomstandigheden die van tevoren onbekend zijn. Toch zouden wij voor andijvie als allerlaatste streefdatum 15 augustus en voor sla 5 september willen aanhouden. Later planten geeft alleen kans op sukses, indien het weer voor de volle 100% mee zit. Hierop gokken lijkt ons wat voorbarig. Voor spinazie geldt een uiterste zaaidatum van 15 september, waarvoor ook geldt dat later zaaien de kans op sukses aanzienlijk vermindert. Ziektenbestrijding Gebruik voor de herfstspinazieteelt voldoende zaad grondbehandeling worden uitgevoerd met 150 kg quintozeen 20% of 120 kg Combisan per ha. Smet kan ook worden bestre den middels een bespuiting met 4 kg Ronilan per ha, één week na het planten. In herfstspinazie kan een ziektenbestrij- ding veelal achterwege blijven. Voorkom onkruid Spinazie is een erg snelgroeiend gewas, waarbij in de zomerpe riode een chemische onkruidbestrijding veelal niet nodig is. Het gewas groeit het veld dermate snel dicht dat het onkruid geen gelegenheid krijgt. In de herfst echter, en vooral naarmate men langer zaait, verloopt het groeiproces wat trager en kan het wenselijk zijn een chemische onkruidbestrijding uit te voeren. Beschikbaar hiervoor is het middel Asulox, hetgeen in een hoe veelheid van 6 - 7 l/i liter per ha op niet voorgekiemd zaad en bij rijenteelt tot uiterlijk 3 dagen na het zaaien mag worden toege past. Bij gebruik van voorgekiemd zaad en breedwerpig zaaien mag dit middel niet worden toegepast in verband met verhoog de kans op schade. Bedrijfstakdeskundigen voor de fruitteelt van het ministerie van landbouw en visserij hebben eind juni de oogst van appelen en peren in 1979 getaxeerd. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft op basis daarvan een landelijke voorspelling gemaakt, die aangeeft dat de oogst van appelen ongeveer 570 min kg zal bedragen en de peren- produktie 120 min kg. In vergelijking met 1978 betekent dit voor de appelen een daling van 40 min kg (6,6%) en voor de peren een daling van 10 min kg (7,7%). Totale produktie Handel produktie Raming Indikatie Raming Indikatie 1978 juni 1979 1978 min kg 1979 APPELEN, TOTAAL 610 570 490 460 w.o. Golden Delicious 249 215 200 175 Cox's Orange Pippin 102 95 80 75 Schone van Boskoop 120 120 96 95 James Grieve 37 35 32 30 Winston 19 20 15 15 PEREN, TOTAAL 130 120 110 -100 w.o. Conference 43 40 35 32 Doyenné du Cornice 16 15 14 13 Légepont 12 12 10 10 Bonne Louise d'Avranches 9 8 8 7 Beurré Hardy 13 11 12 10 Clapp's Favorite 5 6 4 5 Stoofperen 13 11 12 10 Een goede plantopstand voor herfstsla is 30 x 30 cm 19

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1979 | | pagina 19